Het primaire doel van deze studie is het evalueren van de farmacodynamiek (apolipoproteinen/lipide deeltjes en cholesterol uitscheiding) van obicetrapib in het hersenvocht en plasma (apolipoproteinen/lipide deeltjes) bij patiënten met een beginnende…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Geestelijke achterstandsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is de verandering van het baseline niveau van ApoA-I,
ApoE, kleine HDL deeltjes in het CSF en plasma ten opzichte van Dag 168.
Daarnaast wordt er ook gekeken naar ABCA-1 gedreven cholesterol uitstroom in
CSF gemeten op Dag 168.
Secundaire uitkomstmaten
De verkennende farmacodynamische eindpunten zijn:
- De veranderingen van baseline niveau van Lipoproteine en Alipoproteine in
plasma (LDL-C, TC, Non-HDL-C, TG, ApoB).
- De veranderingen van baseline niveau van Lipoproteine en Alipoproteine in
hersenvocht en plasma (HDL-C, HDL-ApoE, ApoA-II)
- De veranderingen van baseline niveau in Alzheimer biomakers in het
hersenvocht (p-tau 181, Ab1-42, Ab1-40, Ab1-42/Ab1-40 ratio, NfL, Neurogranin,
GFAP, sTREM2, YKL40, ontstekingsmarkers)
- De verandering van baseline niveau in Alzheimer Biomarkers in Plasma (tau and
p-tau epitopes, Ab1-42, Ab1-40, Ab1-42/Ab1-40 ratio, NfL)
- De correlatie tussen de verandering tussen baseline niveaus in CSF p-Tau 181
en CSF ApoA-I, ApoE, en Cholesterol uitstroom capaciteit.
- De verandering van baseline levels in 24-Hydroxycholesterol and
27-Hydroxycholesterol in hersenvocht en Plasma
2. Verkennende eindpunten met betrekking tot cognitie:
- Ziekte progressie gemeten met de cognitieve-functionele samenstelling (CFC)
- MMSE score
3. Verkennend farmacokinetisch eindpunt
- Gemiddeld plasma niveau van obicetrapib in CSF en plasma
Achtergrond van het onderzoek
De ziekte van Alzheimer is een progressieve neurodegeneratieve aandoening
gekenmerkt door cognitieve achteruitgang. De neuropathologische kenmerken van
de ziekte van Alzheimer zijn amyloid-plaques welke bestaan uit fibrillar beta
amyloid peptides in het parenchym, en neurofibrillaire tangles bestaande uit
geaggregeerd hypergefosforyleerd tau-eiwit dat zich in neuronen afzet.
Er zijn aanwijzingen dat het remmen van cholesterylestertransferprotein
(CETP)(obicetrapib) een gunstig effect kan hebben op de ziekte van Alzheimer;
(1) een verstoord lipidenmetabolisme en transport speelt een belangrijk
onderdeel in de de pathofysiologie bij ziekte van Alzheimer, voornamelijk het
apolipoproteine E (ApoE) eiwit. De mogelijkheid van CETP om de lipoproteïne
samenstelling in de hersenen te kunnen beïnvloeden, waaronder ApoE lipoproteïne
niveaus, kan de lipoproteïne functie beïnvloeden en zo mogelijk bescherming
bieden tegen cognitieve achteruitgang. (2) het remmen van CETP in plasma kan
mogelijk het apolipoprotein A-I (ApoA-I) doen toenemen. ApoA-I kan dan door de
Blood-Brain Barrier (BBB) gaan, waardoor het cholesteroltransport in de
hersenen mogelijk hersteld kan worden, wat we zien bij de ziekte van Alzheimer.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van deze studie is het evalueren van de farmacodynamiek
(apolipoproteinen/lipide deeltjes en cholesterol uitscheiding) van obicetrapib
in het hersenvocht en plasma (apolipoproteinen/lipide deeltjes) bij patiënten
met een beginnende (MCI/milde dementie) Ziekte van Alzheimer die drager zijn
van hetero of homozygote ApoE4 gen.
De verkennende doelen van de studie zijn om het volgende te evalueren:
- Andere farmacodynamische markers van obicetrapib (additionele lipoproteïne,
neurodegeneratie en ontsteking) in patiënten met een beginnende ziekte van
Alzheimer.
- De cognitieve effecten van obicetrapib in patiënten met een beginnende ziekte
van Alzheimer.
- De farmacokinetiek van obicetrapib in patiënten met een beginnende ziekte van
Alzheimer.
