Primair:Het bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid en het vaststellen van een preliminaire aanbevolen fase 2-dosis (recommended Phase 2 dose, RP2D) van MK-5890 wanneer gebruikt als monotherapie en in combinatie met pembrolizumab in de dosis…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diverse en niet plaatsgespecif. neoplasmata, maligne en niet-gespecif.
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Aantal deelnemers met een dosisbeperkende toxiciteit (dose-limiting toxicity,
DLT)
• Aantal deelnemers met >=1 bijwerking (adverse event, AE)
• Aantal deelnemers dat de onderzoeksbehandeling staakt vanwege een AE
Secundaire uitkomstmaten
• Farmacokinetische parameters, waaronder het gebied onder de curve (area under
the curve, AUC), de minimale concentratie (Cmin) en de maximale concentratie
(Cmax)
Achtergrond van het onderzoek
MK-5890 wordt ontwikkeld voor de behandeling van solide tumoren. Dit is het
voor het eerst bij mensen uitgevoerde onderzoek naar dit antilichaam en is
opgezet om de veiligheid, verdraagbaarheid, farmacokinetiek en farmacodynamiek
van escalerende doses MK-5890 te bepalen wanneer gebruikt als monotherapie en
in combinatie met pembrolizumab bij deelnemers met gevorderde/refractaire
solide tumoren. Ook het effect van MK-5890 op de tumorgrootte zal worden
onderzocht. De anti-CD27-agonistische activiteit van MK-5890 is onderzocht in
syngene muizentumormodellen. Toediening van dit antilichaam was geassocieerd
met een regressie van gevestigde solide tumoren en een systemische
immuunrespons. Preklinische werkzaamheidsgegevens hebben aangetoond dat de
combinatie van anti-CD27- en anti-PD-1-antilichamen resulteerde in een
verbeterde antitumorwerkzaamheid.
Voor gedetailleerde gegevens uit de preklinische onderzoeken kunt u de IB
raadplegen.
Beschikbare klinische gegevens over andere anti-CD27-antilichamen zijn beperkt.
Tot op heden is varlilumab het enige anti-CD27-mAb dat in klinische onderzoeken
is geëvalueerd. Dit antilichaam werd goed verdragen in het voor het eerst bij
mensen uitgevoerde dosisescalatieonderzoek bij patiënten met gevorderde solide
tumoren bij dosisniveaus van 0,1 mg/kg, 0,3 mg/kg, 1,0 mg/kg, 3,0 mg/kg en 10
mg/kg, gegeven door middel van i.v. infusie. Behandelingsgerelateerde AE*s
waren in het algemeen licht tot matig qua ernst [Burris, H. A. et al. 2017].
Hetzelfde middel werd geëvalueerd in combinatie met nivolumab, een volledig
humaan IgG4-anti-PD-1-mAb, bij patiënten met gevorderde kanker. Tijdens het
dosisescalatie-/uitbreidingsgedeelte van dit fase 1/2-onderzoek werden
varlilumabdoses van 0,1 mg/kg, 1,0 mg/kg en 10 mg/kg getest in combinatie met 3
mg/kg nivolumab. Alle dosisniveaus werden goed verdragen, zonder dat er een
maximaal getolereerde dosis werd vastgesteld, en er werden geen onverwachte
toxiciteiten waargenomen [Sanborn, R. E. et al. 2017].
Doel van het onderzoek
Primair:
Het bepalen van de veiligheid en verdraagbaarheid en het vaststellen van een
preliminaire aanbevolen fase 2-dosis (recommended Phase 2 dose, RP2D) van
MK-5890 wanneer gebruikt als monotherapie en in combinatie met pembrolizumab in
de dosis escalatie- en bevestigingsfase en de dosisuitbreidingsfase.
