Primair* De primaire doelstelling van dit onderzoek is het bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid op lange termijn van tofacitinib voor de behandeling van de tekenen en symptomen van JIA.Secundair* De secundaire doelstelling van dit onderzoek…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
- Gewrichtsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair
* Standaard veiligheidsgegevens uit laboratoriumonderzoek en meldingen van
bijwerkingen (AE's). Lichaamsgewicht, lengte en Tanner-stadia worden gemeten om
de groei en lichamelijke ontwikkeling te beoordelen.
Secundaire uitkomstmaten
Secundair
De volgende werkzaamheidsparameters worden beoordeeld:
* Algemene beoordeling door de arts van de ziekteactiviteit bij elk bezoek.
* Aantal gewrichten met actieve artritis bij elk bezoek.
* Aantal gewrichten met bewegingsbeperking bij elk bezoek.
* Index van ontsteking (C-reactief proteïne [CRP] en
erytrocytenbezinkingssnelheid [BSE]) bij elk bezoek.
* Vragenlijst beoordeling kindergezondheid (CHAQ) bij elk bezoek.
* Beoordeling van lichamelijk functioneren door de ouder (CHAQ Disability
Index).
* Beoordeling door de ouder van pijn door artritis bij het kind (CHAQ
Discomfort Index, visuele analoogschaal [VAS]).
* Algemene beoordeling door de ouder van algemeen welzijn (CHAQ-subsection,
visuele analoogschaal [VAS]).
* Respons op JIA American College of Rheumatology (ACR) en optreden van JIA
ACR-ziekteopflakkering bij elk bezoek.
* JIA ACR klinische inactieve ziektestatus en klinische remissie met betrekking
tot medicatie bij elk bezoek.
* Verandering ten opzichte van de uitgangswaarde in de Juvenile Arthritis
Disease Activity Score (JADAS) 27-CRP en JADAS 27-ESR, en optreden van minimale
JADAS-ziekteactiviteit en inactieve ziekte bij elk bezoek.
* Geschiktheid voor afbouwen wordt gedefinieerd volgens protocol voor
corticosteroïden, MTX/leflunomide en tofacitinib.
* Bij proefpersonen met sJIA: *Afwezigheid van koorts*, gedefinieerd als
afwezigheid van koorts als gevolg van sJIA in de week voorafgaand aan de
beoordeling bij elk bezoek.
* Bij proefpersonen met enthesitisgerelateerde artritis (ERA): Verandering ten
opzichte van de uitgangswaarde in de Tender Entheseal Assessment, Modified
Schober's Test, algemene rugpijn en nachtelijke rugpijnresponsen bij
verschillende bezoeken.
* Bij proefpersonen met artritis psoriatica (PsA): Verandering ten opzichte van
de uitgangswaarde in lichaamsoppervlak (BSA) aangetast door psoriasis en
algemene beoordeling door de arts (PGA) van psoriasis bij verschillende
bezoeken.
Verkennend
* Gegevens over plasmaconcentratietijd voor tofacitinib worden geanalyseerd om
de FK in deze proefpersoonpopulatie te karakteriseren. De
blootstelling-responsrelatie zal worden onderzocht op verschillende
werkzaamheids- en veiligheidseindpunten na langdurige blootstelling aan
tofacitinib.
Achtergrond van het onderzoek
Tofacitinib is een krachtige, selectieve remmer van de Janus-kinase
(JAK)-familie van kinasen met een hoge mate van selectiviteit tegen andere
kinasen in het menselijk genoom. In kinase-assays remt tofacitinib JAK1, JAK2,
JAK3, in mindere mate tyrosinekinase 2 (Tyk2). In cellulaire omgevingen waarin
JAK-kinasen in paren signaleren, remt tofacitinib bij voorkeur de signalering
door heterodimeerreceptoren die zijn gekoppeld aan JAK3 en/of JAK1 met
functionele selectiviteit boven receptoren die signaleren via paren van JAK2.
Remming van JAK1 en JAK3 door tofacitinib blokkeert de signalering via de
gemeenschappelijke gammaketen met receptoren voor verschillende cytokinen,
waaronder interleukines (IL) IL-2, -4, -7, -9, -15 en -21. Deze cytokinen
vormen een integraal onderdeel van de activering, proliferatie en functie van
lymfocyten en het remmen van de signalering ervan kan daarmee resulteren in de
modulatie van meerdere aspecten van de immuunrespons. Daarnaast zal remming van
JAK1 resulteren in de verzwakking van signalering door extra pro-inflammatoire
cytokinen, zoals IL-6 en interferon (IFN) *. Bij hogere blootstellingen kan
remming van erytropoëtinesignalering optreden via remming van JAK2-signalering.
