DEEL A en DEEL DHet beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van TAK 994 na meerdere orale doses bij proefpersonen met narcolepsie met of zonder kataplexie (NT1 of NT2).DEEL B en DEEL CHet beoordelen van de werkzaamheid van TAK-994 wat…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Slaapstoornissen (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire eindpunten van DEEL A en DEEL D
De primaire eindpunten voor de beoordeling van de veiligheid en
verdraagbaarheid zijn:
Aantal proefpersonen met ten minste 1 tijdens de behandeling optredend
ongewenst voorval (treatment-emergent adverse event, TEAE) tijdens het
onderzoek.
Aantal proefpersonen met ten minste 1 duidelijk afwijkende waarde (markedly
abnormal value, MAV) voor laboratoriumwaarden na toediening van de dosis
tijdens het onderzoek.
Aantal proefpersonen met ten minste 1 MAV voor vitale functies tijdens het
onderzoek.
Aantal proefpersonen met ten minste 1 MAV voor ECG's tijdens het onderzoek.
Primaire eindpunten van DEEL B en DEEL C:
Het primaire eindpunt voor de beoordeling van de werkzaamheid is:
Verandering in week 8, ten opzicht van baseline, in gemiddelde slaaplatentie
bepaald door middel van de MWT.
Secundaire uitkomstmaten
DEEL A en DEEL D
De secundaire eindpunten voor de beoordeling van de PK van TAK-994 zijn:
Dag 1: maximale waargenomen concentratie [Cmax], tijd tot bereiken van Cmax
[tmax], gebied onder de concentratie-tijdcurve [AUC] van tijd 0 tot tijdstip
van de laatste kwantificeerbare concentratie [AUClast]
Dag 28: Cmax, tmax, gebied onder de concentratie-tijdcurve tijdens een
doseringsinterval, waarbij * de duur van het doseringsinterval [AUC*] is
Secundaire eindpunten van DEEL B en DEEL C:
De secundaire eindpunten voor de beoordeling van de werkzaamheid zijn:
Verandering, in week 8 ten opzichte van de baseline, in de totale score op de
ESS.
WCR in week 8.
De secundaire eindpunten voor de beoordeling van de veiligheid zijn:
Aantal proefpersonen met ten minste 1 tijdens de behandeling optredend
ongewenst voorval (TEAE) tijdens het onderzoek.
Aantal proefpersonen met ten minste 1 duidelijk afwijkende waarde (MAV) voor
laboratoriumwaarden na toediening van de dosis tijdens het onderzoek.
Aantal proefpersonen met ten minste 1 MAV voor vitale functies tijdens het
onderzoek.
Aantal proefpersonen met ten minste 1 MAV voor ECG's tijdens het onderzoek.
Achtergrond van het onderzoek
Het orexinerge (OX) systeem is een belangrijk systeem in de hersenen dat de
waaktoestand bevordert. Het OX-systeem coördineert en synchroniseert de
waakbevorderende centra van de hersenen.
Narcolepsie is geclassificeerd op basis van de aan- of afwezigheid van
kataplexie en op basis van gehalten geassocieerd met aantoonbaar afwezige of
lage OX-gehalten in het cerebrospinale vocht (de liquor). Narcolepsie type 1
(NT1) kenmerkt zich door overmatige slaperigheid overdag (excessive daytime
sleepiness, EDS) en de aanwezigheid van kataplexie. In de liquor is geen OX
aanwezig of minder dan een derde van de normale waarde (doorgaans < 110 pg/ml).
Patiënten met narcolepsie type 2 (NT2) daarentegen hebben geen kataplexie en
het OX-gehalte van hun liquor is meer dan een derde van de normale waarde. Bij
ongeveer 70% van de mensen met narcolepsie is hun aandoening geclassificeerd
als NT1.
Op basis van bovengenoemde gegevens waaruit blijkt dat gedeeltelijke of
volledige OX-deficiëntie een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van
EDS, is de verwachting dat OX-substitutietherapie zal leiden tot verbetering
van EDS via een pathofysiologisch gericht werkingsmechanisme. Een nieuw
geneesmiddel dat helpt de OX-deficiëntie te verminderen kan mogelijk helpen
tegen het spectrum van narcolepsiesymptomen en is mogelijk werkzamer dan de
momenteel goedgekeurde geneesmiddelen voor EDS en kataplexie.
