Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-510738-42-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het hoofddoel van de studie is om aan te tonen dat CSL222 (voorheen AMT-061) (2 x 10^13 gc/kg) tijdens de 52 weken na het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Stollingsstoornissen en bloedingsdiathesen (excl. trombocytopenische)
- Bloed- en lymfestelselaandoeningen, congenitaal
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair werkzaamheidseindpunt
- ABR-vergelijking tussen CSL222 (voorheen AMT-061) en profylaxe naar de
non-inferioriteit tussen de lead-in fase en de 52 weken na stabiele factor
IX-expressie (maanden 6-18 post-behandeling)
Secundaire uitkomstmaten
- Endogene factor IX -activiteit 6 maanden na CSL222-toediening
- Endogene factor IX -activiteit 12 maanden na CSL222-toediening
- Endogene factor IX -activiteit 18 maanden na CSL222-toediening
- Jaarlijkse consumptie van factor IX-vervangingstherapie tijdens de 52 weken
na stabiele FIX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling), met uitzondering
van factor IX-vervanging voor invasieve procedures in vergelijking met de
lead-in-fase
- Jaarlijkse infusiesnelheid van factor IX-vervangingstherapie tijdens de 52
weken na stabiele factor IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling), met
uitzondering van factor IX-vervanging voor invasieve procedures in vergelijking
met de lead-in-fase
- Deel van de proefpersonen dat tijdens de 52 weken na stabiele factor
IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling) vrij blijft van eerdere continue
routine profylaxe
- Vergelijking van het percentage patiënten met dal-FIX-activiteit <12% dan
normaal tussen de inleidingsfase en na behandeling met CSL222 tijdens de 52
weken na stabiele factor IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling)
- ABR-vergelijking tussen CSL222 en profylaxe naar de superioriteit tussen de
lead-in fase en de 52 weken na stabiele factor IX-expressie (maanden 6-18 na de
behandeling)
- Ratio van spontane bloedingsvoorvallen tijdens de 52 weken na stabiele factor
IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling) in vergelijking met de
inleidingsfase
- Ratio van gewrichtsbloedingen tijdens de 52 weken na stabiele factor
IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling) in vergelijking met de
inleidingsfase
- Geschatte ABR - tijdens de 52 weken na stabiele factor IX-expressie (maanden
6-18 na de behandeling) - als een functie van de anti-AAV5-antilichaamtiters
voorafgaand aan IMP met behulp van de op luciferase gebaseerde NAB-assay (als
*correlatieanalyse*)
- Correlatie van factor IX-activiteitsniveaus tijdens de 52 weken na stabiele
factor IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling) met
anti-AAV5-antilichaamtiters voorafgaand aan IMP met behulp van de op luciferase
gebaseerde NAB-assay
- Optreden (en verdwijnen) van nieuwe doelgewrichten tijdens de 52 weken na
stabiele factor IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling) en verdwijnen van
reeds bestaande doelgewrichten na CSL222 toediening
- Aantal proefpersonen met nul bloedingen tijdens de 52 weken na stabiele
factor IX-expressie (maanden 6-18 na de behandeling)
- PRO-vragenlijst scores van de international Physical Activity Questionnaire
(iPAQ; totale score voor lichamelijke activiteit) tijdens de 12 maanden na
CSL222 dosering in vergelijking met de lead-in-fase
- PRO-vragenlijst scores van de EuroQol-5 dimensions-5 levels (EQ-5D-5L)
visuele analoge schaal (VAS) score tijdens de 12 maanden na CSL222 dosering in
vergelijking met de lead-in-fase
Secundaire veiligheidseindpunten
- Ongewenste voorvallen
- Veranderingen in buikechografie
- Antilichamen tegen AAV5 (totaal [IgM en IgG], neutraliserende antilichamen)
- AAV5-kapsel-specifieke T-cellen
- Antilichamen tegen FIX
- FIX-remmers en herstel
- Parameters m.b.t hematologie en serumchemie
- ALT/AST-concentraties, en corticosteroïdegebruik voor ALT/AST-toenames
- Vector-DNA in bloed en sperma
- Ontstekingsmarkers: IL-1β, IL-2, IL-6, IFNγ, MCP-1
- Alpha-fetoproteine (AFP)
Achtergrond van het onderzoek
Congenitale hemofilie B is een erfelijke bloedziekte met als kenmerk een
verhoogde neiging om te bloeden als gevolg van een gedeeltelijke of volledige
tekortkoming van de essentiële bloedcoagulatiefactor IX (FIX).
