Het primaire doel van dit onderzoek is nagaan of het toedienen van een cannabinoïd effectiever is dan dat van een corticosteroïd om het uitdoven (extinctie) van angst-herinneringen makkelijker te maken. Wij zullen dat doen in een experimenteel model…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Angststoornissen en -symptomen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Metingen van het niveau van activiteit van het autonome zenuwstelsel
(huidgeleiding, hartslagfrequentie, pupil verwijding) en subjectieve scores op
een 5-punts schaal om de mate van verwachting van het optreden van de
*unconditioned stimulus* (USs) bij angst-geconditioneerde cues een dag na
extinctie (d.w.z. het leren dat de stimuli veilig zijn) te meten.
Secundaire uitkomstmaten
Neuroimaging gegevens (functionele en structurele opnames), chemische
bepalingen (in speeksel en bloed), zelf-rapportage vragenlijsten
Achtergrond van het onderzoek
Mishandeling, verlies van ouders, seksueel misbruik en andere traumatische
ervaringen in de kindertijd komen helaas vaak voor in onze samenleving. Een
daartoe ingerichte database toont dat stress en traumatische ervaringen vroeg
in het leven predisponeren tot het ontwikkelen van stemmings- en
angststoornissen, inclusief posttraumatische stressstoornis (PTSS), een
stoornis die aanzienlijke beperkingen met zich meebrengt en gekenmerkt wordt
door het voortdurend herinnerd worden aan het trauma door intrusieve
flashbacks, levendige herhinneringen, of terugkerende dromen. Patiënten kunnen
moeite hebben met het zich concentreren, en met in- en doorslapen. Zij kunnen
overmatig allert, prikkelbaar en agressief zijn. De frequentie van het
blootstellen aan trauma*s varieert van 50 tot 70% in verschillende landen, en
PTSS heeft een life-time prevalentie van ca. 8% in zowel de VS als Europa.
*Prolonged Exposure Therapy* (PE) is een empirisch-gevalideerde, eerste keuze
behandeling, waarbij herhaalde blootstelling aan angst-gerelateerde cues plaats
vindt om tot *extinctie* (uitdoving) van de angst te komen en het voorkomen van
vermijding van deze cues. Een aanzienlijk deel van de patiënten hebben echter
een onvolledige behandelrespons of een onvoldoende blijvende verbetering,
voornamelijk door het feit dat het extinctieleren, wat de kern-mechanisme is
van de PE therapie, kwetsbaar is voor het weer terug laten keren van de aan de
cues gekoppelde angst. Een veel belovende nieuwe strategie is het getimed
toevoegen van farmacotherapie aan de exposure behandeling om zo het effect te
versterken. Recente bevindingen wijzen er op dat het toedienen van
hydrocortison, een synthetische vorm van het lichaamseigen stress-hormoon
cortisol, de stress-adaptatie en de extincite van angst-herinneringen
verbetert. Het toedienen van hydrocortison voorafgaande aan de (op extinctie
gebaseerde) exposure therapie gaf een grotere reductie van het totaal aan
PTSS-symptomen in verglijking met placebo. Een resultaat dat vooral verklaard
werd door een significant betere bestendiging van het effect.
Van glucocorticoïd hormonen is bekend dat zij synergistisch werken met anderen
door stress geactiveerde neuromodulatie systemen, zoals noradrenaline en
corticotropin-releasing factor (CRF), in het basolaterale complex van de
amygdala (BLA), en zo een optimale versterking induceren van het bestendigen
van lange termijn herinneringen van emotionele spanning-oproepende
belevenissen. Recent onderzoek bij knaagdieren toont, dat glucocorticoïd
hormonen hun werking uitoefenen via het aanzetten van het endogene cannabinoïd
(endocannabinoïd) systeem. Om deze reden heeft staat het endocannabinoïd
systeem nu in de belangstelling voor de rol bij leren en geheugen, en in het
bijzonder ook bij stress adaptatie en extinctie van herinneringen.