TAK-994 is een first-in-class, oraal beschikbare en zeer selectieve OXR-agonist
die door Takeda ontwikkeld wordt voor de behandeling van narcolepsie met of
zonder kataplexie (NT1 of NT2).
In niet-klinisch farmacologisch onderzoek liet TAK 994 sterke waakbevorderende
effecten zien bij wild-type dieren met een normale OX-spiegel. Het primaire
potentiële risico afgeleid uit de niet-klinische veiligheidsgegevens is een
verhoogde bloeddruk; dit wordt beschouwd als zijnde beperkt tot het
werkingsmechanisme.
TAK 994 is eerder onderzocht bij gezonde proefpersonen en daarbij werden geen
grote veiligheidsrisico's waargenomen.
Doel van het onderzoek
DEEL A en DEEL D
Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van TAK 994 na meerdere
orale doses bij proefpersonen met narcolepsie met of zonder kataplexie (NT1 of
NT2).
DEEL B en DEEL C
Het beoordelen van de werkzaamheid van TAK-994 wat betreft het verminderen van
overmatige slaperigheid overdag (EDS), gemeten aan de hand van verlenging van
de tijd tot in slaap vallen door middel van de MWT-procedure.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase 2-onderzoek
ter beoordeling van de veiligheid, verdraagbaarheid, farmacokinetiek (PK) en
farmacodynamiek (PD) van meerdere orale doses TAK-994 toegediend aan
proefpersonen met narcolepsie type 1 (NT1) of type 2 (NT2). Het onderzoek wordt
uitgevoerd in 4 delen (A, B, C en D).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deel A: De proefpersonen in deel A ontvangen TAK 994 of overeenstemmende placebo tweemaal daags (BID) (in een randomisatieverhouding van 2:1). Deel B: In deel B zijn er 4 parallelle groepen waarbij de proefpersonen in een verhouding van 1:1:1:1 worden gerandomiseerd naar 1 van de 3 verschillende TAK 994-dosisniveaus (dosis 1, 2 of 3) of placebo. Deel C (alleen voor China): de proefpersonen in deel C krijgen TAK 994 BID of overeenstemmende placebo in een verhouding van 2:1. Deel D: De proefpersonen in deel D worden in een verhouding van 2:1 gerandomiseerd naar behandeling met TAK 994 BID of overeenstemmende placebo.
Inschatting van belasting en risico
Belasting:
Voor deel B duurt de deelname aan het onderzoek maximaal 110 dagen (56 dagen
behandeling). Tijdens het onderzoek zijn er bepaalde bezoeken waarbij de
proefpersonen in het ziekenhuis moeten overnachten. Dit gebeurt minimaal 3 en
maximaal 5 maal (minimaal 6 nachten, maximaal 8 nachten).
Voor deel D duurt de deelname maximaal 82 dagen (28 dagen behandeling). Tijdens
het onderzoek zijn er bepaalde bezoeken waarbij de proefpersonen in het
ziekenhuis moeten overnachten. Dit gebeurt minimaal 3 en maximaal 5 maal
(minimaal 6 nachten, maximaal 8 nachten).
Deel A en deel C zijn niet van toepassing voor Nederland.
De proefpersonen moeten gedurende bepaalde perioden tijdens het onderzoek
nuchter zijn, gedurende de onderzoeksperiode vragenlijsten invullen, een
accelerometer dragen en een e-dagboek invullen, op bepaalde dagen een ambulante
bloeddrukmonitor dragen en op verschillende tijdpunten tijdens het onderzoek
een nachtelijke polysomnografie (nPSG) en een Maintenance of Wakefulness Test
(MWT) ondergaan. Verder kan er een multipele slaaplatentietest (MSLT) als
pre-screeningbeoordeling worden uitgevoerd in het geval dat deze test niet in
de voorgaande 10 jaar is uitgevoerd.
Ook worden er op verschillende dagen venapuncties verricht en is er in deel B
een optionele liquorafname.
.
