Om de werking en veiligheid van de SAPIEN 3* / SAPIEN 3 Ultra* transkatheterhartklep te vergelijken met de werking en veiligheid van klinisch monitoren.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartklepaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Effectiviteits uitkomstmaten:
Niet-hiërarchische samenstelling van het volgende na 2 jaar:
• Overlijden
• Opname in het ziekenhuis of event, als gevolg van hartfalen
Veiligheids uikomstmaten:
Niet-hiërarchische samenstelling van het volgende na 30 dagen:
• Overlijden
• Beroerte
• levensbedreigende of fatale bloeding
• Acuut nierbeschadiging stage 4
• Opname in het ziekenhuis door device of procedure gerelateerde complicatie
• Klep disfunctie waarvoor reinterventie noodzakelijk is
Secundaire uitkomstmaten
Het volgende wordt na 2 jaar beoordeeld:
• Overlijden, beroerte, ongeplande opname in het ziekenhuis met
cardiovasculaire oorzaak,
• Overlijden, ongeplande opname in het ziekenhuis met cardiovasculaire oorzaak
of een daling van >= 10 punten op de score uit de Kansas City Cardiomyopathy
Questionnaire (KCCQ)
• Ongeplande opname in het ziekenhuis met cardiovasculaire oorzaak
• Linkerventrikel-massa-index (linkerventrikel = LV)
• Slagvolume-index
• Diastolische disfunctie van >= graad 2
• N-terminaal pro brain-type natriuretisch peptide (NT-ProBNP)
• KCCQ
• Vermindering van de LVEF met >= 5% ten opzichte van baseline EN < 60%
• Nieuw optreden van atriumfibrilleren
Achtergrond van het onderzoek
Er is geen Klasse 1-indicatie voor de behandeling van patiënten met matige
Aorta Stenose (AS). De huidige richtlijnen adviseren klinisch monitoren (KM)
aan met echocardiografische follow-up om de 1-2 jaar, tenzij de patiënt een
hartoperatie ondergaat voor andere indicaties (klasse 2b-indicatie).
Op basis van het huidige bewijs kunnen patiënten met matige AS met specifieke
kenmerken, waardoor ze kwetsbaarder zijn of een hoger risico lopen op slechte
prognose, baat hebben bij een vroege interventie voordat ze evolueren naar
ernstige AS en voordat ze onomkeerbare hartschade oplopen die verband houdt met
aanhoudende en langdurige drukoverbelasting. Gezien de minder invasieve aard
van TAVR en de gunstige resultaten die zijn aangetoond in recente onderzoeken
waarin SAPIEN 3 werd vergeleken met SAVR, is gekozen voor een gerandomiseerde
onderzoeksopzet om superioriteit van TAVR ten opzichte van KM aan te tonen.
De hypothese voor het primaire eindpunt zal het samengestelde voorvalpercentage
van de TAVR-groep toetsen aan het percentage van de KM-groep bij een eenzijdig
significantieniveau van 0,025.
Doel van het onderzoek
Om de werking en veiligheid van de SAPIEN 3* / SAPIEN 3 Ultra*
transkatheterhartklep te vergelijken met de werking en veiligheid van klinisch
monitoren.
Onderzoeksopzet
Prospectief, gerandomiseerd, multicentrisch onderzoek met adaptief ontwerp
De proefpersonen zullen gerandomiseerd worden in een verhouding 1:1 om een
transkatheter-aortaklepimplantatie (TAVR) met de SAPIEN 3/SAPIEN 3 Ultra THV of
CS te ontvangen, en zullen gestratificeerd worden op basis van locatie,
linkerventrikelejectiefractie (LVEF, < 50% en >= 50%) en pieksnelheid (< 3 m/s
en >= 3 m/s).
Volgens de planning zullen er maximaal 750 patiënten in tot 80 deelnemende
onderzoekscentra in Europa en Noord-Amerika worden ingesloten.
De patiënten gaan minimaal tien jaar aan het onderzoek deelnemen. De patiënten
in de behandelarm worden op de volgende intervallen beoordeeld: baseline,
post-procedure, bij ontslag uit het ziekenhuis, na 30 dagen, na 6 maanden, na
één jaar en daarna jaarlijks tot en met tien jaar. De patienten in de controle
groep worden jaarlijks tot en met tien jaar beoordeeld.