Het endocannabinoïd systeem bevat twee klassen van receptoren (CB1 en CB2),
endogene cannabinoïden (eCBs; anandamide (AEA) en 2-arachidonylglycerol (2-AG))
en enzymen voor hun hydrolyse. AEA en 2-AG reguleren zowel de exciterende als
inhiberende neurotransmissie in het brein en spelen daarmee een sleutelrol in
de fine-tuning van neurale activiteit. Presynaptische CB1 receptoren (CB1Rs)
komen vooral voor in de hippocampus, amygdala en prefrontale cortex. Zij
moduleren het vuren van zowel exciterende glutamaterge als van inhiberende
GABAerge neuronen in de amygdala. Zij spelen daarmee een belangrijke rol in
emotioneel leren. Er is veel bewijs dat endocannabinoïden en exogene
cannabinoïde stoffen cognitieve functies moduleren. Cannabinoïden belemmeren
niet alleen het weer ophalen van herinneringen, maar zijn ook essentieel voor
het vormen van nieuwe herinneringen, en hiermee ook voor de extinctie van
angst-herinneringen.
Roozendaal en anderen hebben significante veranderingen aangetoond in het
endocannabinoïd systeem van patiënten met PTSS, zoals een reductie in 2-AG en
AEA en een upregulatie van CB1 receptoren. Pre-klinisch onderzoek suggereert
dat *early-life stress* (ELS) verstoringen veroorzaakt in het endocannabinoïd
systeem die hydrocortison ineffectief maken als adjuvant bij exposure therapie.
Bovendien suggereren bevindingen van de groep van Roozendaal dat ELS blijvende
disfuncties te weeg brengen van het endocannabinoïd systeem en dat deze
disfuncties verantwoordelijk zijn voor de lange term beperkingen in stress
adaptatie en extinctie van angst-herinneringen. Dit suggereert dat patiënten
met PTS S en ELS een verstoord endocannabinoïd systeem hebben en daardoor
minder baat hebben bij exposure therapie.
Hoewel diermodellen nuttig zijn en soortgelijke bevindingen verwacht mogen
worden bij mensen, is het nog niet bekend in welke mate de bevindingen uit het
dieronderzoek geëxtrapoleerd kunnen worden naar mensen om effecten van ELS te
verklaren. Het is goed mogelijk dat kritische perioden in de ontwikkeling van
hersengebieden verschillen tussen soorten. Eerste resultaten van onderzoek bij
gezonde vrijwilligers tonen, dat exogene cannabinoïden, zoals
tetrahydrocannabinol (THC), extinctie leren inderdaad versterken. Een
bijkomende, opvallende klinische observatie is dat een behoorlijk deel van
patiënten met PTSS cannabis gebruiken als *zelfmedicatie* om hun symptomen te
verlichten. Dit lijken in het bijzonder PTSS patiënten met een chronisch beloop
verbonden met ELS.
Het huidige onderzoek zal in twee deelstudies het effect vergelijken van het
toedienen van hydrocortison met het toedienen van THC bij gezonde vrijwilligers
met en zonder ELS. Wij zullen THC geven in de vorm van Namisol®, een extract
van natuurlijke cannabis. Namisol® kan eenvoudig oraal worden ingenomen. Het
effect van Namisol® is onderzocht bij patiënten multiple sclerosis, dementie,
chronische pancreatitis, postoperatieve chronische pijn, en patiënten die
abdominale chirurgie ondergingen. Er is nog geen onderzoek gedaan naar het
effect van Namisol® als adjuvant bij exposure therapie ter verbetering van
symptomen van stress-gerelateerde stoornissen. Het doel van het huidige
onderzoek is het bereiken van een *proof of concept*, namelijk, dat het
toedienen van cannabinoïden en corticosteroïden verschillende effecten hebben
op extinctie leren (als een experimenteel model voor exposure therapie) en de
daarbij horende neurale correlaten afhankelijk van de aanwezigheid van ELT. Als
onze hypothese bevestigd wordt kan dit vervolg krijgen in fase met klinisch
onderzoek waarin het effect van het geven van een cannabinoïd of corticosteroïd
vooraf gaande aan exposure therapie bij patiënten met PTSS met en zonder ELS
onderzocht kan worden. Ons uiteindelijke doel is het verbeteren van de
uitkomsten van exposure therapie.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van dit onderzoek is nagaan of het toedienen van een
cannabinoïd effectiever is dan dat van een corticosteroïd om het uitdoven
(extinctie) van angst-herinneringen makkelijker te maken. Wij zullen dat doen
in een experimenteel model van exposure therapie in gezonde individuen met ELS,
in twee aparte deelstudies.
Bijkomende doelen:
1) Het onderzoeken van de uiteenlopende effecten van THC en hydrocortison op de
activiteit van relevante hersenstructuren (bijv. hippocampus, amygdala en
linker anterieure temporaal lob) tijdens het ophalen van autobiographische
herinneringen in groepen met en zonder ELS.
