Evaluatie van de veiligheid en initiële haalbaarheid van de PEF-behandeling van NSCLC-tumoren voorafgaand aan chirurgische resectie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ademhalingsorgaan- en mediastinale neoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire veiligheidsanalyse is het percentage van hulpmiddel- en/of
proceduregerelateerde ernstige ongewenste voorvallen (serious adverse events,
SAE*s) als gevolg van de initiële PEF-behandeling tot en met chirurgische
resectie (ongeveer 30 dagen later).
De klinische bruikbaarheid wordt beoordeeld met behulp van de volgende
maatstaven:
• Technisch succes, gedefinieerd als de frequentie waarmee een clinicus toegang
kan krijgen tot de indextumor en PEF-energie kan toedienen
• Een beoordeling van de behandelde zone op basis van het gereseceerde monster
• Veranderingen in bloedmonsters afgenomen na de behandeling ten opzichte van
de monsters afgenomen voorafgaand aan de behandeling, waaronder:
o Veranderingen in fenotypes van lymfocyten die zijn geanalyseerd met
flowcytometrie (bijvoorbeeld CD3+, CD4+, CD8+ enz.)
o Veranderingen in serumwaarden van cytokines en mediatoren met behulp van een
ELISA-test of een andere methode (bijvoorbeeld IL-2, IL-6, IL-10, IL-12 enz.)
• Karakterisering van de immunologische respons in tumorweefselmonsters genomen
na de behandeling vergeleken met biopten genomen voorafgaand aan de
behandeling, waaronder:
o Veranderingen in histopathologische beoordeling van de immuunrespons
(PD-1-/PD-L1-marker, tumorinfiltrerende lymfocyten, populatie van dendritische
cellen, Treg-populatie)
o Vergelijking van moleculaire NGS-analyse van tumormonsters genomen voor en na
de behandeling
o Histologische beoordeling van gereseceerde lymfeklieren
Secundaire uitkomstmaten
De veiligheid wordt ook geëvalueerd met behulp van een algemene en
histologische beoordeling van het gereseceerde monster, met inbegrip van
effecten op eventuele aangrenzende bronchiën en vasculatuur, en met het
verzamelen van ongewenste voorvallen (adverse events, AE*s) en ernstige
ongewenste voorvallen.
AE*s en SAE*s worden samengevat met behulp van een standaard medisch, gecodeerd
woordenboek (MedDRA). AE*s en SAE*s worden ook samengevat op basis van Common
Terminology for Adverse Events (CTCAE) versie 5.0, verband met het hulpmiddel
en/of de procedure, en binnen afzonderlijke tijdsbestekken ten opzichte van de
indexprocedure.
Verder worden ook wijzigingen in de geplande, chirurgische benadering als
gevolg van de indexprocedure, mortaliteit 30 dagen na de chirurgische ingreep
en het percentage van chirurgische complicaties als gevolg van de
PEF-behandeling verzameld en beoordeeld.
Aanvullende exploratieve eindpunten zijn onder meer:
• Verandering van de grootte van de indextumor na PEF (radiografisch gemeten in
3 axiale vlakken) in vergelijking met de CT-scan uitgevoerd voorafgaand aan de
PEF-behandeling
• Pathologische respons (PR) van de indextumor bij chirurgische resectie
(gemeten als % van levensvatbare tumor die overblijft)
• Beoordeling van veranderingen in bronchoalveolaire lavage (BAL)-monsters
genomen voorafgaand aan de behandeling en na de PEF-procedure (genomen net vóór
de resectie)
• Uitkomsten zoals beoordeeld met progressievrije overleving (progression free
survival, PFS) en totale overleving (overall survival, OS) na 12 maanden
Achtergrond van het onderzoek
Longkanker is de meest voorkomende kanker bij mannen en de derde meest
voorkomende kanker bij vrouwen. NSCLC is het meest voorkomende type longkanker
dat zo*n 84% van alle diagnoses van longkanker voor zijn rekening neemt,
waarvan 40% met een gevorderd stadium [Jemal 2007], waaronder lokaal gevorderde
en gemetastaseerde NSCLC [Cancer Facts & Figures, ACS]. In het algemeen zijn
NSCLC*s in een vroeg stadium niet zeer gevoelig voor chemotherapie en worden ze
behandeld met chirurgische resectie, waarbij indien mogelijk genezing het doel
is. Voor kleine NSCLC*s zijn de uitkomsten na chirurgische resectie goed,
waarbij het overlevingspercentage > 90% is na één jaar en overleving na vijf
jaar varieert van 50% tot 70% [van den Berg 2015]. Hoewel chirurgische resectie
op lange termijn de beste uitkomsten biedt voor NSCLC in een vroeg stadium (in
vergelijking met bestraling, chemotherapie of ablatie), komen niet alle
patiënten in aanmerking voor de ingreep vanwege de locatie van de tumor, de
progressie van de tumor, comorbiditeiten en andere redenen. Daardoor blijft een
belangrijke behoefte onbeantwoord. Beschikbare behandelingsopties voor
niet-chirurgische kandidaten bestaan uit traditionele chemotherapie, bestraling
en focale ablatie.
