Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512211-41-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. In deze studie onderzoeken wij of een combinatie van immunotherapie, gevolgd door chemotherapie en bestraling van de blaas,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Effectiviteit, gedefinieerd als overleving met blaasbehoud zonder events. De
volgende gebeurtenissen worden beschouwd als een event:
- Overlijden ongeacht de oorzaak
- Spierinvasie terugkeer van ziekte in de blaas of ureter, distaal van de
kruising met de arteria iliaca communis
- Terugkeer van ziekte in de lymfeklieren of metastasen op afstand
- Cystectomie
- Overstap naar chemotherapie met cisplatin
Overleving met blaasbehoud zonder events zal worden bepaald vanaf de initiatie
van studie medicatie middels een CT-scan, een mpMRI in geselecteerde centra en
een cystoscopie. Ten tijde van analyse zal bij een patient zonder event de
laatste CT-scan, mpMRI of cystoscopie worden beoordeeld.
.
Secundaire uitkomstmaten
Effectiviteit : andere effectiviteits eindpunten zoals:
- Progressie-vrije overleving, gedefinieerd als de tijd tussen start van
behandeling tot een van de volgende gebeurtenissen:spierinvasieve terugkeer van
ziekte in de blaas of ureter, distaal van de kruising met de arteria iliaca
communis, lymfeklieren of metastasen op afstand, overstap naar chemotherapie
met cisplatine of overlijden ongeacht de oorzaak. De beslissing om toch een
cystectomie te verrichten wordt niet als een event beschouwd, aangezien
progressie-vrije overleving bedoeld is als effectiviteitsmaat voor inductie
behandeling.
- Overleving, gedefinieerd als de tijd tussen de dag van inclusie en de dag van
overlijden. Bij patienten waar niets is gedocumenteerd over overlijden zal
overleving beoordeeld worden tot de laatste dag waarvan bekend is dat de
patient nog in leven was.
- De hoeveelheid niet spierinvasieve urotheel carcinomen van de blaas
Veiligheid
- Haalbaarheid om door te gaan met chemoradiatie (CRT), beoordeeld op basis van
CT, mpMRI en de inschatting van de behandelend arts na het afronden van
immuuntherapie. Indien er geen progressie van ziekte is en er zijn geen
contra-indicaties om door te gaan met CRT, wordt CRT haalbaar geacht.
- Veiligheid van CRT
- Veiligheid van ipilimumab/nivolumab
- Veiligheid van CRT als consolidatieve behandeling na inductie met
ipilimumab/nivolumab.
Bijwerkingen van alle graderingen worden bijgehouden, ongeacht of ze
gerelateerd zijn aan studie behandeling. Bijwerkingen worden beoordeeld aan de
hand van CTCAE 5.0.
De diagniostiche waarde van mpMRI blaas
Tumorevaluatie middels op kunstmatige intelligentie gebaseerde radiologische
assessments zowel voorafgaand als tijdens behandeling zal worden gebruikt om
nonresponders te kunnen identificeren.
Translationele eindpunten
Biomarkers - PD-L1, TMB, moleculaire subtypes, predictieve waarde van ctDNA (in
urine en plasma) en kunstmatige intelligentie zal beoordeeld worden om te zien
of er een correlatie bestaat met terugkeer van ziekte en overleving
Subjectieve eindpunten
Kwaliteit van leven en blaasfunctie
Achtergrond van het onderzoek
Patiënten met een blaastumor die doorgroeit in de spierlaag en waarbij mogelijk
ook lymfeklieren tumorcellen bevatten, kunnen worden behandeld met een
operatie, waarbij o.a. de tumor, de blaas en de lymfeklieren worden verwijderd.
Omdat de tumor na een operatie nog regelmatig terug kan keren, is het soms
mogelijk om met chemotherapie te worden behandeld voorafgaand aan de operatie.
Een dergelijke operatie brengt belangrijke risico*s met zich mee, en beïnvloedt
de kwaliteit van leven aanzienlijk. Een alternatief voor een operatie is
behandeling met chemotherapie en bestraling, zogenaamde chemoradiatie. Hiermee
kan de blaas behouden blijven.
Immuuntherapie is een behandeling die het afweersysteem stimuleert om
tumorcellen aan te vallen. Voorbeelden van immuuntherapie zijn ipilimumab en
nivolumab In een eerdere studie, die inmiddels is afgerond, zijn 24
proefpersonen met blaastumoren behandeld met ipilimumab en nivolumab. In deze
studie kon iedereen na voorbehandeling met immuuntherapie geopereerd worden.
Bij 23 van de 24 proefpersonen was dit binnen 12 weken. Bij 1 van de 24
proefpersonen vond de operatie vanwege bijwerkingen een maand later plaats. Na
behandeling met ipilimumab en nivolumab werd bij 19 van de 24 proefpersonen een
verkleining (of zelfs totale verdwijning) van de tumor gezien.
