Oxygenatie van premature kinderen tijdens respiratoire ondersteuning optimaliseren door automatische zuurstof titratie te fine-tunen

Hypoxie en hyperoxie tijdens zuurstoftherapie voor premature zuigelingen kan
leiden tot forse morbiditeit en mortaliteit. Om deze risico's te verminderen
wordt continue de zuurstofsaturatie in het bloed gemeten en gepoogd deze binnen
de grenzen van 91%-95% - een target range - te houden door de concentratie
toegediende zuurstof te titreren. In een eerdere studie hebben wij het effect
van twee automatische zuurstof controllers op de tijd binnen zo'n target range
bestudeerd in de COCkPIT trial. We lieten een verschil zien in de verdeling van
zuurstofsaturatiewaarden: De OxyGenie controller had een smallere verdeling,
met een significante vermindering van tijd boven de target range vergeleken met
de CLIO2 controller. Echter was er, hoewel kleiner dan de vermindering boven de
target range, ook een toename van tijd onder de target range (15% tijdens
OxyGenie, 9% tijdens CLIO2). Deze verschillen kunnen mogelijk deels verklaard
worden doordat OxyGenie zich richt op het middelpunt van de target range (93%
in het geval van een target range van 91%-95%). In het patent van de CLIO2
controller wordt beschreven dat deze zicht richt op een zuurstofsaturatie van
94%. Gezien de zuurstofspanning-zuurstofsaturatie curve niet lineair is, zou
het kunnen dat wanneer een hogere target range tijdens automatische
zuurstoftitratie nagestreefd wordt er minder tijd onder de target range
doorgebracht wordt en er minder schommelingen in zuurstofsaturatie zullen zijn.

Het vergelijken van het effect van twee zuurstofsaturatie target ranges
(91%-95% en 92%-96%) tijdens automatische zuurstoftitratie bij de Oxygenie
controller op de tijd die doorgebracht wordt met een zuurstofsaturatie <91%.

Gerandomiseerde cross-over studie

In beide groepen zal de extra zuurstof getitreerd worden door de OxyGenie automatische zuurstofcontroller voor 25 uur, ofwel getitreerd naar een target range van 91%-95% of 92%-96%. Automatische zuurstof titratie gericht op 91%-95% is standaard zorg in onze NICU.

Het verschil tussen de twee target ranges is minimaal (1% op een absolute
schaal), en als er minder zuurstofdalingen zijn hoeft er ook minder vaak extra
zuurstof gegeven te worden (en dus ook minder zogenaamde 'overshoots' waarbij
de zuurstofsaturatie doorschiet), dit zou de extra zuurstof kunnen compenseren
die nodig is om de hogere target range te halen.
De proefpersoon wordt slechts voor 24 uur blootgesteld aan de hogere target
range. Mocht de hogere target range meer oxidatieve stress en/of hyperoxemie
veroorzaken, dan is het onwaarschijnlijk dat dit in morbidteit zal resulteren
gezien de korte duur.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat de bovenste grens (zuurstofsaturatie van
96%) een hyperoxaemische status is. Zelfs wanneer de zuurstofsaturatie binnen
de grenzen is, zal de OxyGenie nog altijd een zuurstofsaturatie nastreven van
94% in het geval van de hogere target range.