Ondanks de ontwikkeling van bijkomende behandelingen is het totale
overlevingspercentage voor NSCLC in de laatste 30 jaar helaas slechts licht
verbeterd van 13% in de jaren 70 van de vorige eeuw tot 21,7% in 2019 [American
Lung Association, State of Lung Cancer 2019]. Recent is gebleken dat
doelgerichte moleculaire therapieën veelbelovend zijn om betere uitkomsten te
kunnen verkrijgen, maar deze behandelingen zijn alleen gunstig bij subgroepen
van tumoren met de gepaste genomische wijziging. Bovendien heeft vooruitgang in
immunotherapie het potentieel van immunotherapieën op basis van oncologie voor
NSCLC in de spotlights gezet, hoewel slechts een klein percentage van de
patiënten effectief op de behandeling reageert. Hierdoor blijft er een
belangrijke behoefte bestaan aan effectievere therapeutische strategieën om de
uitkomst bij patiënten met NSCLC verder te verbeteren.
De toediening van pulserende elektrische velden (pulsed electric fields, PEF*s)
is een nieuwe techniek waar momenteel onderzoek naar wordt verricht voor een
aantal klinische indicaties. De toediening van PEF*s kan celdood induceren door
de toediening van hoogfrequente, kortstondige elektrische energie die het
celmembraan en het vermogen van de cellen om homeostase te handhaven,
verstoort. Eén vorm van PEF-technologie, die het NanoKnife®-
weefselablatiesysteem (AngioDynamics Inc.) wordt genoemd, is in de handel
verkrijgbaar voor de chirurgische ablatie van weke delen en wordt gebruikt voor
de behandeling van diverse niet-opereerbare of moeilijk te bereiken tumoren. In
vergelijking met andere ablatieve modaliteiten die in de longen worden
toegepast (d.w.z. radiofrequentie, microgolven, cryotherapie), kan PEF-ablatie
op een niet-thermische wijze celdood induceren. Dat heeft een aantal potentiële
voordelen, waaronder een beter veiligheidsprofiel en de mogelijkheid van
behandeling van laesies dicht bij kritieke structuren vanwege het behoud van de
omliggende architectuur, waaronder bloedvaten, lymfevaten en de extracellulaire
matrix.
Verder kan de door de PEF-behandeling geïnduceerde celdood leiden tot een
betere werkzaamheid door stimulatie van de natuurlijke immuunrespons van het
lichaam. In tegenstelling tot thermische ablatieve mechanismen komt er door de
niet-thermische, door PEF*s geïnduceerde celdood een grotere pool van antigenen
van de tumor vrij die toegankelijk zijn voor cellen van het immuunsysteem.
Bovendien hebben de immuuncellen door de beperkte inkapseling en
littekenvorming van het behandelde gebied een betere toegang tot deze antigenen
en de tumor zelf, wat mogelijk de lichaamseigen en adaptieve respons van het
lichaam op de tumor bevordert. Een soortgelijke maar aangepaste PEF-behandeling
t.o.v. de PEF-behandeling die hier wordt beschreven, wordt ook in de longen
bestudeerd voor de indicatie van chronische bronchitis. Een recent gepubliceerd
onderzoek maakte melding van een zeer goed veiligheidsprofiel, met significante
afnamen van symptomen van hyperplasie van de slijmbekercellen en van chronische
bronchitis [Valipour 2020].
In dit onderzoek met behandeling en resectie wordt voorafgaand aan chirurgische
resectie PEF-energie toegediend aan een solitaire, opereerbare NSCLC-laesie. De
PEF-behandeling zal aanvullend zijn op behandeling met de zorgstandaard die de
patiënt normaal zou krijgen voor zijn of haar NSCLC en vindt voor deze
patiënten met NSCLC in een vroeg stadium plaats binnen het gebruikelijke
tijdsbestek (ongeveer 30 dagen vanaf de diagnostische procedure tot de
chirurgische resectie). De opzet van dit onderzoek met behandeling en resectie
maakt een evaluatie mogelijk van de veiligheid, haalbaarheid en initiële
klinische bruikbaarheid van de benadering zonder invloed op de behandeling met
de zorgstandaard en biedt een unieke kans voor resectie van het weefsel dat met
PEF is behandeld om na te gaan of dit een haalbare behandelingsoptie is voor
NSCLC-patiënten.