2) Het onderzoeken van de uiteenlopende effecten van THC en hydrocortison op de
activiteit van de amygdala tijdens het verwerken van biologisch belangrijke
prikkels in groepen met en zonder ELS.
3) Het vergelijken van de structurele morfologie (grijze stof, witte stof)
tussen groepen met en zonder ELS.
4) Het vast stellen van het effect van ELS op biologische *markers* van het
functioneren van het endocannabinoïd systeem (bijv. endocannabinoïden (AEA en
2-AG), CB1 gen DNA-methylatie en CB1 receptor expressie)
Onderzoeksopzet
We zullen in twee deelstudies een 2 (between) bij 2 (within) mixed factorieel
crossover, double blind, placebo-gecontroleerd design gebruiken met als
factoren ELS (met ELS vs. zonder ELS) and DRUG [ deelstudie 1:hydrocortison
(20mg) vs. placebo; deelstudie 2: THC (8mg)vs. placebo].
Onderzoeksproduct en/of interventie
Om de rol van het endocannabinoïd systeem in de extinctie van angst-herinneringen en stress adaptatie te onderzoeken, zullen we beproefde gedragsmatige en neuroimaging paradigma>s gebruiken, waaronder (1)een klassieke >fear conditioning>, >extinction> en >recall> taak, (2) een autobiografische herinnering >recall> taak en (3) een >dynamic facial expression> taak. We zullen in twee deelstudies het effect bepalen van twee verschillende farmacologische interventies: THC (8mg), hydrocortison (20mg) in de angst-herinnering >recall> taak. Voor de controle conditie zullen we een >dubbele placebo procedure> gebruiken.
Inschatting van belasting en risico
Voor elk van de twee deelstudies bestaat het onderzoek uit een screening,
klinische metingen, en de uitvoering van drie cognitieve taken die relevant
zijn voor het aanleren van de koppeling van angst aan de cues en het afleren
(de extinctie) buiten de MRI-scanner en het uitvoeren van twee cognitieve taken
in te MRI-scanner. Verder worden er met de MRI-scanner zogenaamde *resting
state* opnamen gemaakt en structurele opnamen. Deze metingen gebeuren tijdens
een een-daagse sceenings sessie, en twee twee-daagse test sessies. De screening
zal ongeveer twee uur kosten. De test sessies zullen telkens op twee
opeenvolgende dagen plaatsvinden, waarbij telkens de sessie op de eerste dag
ongeveer zeven uur duurt en die op de tweede dag één uur.
Publiek
Radboud University Nijmegen Medical Centre Department of Cognitive Neuroscience 9101
Postbus 9101 6500HB
NL
Wetenschappelijk
Radboud University Nijmegen Medical Centre Department of Cognitive Neuroscience 9101
Postbus 9101 6500HB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
In elk van de twee deelstudies moeten deelnemers aan de volgende criteria
voldoen:
Voor ELS en non-ELS groepen:
- Gezonde vrijwilligers, tussen 18 en 45 jaar oud
- Rechtshandig
- Voorgeschiedenis van cannabisgebruik (alleen voor substudie 2).
Voor de ELS groep:
Voldoen aan het inclusiecriterium voor ELS van het instrument: *Maltreatment
and Abuse Chronology of Exposure Scale (MACE-X)*. Er zijn 10 subschalen in
MACE-X, het criterium voor elke subschaal is hieronder gegeven.
In de emotional neglect subschaal (de cut-off is 2 items van de of 5 ).
In de parental non-verbal abuse subscaal, (de cut-off is 4 van de 6).
In de parental physical maltreatment subschaal, (de cut-off is 4 items).
In de parental verbal abuse subschaal, ( de cut-off is 3 items van de 4).
In de sexual abuse subschaal, ( de cut-off is 2 items van de 7).
In de witnessing interparental violence subschaal, ( de cut-off is 2 items van
de 5).
In de peer verbal abuse subscaal(de cut-off is 4 items van de 5).
In de peer physical bullying subscaal(de cut-off is 2 items van de 5).
In de physical neglect subscaal (de cut-off is 2 items van de 5).
In de witnessing violence to siblings subscaal (de cut-off is 1 item van de 4).