Daarnaast wordt ook de veiligheid en de verdraagzaamheid van obicetrapib
geëvalueerd in patiënten met een beginnende ziekte van Alzheimer.
Onderzoeksopzet
Deze studie wordt een proof-of-concept fase 2 studie in patiënten in een een
beginnende ziekte van Alzheimer. De studie is ontworpen om de farmacodynamiek,
cognitieve effecten, farmacokenetica, veiligheid en verdraagzaamheid van
obicetrapib te onderzoeken. Ongeveer 10-15 patiënten (heterozygoot of
homozygoot dragers van het ApoE4 gen), in een vroeg stadium van de Ziekte van
Alzheimer zullen dagelijks 10 mg obicetrapib in orale vorm innemen voor een
periode van 24 weken.
De gehele studieduur voor een individuele patiënt is ongeveer 36 weken:
Screening 1-8 weken, Behandelperiode 24 weken, en een follow-up van 4 weken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten komen op dag 1 naar de site (Visit 2) om de behandeling te starten. Ongeveer 10-15 patiënten ontvangen 10 mg obicetrapib dagelijks. Tijdens de behandelperiode van 24 weken zullen de patiënten elke dag een tablet oraal innemen (Dag 1 tot Dag 168). Elke 6 weken (+/- 6 dagen) dienen de patiënten terug naar de site te komen voor verdere onderzoeken.
Inschatting van belasting en risico
Obicetrapib is uitgebreid onderzocht volgens de standaardreeks testen volgens
de richtlijnen van de International Council for Harmonization (ICH)
richtlijnen, inclusief herhaalde dosis toxiciteit studies met een duur van
maximaal 39 weken. Daarnaast is Obicetrapib onderzocht in 8 voltooide klinische
studies, waarvan 6 fase 1 onderzoeken en 2 fase 2 onderzoeken. In totaal hebben
500 deelnemers Obicetrapib toegediend gekregen. In de Fase 1 studies hebben 159
deelnemers een eenmalige dosis van 5-150 mg obicetrapib toegediend gekregen en
76 deelnemers hebben opvolgende dosissen van 1-25 mg obicetrapib toegediend
gekregen voor een periode van maximaal 28 dagen. In Fase 2 onderzoek hebben 268
patiënten doses van 1 tot 10 mg van obicetrapib voor een duur van 12 weken
gekregen. Eenmalige doses van obicetrapib tot 150 mg en meerdere doses tot 25
mg toegediend over een periode van 28 dagen werden goed verdragen en veilig
bevonden in deze studies. Er werden geen klinisch significante effecten gemeten
op de volgende aspecten: vitale functie metingen (systolisch/diastolische
bloeddruk, hartslag en lichaamstemperatuur), 12-lead elektrocardiogram (ECG),
lichamelijke onderzoeken of bloedonderzoek. Er werden geen klinisch
significante veranderingen waargenomen in de aldosteron-, natrium-, kalium- of
bicarbonaat concentraties.
De last voor potentiële deelnemers is beperkt. Meedoen aan het onderzoek omvat
tijd besteden aan de bezoeken naar het onderzoekscentrum, mogelijke ongemakken
tijdens de MRI of lumbaal punctie procedures of bijwerkingen als gevolg van het
innemen van de onderzoeksmedicatie zoals bijvoorbeeld hoofdpijn, misselijkheid
en overgeven.
Publiek
Gooimeer 2-35
Naarden 1411 DC
NL
Wetenschappelijk
Gooimeer 2-35
Naarden 1411 DC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd tussen de 50-75 jaar tijdens de screeningsvisite.
2. Mannen, of vrouwen welke postmenopauzaal zijn of waarvoor het niet mogelijk
is om kinderen te krijgen.
a. Vrouwen worden niet vruchtbaar geacht als zij voldoen aan een van de
volgende criteria:
i. Vrouwen welke een hysterectomie of sterilisatie hebben ondergaan alvorens
het tekenen van het ICF.
ii. Vrouwen welke postmenopauzaal zijn, gedefinieerd als vrouwen boven de 55
jaar welke langer dan een jaar geleden voor het laatst ongesteld zijn geweest,
of vrouwen jonger dan 55 waarbij tenminste 1 jaar of langer geleden de laatste
ongesteldheid is geweest waarbij het FSH niveau in het bloed valt in de
postmenopauzale range.
b. Mannen wiens partner vruchtbaar is moeten toestemmen om een effectieve
anticonceptie methode te gebruiken vanaf screening tot zeker 90 dagen na het
laatste bezoek. Effectieve methodes zijn anticonceptie methodes met een Pearl
index of <1, welke consistent en goed worden gebruikt (inclusief implanteerbare
anticonceptiva, injecteerbare anticonceptiva, orale anticonceptiva,
transdermale anticonceptiva, spiraaltjes, diafragma met zaaddodend middel,
condooms voor mannen of vrouwen, cervicale kap of steriele partner)
3. Diagnose van de Ziekte van Alzheimer gebaseerd op het NIA-AA
onderzoekscriteria.