Secundair:
- evaluatie van de PK van MK-5890 bij infusie als monotherapie, in combinatie
met pembrolizumab, in combinatie met pembrolizumab, pemetrexed en carboplatine,
en in combinatie met pembrolizumab en nab-paclitaxel, in de dosisescalatie en
bevestigingsfase en/of de dosisuitbreidingsfase
- ORR van MK-5890 evalueren bij gebruik als monotherapie, in combinatie met met
pembrolizumab, in combinatie met pembrolizumab en
nabpaclitaxel in de dosisuitbreidingsfase
- de veiligheid en verdraagbaarheid van MK-5890 te bepalen in combinatie met
pembrolizumab, pemetrexed en carboplatine bij deelnemers met niet-plaveisel
NSCLC en om MTD van carboplatine en pemetrexed bij gebruik in combinatie met
MK-5890 en pembrolizumab
- de veiligheid en verdraagbaarheid van MK-5890 te bepalen in combinatie met
pembrolizumab en nab-paclitaxel bij deelnemers met lokaal terugkerende
inoperabele TNBC-kanker en om MTD's van nabpaclitaxel gebruikt in combinatie
met MK-5890 en pembrolizumab
Onderzoeksopzet
Dit is een voor het eerst bij mensen uitgevoerd, multicentrisch, open-label,
dosisescalatie- en dosisbevestigingsonderzoek naar MK-5890 wanneer gebruikt als
monotherapie en in combinatie met pembrolizumab bij deelnemers met een
histologisch of cytologisch bevestigde diagnose van een gevorderde solide tumor
die alle behandelingen waarvan bekend is dat ze klinisch voordeel opleveren,
hebben ontvangen of geweigerd, of die daar intolerant voor waren.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Groep 1: Monotherapie met MK5890 . Er wordt gestart met 2 mg. De volgende doses zijn 7 mg, 20 mg, 70 mg, 200 mg en 700 mg. Groep 2: MK5890 met pembrolizumab. Voor MK5890 wordt er gestart met 2 mg. De volgende doses zijn 7 mg, 20 mg, 70 mg, 200 mg en 700 mg. Pembrolizumab zal in een vaste dosering van 200 mg worden gegeven.
Inschatting van belasting en risico
Behandelingscycli zullen drie weken duren, waarvan op dag 1 MK5890 monotherapie
of MK5890 in combiantie met pembrolizumab wordt toegediend.
Op elke visite zal een lichamelijk onderzoek worden gedaan, vitale functies
worden gemeten en bloed worden afgenomen.
Aan het begin van de studie wordt een biopt afgenomen (dit kan eventueel
achterwege worden gelaten als er geschikt tumormateriaal beschikbaar is).
De proefpersonen kunnen mogelijk lichamelijk en/of psychisch ongemak ervaren
bij de handelingen die tijdens het onderzoek worden uitgevoerd, zoals
venapunctie, aanleggen van een infuus, CT/MRI, en tumorbiopsie.
De bijwerkingen van dit onderzoeksmiddel zijn nog niet bekend. Tot nu toe is
MK-5890 nog nooit gebruikt bij mensen. Een vergelijkbaar geneesmiddel,
varlilumab, dat door een ander bedrijf wordt ontwikkeld, is wel bij mensen
getest. Varlilumab werd goed verdragen in een onderzoek bij patiënten met
gevorderde kanker. De opzet van dat onderzoek was vergelijkbaar met die van het
huidige onderzoek. De waargenomen bijwerkingen bij deelnemers die behandeld
werden met varlilumab, waarvan vermoed wordt dat ze verband houden met het
geneesmiddel, waren doorgaans licht tot matig van aard. De doses varlilumab
die in dat onderzoek zijn getest, zijn vergelijkbaar met de voorgestelde doses
in het huidige onderzoek. De meest voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 10%
van de behandelde patiënten) waarvan vermoed wordt dat ze verband houden met
varlilumab, waren vermoeidheid, huiduitslag, misselijkheid en diarree (dunne
ontlasting). Één patiënt in het onderzoek ondervond een matige tot ernstige
verlaging van het natriumgehalte in het bloed, maar dit keerde zonder
behandeling terug naar normaal. Andere matige bijwerkingen in verband met het
onderzoeksmiddel omvatten een geval van verminderde eetlust en een geval van
een verlaagd aantal lymfocyten (een bepaald soort witte bloedcellen). Één
patiënt kreeg een verergering van astma als ernstige bijwerking, waarvoor een
ziekenhuisopname nodig was.
Varlilumab is ook onderzocht in combinatie met nivolumab, een middel tegen
kanker dat vergelijkbaar is met pembrolizumab, bij patiënten met gevorderde
kanker. Alle geteste dosisniveaus werden goed door patiënten verdragen en er
zijn geen onverwachte bijwerkingen waargenomen. Één patiënt die de hoogst
geteste dosis varlilumab kreeg (10 mg/kg), ondervond een ernstige ontsteking
van de lever en matig letsel van de nier. Een andere patiënt die met dezelfde
dosis van het antilichaam werd behandeld, kreeg een ernstig bijwerking waarvan
vermoed werd dat deze verband hield met het geneesmiddel, te weten verminderd
bewegingsvermogen wegens schade aan de zenuwen. Één patiënt die werd behandeld
met een lagere dosis varlilumab (1 mg/kg), kreeg matige uitslag.
De meest voorkomende bijwerkingen van pembrolizumab zijn jeukende huid, dunne
of waterige ontlasting en hoesten.
