Evalueren van de werkzaamheid van OT-101 oogdruppels bij de behandeling van de progressie van myopie bij kinderen na een behandeling van 3 jaar. Evauleren van de veiligheid en verdraagbaarheid van OT-101 oogdruppels bij kinderen met myopie.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Visusstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair werkzaamheidseindpunt: Percentage proefpersonen met -0,75D progressieve
myopie bij Maand 36 gedefinieerd als een toename in sferische equivalenten van
-0,75D of meer zoals beoordeeld met cycloplegische autorefractie.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste secundaire
- Verandering van de basislijn tot maand 36 in sferisch equivalent (D) van het
studieoog zoals bepaald door cycloplegische autorefractie
- Verandering van de basislijn tot maand 36 in axiale lengte van het studieoog
zoals gemeten door cycloplegische biometrie (zal worden geselecteerd en
hetzelfde apparaat zal worden gebruikt gedurende de gehele duur van deze
studie)
Secundair
- Percentage studieogen met een jaarlijkse myopieprogressie tot Maand 36 *
-0,50 D
- Verandering van de basislijn tot elk bezoek tot maand 36 in sferisch
equivalent (D) van het studieoog zoals beoordeeld door cycloplegische
autorefractie
- Percentage studieogen met -0,75 D progressieve myopie vanaf maand 36 tot elk
bezoek na maand 36, gedefinieerd als een toename in sferisch equivalent van
-0,75 D of meer zoals beoordeeld met cycloplegische autorefractie
- Verandering in sferisch equivalent (D) van het studieoog, zoals bepaald door
cycloplegische autorefractie, tussen maand 36 en elk bezoek na maand 36
- Verandering van basislijn tot elk bezoek in de axiale lengte van het
studieoog zoals gemeten door cycloplegische biometrie (zal worden geselecteerd
en hetzelfde apparaat zal worden gebruikt gedurende de gehele duur van deze
studie)
- Verandering van maand 24 tot maand 36 in sferisch equivalent (D) van het
studieoog, zoals beoordeeld door handmatige cycloplegische refractie
- Percentage studieogen in elk van de volgende categorieën van verandering van
sferisch equivalent ten opzichte van de uitgangswaarde bij elk bezoek: *-0,50
D, -0,75 D, -1,0 D, -1,5 D of groter (in stappen van 0,5 D) zoals beoordeeld
met cycloplegische autorefractie
Percentage studieogen binnen elk van de volgende verandering van
sferische-equivalentcategorieën van maand 36 bij elk bezoek na maand 36: *-0,50
D, - 0,75 D, -1,0 D, -1,5 D of meer (in stappen van 0,5 D) zoals beoordeeld met
cycloplegische autorefractie
Achtergrond van het onderzoek
Myopie (bijziendheid) is een oogheelkundige aandoening waarbij het licht zich
vóór het netvlies (de achterkant van het oog) concentreert in plaats van erop.
De aandoening ontstaat wanneer het oog te lang wordt (dus iets meer een ovale
vorm krijgt) of door een defect in het brekingsvermogen (buigen van licht) van
het hoornvlies (voorste deel van het oog) en/of de lens, waardoor voorwerpen in
de verte wazig lijken. Myopie is een wereldwijd probleem; in het Verenigd
Koninkrijk is het aantal bijziende kinderen in de afgelopen 50 jaar meer dan
verdubbeld.
De risico's voor het worden van zeer bijziend zijn: ouders met bijziendheid,
Oost-Aziatische etnische afkomst, bijziendheid voor de leeftijd van negen jaar,
beperkte tijd buitenshuis doorgebracht en meer tijd besteed aan activiteiten
met bijziendheid (smartphone en computers). Vroege tekenen en symptomen van
bijziendheid zijn scheelzien, vermoeide ogen en hoofdpijn. Bijziendheid is een
progressieve ziekte (wat betekent dat de bijziendheid erger wordt naarmate het
oog groeit). Deze progressie van bijziendheid leidt ertoe dat u vaker naar de
oogarts of optometrist moet om uw bril te laten aanpassen. Hoe hoger het
voorschrift van de bril, hoe dikker en zwaarder de glazen zijn. In plaats van
bijziendheid te behandelen, behandelen opticiens en oogartsen momenteel de
optische gevolgen ervan door brillen en contactlenzen voor te schrijven of te
kiezen voor laserrefractieve chirurgie, wat niet beschikbaar is voor patienten
onder de 18 jaar. Door de progressie van bijziendheid te vertragen, onder
controle te houden en eventueel te behandelen, zou het dragen van brillen of
contactlenzen echter minder belastend zijn.
