Primaire doelstelling:1. Evaluatie van de werkzaamheid van sonelokimab bij 2 verschillende dosisniveaus (120 mg, 240 mg) in vergelijking met een placebo, bij de behandeling van deelnemers met actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa.…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Epidermale en dermale aandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
1. percentage deelnemers bij wie er bij week 12 een hidradenitis suppurativa
klinische respons (Hidradenitis Suppurativa Clinical Response [HiSCR]) 75 wordt
bereikt, waarbij HiSCR75 wordt gedefinieerd als een vermindering van minimaal
75% van het aantal abcessen en inflammatoire noduli (AN) bij de baseline,
zonder dat er ten opzichte van de baseline nieuwe abcessen en fistels met
afscheiding
zijn bijgekomen.
Secundaire uitkomstmaten
1. percentage deelnemers bij wie er bij week 12 HiSCR50 wordt bereikt;
2. verandering ten opzichte van de baseline bij week 12 wat betreft het
internationale scoresysteem voor de ernst van hidradenitis suppurativa
(International Hidradenitis Suppurativa Severity Score System [IHS4]);
3. percentage deelnemers bij wie er bij week 12 een totale score van <= 5 voor
de dermatologische index voor kwaliteit van leven (Dermatology Life Quality
Index [DLQI]) wordt bereikt;
4. percentage deelnemers met een baseline NRS >= 3 bij wie er bij week 12 ten
opzichte van de baseline wat betreft de globale beoordeling door de patiënt van
de pijn aan de huid (Patient's Global Assessment of Skin Pain [PGA Skin Pain])
met een numerieke beoordelingsschaal (NRS30) een vermindering van minimaal 30%
en minimaal 1 punt wordt bereikt.
Achtergrond van het onderzoek
Hidradenitis suppurativa (HS) is een chronische, inflammatoire, recidiverende,
slopende huidaandoening die zich gewoonlijk bij jongvolwassenen voordoet.
Predisponerende risicofactoren zijn roken, obesitas en de familieanamnese,
waarbij ongeveer 34% van de eerstegraadsverwanten de aandoening heeft. HS
manifesteert zich als pijnlijke inflammatoire huidafwijkingen in de oksel-,
lies-, bil- en perianale regio, en kenmerkt zich door inflammatoire noduli en
abcessen die worden gecompliceerd door de vorming van pusafscheidende dermale
tunnels, die ook sinusgangen of fistels worden genoemd. Dermale tunnels zijn
een uniek morfologisch kenmerk van HS, en worden onderkend als een bron van
ontsteking en als een actieve mediërende factor in de pathogenese van de
aandoening. Klinisch veroorzaken tunnels aanzienlijke pijn en
gezondheidsproblemen bij patiënten, en ze voorspellen een slechte prognose en
agressiever ziekteverloop.
Na verloop van tijd resulteert chronische, ongecontroleerde en ontoereikend
behandelde ontsteking in onomkeerbare vernietiging van weefsel en
littekenvorming, die niet medisch kunnen worden behandeld. Ernstige
littekenvorming gaat gepaard met verdere invaliderende complicaties, waaronder
contracturen, beperking van de mobiliteit van de ledematen en lymfoedeem. Na
het optreden van fibrotische weefselveranderingen is operatief ingrijpen de
enige aanbevolen therapeutische mogelijkheid ter vermindering van de
hoeveelheid fibrotisch weefsel en de klachtenlast; het recidiefpercentage na
operatief ingrijpen is echter hoog. In de kern dient de behandeling van de
aandoening, ter voorkoming van de onomkeerbare vernietiging van weefsel en
beperkingen, daarom te bestaan in behandeling tijdens de inflammatoire fase en
terugdringing van het aantal en de ernst van inflammatoire afwijkingen.
De hoge klachtenlast van HS (chronische pijn, de hoge mate van purulente
afscheiding, onaangename geur en vermoeidheid) heeft een grote invloed op de
kwaliteit van leven van de patiënt en draagt bij aan een aanzienlijke
verslechtering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Mensen met HS
hebben meer pijn en meer bijkomende psychische aandoeningen, waaronder
depressie, angst, beperkingen en vermindering van kwaliteit van leven,
vergeleken met mensen met andere dermatologische aandoeningen.