De mensen zullen geïncludeerd worden als ze:
a) voldoen aan de criteria van een van de subscales (rekening houdend met
alleen items onder de leeftijd van 10 jaar)
b) voldoen aan de criteria van meerdere subscalen (ongeacht de leeftijd) als de
som van het percentage van de cut-offs onder de leeftijd van 10 jaar gelijk
staat of hoger is dan 100. Bijvoorbeeld: als een mogelijke proefpersoon 2
scoort in de sexual abuse subscaal, waarvan 1 item onder de leeftijd van 10
jaar is, en 5 scoort op de verbal abuse subscaal, waarvan 3 items onder de 10
jaar is, dan wordt deze proefpersoon geïncludeerd op basis van de berekening
(1/2) * 100+ (3/4) *100 = 125
Voor de non-ELS groep: We willen in deze groep deelnemers recruteren die geen
stressvolle gebeurtenissen hebben doorgemaakt in de kindertijd. De MACE-X heeft
6 subscales die ernstige kindermishandeling aantonen: emotional neglect,
parental nonverbal emotional abuse, parental physical maltreatment, parental
verbal abuse, sexual abuse, of witnessing interparental violence. Het criterium
voor elke subscale is hieronder gegeven.
In de emotional neglect subscaal(de cut-off is 2 items van de 5)
In de parental non-verbal abuse subscaal (de cut-off is 4 items van de 6).
In de parental physical maltreatment subscaal (de cut-off is 3 items van de 4).
In de sexual abuse subscaal (de cut-off is 2 items van de 7).
In de witnessing interparental violence subscaal (de cut-off is 2 items van de
5).
Er zijn 4 subscales die minder relevant zijn bij ernstige kindermishandeling.
Het criterium voor elke subscaal is hieronder gegeven
In de peer verbal abuse subscaal (de cut-off is 4 items van de 5)
In de peer physical bullying subscaal (de cut-off is 2 items van de 5)
In de physical neglect subscaal (de cut-off is 2 items van de 5)
In de witnessing violence to siblings subscaal (de cut-off is 1 item van de 4)
We includeren mensen in de controle groep als ze:
a) een score van 0 hebben voor de 6 meest relevante subscales voor ernstige
kindermishandeling (zoals hierboven omschreven)
En b) scoren onder de cut-off waarde bij de andere 4 subscales die minder
relevant zijn bij ernstige kindermishandeling
Enc) niet scoren op een item in deze 4 subscales onder de leeftijd van 10 jaar
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
In beide studies, zal een mogelijke proefpersoon bij het voldoen aan een van de
volgende criteria worden geëxcludeerd van het onderzoek:
Voor beide groepen:, *
Body mass index lager dan 18.5 of hoger dan 30.
* Abnormaal gehoor of (ongecorrigeerd) abnormale visus.
* Normaal gebruik van psychotrope medicatie of recreationele drugs vaker dan
1 keer per week
* Roken, meer dan een pak cigaretten per week en een zelf-gerapporteerd
onvermogen om 24 uur voor de testdag te stoppen.
Gebruik van psychotrope medicatie of recreationele drugs tijdens de periode van
1 week voor elke test sessie, en het gebruik van alcohol binnen de afgelopen 24
uur voor elke meting
* Regulier gebruik van corticosteroïden
* Huidige psychiatrische behandeling (bijv. ernstige stemmings stoornis, manie,
anorexia nervosa, schizofrenie of borderline persoonlijkheidsstoornis)
* Huidige neurologische behandeling
*Huidige endocrinologische behandeling (bijv. pheocromacytoma,
hyperthyroidisme, Cushing*s syndroom).
* Contraindicatie voor systemische hydrocortison (bv. ulcus ventriculi, ulcus
duodeni, bepaalde infecties en oogproblemen die wijzen op een
gesloten-kamerhoek glaucoom).
* Voorgeschiedenis van herhaalde (meer dan een keer) autonome problemen (bijv.
vasovagale reflex syncope).
* Contraindicaties voor MRI scanning (bijv. pacemaker, geimplanteerde metalen
delen, deep brain stimulation, claustrofobie)
Metalen objecten in en op het lichaam (beugels, pacemaker, metalen delen,
gehoorapparaten)
* Gebruik van medicatie die kan interacteren met hydrocortison (studie 1) of
THC (studie 2). Voor hydrocortison, bijv. het nemen van mifepristone binnen 1
week voor de studie en tijdens de studie periode, voor THC, bijv. het nemen van
rifampicin, ketoconazole, en omeprazol binnen 1 week voor de studie en tijdens
de studie periode;
* Cognitieve beperkingen (MMSE < 26)
* Zwangerschap
* Nachtdiensten
Bekende verhoogde risico's bij THC of hydrocortison gebruik
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2017-004823-66-NL |
CCMO | NL62274.091.18 |
OMON | NL-OMON21224 |