Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511544-36-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primair:Beoordelen hoe veilig en effectief pegcetacoplan is om de onderliggende pathofysiologie van complement-3-glomerulopathie…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Immuunstoornissen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt voor effectiviteit:
Het primaire eindpunt voor de effectiviteit is de proportie deelnemers met
vermindering van C3ckleuring in de nierbiopsie na 12 weken behandeling met
pegcetacoplan.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten voor effectiviteit:
• De proportie deelnemers met vermindering van C3c-kleuring in de nierbiopsie
na 52 weken behandeling met pegcetacoplan.
• De proportie deelnemers met stabilisatie of verbetering van de geschatte
glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR), in de loop van de tijd
• De proportie deelnemers met stabilisatie of verbetering van het serum
creatinine concentratie in de loop van de tijd
• Veranderingen ten opzichte van de baselinebiopsie in C3c-kleuring in de loop
van de tijd
• Veranderingen en procentuele veranderingen ten opzichte van de baseline in
eGFR en serumcreatinine concentratie in de loop van de tijd
Achtergrond van het onderzoek
Er bestaan geen goedgekeurde therapieën om ziekteprogressie bij C3G of IC-MPGN
te voorkomen of om te keren.
Net als bij andere glomerulaire ziektes omvat de behandeling niet-specifieke
maatregelen om
proteïnurie, hypertensie, hyperlipidemie, oedeem en andere facetten van
glomerulaire en chronische nierziekte te behandelen. Ondanks al deze
verschillende maatregelen hebben C3G en IC-MPGN een slechte prognose, omdat
patiënten op termijn ESRD kunnen ontwikkelen.
Niertransplantatie is een optie voor patiënten die ESRD ontwikkelen, maar de
hervalincidentie is hoog, waarbij tot 50% van de patiënten hun renale
allograften verliezen als gevolg van
terugkeer van de ziekte. Daarom zou vooral een therapie gewenst zijn die de
natieve of getransplanteerde nieren kan beschermen tegen continue schade als
gevolg van complementaire hyperactiviteit. In het lopende APL2-201-onderzoek
wordt pegcetacoplan onderzocht bij patiënten met C3G die geen
niertransplantatie hebben ondergaan. De preliminaire gegevens van het
APL2-201-onderzoek geven aan dat pegcetacoplan gericht de complementaire
hyperactiviteit van C3G kan behandelen. De sponsor wil nu de veiligheid en
werkzaamheid van pegcetacoplan onderzoeken bij patiënten met terugkerende C3G
of IC-MPGN bij een renale allograft.
Het onderzoek verkent de veiligheid en biologische activiteit van pegcetacoplan
bij patiënten met een terugkeer van C3G of
IC-MPGN na de transplantatie. Nierbiopsieën worden op verschillende tijdpunten
afgenomen
ter beoordeling van het vermogen van pegcetacoplan om de hoeveelheid
glomerulaire afzetting van C3c te verminderen, een van de histologische
kenmerken van deze ziektes. Samen met een toename van intact C3 in serum, zou
deze bevinding een sterk bewijs leveren dat pegcetacoplan de onderliggende
pathofysiologie van de ziekte aanpakt door een buitensporige productie van
C3-afbraakproducten en de daaropvolgende afzetting in de nieren te voorkomen.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-511544-36-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primair:
Beoordelen hoe veilig en effectief pegcetacoplan is om de onderliggende
pathofysiologie van complement-3-glomerulopathie (C3G)/immuuncomplexe
membranoproliferatieve glomerulonefritis (IC-MPGN) na 12 weken behandeling te
verbeteren.
Secundair:
• Het effect beoordelen dat pegcetacoplan heeft op belangrijke klinische
uitingen van de ziekte na 52 weken behandeling.
• De veiligheid van pegcetacoplan beoordelen gedurende maximaal 52 weken bij
patiënten met terugkerende C3G/IC-MPGN in een nierallograft.
Onderzoeksopzet
Dit fase 2, multicenter, open-label, gerandomiseerde en gecontroleerde
onderzoek is ontworpen om de veiligheid en effectiviteit van pegcetacoplan te
beoordelen bij patiënten met terugkerende C3G of IC-MPGN na een transplantatie.