Doel van het onderzoek
Evalueren van de werkzaamheid van OT-101 oogdruppels bij de behandeling van de
progressie van myopie bij kinderen na een behandeling van 3 jaar. Evauleren van
de veiligheid en verdraagbaarheid van OT-101 oogdruppels bij kinderen met
myopie.
Onderzoeksopzet
Multi-center, gerandomiseerd, dubbel-gemaskeerd, parallel-groep,
doeltreffendheids- en veiligheidsonderzoek.
Controle: medium (placebo).
Deze studie zal ongeveer 4 jaar duren. Screening zal ongeveer 2 weken duren.
Fase 1, waarin proefpersonen worden gerandomiseerd in een 2:1 verhouding naar
OT-101 oogdruppeloplossing of placebo, zal ongeveer 3 jaar duren. Fase 2,
waarin proefpersonen die eerder OT-101 Ophthalmic Solution kregen, opnieuw
worden gerandomiseerd om OT-101 Ophthalmic Solution te blijven gebruiken of
over te stappen op placebo, en proefpersonen die eerder placebo kregen, placebo
zullen blijven gebruiken, duurt ongeveer 1 jaar.
Proefpersonen zullen worden gestratificeerd naar leeftijd (basisleeftijd: 3-4,
5-8, 9-12, 13-15 jaar oud) en refractieafwijking (basisrefractieafwijking:
-1,00 D tot -3,00 D, >-3,00 D tot -6,00 D.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle proefpersonen krijgen één druppel van het studiegeneesmiddel in elk oog voor het slapen gaan: - OT-101 oogheelkundige oplossing (QD) - Placebo (medium) oogheelkundige oplossing (QD)
Inschatting van belasting en risico
Patiënten, ouders -en/of voogden dienen in 4 jaar tijd, 11 bezoeken aan het
ziekenhuis te brengen. Het kan zijn dat het kind de school / kleuterschool /
crèche moet missen. Zij zullen thuis een dagboek moeten invullen om de inname
van oogdruppels bij te houden. Patiënten zullen worden gevolgd voor de
veiligheid tijdens de studie.
Aan patiënten die om welke reden dan ook de behandeling met studiemedicatie
willen beëindigen, zal de mogelijkheid worden geboden om in het onderzoek te
blijven voor veiligheidsbezoeken.
Veiligheidsbeoordelingen die zullen worden gedaan:
- Best gecorrigeerde afstand VA
- Spleetlamp biomicroscopie
- Gedilateerde indirecte oftalmoscopie
- IOP
- Beoordeling van endotheelcellen
- Ongewenste voorvallen (AE's) (gemeld, uitgelokt en waargenomen)
- Dagboek voor dosering en bijwerkingen
- Accommodatieve amplitude van autorefractor
- Diameter van de pupil
Allergische reacties kunnen bij elk geneesmiddel optreden. Risico's in verband
met de oogdruppels kunnen de vorm aannemen van jeuk, ademhalingsmoeilijkheden,
huiduitslag en/of daling van de bloeddruk. In zeer zeldzame gevallen kan een
kind een levensbedreigende allergische reactie krijgen. Waargenomen
bijwerkingen van atropinesulfaat 0,01% oogheelkundige oplossing zijn fotofobie
(1,0% - 9,6% voorgekomen in andere onderzoeken), slecht/ wazig gezichtsvermogen
dichtbij/ leesproblemen (0%-5,0% voorgekomen), allergische conjunctivitis,
terugkerende allergische blepharitis (2,7% - 4% voogerkomen in andere
onderzoeken), verwijding van de pupil (1,0-5,0% voorgekomen).