Risico*s:
Er zijn geen ernstige bijwerkingen gemeld in eerdere onderzoeken; de ongewenste
voorvallen die tot op heden zijn waargenomen bij onderzoeksdeelnemers waren
meestal licht tot matig van aard en waren, onder andere, duizeligheid,
hoofdpijn, paresthesie (tintelend of prikkend gevoel), misselijkheid,
urineringsaandrang (heel nodig moeten plassen), toegenomen zweten, spierzwakte,
pollakisurie (vaak plassen), urine-incontinentie (verlies van controle over de
blaas), dysurie (pijn bij het plassen), overmatige alertheid (toestand van
overmatige behoedzaamheid), pijn in de rug en onderrug, insomnia
(slapeloosheid), euforische stemming (opwinding en intense gevoelens),
leverenzymen verhoogd, hartfrequentie verhoogd en bloeddruk verhoogd
Analyses van baten en risico's
Patiënten met narcolepsie hebben OX-deficiëntie of een laag OX-gehalte en zijn
derhalve de eersten die het meest baat zouden hebben bij behandeling met een
OXR-agonist.
Dit onderzoek is opgezet om potentiële veiligheidsrisico's te beperken op basis
van klinische en niet-klinische bevindingen. De belangrijkste strategie voor
het beperken van deze risico's omvat juiste selectie van de
onderzoekspopulatie; intermitterend gebruik van de klinische setting van de
klinische onderzoekseenheid; en de juiste gespecificeerde
monitoringsprocedures.
Over het geheel genomen gaat het voorgestelde onderzoek gepaard met beheersbare
risico's.
Analyses van de gegevens vormen onderbouwing voor een gunstige
baten/risicoverhouding voor dit onderzoek naar TAK-994. Tot op heden zijn de
waargenomen niet-klinische en klinische veiligheidsgegevens voor TAK-994,
inclusief lichte en beheersbare ongewenste voorvallen, aanvaardbaar in het
licht van het potentieel klinisch voordeel.
Publiek
Hayden Avenue 95
Lexington MA 02421
US
Wetenschappelijk
Hayden Avenue 95
Lexington MA 02421
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Om in aanmerking te komen voor randomisatie op dag 1 moeten proefpersonen:
een man of vrouw zijn in de leeftijd van 18 tot en met 65 jaar op het moment
van geïnformeerde toestemming;
in goede gezondheid verkeren naar het oordeel van de onderzoeker op basis van
klinische beoordelingen, waaronder laboratoriumonderzoeken met betrekking tot
de veiligheid. Zie sectie 7.1 voor nadere informatie.
een body mass index (BMI) * 17,0 en * 40,0 kg/m2 hebben tijdens het
screeningsbezoek;
een diagnose hebben van NT1 (deel A, B en C) of NT2 (deel D) (volgens de
International Classification of Sleep Disorders, 3e editie), gesteld aan de
hand van PSG/multipele slaaplatentietest (MSLT) uitgevoerd in de afgelopen 10
jaar en overeenkomstig de minimale aanvaardbare criteria voor correcte
uitvoering van de PSG/MSLT zoals uiteengezet in de ICSD-3. Opmerking: Als er
een potentiële proefpersoon met een diagnose NT1 of NT2 is wiens diagnostische
nPSG/MSLT meer dan 10 jaar geleden is uitgevoerd of niet beschikbaar is, dan
zullen speciale vrijstellingen, bijvoorbeeld het vermogen van het centrum om de
diagnostische PSG/MSLT te herhalen, van geval tot geval worden overwogen na
overleg tussen de onderzoeker en de opdrachtgever of diens afgevaardigde;
een score * 10 hebben op de ESS op dag -1.
Deel A: Het humaan leukocytenantigeen (HLA)-genotype moet positief testen voor
HLA-DQB1*06:02 - (positieve resultaten voor homozygote of heterozygote allelen
worden beschouwd als 'positief' en aanvaardbaar). Als de HLA-test echter
negatief is (bijv. negatief voor het heterozygote allel) en de hoofdonderzoeker
stellig meent dat de proefpersoon narcolepsie met kataplexie (NT1) heeft, dient
overleg tussen de hoofdonderzoeker en de opdrachtgever of diens afgevaardigde
geïnitieerd te worden over de wenselijkheid van het uitvoeren van een
ruggenprik om het gehalte orexine 1 (OX 1) in het cerebrospinaal vocht (de
liquor) te bepalen.