Behandeling van HS vereist een veelzijdige benadering, waarbij het kan gaan om
aanpassingen van de levensstijl, behandeling van pijn, topische therapieën
(antibiotica, antiseptica en intralesionale corticosteroïden), systemische
therapieën (antibiotica, retinoïden en biologische middelen) en invasieve
operatieve behandelingen (incisie en ontlasting van actieve afwijkingen,
deroofing-technieken en radicale excisie). De enige goedgekeurde biologische
behandelingsoptie voor patiënten met matige tot ernstige HS is de
antitumornecrosefactor (TNF-remmer) adalimumab (Humira®).
Sonelokimab
Sonelokimab is een trispecifieke nanobody met selectieve remming van IL-17A en
IL-17F. De centrale functionele groep bindt zich aan serumalbumine, met als
gevolg een verlenging van de halfwaardetijd in vivo. Sonelokimab wordt
geproduceerd in de gist *Pichia pastoris* en is samengesteld uit 378
aminozuren. Het middel is ongeveer vier keer zo klein als een conventioneel
monoklonaal antilichaam.
Mogelijke voordelen waardoor sonelokimab zich in aanvulling op selectieve
remming van IL-17A en IL-17F zou kunnen onderscheiden van conventionele
monoklonale antilichamen zijn de kleinere afmetingen en de
albuminebindingscapaciteit. Doordat de nanobody sonelokimab kleiner is dan
conventionele monoklonale antilichamen zou sonelokimab dieper dan deze
antilichamen in het weefsel kunnen doordringen. Daarnaast kan de
albuminebindingscapaciteit voorzien in een mechanisme voor een grotere
concentratie sonelokimab op plaatsen met chronische ontsteking, waar er sprake
is van oedeem en ophoping van albuminerijke vloeistof. Naar verwachting kan
sonelokimab door de combinatie van deze kenmerken dieper in het weefsel van
HS-afwijkingen doordringen en een groter effect op de ziektemechanismen hebben.
De mate waarin een geneesmiddel in het weefsel doordringt is een belangrijke
overweging bij de behandeling van HS, omdat de aandoening zich vaak kenmerkt
door zich diep in de huid bevindende morfologische veranderingen (bijv.
tunnels/fistels), die plaatsen van ontsteking zijn en bijdragen aan de
ziekteprogressie.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
1. Evaluatie van de werkzaamheid van sonelokimab bij 2 verschillende
dosisniveaus (120 mg, 240 mg) in vergelijking met een placebo, bij de
behandeling van deelnemers met actieve matige tot ernstige hidradenitis
suppurativa.
Secundaire doelstellingen:
1. Evaluatie van de veiligheid en verdraagbaarheid van sonelokimab bij 2
verschillende dosisniveaus (120 mg, 240 mg) in vergelijking met een placebo bij
de behandeling van deelnemers met actieve matige tot ernstige hidradenitis
suppurativa.
2. Beoordeling van de farmacokinetiek (FK) en immunogeniciteit van sonelokimab
bij 2 verschillende dosisniveaus (120 mg, 240 mg) bij de behandeling van
deelnemers met actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa.
Exploratieve doelstelling:
1. De exploratieve doelstelling is beoordeling van biomarkers bij deelnemers
met actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa.
Onderzoeksopzet
De geplande onderzoeksduur voor individuele deelnemers is tot 32 weken,
inclusief een periode voor geschiktheidsonderzoek van maximaal 4 weken, een
behandelperiode van 24 weken en een follow-upperiode van 4 weken voor de
veiligheid.
Dit is een multicentrisch, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd,
2-delig fase 2-onderzoek met parallelle groepen, ter evaluatie van de
werkzaamheid, veiligheid, FK en immunogeniciteit van sonelokimab bij deelnemers
met actieve matige tot ernstige hidradenitis suppurativa (HS). Het onderzoek
heeft een arm met behandeling met adalimumab als werkzaam vergelijkingsmiddel;
er is echter geen formele vergelijking van sonelokimab met adalimumab gepland.
Bij het bezoek voor het geschiktheidsonderzoek geldt dat elke deelnemer het
informatie- en toestemmingsformulier ondertekent, via Interactive Response
Technology (IRT) een uniek deelnemernummer wordt toegewezen, op basis van de
inclusie- en exclusiecriteria op geschiktheid voor het onderzoek wordt
beoordeeld en meewerkt aan de onderzoeksactiviteiten die in het protocol worden
beschreven. Deelnemers worden in een periode van maximaal 4 weken voorafgaand
aan de randomisatie op geschiktheid voor het onderzoek onderzocht.