Een kind kan al dan niet rechtstreeks baat hebben bij deelname aan de
onderzoeksstudie. Wij hopen dat als een kind atropine krijgt, dit de progressie
van zijn bijziendheid kan tegengaan zodat deze niet verergert. Dit kan echter
niet worden gegarandeerd. De informatie die we uit dit onderzoek krijgen, kan
ons helpen om de toename van bijziendheid bij toekomstige patiënten te
verminderen en kan ons helpen om bijziendheid beter te begrijpen.
Publiek
Room 502-1, Want Want Plaza, Shimen Yi Road No. 211
Jing'an District, Shanghai 200041
CN
Wetenschappelijk
Room 502-1, Want Want Plaza, Shimen Yi Road No. 211
Jing'an District, Shanghai 200041
CN
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De proefpersonen moeten ann het volgende voldoen:
1. Een ouder of wettelijke voogd van elk proefpersoon moet schriftelijke
geïnformeerde toestemming geven en het HIPAA-formulier (of gelijkwaardig,
indien van toepassing) ondertekenen, dat is goedgekeurd door de desbetreffende
Institutionele Toetsingscommissie (IRB)/Ethisch Comité (EC). Wanneer dit in de
praktijk en op grond van de plaatselijke voorschriften nodig is, moet ook de
instemming van het kind worden gevraagd voordat het in het onderzoek wordt
opgenomen;
2. in staat zijn om aan de studievereisten te voldoen, alle studiebezoeken bij
te wonen, de moedertaal van de proefpersoon te lezen en te begrijpen en
vergezeld te worden door een ouder/wettelijke voogd;
3. Tussen 3-15 jaar oud zijn, ongeacht het geslacht, ras of de etnische
afkomst, bij bezoek 1 (dag -14 tot -1);
4. Een refractieafwijking hebben zoals gemeten door cycloplegische
autorefractie bij de nulmeting (bezoek 1) van:
a) bijziendheid tussen -1,00 D en -6,00 D, met inbegrip van sferisch
equivalent
b) astigmatisme kleiner dan of gelijk aan 1,50 DC
5. Hebben anisometropie * 1,0D sferische equivalent bij Bezoek 1;
6. een best gecorrigeerde gezichtsscherpte voor de verte (BCVA) hebben van
logaritme van de minimale hoek van resolutie (logMAR) *0,4 (ongeveer Snellen
20/50) voor 3-jarigen; logMAR *0,3 (ongeveer Snellen 20/40) voor 4-jarigen;
logMAR *0. 18 (ongeveer Snellen 20/30) voor * 5-jarigen) in elk oog zoals
gemeten met een Early Treatment for Diabetic Retinopathy Study (ETDRS) kaart
[R,1 of 2], of Lea kaart voor proefpersonen die het alfabet niet kennen, op
bezoek 1 en bezoek 2;
7. In staat en bereid zijn om alle verboden medicijnen te vermijden tijdens de
wash-out periode tussen de screening en de randomisatie en tijdens de studie
zonder noemenswaardig risico voor de proefpersoon
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
De proefpersonen mogen geen,
1. contra-indicaties of gevoeligheid voor atropine, de studie medicijnen, of
onderdelen daarvan hebben;
2. klinisch significante abnormale bevindingen uit spleetlamp biomicroscopisch
onderzoek hebben (bv. staar) die het best gecorrigeerde gezichtsscherpte in
beide ogen bij screening of een bekende geschiedenis van klinisch significante
spleetlamp bevindingen in beide ogen kunnen beïnvloeden ;
3. klinisch significante abnormale bevindingen hebben bij indirect gedilateerd
fundoscopisch onderzoek in een van beide ogen bij screening, of een bekende
geschiedenis van een klinisch belangrijke netvliesbevindingen in beide ogen;
4. aanwijzingen hebben voor een oogbewegingsstoornis of beperking van
extraoculaire beweging (bijv. nystagmus);
5. actieve oculaire infectie hebben (d.w.z. een bacteriële, virale of schimmel);
6. actieve of een geschiedenis van chronische of terugkerende episodes van
oculaire ontsteking (bijv. matige tot ernstige blefaritis, allergische
bindvliesontsteking, perifere ulceratieve keratitis, scleritis) in beide ogen
hebben;
7. geschiedenis van oculaire herpetische infectie, iritis, scleritis of
