Zoals benadrukt, blijven er belangrijke hiaten in de kennis over de etiologie van hoest, gevolgen van hoest en de juiste behandeling van hoest bij patiënten met longfibrose. Een beter begrip van de overeenkomsten en verschillen in hoest bij personen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegaandoeningen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire doel van deze studie is het objectief beschrijven van de
hoestfrequentie, met behulp van vier 24-uurs hoestregistraties gedurende 12
weken in een cohort van proefpersonen met Non IPF Pulmonary Fibrosis of IPF met
behulp van de Strados RESP-hoestmonitor.
Hoesttelling per uur (CC/hr) gemeten over een periode van 24 uur bij het
baselinebezoek, week 4 (V4), week 8 (V5), week 12 (V6).
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten zijn:
- Verandering in CC/hr ten opzichte van baseline in week 4, week 8 en week 12.
- FVC (mL) bij baseline
- FVC (mL) op week 12
- Verandering in FVC (mL) in week 12 ten opzichte van de baseline
- Haalbaarheid van het vastleggen van hoestgegevens op afstand (gedefinieerd
als % analyseerbare gegevens per 24-uursregistratie)
- Haalbaarheid van hybride onderzoeksopzet (succesvolle voltooiing van alle
elementen van bezoek op afstand)
Achtergrond van het onderzoek
Interstitiële longaandoeningen (ILD's) omvatten een grote groep van meer dan
200 longaandoeningen. Ongeacht de onderliggende pathofysiologie, leidt de
resulterende verandering van de interstitiële ruimte tot klinische symptomen
zoals dyspneu en hoesten en fysiologische afwijkingen zoals restrictieve
ventilatoire tekort bij longfunctietesten.
Idiopathische longfibrose (IPF) is de meest voorkomende en de ernstigste van de
chronische fibroserende ILD's, de epidemiologie van deze ziekte en het verloop
ervan zijn relatief goed gedocumenteerd. Epidemiologische gegevens en inzicht
in andere vormen van fibroserende ILD zijn tot op heden beperkt, deels vanwege
de complexe aard van deze ziekten en hun zeldzaamheid. Bij patiënten met IPF is
hardnekkige hoest een van de belangrijkste en meest belastende symptomen.
Bij patiënten met non-IPF vormen van longfibrose is aanhoudende hoest ook een
vaak gerapporteerd symptoom. De mechanismen van verhoogde hoest in deze
populatie worden ook niet goed begrepen. Ook de incidentie van aanhoudende en
storende hoest in deze patiëntenpopulatie, het hoestpatroon en de
hoestfrequentie, alsook de impact van hoest op de levenskwaliteit zijn niet
goed beschreven.
Hoest blijkt met name een onafhankelijke voorspeller te zijn van
ziekteprogressie bij patiënten met IPF. Bij personen met fibroserende vormen
van ILD, waaronder IPF, is een slechter hoestspecifieke QoL (zoals gemeten door
de Leicester Cough Questionnaire [LCQ]), was geassocieerd met een hoger risico
op overlijden, longtransplantatie en respiratoire ziekenhuisopname. Er wordt
verondersteld dat hoesten het fibroseren kan versterken. Verdere fysiologische
gevolgen van hoest zijn niet goed onderzocht. Kortom, een beter begrip van
hoestfrequentie en -intensiteit bij patiënten met longfibrose en het relatie
tot functionele en fysiologische parameters is belangrijk om de mogelijke
associatie met ziekteprogressie op te helderen.
Doel van het onderzoek
Zoals benadrukt, blijven er belangrijke hiaten in de kennis over de etiologie
van hoest, gevolgen van hoest en de juiste behandeling van hoest bij patiënten
met longfibrose.
Een beter begrip van de overeenkomsten en verschillen in hoest bij personen met
idiopathische longfibrose (IPF) en niet-idiopathische longfibrose (non-IPF),
samen met inzicht in het patroon en de impact van hoest bij deze patiënten, is
vereist.
Deze studie heeft tot doel het begrip van de ziekte en de symptomen ervan uit
te breiden en de bestaande kenniskloof te verkleinen waardoor de ontwikkeling
van toekomstige geneesmiddelen tegen hoest ondersteund kunnen worden.
Onderzoeksopzet
We maken gebruik van een hybride studieopzet waarbij 4 bezoeken op afstand
worden uitgevoerd en alle hoestgegevens zullen worden verzameld via een
draagbare, digitale hoestmonitor met bluetooth mogelijkheden die veilige upload
op afstand mogelijk maken. Verder zullen patiënten video-ondersteunde
thuisspirometrie uitvoeren. De bedoeling van het opnemen van 4 bezoeken op
afstand in de studieopzet is om het potentieel te beoordelen om de last van de
studie procedures voor patiënten en artsen te verlichten, waardoor de groep
proefpersonen wordt uitgebreid tot personen die anders geen toegang zouden
hebben tot deelname aan deze pilot. Indien succesvol, zou dit type studieopzet
ook kunnen worden gebruikt in fase 2 en 3 interventiestudies en een bredere en
meer raciaal, geografisch en sociaal-economisch diverse patiëntenpopulatie
toegang krijgen tot klinische proeven.
