In dit onderzoek zullen wij onderzoeken hoe snel en in hoeverre ganaplacide in het lichaam wordt opgenomen, getransporteerd en uitgescheiden. Ganaplacide zal radioactief gelabeld zijn met koolstof-14 (14C). Hierdoor is het mogelijk om ganaplacide te…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Ectoparasitaire aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Om de uitscheidingsroutes en -snelheden van [14C]ganaplacidegerelateerde
radioactiviteit te bepalen, inclusief massabalans van de totale
geneesmiddelgerelateerde radioactiviteit in urine, feces en excretie van
radioactiviteit via uitgeademde lucht, na een enkele orale dosis
[14C]ganaplacide in gezonde mannelijke deelnemers.
• Om de farmacokinetiek van de totale radioactief gelabelde componenten in
bloed en plasma te bepalen na een enkelvoudige orale dosis van 400 mg
[14C]ganaplacide bij gezonde mannelijke deelnemers.
• Karakterisering van de farmacokinetiek van ganaplacide en bekende belangrijke
metabolieten M31 (RHF218) en M37a (GOU089), indien van toepassing, in plasma na
een enkelvoudige orale dosis van 400 mg [14C]ganaplacide bij gezonde mannelijke
deelnemers.
Secundaire uitkomstmaten
• Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van een enkele orale
dosis van 400 mg [14C]ganaplacide bij gezonde mannelijke deelnemers.
Achtergrond van het onderzoek
Ganaplacide is een nieuw middel dat mogelijk gebruikt kan worden bij de
behandeling van malaria. De meest belangrijke symptomen van malaria zijn
koorts, hoofpijn en spierpijn.
Malaria is een ziekte die wordt veroorzaakt door parasieten (kleine beestjes
die zich alleen kunnen voortplanten ten koste van een plant, dier of mens).
Deze parasieten kunnen het lichaam binnenkomen tijdens een muggenbeet.
Ganaplacide heeft getoond actief te zijn tegen verschillende vormen van de
malariaparasiet. Het doet dit door verschillende processen in de cel van de
parasiet te remmen.
Doel van het onderzoek
In dit onderzoek zullen wij onderzoeken hoe snel en in hoeverre ganaplacide in
het lichaam wordt opgenomen, getransporteerd en uitgescheiden. Ganaplacide zal
radioactief gelabeld zijn met koolstof-14 (14C). Hierdoor is het mogelijk om
ganaplacide te volgen in bloed, urine, ontlasting en uitgeademde lucht.
Ook zullen wij onderzoeken hoe veilig het nieuwe middel ganaplacide is en hoe
goed het wordt verdragen als gezonde deelnemers dit gebruiken.
Verder onderzoeken we of erfelijke eigenschappen effect hebben op hoe het
lichaam ganaplacide verwerkt. Dit onderdeel van het onderzoek is
niet verplicht.
Onderzoeksopzet
Voor het onderzoek is het noodzakelijk dat de vrijwilliger 1 periode van 23
dagen (22 nachten) in het onderzoekscentrum verblijft. Dag 1 is de dag dat de
vrijwilliger het studiemiddel ontvangt. De vrijwilliger wordt de dag voor de
dag van inname van het onderzoeksmiddel verwacht in het onderzoekscentrum, dus
op dag -1. De vrijwilliger verlaat het onderzoekscentrum op dag 22 van het
onderzoek.
Van dag 1 tot dag 22 worden alle urine en feces van de vrijwilliger verzameld
en worden regelmatig bloed- en uitgeademde luchtmonsters genomen om de
hoeveelheid radioactiviteit in de urine, feces, bloed en uitgeademde lucht te
meten. Als de radioactiviteitsniveaus op dag 22 nog steeds boven de vooraf
gedefinieerde niveaus liggen, moet de vrijwilliger voor maximaal 7 extra
24-uursbezoeken terugkeren naar het onderzoekscentrum.
Gedurende 24 uur voor de binnenkomst voor het verblijf en voor de
24-uursbezoeken dient de vrijwilliger thuis ontlasting te verzamelen en mee te
nemen naar het onderzoekscentrum.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De vrijwilliger krijgt eenmaal 400 milligram (mg) 14C-gelabelde ganaplacide als 4 capsules met 240 milliliter (ml) water. Deze capsules zullen binnen 3 tot 5 minuten ingenomen moeten worden. Deze 4 capsules bevatten 3,7 MBq (100 μCi) radioactiviteit.
Inschatting van belasting en risico
Bloedafname:
Bloedafnames kunnen pijn doen of een bloeduitstorting geven. Het gebruik van
een verblijfscanule kan soms leiden tot ontsteking, zwelling, verharding van de
ader, of bloedstolling en bloeding rondom de prikplaats. Bij sommige personen
kan een bloedafname soms bleekheid, misselijkheid, zweten, lage hartslag, of
bloeddrukdaling met duizeligheid of flauwvallen veroorzaken.
Alles bij elkaar nemen we van de keuring tot de nacontrole ongeveer 600 ml
bloed af. Deze hoeveelheid geeft bij volwassenen geen problemen. Ter
vergelijking: bij de bloedbank wordt 500 ml bloed per keer in één keer
afgenomen. Als de onderzoeker dit nodig vindt om de veiligheid van de deelnemer
te kunnen waarborgen, kunnen extra monsters worden genomen voor eventueel
aanvullende testen. Als dit gebeurt dan kan de totale hoeveelheid afgenomen
bloed meer zijn dan de hierboven aangegeven hoeveelheid.
