Het doel van het huidige onderzoeksproject is om de aannames van de twee genoemde modellen te testen door de cognitieve prestaties van personen met DD op verschillende taken (bijv. geheugenverwerking, emotieperceptie) te vergelijken met patiënten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Dissociatiestoornissen
Synoniemen aandoening
Aandoening
Ook bij psychische stoornissen: persoonlijkheids- en gedragsstoornissen, posttraumatische stressstoornis
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste studieparameters zijn de uitkomsten van de cognitieve taken.
Voor de hyperassociativiteitstaak een emotionele omwegscore en een
hyperassociativiteitsscore; voor de kaartsorteertaak scores op
zelfcomplexiteit, compartimentering, overlap, differentieel belang en aandeel
negatieve attributen; voor de emotieperceptietaak een nauwkeurigheidsscore voor
emotieherkenning en een score voor emotiegevoeligheid; voor de toekomstige
autobiografische geheugentest een toekomstige gebeurtenisspecificiteitsscore;
en ten slotte voor de dichotome denktaak, een dichotome denkscore, splitsscore
en negatieve denkscore.
Secundaire uitkomstmaten
Andere onderzoeksparameters hebben betrekking op relevante demografische
gegevens en kenmerken van de steekproef:
- Diagnose
- Slapeloosheid
- Emotieregulatie
- Traumatische ervaringen uit de kindertijd
- Interpersoonlijk functioneren
- Dissociatie-gerelateerde overtuigingen over het metageheugen
- Levendigheid van visuele en verbale verbeelding
- Identiteitsstijl
- Alexithymie
- Experiëntiële vermijding
- Dissociatie tussen zelf-toestanden
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met ernstige dissociatieve stoornissen (DD), zoals andere
gespecificeerde dissociatieve stoornis (AGDS) of dissociatieve
identiteitsstoornis (DIS), worden gekenmerkt door identiteitsfragmentatie, wat
inhoudt dat ze de ervaring rapporteren van het hebben van twee of meer
verschillende identiteiten die zich grotendeels niet bewust zijn van elkaar.
Daarnaast rapporteren deze patiënten verschillen tussen identiteiten in emoties
en cognities (bijv. geheugen). Er is veel discussie over de etiologie van deze
subjectief ervaren identiteitsfragmentatie bij DD. In het dominante
praktijkgebaseerde model wordt identiteitsfragmentatie geconceptualiseerd als
een trauma-gerelateerde reactie op ernstig jeugdtrauma (d.w.z. fysiek en/of
seksueel misbruik), resulterend in verschillende identiteitstoestanden (bijv.
trauma-vermijdend en trauma-gefixeerd). Volgens een recent ontwikkeld model,
het schemamodusmodel van DD, wordt de ervaring van verschillende identiteiten
bij DD daarentegen opgevat als de uitdrukking van onaangepaste schemamodi
(d.w.z. het conceptualiseren ervan als een persoonlijkheidsstoornis). De twee
modellen zijn het fundamenteel oneens over de vraag of DD meer vergelijkbaar is
met trauma-gerelateerde pathologie of met persoonlijkheidspathologie.
Tegengestelde hypothesen zijn gebaseerd op het testen van de aannames van deze
twee modellen.
Doel van het onderzoek
Het doel van het huidige onderzoeksproject is om de aannames van de twee
genoemde modellen te testen door de cognitieve prestaties van personen met DD
op verschillende taken (bijv. geheugenverwerking, emotieperceptie) te
vergelijken met patiënten met trauma-gerelateerde psychopathologie (d.w.z.
posttraumatische stress-stoornis, PTSS) en patiënten met
persoonlijkheidspathologie (borderline persoonlijkheidsstoornis, BPS en
vermijdende persoonlijkheidsstoornis, VPS).
Onderzoeksopzet
De studie omvat een quasi-experimentele opzet.