Publiek
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Wetenschappelijk
Waarderweg 39
Haarlem 2031 BN
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. a) Doseringsescalatie / bevestigingsfase (armen 1 en 2): Heeft een
histologisch of cytologisch bevestigde gevorderde/gemetastaseerde solide tumor
aan de hand van het pathologische rapport, en heeft alle behandelingen waarvan
bekend is dat ze klinisch voordeel opleveren ontvangen, of was daar intolerant
voor.
b) Dosisescalatie / bevestigingsfase (arm 3): Heb een histologische of
cytologisch bevestigde diagnose van stadium IV niet-plaveisel NSCLC.
c) Dosisuitbreidingsfase (Arm 2a): Stel een diagnose van TNBC. Deelnemers
moeten niet meer dan 2 therapielijnen voor metastatische ziekte hebben
ontvangen of intolerant zijn waarvan bekend is dat ze klinisch voordeel
opleveren. Eerdere therapie had antracycline en / of taxaan moeten omvatten
voor een vroeg stadium of metastatische ziekte. Deelnemers moeten bij de
screening lactaatdehydrogenase (LDH) <=2 x ULN hebben. De inschrijving wordt
beperkt tot maximaal 7-10 deelnemers die behandeling ongevoelig zijn voor
behandeling met PD-1 / PD-L1-remmer.
d) Dosisuitbreidingsfase (Arm 1a, 2b en 2c): Stel een diagnose van
endometriumkanker. Deelnemers moeten niet eerder dan 2 eerdere
behandelingslijnen hebben ontvangen of intolerant zijn waarvan bekend is dat ze
klinisch voordeel opleveren. Eerdere therapie had platina-bevattende regimes
voor een vroeg stadium of metastatische ziekte moeten omvatten. De inschrijving
wordt beperkt tot maximaal 5-7 deelnemers per behandelingsarm die refractair
zijn voor behandeling met PD-1 / PD-L1-remmer.
e) Dosisuitbreidingsfase (Arm 4): TNBC hebben met tumor PD-L1 CPS<10, die ofwel
lokaal recidiverend, inoperabel is, niet eerder behandeld is met chemotherapie
en die niet met intentie curatief kan worden behandeld, of gemetastaseerde
ziekte die niet eerder met chemotherapie is behandeld.
2. Heeft meetbare ziekte op basis van RECIST 1.1, zoals beoordeeld door de
onderzoeker/radioloog van het lokale centrum. Doelwitlaesies die in een eerder
bestraald gebied zijn gelegen, worden beschouwd als meetbaar als in dergelijke
laesies progressie is aangetoond.
3. Laat een toereikende orgaanfunctie zien, zoals gedefinieerd in Tabel 4.
Monsters moeten binnen 7 dagen vóór de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling zijn verzameld.
4. Is een man of niet-zwangere en geen borstvoeding gevende vrouw, >18 jaar oud
op de dag van ondertekening van het toestemmingsformulier.
5. Heeft een ECOG-prestatiestatus (Eastern Cooperative Oncology Group) van 0 of
1.
Mannelijke deelnemers:
6. Een mannelijke deelnemer moet ermee instemmen anticonceptie te gebruiken
tijdens de behandelingsperiode en gedurende ten minste 120 dagen na de laatste
dosis MK-5890 of pembrolizumab OF 180 dagen na de laatste dosis
chemotherapeutica en gedurende deze periode geen sperma te doneren.
Vrouwelijke deelnemers:
7. Een vrouwelijke deelnemer komt in aanmerking voor deelname als zij niet
zwanger is (zie bijlage 3), geen borstvoeding geeft en voldoet aan ten minste
één van de volgende voorwaarden:
a.) Ze is geen vruchtbare vrouw (woman of childbearing potential, WOCBP),
zoals gedefinieerd in bijlage 3
OF
b.) Ze is een WOCBP die ermee instemt de contraceptieve richtlijnen te volgen
tijdens de behandelingsperiode en gedurende ten minste 120 dagen na de laatste
dosis MK-5890 of pembrolizumab OF 180 dagen na de laatste dosis
chemotherapeutica.
8. De deelnemer (of wettelijke vertegenwoordiger, indien van toepassing)
verstrekt gedocumenteerd toestemming/instemming voor het onderzoek op basis van
informatie. De deelnemer kan ook toestemming/instemming geven voor toekomstig
biomedisch onderzoek; hij/zij kan evenwel deelnemen aan het hoofdonderzoek
zonder deel te nemen aan toekomstig biomedisch onderzoek.