Onderzoeksproduct en/of interventie
50% van de proefpersonen krijgt een CE gemakeerde hartklep voor een off-label indicatie.
Inschatting van belasting en risico
De gebruikelijke risico*s van aortaklep vervanging zijn hier van toepassing
voor de proefpersonen in de behandelarm. De extra belasting van de deelnemende
proefpersonen zal bestaan uit wandeltesten van zes minuten en het invullen van
vragenlijstenover hun kwaliteit van leven.
Publiek
One Edwards Way 1
Irvine CA 92614
US
Wetenschappelijk
One Edwards Way 1
Irvine CA 92614
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. 65 jaar of ouder op het moment van randomisatie
2. Matige AS, volgens een van de volgende criteria, zoals beoordeeld door het
centraal echografisch centrum:
• Aortaklepgebied (AVA) / aortaklepgebiedsindex (AVAi):
o AVA 1,0 - 1,5 cm2; OF
o AVA < 1,0 met AVAi > 0,6 cm2/m2 indien BMI < 30 kg/m2; OF
o AVA < 1,0 met AVAi > 0,5 cm2/m2 indien BMI >= 30 kg/m2, OF
o AVA > 1,5 met AVAi < 0,9 cm2/m2 indien BMI < 30 kg/m2, OF
o AVA > 1,5 met AVAi < 0,8 cm2/m2 indien BMI >= 30 kg/m2
EN
• Pieksnelheid 3,0 - < 4,0 m/s OF gemiddelde gradiënt 20 - < 40 mmHg
OF
B: De Proefpersonen die aan slechts 1 van de criteria onder 2A voldoen bij een
echocardiogram in rust als gevolg van verlaagd LVEF (< 50%)
komen in aanmerking indien aan beide criteria wordt voldaan na een
dobutamine-stressecho (DSE).
Proefpersonen met matig-ernstige inconsistentie na een DSE komen in aanmerking
indien zij een non-contrast CT calcium score hebben van <1200AU voor vrouwen of
<2000 voor mannen.
Opmerking: proefpersonen met milde-matige inconsistentie na een DSE komen niet
in aanmerking.
OF
C: De Proefpersonen die aan slechts 1 van de criteria onder 2A voldoen bij een
echocardiogram in rust met matig-enstige inconsistentie en een normale LVEF (>=
50%) komen in aanmerking indien zij een non-contrast CT calcium score hebben
van <1200AU voor vrouwen of <2000 voor mannen.
Opmerking: Proefpersonen die aan slechts 1 van de criteria onder 2A voldoen bij
een echocardiogram in rust met mild-matige inconsistentie en een normale LVEF
komen niet in aanmerking.
3. De proefpersoon voldoet aan ten minste een van de volgende criteria:
• Klepgerelateerde symptomen, waaronder functionele klasse >= II volgens de New
York Heart Association, dyspneu, angina pectoris, duizeligheid, presyncope of
syncope die geacht wordt verband te houden met AS
• LVEF < 60% zoals beoordeeld door het centraal echografisch centrum:
• Diastolische disfunctie (>= graad 2) zoals beoordeeld door het centraal
echografisch centrum volgens de richtlijnen van de American Society of
Echocardiography (d.w.z. E/e' > 14, linkeratriumvolume-index > 34 ml/m2 of een
tricuspidalis-regurgitatiesnelheid van < 2,8 m/sec)
• Slagvolume-index van < 35 ml/m2 zoals beoordeeld door het centraal
echografisch centrum
• Persisterend atriumfibrilleren of een episode van paroxysmaal
atriumfibrilleren binnen 6 maanden na de randomisatie
• NT-Pro BNP > 3x normaal zoals beoordeeld door het studie centrum
• Verhoogde calciumscore zoals beoordeeld door het centraal
computertomografiecentrum (CT) (> 1200 AU voor vrouwen en > 2000 AU voor
mannen) (enkel van toepassing voor proefpersonen die in aanmerking komen
conform 2A of 2B hierboven)
4. De proefpersoon of de wettelijke vertegenwoordiger van de proefpersoon is op
de hoogte gebracht van de aard van het onderzoek, stemt in met de bepalingen
ervan en heeft schriftelijke geïnformeerde toestemming gegeven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Grootte van de natieve aorta-annulus die ongeschikt is voor de THV gebaseerd