Biomarker classificatie A+T+N+ or A+T+N- gebaseerd op:
a. CSF profiel consistent met de ziekte van Alzheimer (een Aβ42 concentratie
van <1000 pg/mL en phosphorylated tau (p-Tau) >19 pg/mL, of een ratio van
p-Tau/Aβ42 of >=0.020 afgenomen tijdens de screening periode voor de eerste
toediening van de studie medicatie of
b. Gedocumenteerd bewijs van een CSF profiel consistent met de ziekte van
Alzheimer afgenomen in de voorgaande 12 maanden.
c. Een gedocumenteerde Amyloïde PET scan welke in de voorgaande 12 maanden is
uitgevoerd.
4. AD klinische stage 3 of 3 gebaseerd op de NIA-AA onderzoekscriteria
a. CDR globale score van >=0.5 and <=1
b. MMSE score bij Screening en baseline >=20
5. Begrijpt, spreekt, schrijft en leest de lokale taal vloeiend
6. Heeft een APOE genotype E4/E4 of E3/E4.
7. Patiënten moeten:
a. Niet eerder behandeld zijn met een goedgekeurde behandeling voor de ziekte
van Alzheimer, met een redelijke verwachting dat, op basis van het beloop van
de ziekte, de noodzaak van behandeling niet onmiddellijk is en dat de patiënt
ook niet tijdens de duur van de studie deze behandeling zou moeten starten.
b. Op een stabiele toediening van goedkeurde medicatie voor de behandeling van
de Ziekte van Alzheimer, tenminste 3 maanden voor baseline. De dosis van de
behandeling moet hetzelfde blijven tijdens deelname aan het onderzoek.
8. Patiënt en studiepartner moeten toestemming verlenen tot alle
onderzoeksprocedures.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Een neurologische of medische aandoening, anders dan de ziekte van
Alzheimer, welke invloed kan hebben op cognitie: hoofd trauma, epileptische
aandoening, neurodegeneratieve ziekte, hydrocephalus, cerebraal/spinaal
hematoom, ontstekingsziekte, infectie van het centrale zenuwstelsel (bijv.
encefalitis of meningitis), neoplasma, toxische blootstelling,
stofwisselingsstoornis (inclusief hypoxische of hypoglycemische episodes) of
endocriene stoornis, of enige significante medische aandoening, die naar mening
van de onderzoeker, de deelname aan het onderzoek zou verbieden.
2. Een contra-indicatie om een MRI scan te ondergaan, op basis van het oordeel
van de onderzoeker of radioloog.
3. MRI van de hersenen welke een significante abnormaliteit laten zien,
inclusief, maar niet beperkt tot: bloeding of infarct >1 cm3, >3 , lacunaire
infarcten, diepe wittestof laesies overeenkomend met een Fazekas-score van 3,
hersenkneuzing, encefalomalacie, aneurysma, vasculaire malformatie, subduraal
hematoom, hydrocephalus, ruimte innemende laesie (bijvoorbeeld een hersentumor
or abces). Kleine incidentele meningeomen kunnen worden toegestaan, mits de PI
beoordeeld dat dit is toegestaan.
4. Een voorgeschiedenis van een van deze volgende neurologische, psychiatrische
of medische aandoeningen:
a. Hersenbloeding
b. Een Myocardinfarct of een instabiele angina in de afgelopen 12 maanden.
c. Type 1-diabetes en ongecontroleerde type 2-diabetes (hemoglobine A1c [HbA1c]
>8%)
d. Systemische bloeddruk >150/90 mmHg op 3 afzonderlijke bepalingen
e. Hyperaldosteronisme
f. Nier- of leverfunctiestoornissen
g. Huidig of eerdere hepatitis B-infectie (gedefinieerd als positieve test voor
hepatitis B-oppervlak antigeen (HBsAg) en/of hepatitis B-kernantilichaam
(anti-HBc). Deelnemers met immuniteit voor hepatitis B (indien door natuurlijke
infectie gedefinieerd als negatief HBsAg, positief hepatitis B antilichaam
[anti-HBs] en positief anti-HBc; indien door vaccinatie als negatief
gedefinieerd HBsAg, negatieve anti-HCV en positieve anti-HBs) komen in
aanmerking voor deelname aan het onderzoek
h. Bekende voorgeschiedenis of positieve test bij Screening op hepatitis
C-virusantilichaam (anti-HCV)
i. Bekende voorgeschiedenis of positieve test bij screening op humaan
immunodeficiëntievirus (HIV)
j. Gediagnosticeerd met kanker met gemetastaseerd potentieel in de afgelopen 5
jaar anders dan: carcinoom in situ van de borst of baarmoederhals,
basaalcelcarcinoom van de huid welke volledig is verwijderd.