Hartfilmpje:
Voor het maken van een hartfilmpje worden elektroden op armen, borst en benen
geplaatst. Langdurige toepassing van deze elektroden kan huidirritatie
veroorzaken.
Vasten:
Als men tijdens het onderzoek langere tijd moet vasten, kan dit leiden tot
symptomen zoals duizeligheid, hoofdpijn, maagklachten of flauwvallen.
Coronavirus test:
Monsters voor de coronavirus test zullen met wattenstaafjes achter de neus en
keel worden afgenomen. Het afnemen van de monsters duurt slechts enkele
seconden, maar kan ongemak veroorzaken en een onaangenaam gevoel geven. Het
afnemen van een monster achter in de keel kan er toe leiden dat men moet
kokhalzen. Wanneer het monster achter in de neus wordt afgenomen kan men een
prikkelend gevoel ervaren en kunnen ogen gaan tranen.
Publiek
Lichtstrasse 35
Basel 4056
CH
Wetenschappelijk
Lichtstrasse 35
Basel 4056
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Voorafgaand aan deelname aan het onderzoek moet een ondertekende
geïnformeerde toestemming worden verkregen.
2. Gezonde mannen van 18 t/m 55 jaar bij screening.
3. In goede gezondheid zoals vastgesteld door geen klinisch significante
bevindingen uit de medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek, vitale
functies, elektrocardiogram (ECG) en laboratoriumtests bij screening.
4. Bij screening en bij baseline (dag -1), moeten de vitale functies na 5
minuten in rugligging binnen het volgende bereik liggen (tenzij de onderzoeker
dit klinisch niet significant acht; de klinische overwegingen moeten worden
gedocumenteerd):
• Lichaamstemperatuur van 35.0°C tot 37.5°C, inclusief.
• Systolische bloeddruk (BP) van 90 tot 139 mmHg, inclusief.
• Diastolische bloeddruk van 45 tot 89 mmHg, inclusief.
• Polsslag van 40 tot 90 slagen per minuut, inclusief.
5. Deelnemers moeten minimaal 50 kg wegen om deel te nemen aan het onderzoek en
moeten bij screening een body mass index (BMI) hebben tussen 18,0 en 29,9
kg/m². BMI=lichaamsgewicht (kg)/lengte2 (m2).
6. Deelnemers stemmen ermee in om gedurende de gehele duur van het onderzoek
beschikbaar te zijn en zich te kunnen houden aan de studiebeperkingen en het
bezoekschema.
7. Deelnemers moeten goed kunnen communiceren met de onderzoeker en voldoen aan
de eisen van het gehele onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Gebruik van een ander onderzoeksgeneesmiddel binnen de volgende
tijdsintervallen vóór dosering:
• Voor onderzoeksgeneesmiddelen met een lange halfwaardetijd (bijv.
antilichamen): gebruik van een ander onderzoeksmiddel bij screening, of 6
maanden voorafgaand aan dosering, of binnen een periode die overeenkomt met
minder dan 5 halfwaardetijden van het middel vóór dosering, afhankelijk van wat
van toepassing is langer; of langer indien vereist door lokale regelgeving.
• Voor geneesmiddelen voor onderzoek met een korte halfwaardetijd (bijv. kleine
moleculen): gebruik van een ander geneesmiddel voor onderzoek bij screening, of
30 dagen voorafgaand aan dosering, of binnen een periode die overeenkomt met
minder dan 5 halfwaardetijden van het geneesmiddel vóór dosering, afhankelijk
van welke van de twee is langer; of langer indien vereist door lokale
regelgeving.
Van de onderzoeker wordt verwacht dat hij de gepaste zorgvuldigheid toepast
(rekening houdend met de beschikbare informatie in het openbaar, IB's en/of
patiënteninformatie) om ervoor te zorgen dat de hierboven beschreven
wash-outtijden voldoende zijn om een **overdracht van PK of farmacodynamiek
(PD) te voorkomen of een impact op de veiligheid van de deelnemer door het
andere onderzoeksgeneesmiddel.
2. Geschiedenis van overgevoeligheid voor de onderzoeksstof/verbindingsklasse
of hulpstoffen die in dit onderzoek worden gebruikt.
3. Geschiedenis of aanwezigheid van maligniteit van een orgaansysteem,
behandeld of onbehandeld, in de afgelopen 5 jaar, ongeacht of er aanwijzingen
zijn voor lokaal recidief of metastasen.
4. Recente geschiedenis (<3 maanden voorafgaand aan screening) van gebruik van
nicotineproducten of een cotininegehalte in de urine >500 ng/ml bij screening
of baseline.
5. Gebruik van medicijnen op recept (inclusief matige en sterke CYP3A-remmers
of -inductoren), vrij verkrijgbare medicijnen (OTC), kruidensupplementen of
producten die cannabis/marihuana/cannabidiol bevatten, binnen 4 weken
voorafgaand aan de dosering. Opmerking: indien nodig (d.w.z. een incidentele en
beperkte behoefte tot 2 g per dag), is paracetamol acceptabel, maar moet worden
gedocumenteerd op de pagina met gelijktijdige medicatie van de eCRF.
6. Gebruik van eventuele voedingssupplementen (inclusief vitamines) binnen 2
weken voor dosering.
7. Aanzienlijke ziekte die niet binnen 2 weken voor toediening is verdwenen.
Verdere criteria van toepassing, zie protocol.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2022-001090-30-NL |
CCMO | NL81529.056.22 |