Ongeveer 1 op 20.000-50,000 levende mannelijke pasgeborenen hebben hemofilie B.
Het aantal patiënten met de diagnose hemofilie B wereldwijd is ongeveer
30.000.Bloeden is het belangrijkste symptoom van de ziekte. Milde gevallen
kunnen onopgemerkt blijven tot later in het leven, wanneer ze optreden als
reactie op een operatie of trauma. Bij ernstige of matige hemofilie kan
inwendige bloeding overal voorkomen, maar bloeding in gewrichten komt het meest
voor. Ernstige terugkerende bloedingen kunnen leiden tot chronische pijn,
invaliditeit en verminderde kwaliteit van leven.
Er is geen remedie voor hemofilie B. De belangrijkste doelen van de hemofilie
B-therapie zijn het voorkomen van bloedingsepisodes, een snelle en definitieve
behandeling van bloedingsepisoden en voorzien in adequate hemostase tijdens
chirurgie en spoedgevallen. Momenteel worden deze doelen vervuld voor hemofilie
B-proefpersonen door intraveneuze (IV) injectie. De recente goedkeuringen van
FIX-producten met verlengde halfwaardetijd maken een verminderde frequentie van
factor-administratie mogelijk en handhaven een hoger FIX-dalsniveau.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-510738-42-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het hoofddoel van de studie is om aan te tonen dat CSL222 (voorheen AMT-061) (2
x 10^13 gc/kg) tijdens de 52 weken na het vaststellen van stabiele factor
IX-expressie (maanden 6-18) post-behandeling (CSL222 (voorheen AMT-061))
follow-up niet inferieur is aan de zorgstandaard van continue routinematige
factor IX profylaxe tijdens de lead-in fase berekend als het percentage
jaarlijkse bloedingen (ABR).
Secundair; aantonen van de extra werkzaamheid en veiligheidsaspecten die
systemische toediening van CSL222 (voorheen AMT-061) kan hebben.
Onderzoeksopzet
Het betreft een open-label, multicentre, multinationale studie met een
enkelvoudige dosis, met een screeningsperiode, een inleidingsfase, een
behandelingsfase + een opvolgingsfase na behandeling, en een opvolgingsfase op
lange termijn.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten krijgen een enkele infusie van CSL222 (voorheen AMT-061). CSL222 (voorheen AMT-061) zal worden toegediend in een dosis van 2 x 10^13 gc / kg als eenmalige infusie in een perifere ader, patiënten zullen worden gevolgd voor tolerantie van het onderzoeksgeneesmiddel en detectie van directe ongewenste voorvallen gedurende drie uur na dosering.