9. Dient een evalueerbaar tumormonster (een nieuw verkregen of gearchiveerd
tumormonster) in voor analyse van de uitgangswaarde. Met formaline gefixeerde,
in paraffine ingebedde weefselblokken hebben de voorkeur boven objectglaasjes.
Nieuw verkregen biopten hebben de voorkeur boven archiefweefsel. Details met
betrekking tot de indiening van tumorweefsel kunt u vinden in de handleiding
voor procedures.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Heeft een voorgeschiedenis van een tweede maligniteit, tenzij een mogelijk
curatieve behandeling is voltooid zonder aanwijzingen voor maligniteit
gedurende 2 jaar. Opmerking: De tijdsvereiste geldt niet voor de ziekte die
wordt onderzocht of voor deelnemers die een succesvolle definitieve resectie
van basaalcelcarcinoom van de huid, plaveiselcelcarcinoom van de huid,
oppervlakkige blaaskanker, baarmoederhalskanker in situ of andere vormen van
kanker in situ hebben ondergaan.
2. Heeft klinisch actieve metastasen in het centrale zenuwstelsel (CZS) en/of
carcinomateuze meningitis. Deelnemers met eerder behandelde hersen- of
meningeale metastasen kunnen deelnemen en in aanmerking komen voor behandeling,
mits ze stabiel en asymptomatisch zijn (zonder aamwijzingen voor progressie aan
de hand van een magnetische resonantiebeeldvormingsscan [MRI-scan] van de
hersenen ten minste 4 weken na de behandeling), geen aanwijzingen hebben voor
nieuwe of groter wordende hersenmetastasen, binnen 4 weken vóór de start van de
onderzoeksbehandeling geëvalueerd worden en gedurende ten minste 2 weken vóór
de inschrijving geen immunosuppressieve doses van systemische steroïden meer
krijgen.
3. Heeft een ernstige overgevoeligheidsreactie op behandeling met een mAb en/of
andere bestanddelen van de onderzoeksbehandeling gehad.
4. Heeft een actieve infectie die systemische behandeling vereist.
5. Heeft een voorgeschiedenis van interstitiële longziekte.
6. Heeft een voorgeschiedenis van (niet-infectieuze) pneumonitis waarvoor
behandeling met steroïden nodig was, of heeft momenteel pneumonitis.
7. Heeft symptomatische ascites of pleura-effusie. Deelnemers die na de
behandeling van deze aandoeningen (met inbegrip van therapeutische
thoracocentese of paracentese) klinisch stabiel zijn, zullen niet worden
uitgesloten van deelname aan dit onderzoek.
8. Heeft eerder een stamcel- of beenmergtransplantatie ondergaan.
9. Heeft eerder een transplantatie van een solide orgaan ondergaan.
10. Heeft een actieve auto-immuunziekte waarvoor in de afgelopen 2 jaar
systemische behandeling vereist was (d.w.z. met gebruik van
ziekteverloopbeïnvloedende middelen, corticosteroïden of immunosuppressiva),
behalve vitiligo of verdwenen astma/atopie van de kinderjaren.
Vervangingstherapie, zoals thyroxine, insuline of fysiologische
corticosteroïdenvervangingstherapie voor bijnier- of hypofyse-insufficiëntie)
wordt niet beschouwd als een vorm van systemische behandeling en is toegestaan.
Gebruik van niet-systemische steroïden is toegestaan.
11. Heeft een bekende infectie met humaan immunodeficiëntievirus ([HIV]; HIV-1-
of -2-antilichamen) en/of actieve en acute hepatitis B- of -C-infecties (is bv.
positief voor HBsAg/HBV-DNA of HCV-RNA).
12. Heeft een voorgeschiedenis van of huidige aanwijzingen voor een aandoening,
behandeling of afwijkende laboratoriumwaarde die de resultaten van het
onderzoek zou kunnen verstoren, de deelname gedurende de gehele onderzoeksduur
voor de deelnemer zou kunnen belemmeren, de toediening van de
onderzoeksbehandelingen gevaarlijk zou kunnen maken, of die het moeilijk zou
kunnen maken om bijwerkingen te controleren zodat het, naar het oordeel van de
behandelend onderzoeker, niet in het beste belang van de deelnemer is om mee te
doen.
13. Is niet volledig hersteld van de gevolgen van een zware operatie zonder
significante detecteerbare infectie. Operaties waarvoor algehele verdoving
nodig was, moeten ten minste 2 weken vóór de start van de onderzoeksbehandeling
voltooid zijn. Operaties waarvoor plaatselijke/epidurale verdoving nodig was,
moeten ten minste 72 uur vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling
voltooid zijn, en de deelnemers dienen hersteld te zijn.