Er worden 12 patiënten voor dit onderzoek ingeschreven. Het onderzoek bestaat
uit 3 periodes:
Deel A, kernonderzoek:
• Screeningperiode: een screeningperiode van maximaal 8 weken waarin een
biopsie van de nierallograft wordt gescreend
• Hoofdperiode: een onderzoeksperiode van 52 weken die bestaat uit 2 gedeeltes
(gecontroleerd en niet-gecontroleerd) waarin patiënten gerandomiseerd worden
toegewezen aan groep 1 of groep 2 tijdens het onderzoeksbezoek in week 1:
o Gecontroleerd gedeelte: Week 1-12 van het onderzoek
* Groep 1: Maximaal 9 patiënten worden gerandomiseerd toegewezen aan deze
behandelingsgroep en worden tijdens het volledige onderzoek behandeld met
pegcetacoplan. Biopsieën worden afgenomen in week 12.
* Groep 2: Maximaal 3 patiënten worden gerandomiseerd toegewezen aan deze
behandelingsgroep en worden tijdens het gecontroleerde gedeelte niet behandeld
met pegcetacoplan. Biopsieën worden afgenomen in week 12.
o Niet-gecontroleerd gedeelte: Week 13-52 van het onderzoek
* Groep 1: Patiënten blijven de behandeling met pegcetacoplan ontvangen.
Biopsieën worden afgenomen in week 52.
* Groep 2: Patiënten worden na de biopsie van hun nierallograft in week 12
behandeld met pegcetacoplan. Biopsieën worden afgenomen in week 52.
• Follow-upperiode: een follow-upperiode van 8 weken
Deel B, langetermijn-vervolgonderzoek:
Elke patiënt die volgens de onderzoeker klinisch voordeel heeft bij de
toediening van pegcetacoplan, kan meedoen aan Deel B, een
langetermijn-vervolgonderzoek, om de behandeling met pegcetacoplan voort te
zetten tot het in de handel verkrijgbaar is voor de onderzochte aandoening.
Indien uitgenodigd voor deelname, kan de patiënt meedoen aan Deel B zodra de
behandelingsperiode van 52 weken is beëindigd en hoeft de patiënt niet mee te
doen aan de follow-upperiode van 8 weken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
• Het onderzoeksmiddel, pegcetacoplan, wordt toegediend als een subcutaan infuus van 20 ml. Proefpersonen worden door het onderzoeksteam tijdens de eerste twee infusies getraind in het op de juiste wijze bewaren, voorbereiden en toedienen van pegcetacoplan. Met uw onderzoeksarts wordt dan een toedieningsschema afgesproken, waarbij pegcetacoplan tijdens de duur van het onderzoek twee keer per week op dezelfde dagen wordt toegediend (bijvoorbeeld elke dinsdag en vrijdag). Er zijn aanvullende instructies beschikbaar, en het onderzoeksteam zal de proefpersonen indien nodig blijven bijstaan. Het onderzoekscentrum verstrekt pegcetacoplan die gekoeld moet worden bewaard. Het onderzoekscentrum zal u ook alle andere materialen verstrekken. Deelnemers dienen als volgt te worden gevaccineerd op basis van de aanbevelingen van de adviescommissie voor immunisatiepraktijken (>Advisory Committee on Immunization Practices>, ACIP) voor volwassenen met complementaire deficiënties en/of immunocompromitterende aandoeningen. • N. meningitidis types A, C, W en Y: De eerste dosis ten minste 2 weken voorafgaand aan de eerste toediening van pegcetacoplan met een tweede dosis 2 maanden later, en vervolgens een herhalingsvaccinatie elke 5 jaar. • N. meningitidis type B (Bexsero): De eerste dosis ten minste 2 weken voorafgaand aan de eerste toediening van pegcetacoplan met een tweede dosis na ten minste 1 maand. Eerste herhalingsvaccinatie 1 jaar later, en vervolgens elke 2 tot 3 jaar. • S. pneumoniae: PCV13 en/of PPSV23 volgens de ACIP-richtlijnen voor volwassenen met immunocompromitterende aandoeningen.
Inschatting van belasting en risico
Pegcetacoplan heeft het potentieel om de onderliggende ziektepathofysiologie van
complementaire hyperactiviteit bij C3G en IC-MPGN aan te pakken, zodat
patiënten met deze
ziektes met een grote onvervulde medische behoefte, er baat bij hebben.
