Er zijn meldingen gemaakt van een ernstiger verloop van COVID-19-infecties bij patiënten met een verminderd immuunsysteem, zoals patiënten met aangeboren immuunafwijkingen, (hematologische) maligniteiten of patiënten die medicatie gebruiken die het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Wittebloedcelaandoeningen
- Immunodeficiëntiesyndromen
- Virale infectieziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het eindpunt van deze studie is een ernstig ziekteverloop, dat wordt
gedefinieerd tot dag 28 na randomisatie:
* Start van adjuvante beademingsondersteuning (HFNO, mechanische beademing) of
een indicatie daartoe maar vanwege vooraf afgesproken behandelbeperkingen wordt
er geen HFNO of mechanische beademing geïnitieerd.
* Opname op een intensive care-afdeling voor progressie van
ademhalingsinsufficiëntie.
* Geen klinische verbetering op dag 7 na randomisatie of elke dag daarna na de
eerste behandelingsdag (op basis van zuurstofgebruik bij patiënten die zuurstof
nodig hebben en op basis van klinische ziektelast (inclusief koorts) bij
patiënten die geen zuurstof nodig hebben).
* Heropname voor COVID-19.
Secundaire uitkomstmaten
* Ernst van de COVID-19-ziekte bij patiënten die bij opname geen
anti-SARS-CoV-2-antilichamen hebben (*per protocol* analyse).
* Duur van ziekenhuisopname.
* 28 dagen totale mortaliteit.
* De vier individuele eindpunten die het primaire eindpunt vormen.
* Tijd om te herstellen van COVID-19-gerelateerde symptomen.
* Snelheid van viraal verval
* Ontwikkeling van langdurige, aanhoudende neutraliserende antilichamen tegen
SARS-COV-2
* T-celimmuniteit zoals gemeten door in vitro specifieke T-celrespons op
COVID-19 tetramere antigenen.
Achtergrond van het onderzoek
De COVID-19-pandemie heeft over de hele wereld helaas veel infecties en doden
veroorzaakt. COVID-19, de ziekte die wordt veroorzaakt door een infectie met
het SARS-CoV2-virus, kan leiden tot symptomen in verschillende maten van ernst.
Sommige patiënten vertonen niet of nauwelijks klachten, en andere patiënten
vertonen soms ernstige klachten zoals longontsteking en trombose. Er zijn een
aantal factoren beschreven die een verhoogd risico op ernstige ziekte of
overlijden met zich meebrengen, waarvan hoge leeftijd het belangrijkst is
(Loannidis et al. 2020; Banerjee et al. 2020). Patiënten met een verminderde
afweer, waarbij vooral de witte bloedcellen niet goed functioneren, hebben een
verhoogd risico op een ernstig beloop van verschillende virale ziekten (Chemaly
et al. 2006; Aksoy et al. 2007) en lopen daarom ook een hoger risico op een
ernstiger verloop van de COVID-19-ziekte (Parra-Bracamonte et al.2020; Jee et
al.2020). Tot op heden is voor alle COVID-19 patiënten een aantal
behandelingsmogelijkheden voorgesteld, waarvan behandeling met steroïden in
combinatie met ondersteunende zorgmaatregelen de hoeksteen blijft (WHO levende
richtlijn 2020). Er is ook onderzoek gedaan naar behandelingen met antistoffen
of plasma, maar tot op heden is geen van deze therapieën succesvol gebleken in
het verminderen van de ernst van de ziekte door COVID-19 bij opgenomen
patiënten (covid19treatmentguidelines.nih.gov). De reden hiervan is dat 80% van
de ernstige COVID-19-patienten, die in deze studie waren opgenomen, zelf al
snel antistoffen hadden ontwikkeld. Het is wel duidelijk geworden dat bij
oudere patiënten in de eerste drie dagen na ontstaan van klachten deze
behandeling kan helpen. Al met al lijken deze antistoffen vroeg in het
ziektebeloop als klachten nog mild zijn te helpen, maar hierna niet meer. Of
deze behandeling met antistoffen bij de preventie of behandeling van
COVID-19-infecties bij patiënten met een verminderd immuunsysteem toch nog
helpen als patiënten zijn opgenomen is nog niet onderzocht.
Doel van het onderzoek
Er zijn meldingen gemaakt van een ernstiger verloop van COVID-19-infecties bij
patiënten met een verminderd immuunsysteem, zoals patiënten met aangeboren
immuunafwijkingen, (hematologische) maligniteiten of patiënten die medicatie
gebruiken die het immuunsysteem onderdrukken. Deze patiënten hebben allemaal te
maken met een verminderde afweer, waardoor het voor hen moeilijker is
antistoffen te maken tegen het virus en het virus te kunnen opruimen uit het
lichaam. Tot nu toe, zijn er geen behandelingen gevonden met een goed resultaat
voor deze patiënten. Een behandeling met antistoffen van herstelde
COVID-patiënten, kan de patiënten met een verminderde afweer mogelijk helpen om
de COVID-infectie sneller op te ruimen. Hierdoor wordt verwacht dat deze
patiënten minder lang opgenomen hoeven te worden en het beloop van de COVID-19
ziekte minder ernstig zal zijn.