Inschatting van belasting en risico
De risico's van het gebruik van een draagbare hoestmonitor zijn minimaal.
Huidirritatie door de lijm die gebruikt wordt om het apparaat op de borstwand
aan te brengen is mogelijk, maar wordt niet verwacht, en zal, indien aanwezig,
naar verwachting niet ernstig zijn. Continue geluidsopnamen kunnen aanleiding
geven tot bezorgdheid over inbreuken op de privacy en/of het onopzettelijk
opnemen van gesprekken. De biosensorgegevens van de Strados RESP worden
volledig gecodeerd op het apparaat en tijdens het transport, om ongeoorloofde
toegang tot gezondheidsinformatie te voorkomen. De Strados RESP bevat geen
openluchtmicrofoon en is niet bedoeld om spraak of andere geluiden uit de mond
van een patiënt op te vangen. Het is bedoeld om geluiden van de longen en
luchtwegen op te vangen, zoals hoestgeluiden, piepende ademhaling en normale
ademhalingsgeluiden.
Het bestand wordt omgekeerd om te voorkomen dat waarneembare spraak (indien
incidenteel opgenomen) kan worden geïnterpreteerd tijdens een QA/QC-sessie;
daarnaast wordt een spraakfilter toegepast op de gegevens om spraakelementen
uit de opname te verwijderen. Bestanden worden opgesplitst in korte segmenten
van <60 seconden om het risico verder te beperken dat een verwerkt bestand
waarneembare spraak bevat over een periode die lang genoeg is om privé-
gesprekken en informatie vast te leggen.
Dit onderzoek biedt patiënten een kans om gebruik te maken van nieuwe,
draagbare, digitale technologie voor het op afstand monitoren van wat doorgaans
een behoorlijk vervelend symptoom is (hoesten). Bovendien krijgen patiënten de
kans om gebruik te maken van video-ondersteunde spirometrie thuis om bezoeken
ter plaatse tot een minimum te beperken. Andere gegevens van de hoestmonitor
kunnen ook bijdragen bij de beoordeling van de ziekte in toekomstige klinische
zorg, maar zijn niet onmiddellijk van nut voor de patiënten in de studie.
Publiek
Basisweg 10
Amsterdam 1043 AP
NL
Wetenschappelijk
Basisweg 10
Amsterdam 1043 AP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Getekende schriftelijke geinformeerde toestemming in voorafgaand aan de
verzameling van studiegegevens.
2. Proefpersoon is 18 jaar of ouder
3. Proefpersoon gediagnosticeerd met niet-idiopathische longfibrose (>10%
fibrose op HRCT beoordeeld door de hoofdonderzoeker) of IPF volgens de
ATS/ERS/JRS/ALAT richtlijnen [P22-03204] in de afgelopen 12 maanden.
4. FVC > 40% verwacht bij het baselinebezoek.
5. Levensverwachting > 6 maanden (volgens beoordeling van behandelend arts)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Personen die momenteel roken
2. URI of LRTI (inclusief COVID-19-infectie) 4 weken voorafgaand aan het
screeningsbezoek.
3. Luchtwegobstructie (FEV1/FVC < 70%) bij baseline of bekend met van
significante
spirometrische reactie op bronchodilator
4. Hoest als gevolg van een andere oorzaak dan ILD (bv. allergische rhinitis,
GERD)
5. Andere ademhalingsstoornissen met inbegrip van, maar niet beperkt tot, een
huidige diagnose van een obstructieve ziekte, waaronder chronische obstructieve
longziekte (COPD) en
astma, actieve tuberculose, longkanker in behandeling of in de medische
voorgeschiedenis, slaap
apneu, bekende alfa-1-antitrypsinedeficiëntie, cor pulmonale, klinisch
significante
pulmonale hypertensie, klinisch significante bronchiëctasieën, of andere actieve
longziekten.
6. Start of verandering van dosis of type van anti-tussieve medicatie,
angiotensine-converterend
enzym (ACE) remmers, opiaten, en systemische of geïnhaleerde (met uitzondering
van intranasale)
corticosteroïden in de 4 weken voorafgaand aan deelname aan het onderzoek.
7. Proefpersoon met ILD exacerbatie zoals gedefinieerd door onderzoekers binnen
4 weken voorafgaand aan binnenkomst in het onderzoek
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL82924.056.22 |