Doel van het onderzoek
Evaluatie van de veiligheid en initiële haalbaarheid van de PEF-behandeling van
NSCLC-tumoren voorafgaand aan chirurgische resectie.
Onderzoeksopzet
Een prospectief, niet-gerandomiseerd, gelijktijdig gecontroleerd, open-label
multicenteronderzoek met behandeling en resectie met twee groepen
Onderzoeksproduct en/of interventie
De behandeling kan naar het oordeel van de klinische onderzoeker worden toegediend via ofwel een endoluminale (bronchoscopische) of percutane benadering waarbij twee beschikbare hulpmiddelconfiguraties worden gebruikt: - Endoluminaal: het Galvanize Aliya-systeem met een in de handel verkrijgbare TBNA-naald (bijvoorbeeld PeriView FLEX) en RF-elektrode - Percutaan: het Galvanize Aliya-systeem met een compatibele, in de handel verkrijgbare RF-naald en RF-elektrode
Inschatting van belasting en risico
De PEF-procedure met Galvanize gaat gepaard met potentiële risico*s en
bijwerkingen.
Risico*s die mogelijk gepaard gaan met deelname aan het onderzoek, zijn onder
meer:
Endoluminale procedures
• Keelpijn (hoge waarschijnlijkheid)
• Hoesten (hoge waarschijnlijkheid). Kleine hoeveelheden fluim (slijm)
ophoesten, komt vaak voor in de 24 uur na de procedure. Hoesten kan langer dan
24 uur aanhouden.
• Hemoptoë (hoge waarschijnlijkheid)
• Infectie (matige waarschijnlijkheid), waaronder koorts, pijn of gevoeligheid
• Meer ademhalingssymptomen (matige waarschijnlijkheid), waaronder
kortademigheid, meer gekleurde en/of grotere hoeveelheid fluim, hoesten, gepiep
of beklemd gevoel in de borst
• Perforatie van de bronchiën (geringe waarschijnlijkheid)
• Longabces (geringe waarschijnlijkheid)
• Pneumothorax (geringe waarschijnlijkheid)
• Stenose, littekenvorming of letsel van de luchtwegen (geringe
waarschijnlijkheid), waaronder piepen, heesheid, kortademigheid en/of ademnood
• Significante pulmonale bloeding (geringe waarschijnlijkheid)
• Dood (geringe waarschijnlijkheid)
Percutane procedures
• Hoesten (hoge waarschijnlijkheid). Kleine hoeveelheden fluim (slijm)
ophoesten, komt vaak voor in de 24 uur na de procedure. Hoesten kan langer dan
24 uur aanhouden.
• Pijn op de borst, niet-cardiaal (hoge waarschijnlijkheid)
• Pneumothorax (hoge waarschijnlijkheid)
• Luchtembolie (geringe waarschijnlijkheid)
• Bloeding/hemorragie of hemothorax (geringe waarschijnlijkheid)
• Infectie (matige waarschijnlijkheid), waaronder koorts, pijn of gevoeligheid
• Perforatie van de bronchiën (geringe waarschijnlijkheid)
• Longabces (geringe waarschijnlijkheid)
• Hemoptoë (geringe waarschijnlijkheid)
• Stenose, littekenvorming of letsel van de luchtwegen (geringe
waarschijnlijkheid), waaronder piepen, heesheid, kortademigheid en/of ademnood
• Significante pulmonale bloeding (geringe waarschijnlijkheid)
• Dood (geringe waarschijnlijkheid)
Andere risico*s
• Kortademigheid (hoge waarschijnlijkheid)
• Gastroparese (geringe waarschijnlijkheid)
• Abnormale hartritmefunctie (geringe waarschijnlijkheid), waaronder aritmie,
atriale fibrillatie, ventrikelfibrilleren
• Allergische reactie (geringe waarschijnlijkheid), waaronder abnormale
ademhaling, moeite met slikken, angst, pijn op de borst, hevig hoesten, licht
gevoel in het hoofd of duizeligheid, zweten of flauwvallen, zwelling van het
gezicht, de ogen of de tong
• Fistel (geringe waarschijnlijkheid)
• Reflexieve hypertensie (geringe waarschijnlijkheid)
• Trombose (geringe waarschijnlijkheid)
• Risico*s als gevolg van de anesthesie (hoge waarschijnlijkheid) zijn onder
meer misselijkheid, braken, kneuzing op de injectieplaatsen, keelpijn, hese
stem, tandbeschadiging, aspiratie, urineretentie, myocardinfarct, respiratoir
falen, hersenbeschadiging, en dood, pijn na de bronchoscopie, suf voelen,
slepende spraak, tremor, vermoeidheid, lage bloeddruk, kooldioxide in uw bloed
verhoogd, langzamere hartslag, angst, verwarring, duizeligheid, rillingen,
bronchospasmen, onderdrukte ademhaling en veranderingen in de lever- of
hartfunctie
• Dood (geringe waarschijnlijkheid)
Opmerking: *Hoge waarschijnlijkheid* verwijst naar risico*s die zich naar
schatting voordoen bij meer dan 10% van de patiënten. Risico*s met *matige
waarschijnlijkheid* doen zich naar schatting voor bij 1 op de 100 (1%) tot 1 op
de 10 (10%) patiënten. Risico*s met *geringe waarschijnlijkheid* doen zich naar
schatting voor bij minder dan 1 op de 100 (1%) patiënten.