In deel A worden voor het onderzoek geschikte deelnemers in een verhouding van
2:2:2:1 gerandomiseerd naar behandeling met sonelokimab 120 mg, sonelokimab 240
mg, de overeenkomende placebo of adalimumab tot week 12. Deelnemers die naar
adalimumab worden gerandomiseerd, krijgen 160 mg op dag 1 en 80 mg om de 2
weken t/m week 10. De randomisatie wordt gestratificeerd volgens
Hurley-stadiumstatus (II en III) en eerder gebruik van biologische
geneesmiddelen (ja/nee).
De primaire analyse voor werkzaamheid wordt uitgevoerd bij week 12, waarbij
elke groep die met sonelokimab wordt behandeld (sonelokimab 120 mg en
sonelokimab 240 mg) met de placebo wordt vergeleken.
In deel B wordt bij deelnemers die aanvankelijk naar sonelokimab 120 mg of 240
mg zijn gerandomiseerd, doorgegaan met deze behandeling gedurende de rest van
het onderzoek. Deelnemers die aanvankelijk naar de placebo zijn gerandomiseerd,
worden opnieuw gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 naar behandeling met
sonelokimab 120 mg of 240 mg en krijgen deze behandeling dan gedurende de rest
van het onderzoek. Bij deze tweede randomisatie wordt ook gestratificeerd
volgens baseline-Hurley-stadiumstatus (II en III) en eerder gebruik van
biologische geneesmiddelen (ja/nee bij het geschiktheidsonderzoek).
Bij deelnemers die aanvankelijk naar de arm met adalimumab als
vergelijkingsmiddel zijn gerandomiseerd, wordt overgegaan op behandeling met
sonelokimab 240 mg gedurende de rest van het onderzoek.
Na het bezoek voor het einde van de behandeling bij week 24 worden alle
deelnemers gedurende een verdere periode van 4 weken, d.w.z. tot en met week
28, gevolgd voor veiligheid.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Onderzoeksproduct, dosis en wijze van toediening: Sonelokimab wordt gepresenteerd als een steriele oplossing voor subcutane (s.c.) toediening in een voorgevulde spuit. Deelnemers die naar behandeling met sonelokimab 120 mg (arm 1) of sonelokimab 240 mg (arm 2) worden gerandomiseerd, worden als volgt behandeld: • arm 1: sonelokimab 120 mg bij week 0, 2, 4, 6 en 8, gevolgd door een injectie om de 4 weken tot en met week 20; bij week 10, 14 en 18 krijgen de deelnemers een injectie met de placebo om ervoor te zorgen dat de behandeling geblindeerd blijft; • arm 2: sonelokimab 240 mg bij week 0, 2, 4, 6 en 8, gevolgd door een injectie om de 4 weken tot en met week 20; bij week 10, 14 en 18 krijgen de deelnemers een injectie met de placebo om ervoor te zorgen dat de behandeling geblindeerd blijft. Deelnemers die naar behandeling met de placebo (arm 3) of adalimumab (arm 4) worden gerandomiseerd, worden als volgt behandeld: • arm 3: de met sonelokimab overeenkomende placebo wordt tot en met week 12 toegediend per s.c. injectie, met een injectie bij week 0, 2, 4, 6, 8 en 10: o de met sonelokimab overeenkomende placebo wordt gepresenteerd als een steriele oplossing voor s.c. toediening in een voorgevulde spuit; o bij het begin van deel B bij week 12 worden de deelnemers uit de placebogroep opnieuw gerandomiseerd naar een van de volgende 2 groepen: > sonelokimab 120 mg bij week 12, 14, 16, 18 en 20; > sonelokimab 240 mg bij week 12, 14, 16, 18 en 20. • arm 4: adalimumab wordt gegeven in een dosering van 160 mg bij week 0, gevolgd door 80 mg eens in de 2 weken bij week 2, 4, 6, 8 en 10: o adalimumab wordt gepresenteerd als een steriele oplossing voor s.c. toediening in een voorgevulde spuit; o bij het begin van deel B bij week 12 wordt er bij deelnemers uit de arm met adalimumab als vergelijkingsmiddel overgegaan op behandeling met sonelokimab 240 mg gedurende de rest van het onderzoek, met toediening bij week 12, 14, 16, 18 en 20.
Inschatting van belasting en risico
Als blijkt dat sonelokimab, om te voldoen aan een onbeantwoorde medische
behoefte, een effectieve oplossing is voor de behandeling van HS, kunnen
grotere groepen patiënten met deze aandoening in de toekomst baat hebben bij de
deelname aan dit onderzoek.