Inschatting van belasting en risico
De belangrijkste belasting in deze studie is de tijdsinvestering. Omdat het te
belastend zou zijn om het diagnostisch onderzoek en cognitieve taken in één
sessie uit te voeren, hebben we deze verdeeld in sessies over drie dagen, met
een maximum van 3.25 uur (inclusief pauze) per dag. Om de patiëntlast verder te
verminderen, zullen patiënten samen met een getrainde testassistent de
interviews en testen in hun behandelcentrum uitvoeren. Gezonde deelnemers
voeren de taken uit in het RUG-lab. We hebben een vergelijkbaar tijdschema en
vergelijkbare procedure gebruikt in eerdere onderzoeken met DIS-patiënten (zie
bijvoorbeeld het onderzoeksprotocol METc2009/109). Omdat alle metingen die in
de huidige studie eerder zijn gebruikt en gevalideerd in empirisch onderzoek
met vergelijkbare patiëntengroepen, verwachten we geen verdere nadelige
effecten voor onze deelnemers.
Publiek
Grote Kruisstraat 2/1
Groningen 9712TS
NL
Wetenschappelijk
Grote Kruisstraat 2/1
Groningen 9712TS
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Om in aanmerking te komen voor deelname aan dit onderzoek, moet een patiënt
voldoen aan een van de volgende criteria volgens de DSM-5-criteria (APA, 2013):
• Een hoofddiagnose van dissociatieve identiteitsstoornis (300.14) of andere
gespecificeerde dissociatieve stoornis (300.15), zoals bevestigd met behulp van
de Multidimensional Inventory of Dissociation (MID; Dell, 2006) en de
DIS-sectie van het Dissociative Disorders Interview Schedule DSM-5 version
(DDIS; (Ross et al., 1989)
• Een hoofddiagnose van vermijdende persoonlijkheidsstoornis (301.82), zoals
bevestigd door gebruik te maken van de APD-sectie van het SCID-5-PD-interview
(First et al., 2016)
• Een hoofddiagnose van borderline persoonlijkheidsstoornis (301.83), zoals
bevestigd door gebruik te maken van het BPS-gedeelte van het SCID-5-P-interview
(First et al., 2016)
• Een hoofddiagnose van posttraumatische stress-stoornis (309.81), zoals
bevestigd door gebruik te maken van de PTSD-checklist voor DSM-5 (PCL-5;
Weathers et al., 2013) als
gevolg van traumatische ervaringen uit de kindertijd voor de leeftijd van 12
Om in aanmerking te komen voor deelname als gezonde controle proefpersoon, mag
een deelnemer op dit moment geen diagnose hebben van een psychische stoornis
volgens de DSM-5-criteria (APA, 2013), inclusief de bovengenoemde stoornissen,
zoals beoordeeld met behulp van de MID, SCID-5-PV en PCL-5.
Deelnemers met DIS die kunnen schakelen tussen verschillende
identiteitstoestanden moeten:
• op verzoek kunnen schakelen tussen een zelfgekozen traumagefixeerde
identiteit, een traumavermijdende identiteit en een
overzichtsidentiteitstoestand
• in staat zijn om de taken in beide identiteitstoestanden uit te voeren zonder
spontaan over te schakelen naar andere identiteiten
• de taken in beide identiteiten kunnen uitvoeren zonder tussenkomst van andere
identiteiten
Deelnemers met AGDS worden niet gevraagd om tussen identiteitstoestanden te
wisselen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een potentiële deelnemer die aan een van de volgende criteria voldoet, wordt
uitgesloten van deelname aan dit onderzoek:
- Ernstig actueel middelenmisbruik (bijv. het gebruik van hallucinogenen,
cannabis, amfetamineachtige stimulerende middelen en cocaïne; DSM-5)
- Gebrek aan spreekvaardigheid in het Nederlands
- Leeftijd onder de 18 jaar of boven de 65
- Een IQ onder de 80
- Om ethische redenen zullen die patiënten die momenteel in een crisis
verkeren (d.w.z. een direct gevaar voor zichzelf of anderen vormen) worden
uitgesloten (bijv. acuut hoog risico op zelfmoord of ernstig zelfbeschadigend
gedrag, of ernstige agressiebeheersingsproblemen)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL81040.042.22 |