Het pediatrische ontwikkelingsprogramma met tofacitinib is opgezet om zowel de
werkzaamheid aan te tonen, zoals aangetoond door een vermindering van tekenen
en symptomen van juveniele idiopathische artritis (JIA) bij proefpersonen van 2
jaar en ouder, als de veiligheid die het gebruik van tofacitinib voor de
behandeling van pediatrische proefpersonen met JIA ondersteunt. De rationale
van dit onderzoek is om proefpersonen die mogelijk baat hebben bij behandeling
in een eerder kwalificatie-/indexonderzoek in staat te stellen tofacitinib te
blijven ontvangen in dezelfde dosis als het kwalificatie-/indexonderzoek
(tenzij verdere analyse van de kwalificatie-/indexonderzoeksgegevens anders
aangeeft) en om de veiligheid en verdraagbaarheid van tofacitinib op lange
termijn te karakteriseren voor de behandeling van JIA.
Doel van het onderzoek
Primair
* De primaire doelstelling van dit onderzoek is het bepalen van de veiligheid
en verdraagbaarheid op lange termijn van tofacitinib voor de behandeling van de
tekenen en symptomen van JIA.
Secundair
* De secundaire doelstelling van dit onderzoek is het beoordelen van de
persistentie van de werkzaamheid van tofacitinib voor de behandeling van de
tekenen en symptomen van JIA.
Verkennend
De verkennende doelstellingen van dit onderzoek zijn:
* Het beoordelen van de farmacokinetiek (FK) van tofacitinib bij pediatrische
proefpersonen met een stabiele dosis tofacitinib in de context van een
langetermijn-openlabelonderzoek.
* Het beoordelen van veranderingen in FK-parameters (binnen de proefpersoon)
met gewichtstoename in deze pediatrische populatie en het verkennen van
blootstelling-responsrelaties van tofacitinib voor verschillende werkzaamheids-
en veiligheidseindpunten na langdurige blootstelling van tofacitinib in deze
pediatrische populatie.
Onderzoeksopzet
Een langetermijn-openlabelvervolgonderzoek
Onderzoeksproduct en/of interventie
Orale oplossing (1 mg/ml concentratie) wordt gebruikt voor proefpersonen die < 40 kg wegen. Orale tabletten (5 mg) zullen worden gebruikt voor proefpersonen met een gewicht van < 40 kg; proefpersonen die niet in staat zijn om tabletten in te slikken, hebben de optie om de orale oplossing in te nemen
Inschatting van belasting en risico
Van patiënten wordt verwacht dat ze het ziekenhuis ongeveer 4-5 keer per jaar
bezoeken. De volgende procedures vinden plaats:
-Bloed- en urineonderzoek (inclusief hiv, Hepatitis B, Hepatitis C, tuberculose)
-Lichamelijk onderzoek, kort of een volledig onderzoek, vitale functies
-Zwangerschapstests bij vrouwen die zwanger kunnen worden
-onderzoek van de gewrichten
-vragen over:
-eventuele veranderingen in de gezondheid van de proefpersoon sinds het laatste
bezoek
-medicatie en eventuele symptomen sinds laatste bezoek
-pijn en stijfheid
-mogelijke immobilisatie, operatie of hartaandoeningen
-uveïtisonderzoek
-nuchter 9-12 uur voor sommige bezoeken (elke 6 maanden de eerste 5 jaar,
daarna elk jaar)
-vragenlijst voor de ouders om in te vullen over de aandoening van hun kind
De aard en mate van het risico verschillen per patiëntenpopulatie; echter, deze
mogelijk belangrijke risico's omvatten lipideverhogingen, afname van
hemoglobine, afname van het aantal neutrofielen en lymfocyten, verhoging van
serumcreatinine, toename van creatinekinase in serum, infectierisico, risico op
lymfoproliferatieve aandoening/lymfoom, risico op maligniteit, niet-melanome
huidkanker, gastro-intestinale perforaties, virale reactivering, waaronder
herpes zoster, tuberculose, transaminaseverhogingen,
geneesmiddelovergevoeligheid en effecten op de zwangerschap en de foetus.
Daarnaast is veneuze trombo-embolie (VTE) geïdentificeerd als een belangrijk
geïdentificeerd risico in verband met tofacitinib.
Veiligheidsbeoordelingen, waaronder lichamelijke onderzoeken, klinisch
laboratoriumonderzoek, het controleren van bijwerkingen, vitale functies en
VTE-risicobeoordeling worden uitgevoerd in onderzoek A3921145.