Gebaseerd op hoopgevende resultaten van immuuntherapie, willen we in deze
studie eerst behandelen met immuuntherapie om de tumor te verkleinen.
Vervolgens zal de overgebleven tumor worden behandeld met chemotherapie en
bestraling. Door de volgorde van deze behandeling hopen wij het risico op
terugkeer van de tumor zo klein mogelijk te maken. Indien dit een effectieve
behandeling is, zou dit kunnen betekenen dat minder mensen met een blaastumor
een blaasverwijdering moeten ondergaan.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512211-41-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
In deze studie onderzoeken wij of een combinatie van immunotherapie, gevolgd
door chemotherapie en bestraling van de blaas, ervoor kan zorgen dat patiënten
met blaastumoren hun blaas kunnen behouden zonder terugkeer van de tumor.
Onderzoeksopzet
Patienten worden eerst behandeld met 3 cycli immuuntherapie:
- Dag 1: ipilimumab 3 mg/kg
- Dag 22: ipilimumab 1 mg/kg + nivolumab 3 mg/kg
- Dag 43: nivolumab 3 mg/kg
Na deze inductiebehandeling volgt er een respons evaluatie middels cystoscopie,
CT thorax/abdomen en mpMRI van de blaas.
Indien bij de evaluatie onderzoeken blijkt dat de tumor niet toegenomen is,
wordt de blaas behandeld met bestraling in combinatie met chemotherapie. Dit is
een standaardbehandeling waarbij de bestraling gegeven wordt volgens het
gebruikelijke protocol in het ziekenhuis, meestal gedurende vier tot vijf
achtereenvolgende weken van maandag t/m vrijdag.
Het schema voor de chemotherapie ziet er als volgt uit:
- Eenmalig mitomycine C op dag 1 van bestraling
- Keuze uit 5-FU i.v. voor 5 dagen in week 1 en in week 4 van de bestraling of
capecitabine tabletten op dezelfde dagen als bestraling
Na chemoradiatie volgt er na 3 maanden opnieuw een respons evaluatie middels
cystoscopie, CT thorax abdomen en een mpMRI van de blaas in geselecteerde
centra. Follow-up vindt plaats 6, 12, 18, 24, 30 en 36 maanden na het afronden
van chemoradiatie.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patienten worden eerst behandeld met 3 cycli immuuntherapie: - Dag 1: ipilimumab 3 mg/kg - Dag 22: ipilimumab 1 mg/kg + nivolumab 3 mg/kg - Dag 43: nivolumab 3 mg/kg Na deze inductiebehandeling volgt er een respons evaluatie middels cystoscopie, CT thorax/abdomen en mpMRI van de blaas. Indien geen progressie van ziekte wordt gezien, wordt de blaas behandeld met bestraling in combinatie met chemotherapie. Dit is een standaardbehandeling waarbij de bestraling gegeven wordt volgens het gebruikelijke protocol in het ziekenhuis, meestal gedurende vier tot vijf achtereenvolgende weken van maandag t/m vrijdag. Het schema voor de chemotherapie ziet er als volgt uit: - Eenmalig mitomycine C op dag 1 van bestraling - Keuze uit 5-FU i.v. voor 5 dagen in week 1 en in week 4 van de bestraling of capecitabine tabletten op dezelfde dagen als bestraling
Inschatting van belasting en risico
Deelname aan het onderzoek kost extra tijd. Patienten dienen driemaal naar het
ziekenhuis te komen voor intraveneuze behandeling met immuuntherapie. Verder
vinden er een aantal extra controles plaats. Ook het ziekenhuisbezoeken voor
respons evaluatie na immuuntherapie, waarbij een CT en mpMRI-scan wordt
gemaakt, kan tot drie uur in beslag nemen. Voor patienten met claustrofobie
kunnen beide onderzoeken belastend zijn.
Ook wordt er regelmatig een cystoscopie verricht tijdens dit onderzoek. Dit kan
met name nadien plasklachten veroorzaken of een spoor bloed in de urine.
Voor deelname aan dit onderzoek zal er meermaals bloed- en urine onderzoek
plaatsvinden. Verder wordt er tweemaal een hartfilmpje gemaakt. De belasting
van deze onderzoeken wordt laag ingeschat.
Vrouwen tijdens de vruchtbare leeftijd moeten een negatieve zwangerschapstest
hebben.
Door de studiebehandeling kunnen bijwerkingen optreden, die soms blijvend
kunnen zijn. Hiervoor kan opname in het ziekenhuis voor behandeling
noodzakelijk zijn. Indien er hevige bijwerkingen optreden, kan het zo zijn dat
de chemoradiatie moet worden uitgesteld.