Als uit het resultaat van de liquortest blijkt dat het OX-1-gehalte lager dan
of gelijk aan 110 pg/ml is, of minder dan een derde van de gemiddelde waarden
verkregen bij normale proefpersonen met dezelfde gestandaardiseerde test, dan
wordt de diagnose NT1 gesteld, waardoor de proefpersoon kan worden ingeschreven
en gerandomiseerd. Als het OX-1-gehalte van de liquor hoger dan 110 pg/ml is,
mag de proefpersoon niet blijven deelnemen aan het onderzoek. Proefpersonen die
eerder zijn uitgesloten van deel A omdat ze HLA-negatief waren, worden niet
opgenomen in deel B.
Deel B en C: HLA-genotypering wordt ook voor deze proefpersonen uitgevoerd; de
HLA-testresultaten vormen echter geen criterium voor toelating tot het
onderzoek. Proefpersonen die zich presenteren met liquortestresultaten die
wijzen op een OX-1-gehalte lager dan of gelijk aan 110 pg/ml, of minder dan een
derde van de gemiddelde waarden verkregen bij normale proefpersonen met
dezelfde gestandaardiseerde test, kunnen in overweging worden genomen voor
inschrijving in deel B en C na overleg met de opdrachtgever of diens
afgevaardigde. Voor alle proefpersonen in deel B en C vult het
onderzoekspersoneel tijdens de screening de vragenlijst over kataplexie in.
Deze vragenlijst en een exemplaar van het recentste PSG/MSLT-rapport moeten bij
de opdrachtgever worden ingediend ter beoordeling door een * door de
opdrachtgever te kiezen * commissie van deskundigen op het gebied van
narcolepsie/kataplexie. Deze commissie beslist of de persoon in aanmerking komt
voor het onderzoek, en de beslissing van de commissie is finaal voor de
onderzoekstoelatingscriteria. Door de opdrachtgever kan aanvullende
documentatie worden opgevraagd.
Voor deel A, B en C tijdens de screeningsperiode moet de proefpersoon * 4
gedeeltelijke of volledige episodes van kataplexie per week (weekly cataplexy
rate, WCR) hebben, gemiddeld over minimaal 2 weken (14 opeenvolgende dagen).
Voor bepaling van de geschiktheid voor deelname aan het onderzoek kan de
WCR-registratie plaatsvinden tijdens de volgende periode: nadat de patiënt is
gestopt met het gebruik van geneesmiddelen tegen kataplexie gedurende ten
minste 7 dagen (wash-out van minimaal 7 dagen) en voltooid vóór onderzoeksdag
2. Raadpleeg sectie 9.3.2.7 voor nadere informatie.
bereid zijn te stoppen met alle medicatie die gebruikt wordt voor de
behandeling van NT1 of NT2;
bloeddruk < 140 mmHg (systolisch) en < 90 mmHg (diastolisch). De proefpersoon
mag een voorgeschiedenis van hypertensie hebben en met antihypertensiva
behandeld worden, mits de bloeddruk aan deze criteria voldoet. De
bloeddrukwaarden moeten worden verkregen nadat de proefpersoon gedurende
minimaal 10 minuten gerust heeft, en ze moeten 3 maal herhaald worden. De aldus
verkregen mediane bloeddruk wordt gebruikt.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een proefpersoon moet van deelname aan het onderzoek worden uitgesloten indien
de proefpersoon:
een positieve zwangerschapstest heeft of een vrouwelijke proefpersoon is die
borstvoeding geeft;
een bekende overgevoeligheid heeft voor een bestanddeel van de formulering van
TAK-994 of gerelateerde bestanddelen;
een risico op zelfdoding vormt vanwege het antwoord gegeven bij item 4 of 5 van
de tijdens het screenings-/baselinebezoek ingevulde Columbia Suicide Severity
Rating Scale-vragenlijst en/of in de afgelopen 12 maanden een zelfmoordpoging
heeft gedaan;
bij de screening een ECG met een * volgens de Fridericia-formule gecorrigeerd *
QT-interval > 450 ms (mannen) of > 470 ms (vrouwen) heeft;
een hartslag in rust heeft buiten het bereik van 40 tot 100 slagen per minuut,
bevestigd met herhaalde tests binnen maximaal 30 minuten;
een renale creatinineklaring * 50 ml/min heeft;