Veiligheidsbeoordelingen, inclusie-/exclusiecriteria, controle- en
stopzettingscriteria, waaronder nieuw toegevoegde criteria voor het stopzetten
van een proefpersoon met een VTE-voorval, werden ontworpen om de
veiligheidsrisico's in verband met behandeling met tofacitinib te beheren en te
beperken. Op basis van de totaliteit van de gegevens is de sponsor van mening
dat de algehele baten-risicobeoordeling voor dit onderzoek gunstig is voor
kinderen met JIA. Grondige veiligheidsmonitoring en verspringende cohorten op
basis van leeftijd voor indexonderzoeken zullen worden gebruikt om het risico
bij de pediatrische populatie te minimaliseren.
Publiek
East 42nd Street 235
New York NY 10017
US
Wetenschappelijk
East 42nd Street 235
New York NY 10017
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
De geschiktheid van proefpersonen moet worden beoordeeld en gedocumenteerd door
een onderzoeksarts voordat proefpersonen in het onderzoek worden opgenomen.
Alle proefpersonen moeten voldoen aan inclusiecriteria 1-11 om in aanmerking te
komen voor inschrijving in het onderzoek: 1) Pediatrische proefpersonen met JIA
in de leeftijd van 2 tot jonger dan 18 jaar die voldeden aan de criteria voor
deelname aan het kwalificatie-/indexonderzoek en die naar het oordeel van de
onderzoeksarts voldoende bewijs hebben van JIA-ziekteactiviteit om het gebruik
van tofacitinib als DMARD te rechtvaardigen. Proefpersonen die 18 jaar worden
tijdens deelname aan het kwalificatie-/indexonderzoek of daarna komen in
aanmerking voor deelname aan dit onderzoek. 2) De proefpersoon zette alle
niet-toegestane gelijktijdige medicatie op het vereiste moment voorafgaand aan
de eerste dosis onderzoeksmiddel stop, zoals gedefinieerd in bijlage 1, en
neemt alleen gelijktijdige medicatie in doses en frequenties die volgens het
protocol zijn toegestaan. 3) Vruchtbare mannelijke proefpersonen en vruchtbare
vrouwelijke proefpersonen die, naar het oordeel van de onderzoeksarts, seksueel
actief zijn en risico lopen op zwangerschap met hun partner(s) moeten een zeer
effectieve anticonceptiemethode gebruiken, zoals beschreven in dit protocol,
gedurende het hele onderzoek en ten minste 28 dagen na de laatste dosis
onderzoeksmiddel. 4) Proefpersonen moeten eerder hun deelname aan een
kwalificerend onderzoek naar tofacitinib voor de behandeling van JIA hebben
voltooid. Proefpersonen die eerder met de behandeling moesten stoppen in een
kwalificerend onderzoek om andere redenen dan tofacitinib-gerelateerde ernstige
bijwerkingen, kunnen eventueel in aanmerking komen. 5) Voor proefpersonen die
met methotrexaat (MTX) worden behandeld, kan MTX oraal of parenteraal worden
toegediend in doses die niet hoger zijn dan 25 mg/week of 20 mg/m2/week,
afhankelijk van wat het laagst is. Proefpersonen die methotrexaat gebruiken,
moeten foliumzuur of folinezuur nemen in overeenstemming met de lokale normen.
