Primaire doel is skeletale fenotypen van volwassen personen met OI-types I, III en IV, gebaseerd op de patient's klinisch fenotype, op microarchitectuur niveau met de 2e generatie HR-pQCT te herkennen, uitgedrukt in botsterkte van de distale…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste uitkomstparameter is botsterkte ter hoogte van de standaard
scan regio, verkregen met HR-pQCT-based micro-finite element (µFE-) analyse, in
termen van bot stijfheid en failure load. Tevens worden volume bot en weefsel
mineraal dichtheid, corticale en trabeculaire microarchitectuur bepaald met
HR-pQCT.
Meer specifiek, dichtheid parameters beslaan totaal, corticaal, en trabeculair
volume botmineraal dichtheid en weefsel mineraal dichtheid. Microarchitectuur
parameters beslaan trabeculair bot volume fractie, aantal, dikte en afstand van
trabekels en corticale dikte en porositeit.
Secundaire uitkomstmaten
-
Achtergrond van het onderzoek
Osteogenesis Imperfecta (OI) is een zeldzame congenitale bindweefsel
aandoening, met name gekarakteriseerd door verhoogde neiging tot botfracturen
en vervormingen. Verscheidene gene die het ziektebeeld veroorzaken zijn bekend,
wat resulteert in een verscheidenheid aan fenotypische uitingsvormen en ernst
van OI. Echter onderzoeken over skeletale fenotypen tussen verschillende vormen
van OI worden met name beperkt tot quantitatieve botmineraal dichtheid, terwijl
botkwaliteit ook bepaald wordt door haar microarchitectuur. Onderzoek met een
High-resolution peripheral quantitative computed tomography (HR-pQCT) stelt ons
in staat een gedetailleerd beeld van de microarchitectuur en de sterkte van de
distale radius en tibia te krijgen. Op dit moment zijn de specifieke
microarchitectonische eigenschappen van de verschillende OI fenotypen niet goed
gedefinieerd en is niet bekend of het standaard protocol wat gebruikt wordt wel
voldoet om de microarchitectuur te onderzoeken van sommige OI-patienten met een
korte lengte.
Doel van het onderzoek
Primaire doel is skeletale fenotypen van volwassen personen met OI-types I, III
en IV, gebaseerd op de patient's klinisch fenotype, op microarchitectuur niveau
met de 2e generatie HR-pQCT te herkennen, uitgedrukt in botsterkte van de
distale radius en tibia in de standaard scan regio
Secundaire doelen zijn:
• het vergelijken van de skeletale fenotypen van elke OI-type met een recent
gepubliceerde normatieve dataset van een algemene volwassen populatie,
verkregen met dezelfde generatie HR-pQCT scanner en op dezelfde scan regio, en
te bepalen of deviaties van deze dataset verschillen tussen verschillende
OI-types.
• het vergelijken van skeletale fenotypen verkrgen bij de standaard scan regio
met de genotypen van OI-patienten van wie het genotype bekend is,
gecategoriseerd als een defect COL1A1 of COL1A2.
• onderzoeken of er een verschil is in skeletale fenotypen voor elk OI-type
tussen de standaard scan regio en de lengte-afhankelijke scan regio.
Onderzoeksopzet
Het betreft een cross-sectioneel onderzoek bij patienten bekend met OI, alle
zijn gediagnostiseerd op genetisch niveau en worden behandeld door het OI
Expertisecentrum Isala te Zwolle, en ze zullen éénmalig het VieCuri Mediusch
Centrum te Venray bezoeken.Tijdens dit bezoek zullen 4 HR-pQCT scans worden
verricht; twee van de distale radius en twee van de distale tibia. De eerste
set scans (distale radius en distale tibia) zal worden verricht met het
standaard HR-pQCT protocol met een vastgestelde afstand voor de te scannen
regio van het bot. De tweede set scans (distale radius en distale tibia) zal
worden verricht met een HR-pQCT scan met een relatieve afstand afhankelijk van
de lengte van de onderarm en het onderbeen. Afhankelijk van de mobiliteit van
de patient, het is mogelijk dat een patient niet juist noch comfortabel voor de
opening van de scanner kan worden gepositioneerd, kan het zijn dat de scan niet
wordt verricht. Alle scanuitslagen zullen worden geanalyseerd, met behulp van
analyse protocollen die door de fabrikant van de scanner zijn aangeleverd,
betreffende volume botmineraal dichtheid, corticale en spongieuze
microarchitectuur en botsterkte.
De botsterkte wordt vergeleken tussen verschillende OI-types. Voor elk OI-type
wordt de botsterkte ook vergeleken met de recent gepubliceerde normatieve
dataset van een algemene volwassen populatie. Ook zal vergeleken worden of
deviaties van deze dataset verschillen tussen verschillende OI-types. Daarnaast
wordt de botsterkte vergeleken tussen verschillende genotypes van OI patiënten
waarvan het genotype bekend is.
Tenslotte zullen voor elk OI type de bot parameters worden vergeleken tussen de
standaard scan regio en de lengte afhankelijke scan regio.
Inschatting van belasting en risico
Patiënten hebben geen direct baat bij deelname aan het onderzoek, maar hun
deelname kan leiden tot nieuwe inzichten van de ziekte die kunnen leiden tot
een meer optimale behandeling voor hen en andere patiënten met OI. Het risico
van deelname aan de studie is beperkt tot de blootstelling aan de relatieve
lage röntgen-bestraling. Wanneer de mobiliteit van de patiënt het toelaat om
een juiste en comfortabele positie in te nemen voor de scan, dan zullen vier
HR-pQCT scans in één sessie worden verricht: twee scans van de distale radius
en twee van de distale tibia. Elke HR-pQCT scan heeft een effectieve
stralingsdosis van 5 µSv, de totale bestralingsdosis van de studie bedraagt dan
20 µSv (i.e. twee radius en twee tibia scans). De scans zullen worden
beoordeeld overeenkomstig een klinisch gebruikelijk beoordelingssysteem op
basis van een vijf-punt schaal. Wanneer bewegingsartefacten nopen tot een
herhaalde HR-pQCT scan, zal een patiënt worden blootgesteld aan een
bestralingsdosis van 40 µSv in het geval dat alle vier de scans moeten worden
over gedaan. Deze hoeveelheid is ongeveer 0.69% (vier scans; geen
herhalings-scans) tot 1.38% ( vier scans en nog eens noodzakelijke herhaling
van vier scans) van de gemiddelde jaarlijkse effectieve achtergrond straling
per hoofd in Nederland (2.9mSv). Het kost ongeveer 2 minuten om een HR-pQCT
scan te maken, totale duur van het bezoek bedraagt 60 minuten.
Publiek
Dr. Van Heesweg 2
Zwolle 8025 AB
NL
Wetenschappelijk
Dr. Van Heesweg 2
Zwolle 8025 AB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Pt-en met osteogenesis Imperfecta
- Volwassen ( >18 jaar)
- Recente DEXA-scan ( <3 jaar)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- mobiliteit maakt juiste en comfortabele positionering in de scanner niet
mogelijk door extreme verkromming van de ledematen.
- Recente fractuur van beide distale radii en tibiae afgelopen 2 jaar.
- Mailigniteit in VG ( <2 jaar). Behandeld met glucocorticosteroiden afgelopen
3 maanden. ernstige nierfunctiestoornis ( eGFR < 30 ml/min). Andere metabole
botziekte.
- Zwangere vrouwen
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL76107.075.21 |
Ander register | NL9134 |
OMON | NL-OMON23070 |