Tijdens deze studie worden er vragenlijsten over kwaliteit van leven en
blaasfunctie. Het invullen van de vragenlijsten kan voor sommige patiënten als
confronterend worden ervaren. Een deel van de patiënten kan vrijwillig
deelnemen aan focus groepen ter uitbreiding van het kwaliteit van leven
onderzoek.
Publiek
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1.Patient wilt deelnemen en is in staat om informed consent te geven
2. Leeftijd >= 18 jaar
3. Patienten met cT2-4aN0-2M0 urotheel cel carcinoom van de blaas, die streven
naar een alternatief voor radicale cystectomie en/of patienten die medisch
gezien niet geschikt zijn voor operatie. Patienten met vermoedelijk
gemetastaseerde ziekte zijn niet geschikt voor deelname.
4. Lymfeklieren moeten geschikt zijn om in het bestralingsveld te worden
geincludeerd volgens het multidisciplinary tumor board en/of follow-up
consultatie tussen de behandelend arts en de radiotherapeut.
5. WHO performance status 0 of 1
6. Urotheel cel carcinoom is de dominante histologie (>70%). Een kleincellige
component is niet toegestaan.
7. FFPE tumor weefsel in paraffine blokken van de diagnostische TUR zijn
beschikbaar
8. Het screeningslab moet aan de volgende voorwaarden voldoen: leukocyten >=
2.0x109/L, Neutrofielen >=1.0x109/L, bloedplaatjes >=100 x109/L, Hemoglobine >=5.5
mmol/L, GFR>30 ml/min volgens de Cockcroft-Gault formule, ASAT <= 2.5 x bovenste
normaalwaarde, ALAT <=2.5 x bovenste normaalwaarde, Bilirubine <=1.5 X bovenste
normaalwaarde
9. Negatieve zwangerschapstest (βHCG in urine of bloed) binnen 2 weken
voorafgaand aan start van immuuntherapie bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd
10. Het gebruik van effectieve anti-conceptie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Eerder bestraling op het bekken
2. Urotheel cel carcinoom tpv de hogere urinewegen
3. Uitgebreid CIS in de blaas
4. Beiderzijds hydronefrose
5. Eerdere intraveneuze chemotherapie voor blaaskanker
6. Een contra-indicatie voor een van de studie behandelingen of voor de mpMRI
7. Patienten met een actieve auto-immuun ziekte in de afgelopen 2 jaar.
Patienten met diabetes mellitus, goed ingestelde hypo- of hyperthyreoïdie,
vitiligo, psoriasis of andere milde huidziekten kunnen wel worden geincludeerd
8. Een voorgeschiedenis van een ernstige auto-immuun ziekte zoals IBD of
myasthenia gravis
9. Eerdere behandeling met immuuntherapie gericht tegen CTLA-4 of PD-(L)1
10. Voorgeschiedenis met HIV, actieve TBC of een andere actieve infectie die
behandeling behoeft ten tijde van inclusie
11. Positieve test voor Hepatitis B oppervlakte antigeen of Hepatitis C RNA
12. Onderliggende ziekte die de toediening van studie medicatie of de
interpretatie van bijwerkingen bemoeilijkt volgens de onderzoeker
13. Medische conditie waar het gebruik van immuunsuppressieve medicatie voor
nodig is (uitgezonderd zijn intanasale- of inhalatie corticosteroïden of
systemische corticosteroïden in fysiologische dosis die niet hoger zijn dan
10mg/dag prednison of equivalent. Steroïden als premedicatie voor
overgevoeligheidsreacties zijn toegestaan)
14. Gebruik van andere studie medicatie 4 weken of vijfmaal de halfwaarde tijd
van het middel voorafgaand aan start studie medicatie
15. Maligniteit in de afgelopen 2 jaar, anders dan urotheel cel carcinoom van
de blaas, met een hoog risico op terugkeer (>10%). Patienten met een laag
risico prostaat carcinoom (stadium T1/T2a, Gleason score <= 6 en PSA <= 10 ng/mL)
die nog geen behandeling hebben ondergaan en actieve surveillance krijgen, zijn
geschikt voor inclusie.
16. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
17. Grote pelviene operatie binnen 4 wegen voorafgaand aan inclusie, of de
noodzaak tot een grote operatie tijdens de studie anders dan voor diagnostische
doeleinden
18. Ernstige infectie binnen 2 weken voorafgaand aan inclusie, inclusief maar
niet beperkt tot opname voor complicaties van een infectie, bacteriemie of
ernstige pneumonie.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-512211-41-00 |
EudraCT | EUCTR2021-004420-15-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT05200988 |
CCMO | NL78855.031.21 |