Andere potentiële risico*s van onderzoeksgerelateerde tests en procedures zijn
onder meer:
• Bloedafname: lichte pijn, plaatselijke irritatie, bloeding of kneuzing
(blauwe plek) op de aanprikplaats. Hoewel dit zelden voorkomt, bestaat bij elke
procedure waarbij de huid met een naald wordt aangeprikt, een kans op infectie
of een plaatselijk bloedstolsel.
• CT-scan: gevoel van claustrofobie tijdens het uitvoeren van de test. Bij
toepassing van röntgenstraling wordt gebruik gemaakt van een zekere hoeveelheid
straling die het risico op kanker kan vergroten, hoewel dit niet waarschijnlijk
is.
o De effectieve stralingsdosis van een van deze scans bedraagt ongeveer 4,5
mSv, wat ongeveer neerkomt op de achtergrondstraling waaraan een gemiddelde
persoon gedurende 1,2 jaar wordt blootgesteld.
• Biopsie: bloeding, ophoesten van kleine hoeveelheden bloed of met bloed
vermengd sputum, pneumothorax of littekenvorming van het gebied waar het biopt
is genomen.
• Bronchoalveolaire lavage (BAL): risico*s zijn vergelijkbaar met die van
bronchoscopische procedures, waaronder tijdelijke hypoxemie, koorts,
bronchospasme en, in zeer zeldzame gevallen, pneumothorax.
De informatie die met dit onderzoek wordt verkregen, leidt mogelijk tot een
betere behandeling van en betere uitkomsten voor NSCLC-patiënten. Behalve het
voordeel van de chirurgische resectie wordt er geen bijkomend klinisch voordeel
verwacht.
Hoewel alle interventionele klinische onderzoeken enig risico inhouden voor
onderzoeksdeelnemers, heeft de opdrachtgever van het onderzoek al het nodige
gedaan om ervoor te zorgen dat risico*s tot het minimum worden beperkt. Op
basis van bestaande literatuur, preklinische dieronderzoeken en voorafgaande
klinische ervaring met PEF verwacht Galvanize Therapeutics, Inc. dat het
Galvanize Aliya-systeem veilig is voor gebruik in dit klinische onderzoek.
Publiek
Industrial Road 1531
San Carlos CA 94070
US
Wetenschappelijk
Industrial Road 1531
San Carlos CA 94070
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Aanwezigheid van solitaire NSCLC-knobbel 8e ed. fase IA2, IA3 of IB
• Knobbeltjes met een diameter van> 1 cm en <4 cm op basis van een schatting
van de CT-grootte (bijv.T1b, T1c, T2a), met een vaste component van minimaal 1
cm
• Hoge kans op maligniteit vóór de procedure, zoals bepaald door de onderzoeker
• De patiënt is beoordeeld door een thoracale chirurg en wordt beschouwd als
een kandidaat voor definitieve longweefselresectie
• Patiënt is naar het oordeel van de hoofdonderzoeker in staat om
bronchoscopie, chirurgische ingrepen en nabehandelingszorg te volgen en te
ondergaan
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Extra pulmonale knobbeltjes die interventie vereisen
• Patiënt ondergaat gelijktijdige kankerbehandeling (bijv. Externe
bestralingstherapie, brachytherapie, chemotherapie, gerichte therapie,
immunotherapie, andere focale therapie) of heeft de afgelopen twee jaar een
behandeling voor de indextumor ondergaan
• De patiënt heeft longapparaten of elektronische apparaten geïmplanteerd
• Patiënt heeft ziekte N1
• De patiënt heeft een verzwakt immuunsysteem of krijgt immuunmodulerende
medicatie
• Terugkerend NSCLC binnen 2 jaar na de eerste definitieve behandeling
• Eerdere behandeling met checkpointremmers voor een andere kanker
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04732520 |
CCMO | NL76406.091.21 |