tijdens de screening leverfunctietestwaarden (alanine-aminotransferase,
aspartaataminotransferase) hoger dan 1,5 × ULN heeft;
een overmatige gebruiker van cafeïne is (> 600 mg/dag) 1 week voorafgaand aan
de screening voor het onderzoek;
een voorgeschiedenis van kanker heeft (dit geldt niet voor carcinoom in situ
dat zonder verdere behandeling is verdwenen, of voor basaalcelcarcinoom van de
huid); deze proefpersonen kunnen na goedkeuring door de opdrachtgever of diens
afgevaardigde wel worden toegelaten;
in het verleden of momenteel epilepsie of insulten heeft (gehad), uitgezonderd
koortsconvulsies in de kindertijd;
een levenslange voorgeschiedenis van een psychische stoornis heeft (zoals een
bipolaire stoornis of schizofrenie), momenteel een actieve depressieve stoornis
heeft (major depressive disorder, MDD) of in de afgelopen 6 maanden een actieve
MDD heeft gehad;
naar het oordeel van de onderzoeker een klinisch significante voorgeschiedenis
van hoofdletsel of hoofdtrauma heeft;
een voorgeschiedenis van cerebrale ischemie, transiënte ischemische aanval
(TIA), intracranieel aneurysma of arterioveneuze malformatie heeft; een bekende
kransslagaderaandoening, een voorgeschiedenis van myocardinfarct, angina
pectoris, hartritmestoornis of hartfalen;
momenteel of recent (in de voorgaande 6 maanden) een maag-darmstelselaandoening
heeft (gehad) die naar verwachting invloed zal hebben op de absorptie van
geneesmiddelen. Zie sectie 7.2 voor nadere informatie.
Proefpersonen behandeld met fluoxetine (alle doses) of met * 300 mg venlafaxine
per dag worden uitgesloten vanwege de lange halfwaardetijd van het geneesmiddel
of de klinisch significante moeilijkheden met de afbouw/wash-out. Zie sectie
7.3 voor een volledige lijst met medicaties die tijdens de behandelingsperiode
niet toegestaan zijn en ook voor de wash-outrichtlijnen voor stimulantia,
middelen tegen kataplexie, antidepressiva en natrium- en/of multi-zoutoxybaat,
indien van toepassing;
niet bereid is zich te onthouden van het besturen van voertuigen en het
bedienen van gevaarlijke of risicovolle machines tijdens deelname aan het
onderzoek, vanaf het moment van stopzetting van de narcolepsiemedicatie tot na
het follow-upbezoek (dag 35 ± 2 dagen of dag 63 ± 2 dagen);
een medische aandoening heeft (waaronder matig tot ernstig slaapapneusyndroom
met of zonder behandeling met stimulatie van de nervus hypoglossus met behulp
van een mandibulair repositieapparaat en/of behandeling middels positieve
luchtwegdruk), anders dan narcolepsie geassocieerd met overmatige slaperigheid
overdag, of een andere medische aandoening heeft (bijv. angst, depressie,
epilepsie, een hartaandoening of een significante lever-, long- of
nieraandoening) waarvoor de proefpersoon niet-toegestane medicatie moet
innemen, of indien de proefpersoon op het moment van de screening behandeld
wordt met nasale/oronasale positieve luchtwegdruk, om welke reden dan ook. Zie
sectie 7.2 voor nadere informatie.
een gebruikelijke bedtijd later dan 24.00 uur (middernacht) heeft of een beroep
heeft waarbij hij of zij in de voorgaande 6 maanden nachtdiensten of
afwisselende diensten moest werken of waarbij hij of zij binnen meer dan 3
tijdzones moest reizen, in de 14 dagen vóór onderzoeksdag 2;
De proefpersoon heeft een nicotineafhankelijkheid die waarschijnlijk invloed
zal hebben op de slaap (bijv. een proefpersoon die standaard 's nachts wakker
wordt om te roken) en/of is niet bereid volledig te stoppen met roken en
nicotinegebruik tijdens de gedeelten van het onderzoek waarin proefpersonen het
onderzoekscentrum niet mogen verlaten.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-000777-24-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04096560 |
CCMO | NL76214.056.21 |