6) Bij proefpersonen die een oraal glucocorticoïd krijgen, kunnen
glucocorticoïden worden toegediend in een maximale dosis van 0,20 mg/kg/dag of
10 mg/dag, prednison of equivalent, afhankelijk van wat het laagst is. 7) Voor
proefpersonen die behandeld worden met leflunomide, kan leflunomide toegediend
worden volgens het volgende doseringsschema: 10 mg om de dag voor proefpersonen
die minder dan 20 kg wegen; 10 mg om de dag voor proefpersonen die tussen 20 en
40 kg wegen; 20 mg om de dag voor proefpersonen die meer dan 40 kg wegen; of
volgens lokale normen. 8) Voor proefpersonen die worden behandeld met
sulfasalazine, chloroquine of hydroxychloroquine, kunnen deze geneesmiddelen
worden toegediend volgens de lokale normen. 9) Bewijs van een persoonlijk
ondertekend en gedateerd toestemmingsdocument met instemming zoals van
toepassing, waarin is aangegeven dat de proefpersoon (of een wettelijk
aanvaarde vertegenwoordiger/ouder(s)) geïnformeerd is over alle relevante
aspecten van het onderzoek. 10) Proefpersonen die bereid en in staat zijn om
geplande bezoeken, de behandelingsplanning, laboratoriumonderzoeken en andere
onderzoeksprocedures na te leven. 11) Proefpersonen voor wie, naar het oordeel
van de onderzoeksarts, behandeling met tofacitinib klinisch geschikt wordt
geacht, terwijl ook rekening wordt gehouden met momenteel beschikbare
behandelingen en eerdere respons op deze behandelingen. Proefpersonen die zich
inschrijven buiten het venster van 14 dagen van het EOS-bezoek van hun
kwalificatie-/indexonderzoek moeten ook voldoen aan inclusiecriterium 12 om in
aanmerking te komen voor inschrijving in het onderzoek: 12) Geen bewijs van
actieve tuberculose (tbc) of onvoldoende behandelde tuberculose (tbc)-infectie
(actief of latent) zoals aangetoond door elk van de volgende: a) een negatieve
QuantiFERON-TB Gold In-Tube test4 uitgevoerd binnen de 3 maanden voorafgaand
aan de screening. Een negatieve gezuiverde proteïnederivaattest (PPD) met een
resultaat van <5 mm induratie kan alleen worden vervangen door de
QuantiFERON-TB Gold In-Tube test als het centraal laboratorium de test niet kan
uitvoeren of de resultaten niet positief of negatief kan bepalen, en de
medische monitor van Pfizer goedkeuring verleent. Dit wordt per geval
beoordeeld. b) Een röntgenfoto van de borstkas zonder veranderingen die wijzen
op actieve tuberculose (tbc)-infectie binnen 3 maanden voorafgaand aan de
screening wordt aanbevolen en moet worden uitgevoerd volgens de lokale
zorgstandaard of landspecifieke richtlijnen. c) Geen voorgeschiedenis van
onbehandelde of onvoldoende behandelde latente of actieve tbc-infectie. Als een
proefpersoon eerder een toereikende behandelingslijn voor latente (9 maanden
isoniazide in een omgeving met <5% primaire meervoudig geneesmiddelresistente
tbc-infectie of een acceptabel alternatief regime) of actieve (acceptabel
meervoudig geneesmiddelregime) tbc-infectie ontving, dan dient er geen PPD-test
of QuantiFERON-Gold* test te worden verkregen. Er moet een röntgenfoto van de
borstkas worden gemaakt als dit niet binnen 3 maanden voorafgaand aan de
screening is gedaan. Om in aanmerking te komen voor het onderzoek, moet de
röntgenfoto van de borstkas negatief zijn voor actieve tuberculose-infectie.
Een proefpersoon die op dit moment wordt behandeld voor latente tbc-infectie
kan alleen worden ingeschreven na bevestiging van huidige voorvalratio's van
meervoudig geneesmiddelresistente tbc-infectie (<5%), documentatie van een
toereikend behandelingsregime en voorafgaande goedkeuring door de sponsor.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen met aanwezigheid van een of meer van de volgende, zullen niet in
het onderzoek worden opgenomen: Voor proefpersonen die zich inschrijven buiten
het venster van 14 dagen van het EOS-bezoek van hun kwalificatie-/indexstudie
(Exclusie 1-3):
1) Bloeddyscrasie, waaronder: a. Hgb < 10 g/dl of Hct <33%. b. WBC <3,0 x
109/l. c. aantal neutrofielen <1,2 x 109/l. d. aantal bloedplaatjes <100 x
109/l. e. aantal lymfocyten < 0,75 x 109/l. 2) Geschatte glomerulaire
filtratiesnelheid [GFR] < 40 ml/min/1,73 m2 berekend met behulp van Bedside
Schwartz formule (bijlage 5) bij het screeningsbezoek. 3)
Aspartaataminotransferase (AST) of alanine-aminotransferase (ALT) *1,5 keer de
bovengrens van normaal of een andere klinisch significante afwijkende
laboratoriumwaarde. Voor alle proefpersonen: 4) Aanhoudende oligoartritis en
ongedifferentieerde JIA. 5) Huidige of recente voorgeschiedenis van een
ongecontroleerde klinisch significante renale, hepatische, hematologische,
gastro-intestinale, endocriene, long-, hart- of neurologische aandoening. 6)