Sonelokimab bleek in 2 klinische onderzoeken werkzaam te zijn bij patiënten met
psoriasis: een fase 1-onderzoek (M1095-PSO-101) en een fase 2-onderzoek
(M1095-PSO-201). Sonelokimab is echter niet onderzocht bij patiënten met HS en
er kan niet worden aangenomen dat deelnemers direct baat bij het gebruik ervan
zullen hebben.
Het onderzoek is ook opgezet om de mogelijke risico's voor deelnemers tot een
minimum te beperken. Bij alle proefpersonen worden bij het
geschiktheidsonderzoek procedures uitgevoerd met het doel de kans op en de
gevolgen van deze risico's tot een minimum te beperken. Daarnaast zal
regelmatige controle van de veiligheid tijdens de behandelperiode bij alle
proefpersonen ervoor zorgen dat onverwachte effecten van onderzoeksdeelname
snel worden vastgesteld en op een aangewezen wijze worden behandeld.
Mogelijke risico's van sonelokimab
Sonelokimab kan, net als andere middelen met een potentieel immunomodulerende
werking, het risico op infecties verhogen en er zijn in eerdere klinische
onderzoeken met sonelokimab als ongewenste voorvallen (adverse events, AE's)
infecties opgetreden. Bij blokkering van het IL-17-signaaltransductiepad met
monoklonale antilichamen die zijn gericht tegen IL-17A, IL-17A/F of IL-17RA is
er met name sprake van een verhoogd risico op mucocutane candida-infecties.
Patiënten met een actieve infectie worden niet in het onderzoek opgenomen en in
het onderzoek optredende infecties worden gezien en gevolgd als AE's.
Candida-infecties worden beschouwd als ongewenste voorvallen van bijzonder
belang (AESI's).
Injectieplaatsreacties zijn een frequente bevinding bij subcutaan toegediende
biologische therapieën en zijn eerder waargenomen bij tot 3% van de patiënten
die met sonelokimab zijn behandeld. Injectieplaatsreacties kunnen gemakkelijk
worden vastgesteld en kunnen gewoonlijk beheerst worden met standaard
behandelingen. Indien injectieplaatsreacties optreden, worden zij in dit
onderzoek gevolgd als AE's.
Alle op eiwit gebaseerde therapeutica kunnen in beginsel een immuunreactie
oproepen. Systemische overgevoeligheid kan zich manifesteren als anafylaxie,
pruritus, hypotensie, serumziekte of huidreacties. In klinische onderzoeken
naar sonelokimab zijn gevallen van pruritus en dermatitis gemeld. Deze gevallen
hangen niet samen met de ontwikkeling van antilichamen tegen sonelokimab (tegen
het geneesmiddel gerichte antilichamen [ADA's]). In dit onderzoek zal er
nauwlettend worden gecontroleerd op het optreden van hypertensie, en er is in
het protocol voorzien in richtlijnen voor de gevallen waarin de
onderzoeksbehandeling dient te worden gestaakt.
Men veronderstelt dat IL-17 een rol speelt bij het in stand houden van de
fysiologische, gezonde toestand van het darmslijmvlies. Blokkering van het
IL-17-signaaltransductiepad met monoklonale antilichamen die zijn gericht tegen
IL-17A, IL-17A/F of IL-17RA is in verband gebracht met een mogelijk verhoogd
risico op inflammatoire darmziekte. In de klinische onderzoeken die er tot nu
toe zijn uitgevoerd, zijn er geen nieuwe gevallen van inflammatoire darmziekte
(IBD) in verband gebracht met sonelokimab.
In onderzoek M1095-PSO-201 zijn gevallen van diarree gemeld, in een frequentie
die overeenkomt met die in de arm met het vergelijkingsmiddel (secukinumab, een
mAb dat IL-17A remt). Omdat diarree als een vroeg symptoom van verstoring van
de integriteit van de epitheelbarrière en de immunologische homeostase in de
darmen kan optreden, wordt diarree in dit onderzoek gevolgd als een AESI.
Andere veiligheidsitems die voor sonelokimab worden geëvalueerd, maar waarvoor
momenteel een mogelijk risico niet specifiek is vastgesteld, worden in de
Investigator*s Brochure (IB) besproken.