uveïtis, actief of inactief bij screening hebben;
8. behandeling voor myopiebestrijding hebben ondergaan, met inbegrip van
atropine, orthokeratologie, rigide gasdoorlaatbare contactlenzen, bifocale
contactlenzen, progressieve toevoeging brillenglazen, of andere lenzen om
bijziendheid te verminderen in de vorige 6 maanden. Myopische correctie in de
vorm van een enkelzichtbril en/of single-vision zachte contactlenzen zijn
toegestaan;
9. enkele vorm van refractieve oogchirurgie ondergaan hebben, inclusief
incisie, keratotomie, fotorefractieve keratectomie [PRK], laser in situ
keratomileusis [LASIK], laser-geassisteerde sub-epitheliale keratectomie
[LASEK]), hoornvliesinlegprocedures, geleidende keratoplastiek, kleine incisie
lenticule-extractie (SMILE), cataract-extractie, of elke vorm van intraoculaire
lensimplantatie;
10. intraoculaire druk (IOP) die < 9 millimeter kwik (mmHg) of > 21 mmHg in
beide ogen is, of een voorafgaande diagnose hebben van oculaire hypertensie of
glaucoom of momenteel wordt behandeld met eender welk type van IOP-verlagende
(glaucome) medicatie.
11. chirurgische ingreep gehad hebben (oculair of systemisch) binnen 6 maanden
vóór Bezoek 1, of een geplande chirurgische ingreep tijdens het onderzoek;
12. Gebruik van een van de volgende afgekeurde medicijnen of therapieën via
welke toedieningsweg dan ook gedurende de 2 weken (14 dagen) voorafgaand aan
Bezoek 2 (dag 1):
a. alle oogheelkundige producten op recept of vrij verkrijgbaar (Gebruik van
conserveringsmiddelvrije kunsttranen is toegestaan, maar mag niet worden
gebruikt binnen 2 uur na toediening van de studiemedicatie. Gebruik van
smerende zalfvorm van kunsttranen voor het slapen gaan is toegestaan maar moet
ten minste 15 minuten na toediening van de studiemedicatie worden gebruikt).
b. monoamine oxidase remmers
c. atropine, pirenzepine, of een ander anti-muscarine middel
d. geneesmiddelen die de pupil of de accommodatie beïnvloeden
e. orthoK, starre gasdoorlaatbare, bifocale, multifocale of andere lenzen om de
progressie van myopie te verminderen
Bovendien zijn de groepen b - e hierboven niet toegestaan voor de duur van het
onderzoek.
13. De verwachte noodzaak om gebruik te maken van chronische oftalmologische of
systemische orale corticosteroïden tijdens het onderzoek. Intranasaal,
geïnhaleerd, actueel dermatologisch, intra-articulaire, perianale steroïden en
kortdurende orale steroïden (< 2 weken) zijn toegestaan;
14. niet deelnemen aan elk ander onderzoek naar onderzoeks therapie tijdens het
onderzoek periode of binnen 30 dagen voor Bezoek 1;
15. Vrouwelijke proefpersonen die zwanger zijn, borstvoeding geven of van plan
zijn zwanger te worden op op elk moment tijdens het onderzoek;
16. Geschiedenis of actueel bewijs hebben van een medische aandoening die de
patiënt vatbaar maakt voor degeneratieve myopie (bijvoorbeeld het
Marfan-syndroom, Sticklersyndroom) of een aandoening die de visuele functie of
ontwikkeling kan beïnvloeden (bv. diabetes) mellitus, chromosoomafwijking)
17. aandoening van het centrale zenuwstelsel hebben (bijv. epilepsie,
hersenaandoeningen, syndroom van Down)
178 voorwaarde of situatie hebben, die naar de mening van de Rechercheur de
persoon die een verhoogd risico loopt, de studiegegevens verwarren of
aanzienlijk ingrijpen met de deelname van het onderwerp aan de studie, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, onstabiele: cardiovasculair, lever, nier,
luchtwegen, gastro-intestinaal, endocrien, immunologische, dermatologische,
hematologische, neurologische of psychiatrische ziekte.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-003976-42-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04770610 |
CCMO | NL76536.078.21 |