Onderzoeksopzet
Een fase II, multicenter, cohortspecifieke, randomized controlled, comparative
onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Na randomisatie wordt één groep (43 patiënten) behandeld met Nanogam dat neutraliserende anti-SARS-CoV-2-antilichamen in hoge titer bevat (hierna Nanogam plus genoemd). De andere groep (43 patiënten) krijgt een controlebehandeling met Nanogam zonder hoge titer anti-SARS-CoV-2-antilichamen als controle voor Nanogam plus. De behandeling is dubbelblind.
Inschatting van belasting en risico
Infusie van Nanogam plus of controle (Nanogam); Virale PCR op dag 1, 3, 7, 10,
14 en wekelijks tot ontslag, daarna in maand 2, 3, 6, 12. Bloedafname wekelijks
tot ontslag (meestal gedekt tijdens standaardzorg bloedafname) en maandelijks
Maandelijkse follow-upmeting van anti-SARS-CoV-2-antilichamen in serum tot 3
maanden na ontslag. Maandelijkse follow-upmeting van SARS-CoV-2-virus door
middel van PCR tot 3 maanden na ontslag.
De risico's van een Nanogam-infusie zijn klein en algemeen bekend. Deze bestaan
voornamelijk uit infusiereacties of volume-overbelasting.
Voordelen van deze studie zijn mogelijk een korter ziekteverloop en een afname
van de mortaliteit.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënt is >= 18 jaar, gediagnosticeerd met COVID-19 op basis van een positieve
PCR of antigeentest in combinatie met COVID-19-gerelateerde symptomen (bijv.
koorts, hypoxie, gastro-intestinale symptomen).
- Opgenomen in het ziekenhuis.
EN een van de immuungecompromitteerde aandoeningen / behandelingen hieronder
B-celremming gerelateerde ICP
- Gebruik van anti-CD19 of -CD20 gerichte antilichaamtherapie in 6 maanden
voorafgaand aan opname.
- Eerdere of huidige behandeling met geneesmiddelen die de B-celfunctie
aanzienlijk verminderen (bijv. Ibrutinib, venetoclax, acalabrutinib, idelalisib
enz.) Binnen 6 maanden voorafgaand aan opname
Andere immunosuppressie / behandeling gerelateerde ICP
- Patiënten die binnen 6 maanden voorafgaand aan opname met bendamustine,
purine-analogen of anti-thymocytenglobuline zijn behandeld.
- Patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan en die systemische
immunosuppressiva gebruiken uit ten minste drie farmacologische klassen. Of uit
minimaal twee klassen in combinatie met negatieve anti-SARS-CoV-2 antilichamen
<= 96 uur voor inclusie.
Cellulaire therapie gerelateerde ICP
- Allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) in 12 maanden
voorafgaand aan opname.
- HSCT waarvoor systemische therapie tegen graft-versus-host-disease wordt
gebruikt.
- Ontvanger van CAR-T-cellen <2 jaar voorafgaand aan opname.
Ziektegerelateerde ICP
- Chronische B-cel leukemie: CLL, HCL, PLL, multipel myeloom, Waldenströms
macroglobulinemie
Aangeboren ICP
- Aangeboren aandoening die resulteert in ernstige disfunctie of depletie van
B-cellen waarvoor immunoglobulinesuppletie vereist is (bijv.
Agammaglobulinemie).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patiënt of wettelijke vertegenwoordiger kan geen schriftelijke informed
consent geven
- Levensverwachting <28 dagen volgens de behandelend arts
- Heeft eerder deelgenomen aan dit onderzoek.
- Heeft eerder convalescent plasma gekregen met neutraliserende
anti-SARS-CoV-2-antilichamen van hoog niveau (hetzij in een andere studie,
hetzij in een programma voor compassionate use).
- Bekende IgA-deficiëntie (gedefinieerd als afwezigheid van IgA en mogelijkheid
van anti-IgA-antilichamen), patiënten met ziektegerelateerde verlaagde
IgA-spiegels (bijv. Bij myeloom of lymfoom) kunnen in het onderzoek worden
opgenomen.
- Bekende eerdere overgevoeligheidsreacties van graad 3 of 4 bij behandeling
met immunoglobulinen
- Patiënt die al bij opname het eindpunt heeft bereikt (directe aanvullende
zuurstoftherapie in de vorm van high-flow nasale zuurstof (HFNO), mechanische
beademing of opname op een IC om een andere reden).
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-006075-15-NL |
CCMO | NL76365.018.21 |