k. Ernstige depressieve episodes waarvoor de start van medicatie of een
ziekenhuisopname noodzakelijk was in de afgelopen 90 dagen.
l. Aanwezigheid van wanen of hallucinaties
m. Een operatie heeft plaatsgevonden in de afgelopen 12 weken voor Screening .
5. Een van de volgende afwijkende labresultaten tijdens Screening
a. Klinisch significante 12-lead ECG afwijkingen, zoals beoordeeld door de PI
of een cardioloog.
b. Elke serum chemistry waarde (bijv. aspartaataminotransferase [AST], alanine
aminotransferase [ALT], alkalische fosfatase, creatinekinase [CK], totaal
bilirubine enz.) >2x de boven limiet van normaal (ULN) op 2 bepalingen minder
dan 2 weken van elkaar afgenomen.
c. Serum creatinine boven de ULN of een geschatte glomerular filtration rate
(eGFR) <60mL/min
d. Aantal bloedplaatjes volgens de internationale genormaliseerde ratio (INR),
protrombinetijd (PT) of gedeeltelijk tromboplastinetijd (PTT) buiten het
normale bereik of een ander risico op verhoogde of ongecontroleerde bloeding.
e. Geen APOE4-allel drager (e.g. E3/E3, E2/E3, E2/E2).
6. Aanwezigheid voor een contra-indicatie voor een lumbaal punctie zoals
bepaald door de hoofdonderzoeker.
7. Een andere significante medische aandoening welke, volgens de mening van de
hoofdonderzoeker, deelname aan de studie verbied, zoals het niet kunnen
verdragen van een MRI-scan of een lumbaalpunctie.
8. Het nemen van een van de volgende medicaties:
a. Antipsychotica, inclusief pimavanserin
b. Stimulerende medicijnen
c. Antidepressiva waarvan de dosis niet stabiel is geweest in de voorgaande 90
dagen.
d. Immunosuppresieve medicijnen, waaronder chronische corticosteroïden
e. Behandelingen met geïnjecteerde of geïnfundeerde antilichamen, inclusief
maar niet beperkt tot antilichamen gericht tegen: tumornecrosefactor (TNF),
anti-interleukine (IL)-6, natalizumab, rituximab en soortgelijke agenten.
f. Anticoagulantia of anti-bloedplaatjes medicijnen, waaronder warfarine,
heparinoiden en direct stollingsfactorremmers (zoals bijv. apixaban,
dagibatran, rivaroxaban) ofwel aspirine op een dosis van <=100 mg/dag of
clopidogrel op een dosis van 75 mg/day is toegestaan, echter een combinatie van
beide is niet toegestaan.
g. Alle lipiden veranderende therapieën
9. Deelname aan een ander interventioneel klinisch onderzoek, of behandeling
met een onderzoeksmiddel of experimenteel gebruik van een goedgekeurd medicijn
binnen 30 dagen (of 5 halfwaardetijden van een dergelijk middel) van het
screeningsbezoek.
10. Regelmatig gebruik van cannabis of cannabisproducten, inclusief niet
voorgeschreven producten welke cannabisolie bevatten.
11. Voorgeschiedenis van drugs (inclusief cannabis) of alcohol misbruik in de
afgelopen 5 jaar.
12. Bekende CETP inhibitor allergie of intolerantie
13. Heeft een actieve, ernstige acute SARS-CoV-2 infectie
a. Een deelnemer gescreened voor deze studie welke een positieve PCR of
serologie test voor SARS-CoV-2 heeft, mag meedoen met de studie mits:
i. De deelnemer hersteld is van COVID-19; alle COVID-19 gerelateerde symptomen
en grote klinische bevindingen welke mogelijk de veiligheid van de deelnemer in
gevaar zou kunnen brengen moeten bij baseline volledig over zijn.
ii. Een negatief resultaat van een officiële PCR test
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-002687-41-NL |
CCMO | NL77871.029.21 |