14. Heeft bekende psychiatrische of aan middelenmisbruik gerelateerde
aandoeningen die het vermogen van de deelnemer om de onderzoeksvereisten na te
leven zouden kunnen belemmeren.
15. Is zwanger of geeft borstvoeding, of verwacht zwanger te worden of kinderen
te verwekken tijdens de geplande duur van het onderzoek.
16. Is een WOCBP die binnen 72 uur vóór de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling een positief resultaat van een zwangerschapstest op urine
heeft. Als de urinetest positief is of niet kan worden bevestigd als negatief,
is een zwangerschapstest op serum nodig. In dergelijke gevallen moet de
deelnemer worden uitgesloten van deelname als het resultaat van de
zwangerschapstest op serum positief is. Opmerking: als er tussen de
zwangerschapstest bij de screening en de eerste dosis van de
onderzoeksbehandeling 72 uur zijn verstreken, dan moet er nog een
zwangerschapstest (op urine of serum) worden uitgevoerd, die negatief moet zijn
om de deelnemer te kunnen laten beginnen met de onderzoeksbehandeling.
17. Heeft binnen 4 weken vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling
chemotherapie, definitieve bestraling of een biologische behandeling tegen
kanker ondergaan (2 weken voor palliatieve bestraling), of is niet hersteld tot
CTCAE-graad <=1 of beter van bijwerkingen die toe te schrijven waren aan
therapeutica tegen kanker die meer dan 4 weken daarvoor werden toegediend
(hieronder vallen ook deelnemers die eerder een immunomodulerende behandeling
kregen met residuale immuungerelateerde bijwerkingen [immune-related AEs,
irAE*s]). Deelnemers die voortdurend behandeling met vervangende hormonen
krijgen voor endocriene irAE*s zullen niet worden uitgesloten van deelname aan
dit onderzoek.
18. Heeft naar verwachting een andere vorm van antineoplastische behandeling
nodig tijdens deelname aan dit onderzoek.
19. Heeft eerdere therapie ontvangen met een middel gericht op een andere
stimulerende T-celreceptor (bijv. CD27, OX-40, CD137).
20. Wordt chronisch behandeld met systemische steroïden bij doses die hoger
zijn dan vervangingsdoses (bv. hoger dan 10 mg/dag prednisonequivalent), of met
een andere vorm van immunosuppressieve medicatie. Deelnemers met reactieve
luchtwegziekte die intermitterend gebruik van bronchusverwijders,
inhalatiesteroïden of plaatselijke injecties met steroïden nodig hebben, zullen
niet worden uitgesloten van dit onderzoek.
21. Is op het moment van ondertekening van het toestemmingsformulier een
regelmatige gebruiker (inclusief *recreatief gebruik*) van illegale drugs of
heeft een recente voorgeschiedenis (binnen het afgelopen jaar) van drugs- of
alcoholmisbruik, zoals vastgesteld door de behandelend onderzoeker. Deelnemers
die voor medische doeleinden of voor het behandelen van specifieke symptomen
cannabis gebruiken, zullen niet worden uitgesloten, tenzij deze naar het
oordeel van de behandelend onderzoeker wordt misbruikt.
22. Heeft binnen de 28 dagen vóór de eerste dosis van de onderzoeksbehandeling
een levend virusvaccin gekregen. Voorbeelden van levende vaccins omvatten, maar
zijn niet beperkt tot, het volgende: mazelen-, bof-, rodehond-,
varicella-zoster- (waterpokken-), gele koorts-, hondsdolheids-, Bacillus
Calmette-Guérin (BCG)- en tyfusvaccin. Seizoensgriepvaccins die geen levende
virussen bevatten, zijn toegestaan. Intranasale griepvaccins (bv. FluMist®)
zijn levende verzwakte vaccins en zijn niet toegestaan.
23. Neemt momenteel deel aan een onderzoek naar een experimenteel middel en
krijgt een onderzoeksbehandeling, of heeft deelgenomen aan een onderzoek naar
een experimenteel middel en heeft een onderzoeksbehandeling gekregen, of heeft
een experimenteel hulpmiddel gebruikt binnen 28 dagen vóór toediening van de
eerste dosis van de onderzoeksbehandeling.
Opmerking: Deelnemers die in de opvolgingsfase van een experimenteel onderzoek
zijn opgenomen, kunnen deelnemen zolang de laatste dosis van het eerdere
experimentele middel ten minste 4 weken geleden werd toegediend.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR201700455041-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03396445 |
CCMO | NL63950.031.18 |