Publiek
MoonLake Immunotherapeutics AG Dorfstrasse 29
Zug 6300
CH
Wetenschappelijk
MoonLake Immunotherapeutics AG Dorfstrasse 29
Zug 6300
CH
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Is >= 18 jaar oud.
2. Is gediagnosticeerd met HS en heeft al minimaal 6 maanden klachten en
symptomen van HS.
3. Totale aantal AN (d.w.z. abcessen en/of inflammatoire noduli) is >= 5.
4. Er zijn bij de proefpersoon op >= 2 onderscheiden anatomische plekken
HS-afwijkingen aanwezig, waarvan minimaal één afwijking één of meerdere fistels
moet bevatten (d.w.z. Hurley-stadium II of III).
5. De proefpersoon heeft onvoldoende gereageerd op voor de behandeling van HS
geschikte systemische antibiotica (of kon systemische antibiotica voor de
behandeling van HS niet verdragen of heeft er een contra-indicatie voor).
6. De deelnemer dient volgens de goedgekeurde lokale productinformatie van
adalimumab geschikt te zijn voor de behandeling met adalimumab. Als er volgens
de lokale richtlijnen een thoraxfoto of een computertomografiescan (CT-scan)
voor tuberculose (tbc) vereist is, dient deze thoraxfoto of CT-scan binnen 3
maanden voorafgaand aan het geschiktheidsonderzoek te zijn gemaakt.
7. Als de proefpersoon een vrouw is, dient zij niet in de vruchtbare leeftijd
te zijn of dient zij ermee akkoord te gaan een zeer effectieve
anticonceptiemethode te gebruiken.
8. Bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd dient een serumzwangerschapstest op
humaan choriongonadotrofine (hCG) bij het geschiktheidsonderzoek negatief te
zijn, en een zwangerschapstest op urine dient negatief te zijn bij week 0/op
dag 1 voorafgaand aan de toediening van de onderzoeksbehandeling.
9. Als de deelnemer een man is, dient hij bereid te zijn om tijdens het
onderzoek en tot 12 weken na de laatste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel
bij seksuele activiteit met een partner die zwanger kan worden een condoom te
gebruiken, tenzij een van beiden operatief is gesteriliseerd.
10. De deelnemer dient volgens de onderzoeker betrouwbaar te zijn en in staat
te zijn zich te houden aan het protocol, het bezoekschema of het gebruik van de
medicatie.
11. Dient in staat te zijn het informatie- en toestemmingsformulier te
begrijpen en te ondertekenen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Heeft bekende overgevoeligheid voor sonelokimab, adalimumab of een van de
hulpstoffen in deze middelen.
2. Heeft >= 20 fistels met afscheiding.
3. Heeft een andere actieve (huid)aandoening die een probleem kan vormen voor
de beoordeling van HS.
4. De proefpersoon gebruikt momenteel een of meer van de in het protocol
gespecificeerde niet-toegestane behandelingen of is van plan om die te
gebruiken.
5. Proefpersonen die worden opgenomen in een niet-antibiotisch stratum: gebruik
van systemische antibiotica voor de behandeling van HS binnen 28 dagen.
6. Is eerder blootgesteld aan of neemt deel aan een onderzoek naar brodalumab
(anti-IL-17RA) en/of bimekizumab (anti-IL17A/F).
7. Is ongeschikt voor behandeling met interleukine-17A (IL-17A) en
antitumornecrosefactor alfa (anti-TNF-α).
8. Is eerder blootgesteld aan meer dan 2 biologische responsmodificatoren.
9. Is gediagnosticeerd met colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn.
10. De proefpersoon heeft een actieve infectie of infecties in de medische
voorgeschiedenis.
11. Is een deelnemer met gegevens die wijzen op een tuberculose-infectie (TB),
tenzij de volgende criteria van toepassing zijn:
i. bij een volledig diagnostisch onderzoek binnen 12 weken zijn geen
aanwijzingen voor actieve TB infectie gevonden;
ii. als bij een volledig diagnostisch onderzoek positieve of latente tbc is
vastgesteld, dient de proefpersoon minimaal 4 weken eerder een toereikende
behandeling te hebben doorlopen.
12. Heeft momenteel een niet-tuberculeuze mycobacteriële (NTM) infectie of
heeft een pulmonale NTM-infectie in de medische voorgeschiedenis.
13. Heeft momenteel een acute of chronische hepatitis B-virusinfectie
(HBV-infectie) of hepatitis C-virusinfectie (HCV-infectie).