op computertomografische angiografie-analyse (CTA-analyse)
2. Anatomische kenmerken die een veilige transfemorale plaatsing van de
inbrenghuls of een veilige doorgang van het toedieningssysteem onmogelijk maken
3. Een unicuspide of niet-gecalcificeerde aortaklep
4. Een bicuspide aortaklep met een aneurysma van de aorta ascendens van > 4,5
cm of ernstige verkalking van de raphe/het klepblad zoals beoordeeld door een
centraal CT-centrum
5. Pre-existentie van mechanische of bioprosthetische aortaklep
6. Ernstige aortaregurgitatie (> 3+)
7. Eerdere ballonvalvuloplastiek van de aortaklep (BAV) voor de behandeling van
ernstige AS
8. LVEF < 20% zoals beoordeeld door het centraal echografisch centrum:
9. Verkalking van het linkerventrikeluitstroomkanaal (LVOT) die het risico op
annulusruptuur of aanzienlijke paravalvulaire lekkage (PVL) na de TAVR zou
verhogen
10. Echocardiografisch bewijs van intracardiale massa, trombus of vegetatie
11. Coronaire of aortaklepanatomie die het risico op coronaire obstructie na
een TAVR verhoogt
12. Myocardinfarct binnen 30 dagen na de randomisatie
13. Hypertrofische cardiomyopathie met subvalvulaire obstructie
14. Een bijkomende valvulaire ziekte waarvoor chirurgische of
transkatheterinterventie vereist is
15. Significant onbehandeld kransslagaderlijden waarvoor revascularisatie nodig
is
16. Een chirurgische of transkatheterprocedure binnen 30 dagen na de
randomisatie
17. Actieve bacteriële endocarditis binnen 180 dagen na de randomisatie
18. Beroerte of voorbijgaande ischemische aanval (TIA) binnen 90 dagen na de
randomisatie
19. Symptomatisch arterielijden (carotis of vertebralis) of succesvolle
behandeling van carotisstenose binnen 30 dagen na de randomisatie
20. Ernstige chronisch obstructieve longziekte (COPD, Forced Ejection Volume 1
[FEV1] < 50% voorspeld) of momenteel thuisgebruik van zuurstofsuppletie
21. Hemodynamische of respiratoire instabiliteit waarvoor binnen 30 dagen na de
randomisatie inotrope of mechanische ondersteuning nodig is
22. Leverziekte (levercirrose [Child-Pugh-klasse B of C])
23. Nierinsufficiëntie (geschatte glomerulaire filtratiesnelheid [eGFR] volgens
Cockcroft-Gault-formule < 30 ml/min) en/of niervervangingstherapie
24. Een significante broze gezondheid zoals bepaald door het hartteam
25. Leukopenie (witte bloedcellen < 3000 cellen/ul), bloedarmoede (hemoglobine
< 9 g/dl), trombocytopenie (bloedplaatjes < 50.000 cellen/ul)
26. Intolerantie voor antitrombotica of aandoening die behandeling met
antitrombotica onmogelijk maakt (inclusief enkelvoudige behandeling met
trombocytenaggregatieremmers)
27. Hypercoagulabele toestand of andere aandoening die het risico op trombose
verhoogt
28. Absolute contra-indicaties of allergie voor jodiumhoudend contrast die niet
afdoende kan worden behandeld met premedicatie
29. Proefpersoon weigert bloedproducten
30. Body mass index (BMI) > 50 kg/m2
31. Geschatte levensverwachting van < 24 maanden
32. Actieve SARS-CoV-2-infectie (Coronavirus-19 [COVID-19]) of eerder
gediagnosticeerd met COVID-19 met sequelae die verwarring kunnen veroorzaken
bij beoordeling van eindpunten (zoals beoordeeld door de Case Review Board)
33. Deelnemen aan een ander onderzoek naar een geneesmiddel of hulpmiddel
waarbij het primaire eindpunt nog niet is bereikt
34. Wanneer de proefpersoon wordt gezien als deel uitmakend van een kwetsbare
bevolkingsgroep
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04889872 |
CCMO | NL78819.000.21 |