Onderzoeken van de hypothese dat zowel patiënten met een VKBr als controles zonder knieletsel een significant veranderde sprongafstand laten zien tijdens sprongtesten met een neurocognitieve lading ten opzichte van traditionele sprongtesten.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Pees-, ligament- en kraakbeenaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is het verschil in sprongafstand tussen een
traditionele sprongtest en de sprongtesten met toegevoegde neurocognitieve
lading in 1) patiënten na VKBr en 2) controles zonder knieletsel. De
sprongafstand wordt gemeten vanaf de lijn waarachter de deelnemer klaar staat
tot de hak van de voet waarop geland wordt. De sprongafstand wordt vervolgens
vergeleken tussen de traditionele sprongtest, de eerste neurocognitieve
sprongtest en de tweede neurocognitieve sprongtest.
Secundaire uitkomstmaten
De eerste secundaire uitkomstmaat is het verschil in het links-rechts een
traditionele sprongtest en het links-rechts verschil bij sprongtesten met
toegevoegde neurocognitieve lading in patiënten na een VKBr en controles zonder
knieletsel. Andere secundaire uitkomstmaten bestaan uit parameters die worden
afgeleid van de spieractiviteit en gewrichtshoeken, gemeten met respectievelijk
EMG en 3D bewegingssensoren.
Achtergrond van het onderzoek
Een voorste kruisbandreconstructie (VKBr) is de gouden standaard voor herstel
van kniestabiliteit bij jonge sportief actieve patiënten. Na een VKBr verwacht
meer dan 90% van de amateursporters terug te kunnen keren naar het
preoperatieve sportniveau. Helaas blijkt dat slechts 55% van de patiënten dit
doel daadwerkelijk bereikt. Daarnaast is het zeer verontrustend dat 23-33% van
de sporters onder de 25 jaar een nieuwe VKB-ruptuur krijgt aan dezelfde, of de
andere knie. Het merendeel van deze nieuwe blessures treedt op binnen twee jaar
na terugkeer naar de sport, waarvan de helft in de eerste 6 maanden na
terugkeer naar sport. Dit impliceert dat er mogelijk een mismatch bestaat
tussen het afronden van de revalidatie en het hervatten van de sport. Om te
bepalen of patiënten terug kunnen keren naar de sport wordt vaak gebruik
gemaakt van sprongtesten. Deze sprongtesten zijn mogelijk niet specifiek genoeg
om te bepalen of een atleet klaar is om terug te keren naar zijn/haar sport. In
dit onderzoek worden sprongtesten geëvalueerd waaraan een neurocognitieve
lading is toegevoegd. Op deze manier worden de sport specifieke taken wellicht
beter gerepresenteerd. De sprongen worden geïnstrumenteerd uitgevoerd zodat ook
de kwaliteit van bewegen kan worden geëvalueerd. De uitkomsten van dit
onderzoek geven meer informatie over welke testen meer inzicht geven over of
een patiënt klaar is om terug te keren naar de sport. Met dit inzicht kan in de
toekomst de revalidatie beter aangepast worden op de behoefte van de patiënt,
waardoor het aantal re-rupturen en/of het aantal patiënten dat niet terugkeert
op hun oude sportniveau hopelijk kan worden verminderd.
Doel van het onderzoek
Onderzoeken van de hypothese dat zowel patiënten met een VKBr als controles
zonder knieletsel een significant veranderde sprongafstand laten zien tijdens
sprongtesten met een neurocognitieve lading ten opzichte van traditionele
sprongtesten.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is een twee-armig cross-sectioneel patiënt controle onderzoek,
bestaande uit 30 patiënten met een VKBr en 30 controles zonder knieletsel.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers aan het onderzoek worden gevraagd een afstand van 15 meter heen en weer te lopen en drie verschillende sprongtesten uit te voeren terwijl zij bewegings- en EMG-sensoren dragen. Bij de eerste sprongtest mag de deelnemer zelf bepalen wanneer hij/zij springt. Bij de tweede sprongtest wordt gevraagd om te springen zodra een lampje gaat branden. Bij de derde en laatste sprongtest is het afhankelijk van de kleur van het lampje of de deelnemer wel of niet mag springen. Bij iedere sprongtest moeten drie goede sprongen gemaakt worden met het rechterbeen en drie met het linkerbeen.
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan dit onderzoek kost ongeveer 60-90 minuten tijd van deelnemers. Dit
wordt beschouwd als een geringe extra belasting, zeker gezien het feit het
onderzoek indien mogelijk gekoppeld wordt aan een bestaande afspraak (in het
geval van de VKBr-patiënten) en in andere gevallen gepland kan worden op het
moment dat het de deelnemer het beste uitkomt zodat er geen vrij hoeft worden
genomen van school, studie of werk. De sprongtesten waarbij de deelnemer pas
mag springen als het lampje aangaat zullen iets moeilijker zijn dan de
sprongtesten die standaard deel uit maken van de revalidatie na een VKBr. Het
kan zijn dat springen met het geopereerde been enig ongemak veroorzaakt aan de
knie. Er bestaat daarnaast een gering risico dat de deelnemer bij de landing na
de sprong door de knie zakt. In wetenschappelijke literatuur zijn hiervan geen
gevallen gerapporteerd. Deelname aan dit onderzoek brengt niet meer risico*s
met zich mee dan deelname aan een training, wedstrijd of een
fysiotherapeutische behandeling. Voor de deelnemers zonder knieletsel zijn dit
alledaagse bewegingen die ze ook bij hun sport zullen maken en derhalve brengt
deze test geen extra risico*s met zich mee.
Publiek
Geerdinksweg 141
Hengelo 7555 DL
NL
Wetenschappelijk
Geerdinksweg 141
Hengelo 7555 DL
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Om in aanmerking te komen voor deelname aan dit onderzoek, dient een deelnemer
van de VKBr groep te voldoen aan de volgende criteria:
- Ten tijde van de inclusie een leeftijd van 18 t/m 30 jaar
- Primaire VKBr, blijkend uit anamnese en lichamelijk onderzoek en aanvullend
onderzoek (MRI);
- Fysiotherapie tijdens de revalidatie na VKBr;
- Tussen de 6-24 maanden na VKBr.
Om in aanmerking te komen voor deelname aan dit onderzoek, dient een deelnemer
in de controlegroep te voldoen aan de volgende criteria:
- Ten tijde van de inclusie een leeftijd van 18 t/m 30 jaar;
- Geen letsel aan de knie die blijvende invloed heeft op de stabiliteit van de
knie, zoals een VKB-ruptuur.
- Geen blessure aan de onderste extremiteiten in de 6 maanden voor deelname aan
de studie wat resulteerde in meer dan 2 weken niet kunnen sporten;
- Geen motorische beperking op het moment van de meting.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een potentiële deelnemer die aan een van de volgende criteria voldoet, wordt
uitgesloten van deelname aan dit onderzoek:
- Kleurenblindheid;
- Visuele beperking;
- Neurologische beperkingen.
Een potentiële deelnemer van de VKBr groep die aan een van de volgende criteria
voldoet, wordt uitgesloten van deelname aan dit onderzoek:
- Complicaties gedurende de revalidatie (re-ruptuur, additionele knieschade
en/of geen functioneel herstel na 6 maanden);
- Bilaterale VKB-ruptuur en/of revisie VKBr;
- Multiligamentair knieletsel;
- Zwelling van de knie, gedefinieerd als stroke > 2;
- Degeneratieve veranderingen in het kniegewricht;
- Chirurgische procedures of letsel van het contralaterale been.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL77864.100.21 |