Inschatting van belasting en risico
Risico's: mogelijke bijwerkingen van de onderzoeksmedicatie en
onderzoeksprocedures
Belasting: bloedmonsters, zaadmonsters, invullen van vragenlijsten
Publiek
First Avenue 1020
King of Prussia PA 19406-0901
US
Wetenschappelijk
First Avenue 1020
King of Prussia PA 19406-0901
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Mannelijk
2. Leeftijd >= 18 jaar
3. Patiënten met congenitale hemofilie B met bekende ernstige of matig ernstige
FIX-deficiëntie (<=2% van normaal circulerend FIX) waarvoor de patiënt gebruik
maakt van continue routinematige Factor IX-profylaxe*
4. >150 eerdere dagen van blootstelling aan behandeling met FIX-eiwit
5. Gebruik van stabiele profylaxe gedurende ten minste 2 maanden voorafgaand
aan screening
6. Heeft (naar het oordeel van de onderzoeker) tijdens de inleidingsfase
aangetoond in staat te zijn om onafhankelijk, nauwkeurig en op tijd het dagboek
in te vullen
7. Gaat akkoord met het gebruik van een condoom tijdens geslachtsgemeenschap in
de periode vanaf IMP-toediening totdat AAV5 uit sperma is verdwenen, zoals door
het centrale laboratorium is aangetoond op basis van negatieve
analyseresultaten voor ten minste drie opeenvolgend afgenomen spermastalen (dit
criterium geldt ook voor patiënten die chirurgisch zijn gesteriliseerd)
8. In staat om geïnformeerde toestemming te verlenen na ontvangst van
mondelinge en schriftelijke informatie over de studie,
*Continue routinematige profylaxe wordt gedefinieerd als de intentie om te
behandelen met een vooraf bepaalde frequentie van infusies (bijv. tweemaal per
week, eenmaal per twee weken, etc.) zoals geregistreerd in het medisch dossier
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Voorgeschiedenis van FIX-remmers
2. Positieve FIX-inhibitie test bij screening en bezoek L-Final (gebaseerd op
lokale laboratorium resultaten)
3. Laboratoriumwaarden bij screening en bezoek L-Final (gebaseerd op centrale
laboratorium resultaten):
a. ALT >2 keer de normale bovengrens
b. Aspartaat-aminotransferase (AST) >2 keer de normale bovengrens
c. Totaal bilirubine >2 keer bovengrens van normaal (behalve wanneer dit is
veroorzaakt door het syndroom van Gilbert)
d. Alkaline-fosfatase (ALP) >2 keer de normale bovengrens
e. Creatinine >2 keer de normale bovengrens
4. Positieve serologische test op humaan immunodeficiëntievirus (HIV) bij
screening en bezoek L-Final, waarbij HIV niet onder controle is met anti-virale
therapie zoals blijkt uit CD4+-tellingen <= 200/µl
5. Infectie met hepatitis B- of C met onderstaande criteria bij screening:
i. Momenteel ontvangt antivirale behandeling voor een van deze infecties
en/of
ii. Positieve uitslag voor een van de onderstaande:
- hepatitis B-oppervlakteantigen (HBsAg),
- hepatitis B-virus desoxyribonucleïnezuur (HBV DNA) of
- hepatitis C-virus ribonucleïnezuur (HCV RNA)
6. Andere bekende stollingsstoornis dan hemofilie B
7. Trombocytopenie, gedefinieerd als een bloedplaatjestelling onder 50 × 109/l,
bij screening en bezoek L-Final (gebaseerd op centrale laboratorium resultaten)
8. Bekende ernstige infectie of een andere significante gelijktijdige,
ongecontroleerde medische aandoening inclusief (maar niet beperkt tot) renale,
hepatische, cardiovasculaire, hematologische, gastro-intestinale, endocriene,
pulmonale, neurologische, cerebrale of psychiatrische ziekte, alcoholisme,
drugsverslaving of een andere psychologische stoornis die volgens de
onderzoeker interfereert met naleving van de protocolprocedures of met de mate
van tolerantie voor het IMP
9. Bekende significante medische aandoening die significante invloed kan hebben
op de beoogde transductie van de vector en/of de expressie en activiteit van
het eiwit, inclusief maar niet beperkt tot:
- Diffuse intravasale stolling
- Versnelde fibrinolyse
- Gevorderde leverfibrose (suggererend of gelijk aan de METAVIR fase 3-ziekte,
een FibroScan * -score van >= 9 kPa wordt als gelijkwaardig beschouwd
10. Bekende voorgeschiedenis van een allergische of anafylactische reactie op
FIX-producten
11. Bekende geschiedenis van allergie voor corticosteroïden
12. Bekende ongecontroleerde allergische aandoeningen of
allergie/overgevoeligheid voor een bestanddeel van de hulpstoffen van het IMP
13. Bekende medische aandoening die chronische toediening van steroïden zou
vereisen
14. Eerdere behandeling met gentherapie
15. Een experimenteel middel toegediend gekregen binnen 60 dagen voorafgaand
aan screening
16. Huidige deelname of verwachte deelname binnen één jaar na IMP-toediening in
deze studie aan een andere interventionele klinische studie met geneesmiddelen
of hulpmiddelen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-510738-42-00 |
EudraCT | EUCTR2017-004305-40-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03569891 |
CCMO | NL65714.000.18 |