14. Is een proefpersoon met gegevens die wijzen op infectie met het humaan
immunodeficiëntievirus (hiv).
15. De proefpersoon is positief getest op infectie met severe acute respiratory
syndrome coronavirus-2 (SARS-CoV-2).
16. Heeft momenteel een maligniteit of heeft in de afgelopen 5 jaar een
maligniteit gehad, met de volgende uitzonderingen:
a. <= 3 basaalcelcarcinomen van de huid met volledige excisie of ablatie;
b. één plaveiselcelcarcinoom van de huid niet ernstiger dan stadium T1 met een
geslaagde behandeling en geen aanwijzingen voor recidief in de afgelopen 2 jaar
of langer;
c. keratosis actinica;
d. plaveiselcelcarcinoom in situ van de huid met geslaagde behandeling > 6
maanden geleden;
e. behandeld en als genezen beschouwd plaatselijk carcinoom in situ van de
baarmoederhals.
17. Heeft een lymfoproliferatieve aandoening in de medische voorgeschiedenis,
inclusief lymfoom en actieve klachten en symptomen die wijzen op een
lymfoproliferatieve aandoening.
18. Heeft een primaire immunodeficiëntie, een eerdere splenectomie of een
immunosuppressieve aandoening, inclusief gebruik van immunosuppressiva na een
orgaantransplantatie.
19. Er is bij de proefpersoon binnen 6 maanden een grote operatie (bijv.
heupgewrichtsprothese, verwijdering aneurysma) uitgevoerd of de proefpersoon is
van plan om tijdens het onderzoek een dergelijke operatie te ondergaan.
20. Heeft momenteel of in de medische voorgeschiedenis een klinisch
significante medische aandoening, of er is een andere reden, waaronder een
lichamelijke, psychische of psychiatrische aandoening, die de veiligheid in
gevaar zou brengen of een probleem zou opleveren voor de deelname van de
proefpersoon aan het onderzoek, waardoor de deelnemer ongeschikt is voor
gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel of waardoor de deelnemer risico loopt.
21. Er is bij de proefpersoon binnen 8 weken een levend (inclusief levend
verzwakt) vaccin toegediend, of dit is gepland tijdens het onderzoek en tot
minimaal 12 weken na de laatste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel.
22. Er is bij de proefpersoon binnen 1 jaar het Bacillus Calmette-Guérin-vaccin
toegediend.
23. Er is bij de proefpersoon sprake van suïcide-ideatie of manifeste suïcidale
gedragingen; van een suïcidepoging (inclusief een feitelijke, onderbroken of
afgebroken poging) in de voorgeschiedenis; of van suïcide-ideatie in de
afgelopen 6 maanden.
24. De proefpersoon heeft een matig-ernstige of een ernstige depressie. Het is
toegestaan dat de proefpersoon 1 middel voor behandeling van depressie
gebruikt, op voorwaarde van een stabiele dosering in de voorafgaande 4 weken.
Proefpersonen die meerdere middelen voor de behandeling van depressie
gebruiken, komen niet in aanmerking voor deelname aan het onderzoek.
25. De proefpersoon heeft een ernstige bijkomende hart- en vaatziekte,
inclusief myocardinfart, instabiele angina pectoris, beroerte, hartfalen klasse
III of IV per New York Heart Association (NYHA) of ongecontroleerde hypertensie.
26. Klinisch significante ecg-afwijkingen op centraal beoordeeld ecg bij het
geschiktheidsonderzoek.
27. De proefpersoon heeft bij het geschiktheidsonderzoek afwijkende
laboratoriumwaarden.
28. De proefpersoon is opgenomen in een ander interventioneel onderzoek naar
een medisch hulpmiddel of geneesmiddel, of was in zo'n onderzoek opgenomen in
de afgelopen voorafgaande 28 dagen of tijdens de voorafgaande 5
halfwaardetijden van het onderzoeksgeneesmiddel; de langste periode geldt.
29. De proefpersoon is zwanger of geeft borstvoeding of is van plan om tijdens
de deelname aan het onderzoek of in de periode tot maximaal 12 weken na de
laatste dosis van het onderzoeksgeneesmiddel zwanger te worden.
30. Chronisch alcohol- of drugsgebruik in het afgelopen jaar.
31. De proefpersoon is een medewerker of een direct familielid van een
medewerker van de opdrachtgever, of op de onderzoekslocatie, of van een externe
organisatie die is betrokken bij het onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-005928-38-NL |
CCMO | NL80713.100.22 |