Voorgeschiedenis van een andere reumatische auto-immuunziekte, anders dan het
syndroom van Sjögren. 7) Voorgeschiedenis van of huidige symptomen die wijzen
op enige lymfoproliferatieve stoornis, zoals lymfoproliferatieve stoornis in
verband met epstein-barrvirus (EBV), voorgeschiedenis van lymfoom, leukemie of
tekenen en symptomen die duiden op huidige lymfatische aandoening. 8 )
Infecties: a) Chronische infecties. b) Een infectie waarvoor ziekenhuisopname
nodig is, parenterale antimicrobiële behandeling of als opportunistisch
beoordeeld door de onderzoeksarts binnen de 6 maanden voorafgaand aan de eerste
dosis van het onderzoeksmiddel: c) Elke behandelde infectie binnen 2 weken vóór
het uitgangswaardebezoek (met uitzondering van degenen die alleen met topische
middelen zijn behandeld). d) Een proefpersoon waarvan bekend is dat hij/zij
geïnfecteerd is met het humaan immunodeficiëntievirus (hiv), hepatitis B- of
hepatitis C-virus. e) Voorgeschiedenis van geïnfecteerde gewrichtsprothese met
prothese nog in situ. 9) Voorgeschiedenis van recidiverende (meer dan één
episode) herpes zoster of een enkele episode van gedissemineerde herpes zoster
of een enkele episode van gedissemineerde (zowel orale als genitale laesies
simultaan, of wijdverspreide laesies die niet zijn besmet met alleen orale of
genitale regio's) herpes simplex. 10) Eerdere mislukte behandeling met een
andere JAK-remmer, zoals baricitinib. 11) Proefpersonen die krachtige en matige
cytochroom P450 3A4 (CYP3A4)-remmers gebruiken (bijlage 6). 12) Proefpersonen
die krachtige en matige CYP3A4-inductoren nemen (bijlage 6). 13) Deelname aan
onderzoeken naar experimentele stoffen (exclusief kwalificatie-/indexonderzoek
met tofacitinib) binnen 4 weken of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van wat
langer is) voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksmiddel. Proefpersonen
kunnen op geen enkel moment tijdens hun deelname aan dit onderzoek deelnemen
aan onderzoeken naar andere experimentele stoffen. Blootstelling aan
biologische onderzoeksmiddelen moet worden besproken met de medische monitor
van Pfizer. 14) Enige voorafgaande behandeling met niet-B-cel-specifieke,
lymfocytverminderende middelen/therapieën [bijv. alemtuzumab (Campath),
alkylerende middelen (bijv. cyclofosfamide of chlorambucil), totale lymfoïde
bestraling, enz.]. Proefpersonen die rituximab of andere selectieve
B-lymfocytverminderende middelen ontvingen (inclusief onderzoeksmiddelen) komen
in aanmerking als ze dergelijke behandeling niet hebben ontvangen in ten minste
het laatste jaar voorafgaand aan de uitgangswaarde voor het onderzoek en
normale CD19/20+-waarden laten zien in FACS-analyse. 15) Zwangere vrouwen of
vrouwen die borstvoeding geven zijn uitgesloten. 16) Intramusculaire of
intraveneuze corticosteroïden in de 4 weken voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksmiddel (orale corticosteroïden zijn toegestaan volgens het criterium
voor inclusie). 17) Proefpersonen die gevaccineerd zijn met levende of
verzwakte vaccins in de 6 weken voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksmiddel. Alle deelnemers aan het onderzoek moeten up-to-date zijn met
betrekking tot de standaardzorgvaccinaties (zoals gedefinieerd door hun
nationale ministerie van volksgezondheid). (Zie Richtlijnen voor levensstijl
voor meer informatie over h
et vermijden van huishoudelijke contacten die gevaccineerd kunnen zijn). 18)
Gebruik van verboden of vrij verkrijgbare geneesmiddelen en
voedingssupplementen binnen 7 dagen of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van wat
langer is) voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksmiddel. 19)
Kruidensupplementen moeten ten minste 4 weken voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksmiddel worden stopgezet. 20) Proefpersonen met een eerstegraads
familielid met een erfelijke immunodeficiëntie; IgA-deficiëntie is niet
uitsluitend. 21) Een proefpersoon met een maligniteit of een voorgeschiedenis
van maligniteit, met uitzondering van voldoende behandeld of verwijderd
niet-metastatisch basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom van de huid of
cervixcarcinoom in situ. 22) Recent (binnen 28 dagen voorafgaand aan de eerste
dosis onderzoeksmiddel) significant trauma of zware operatie. 23) Niet bereid
of niet in staat zich te houden aan de in dit protocol beschreven richtlijnen
voor levensstijl. Zie paragraaf 4.2 Exclusiecriteria van het protocol voor
aanvullende exclusiecriteria.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2011-004915-22-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT01513902 |
CCMO | NL76027.041.21 |