De veiligheid van subcutane toediening van pegcetacoplan werd onderzocht in
verschillende fase 2-
en fase 3-onderzoeken naar C3G en PNH met tot nog toe een aanvaardbaar
veiligheidsprofiel. Desalniettemin worden er bij dit protocol een aantal
veiligheidsbewakingspraktijken gehanteerd om patiëntveiligheid te garanderen,
met inbegrip van lichamelijk onderzoek, het bewaken van de vitale functies,
elektrocardiogrammen (ecg's), hematologie
(waaronder coagulatie), serumchemie en urineanalyse op gespecificeerde
intervallen alsook een tijdige melding van bijwerkingen (*adverse events*,
AE's).
De veiligheid van de infuuslocatie/-pomp wordt bij de klinische bezoeken
beoordeeld en alle eventuele wezenlijke bevindingen bij
deze beoordeling worden als bijwerking gemeld. Het geplande volume bloed dat
tijdens het onderzoek bij elke patiënt wordt afgenomen, zal worden beperkt om
de impact op de algemene gezondheid van deze anemische patiënten te beperken.
Systemische complementremming zou deze personen vatbaar kunnen maken voor
infecties veroorzaakt door ingekapselde organismen, zoals Streptococcus
pneumoniae, Neisseria meningitidis en Haemophilus influenzae. Er zullen
vaccinaties tegen deze organismen worden toegediend om het mogelijke risico op
infectie te beperken. Het gebruik van profylactische toediening van antibiotica
is toegestaan naar het oordeel van de onderzoeker en moet rekening houden met
het immunosuppressieniveau, het
complementgehalte en het tijdpunt van de vaccinatie ten opzichte van de eerste
toediening van pegcetacoplan alsook de lokale praktijken. Tijdens het onderzoek
worden lichaamstemperatuur en vitale functies regelmatig gecontroleerd en
worden de relevante bloedparameters frequent gecontroleerd om te beoordelen op
tekenen van infectie. Patiënten worden op de hoogte gebracht van dit mogelijke
risico op infectie en krijgen een veiligheidskaart voor patiënten, die ze in
hun portefeuille moeten dragen voor noodgevallen. In geval van een
vermoedelijke infectie moet onmiddellijk met de onderzoeker contact worden
opgenomen voor advies over welke gepaste maatregelen moeten worden genomen.
Apellis is momenteel niet op de hoogte van enig bewijs dat het gebruik van
pegcetacoplan in verband brengt met specifieke risico's of complicaties van het
coronavirus 2019 (COVID-19). Apellis erkent de behoefte om rekening te houden
met de risico's van de COVID-19-pandemie voor de volksgezondheid bij het
uitvoeren van een klinisch onderzoek. Omdat deze risico's kunnen veranderen
naarmate de pandemie evolueert en kunnen verschillen op basis van geografische
locatie, blijft Apellis de risico's en voordelen in verband met het uitvoeren
van dit onderzoek voortdurend en op individuele patiëntbasis evalueren.
Publiek
100 5th Avenue, 3rd Floor N/A
Waltham MA 02451
US
Wetenschappelijk
100 5th Avenue, 3rd Floor N/A
Waltham MA 02451
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Op het moment van screening ten minste 18 jaar oud zijn
2. Klinisch en pathologisch bewijs van terugkerende C3G of IC-MPGN hebben,
waarbij bewijs moet zijn voor alle volgende criteria:
a. Een diagnose van C3G of IC-MPGN, met ten minste 2+ kleuring voor C3c in de
nierallograft, zoals bevestigd door een centraal patholoog en gebaseerd op
screening van de biopsie van de nierallograft
b. C3G of IC-MPGN moet primair zijn en niet het gevolg zijn van een andere
aandoening (bijv. infectie, maligniteiten, monoklonale gammopathieën,
auto-immuniteit, chronische door antilichamen gemedieerde afstoting, chronische
trombotische microangiopathie of een medicatie)
3. Stabiele (niet verbeterende) of verergerende aandoening, volgens het oordeel
van de onderzoeker, in de 2 maanden voorafgaand aan de eerste dosis
pegcetacoplan
4. eGFR >=15 ml/min/1,73 m2 berekend met de Chronic Kidney Disease-Epidemiology
Collaboration (CKD-EPI)-creatininevergelijking voor volwassenen
5. Niet meer dan 50% glomerulosclerose of interstitiële fibrose bij de
screening van de biopsie van de nierallograft
6. Stabiel regime voor terugkerende C3G/IC-MPGN gedurende ten minste 4 weken
voorafgaand aan de screening van de biopsie van de nierallograft en vanaf het
moment van de screening van de biopsie van de nierallograft tot randomisering
7. Gevaccineerd zijn tegen Neisseria meningitidis, Streptococcus pneumoniae en
Haemophilus influenzae (type B) of ermee akkoord gaan te worden gevaccineerd
als er geen vaccinatiedossiers beschikbaar zijn. Vaccinatie is verplicht,
tenzij er gedocumenteerd bewijs bestaat dat de deelnemers niet op vaccinatie
reageren.
8. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd, gedefinieerd als vrouwen die menarche
hebben ervaren en die niet permanent steriel of postmenopauzaal zijn, moeten
een negatieve bloedtest voor zwangerschap hebben op het moment van screening
(en een negatieve urinetest voor zwangerschap bij bezoek 4) en moeten instemmen
met het gebruik van in het protocol gedefinieerde voorbehoedsmiddelen vanaf de
screening tot en met 12 weken na toediening van de laatste dosis pegcetacoplan
9. Mannen moeten instemmen met het gebruik van in het protocol gedefinieerde
voorbehoedsmiddelen en ermee instemmen geen sperma te doneren vanaf de
screening tot en met 12 weken na toediening van de laatste dosis pegcetacoplan
10. Bereid en in staat zijn schriftelijke geïnformeerde toestemming te verlenen
11. In staat zijn alle geplande procedures en andere vereisten van het
onderzoek te begrijpen en na te leven volgens het oordeel van de onderzoeker
12. Bereid en in staat zijn zichzelf pegcetacoplan toe te dienen of dit te
laten doen door een geïdentificeerde mantelzorger die de toediening kan
uitvoeren
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Absolute neutrofielentelling <1000 cellen/mm3 tijdens de screening (dag 1
niet inbegrepen)
2. Eerdere behandeling met pegcetacoplan
3. Bewijs van afstoting bij screening van de biopsie van de nierallograft
waarvoor behandeling vereist is
4. Diagnose of voorgeschiedenis van HIV, hepatitis B of hepatitis C of een
positieve serologie bij de screening die wijst op infectie
5. Een gewicht van meer dan 100 kg bij screening
6. Hypersensitiviteit voor pegcetacoplan of een van de hulpstoffen
7. Geschiedenis van meningokokkenziekte
8. Maligniteiten, met uitzondering van de volgende:
a. Genezen basaalcelcarcinoom of plaveiselcelcarcinoom van de huid
b. Curatief behandelde in situ aandoening
c. Maligniteiten >=5 jaar vrij van en zonder behandeling
9. Significante nieraandoening in de nierallograft ten gevolge van een andere
conditie (bijv. infectie, maligniteiten, monoklonale gammopathieën, afstoting
of medicatie) die, naar de mening van de onderzoeker, de interpretatie van de
onderzoeksresultaten kan beïnvloeden
10. Deelname aan de studie naar een ander geneesmiddel in onderzoek of
blootstelling aan een ander middel, apparaat of procedure in onderzoek binnen
30 dagen of 5 halfwaardetijden vanaf de laatste dosis van het middel in
onderzoek (de langste van de twee) voorafgaand aan de screening
11. Vrouwen die zwanger zijn of momenteel borstvoeding geven
12. Onmogelijkheid om samen te werken of iedere aandoening die, naar het
oordeel van de onderzoeker, de risico*s voor de deelnemer kan vergroten door
deelname aan het onderzoek of die de resultaten van het onderzoek kan
beïnvloeden
13. Bewijs van drugs- of alcoholmisbruik of verslaving, naar het oordeel van de
onderzoeker
14. Bekende of vermoede erfelijke fructose-intolerantie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-511544-36-00 |
EudraCT | EUCTR2020-002637-15-NL |
CCMO | NL75809.091.20 |