Primaire doelstelling:• Het beoordelen en vergelijken van de doeltreffendheid van sacituzumab govitecan met TPC, zoals gemeten door progressie-vrije overleving (PFS) (zoals bepaald door geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling [BICR] aan de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Borstneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd (incl. tepel)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primair eindpunt (primaire analyse)
PFS zal beschreven worden aan de hand van Kaplan-Meier (K-M)-schattingen. De
primaire analyse van PFS voor de vergelijking tussen behandelingsgroepen zal
uitgevoerd worden aan de hand van een gestratificeerde log-ranktest, met de
stratificatiefactoren die gebruikt werden tijdens de randomisatie. Mediane PFS
en de 95% BI zoals bepaald door de brookmeyer-crowleymethode met
log-logtransformatie zullen voorgesteld worden en de K-M-schattingen van PFS
zullen in de loop der tijd worden geplot. De hazard ratio van PFS en de 95% BI
zal geschat worden aan de hand van een proportioneel risicomodel van Cox,
gestratificeerd volgens dezelfde stratificatiefactoren die gebruikt werden
tijdens de randomisatie.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten (secundaire analyses)
OS zal beschreven worden aan de hand van K-M-schattingen. De primaire analyse
van OS voor vergelijking tussen behandelingsgroepen zal uitgevoerd worden aan
de hand van een gestratificeerde log-ranktest, met dezelfde
stratificatiefactoren die gebruikt werden tijdens de randomisatie. Mediane OS
en de bijhorende 95% BI*s zoals bepaald door de brookmeyer-crowleymethode met
log-logtransformatie zullen voorgesteld worden. De hazard ratio en het
bijhorende 95% BI zal geschat worden aan de hand van een proportioneel
risicomodel van Cox, gestratificeerd volgens dezelfde stratificatiefactoren die
gebruikt werden tijdens de randomisatie.
ORR zal geanalyseerd en vergeleken worden tussen de behandelingsgroepen aan de
hand van de Cochran-Mantel-Haenszeltest (CMH), gestratificeerd volgens dezelfde
stratificatiefactoren die gebruikt werden tijdens de randomisatie. De 2-zijdige
95% BI's worden berekend met behulp van de exacte methode van Clopper-Pearson.
CBR zal worden berekend met een exacte 95% BI aan de hand van de
clopper-pearsonmethode. CBR zal worden vergeleken tussen de behandelingsgroepen
aan de hand van een CMH-test, gestratificeerd door de stratificatiefactoren die
gebruikt werden tijdens de randomisatie. De verschillen en kansverhoudingen van
deze percentages zullen respectievelijk worden berekend tussen
behandelingsgroepen en 95% BI*s.
De K-M-schattingen van mediane DOR en de bijbehorende 95% BI zal per
behandelingsgroep worden berekend voor responders (CR of PR).
Tijd tot verslechtering van algemene gezondheidsstatus/QOL, pijn- en
vermoeidheidsdomeinen zoals gemeten door EORTC QLQ-C30 zullen op dezelfde
manier worden geanalyseerd als de primaire analyse van PFS.
Veiligheidsanalyses
De veiligheidsanalyses zullen worden uitgevoerd met de veiligheidsanalyseset en
zullen samengevat worden door middel van beschrijvende statistiek. Categorische
variabelen zullen samengevat worden per aantal en percentage. Continue
variabelen zullen samengevat worden aan de hand van aantal proefpersonen,
gemiddelde, standaardafwijking, mediaan, bovenste en onderste kwartiel en
bereik (minimum en maximum).
Achtergrond van het onderzoek
Proefpersonen met hormonale receptorpositieve (HR+), humane epidermale
groeifactorreceptor 2 (HER2)-negatieve metastatische borstkanker (MBC), bij wie
goedgekeurde of aanvaarde eerste- en tweedelijnsbehandelingen gefaald hebben en
die dus een dringende behoefte blijven hebben aan bijkomende therapeutische
benaderingen. Het trop-2 antigen komt sterk tot uitdrukking op de meeste solide
epitheelkankers, waaronder MBC. Sacituzumab govitecan is ontwikkeld door
Immunomedics om dit soort van kankers te behandelen door zich te binden aan
trop-2, voor een gerichte levering van SN-38 rechtstreeks aan de tumorcel,
terwijl systemische blootstelling aan SN-38 geminimaliseerd wordt om
gastheertoxiciteit te verminderen. Een fase 1/2-onderzoek bij zwaar behandelde
patiënten met een reeks solide kankers, waaronder MBC, toonde aan dat
sacituzumab govitecan therapeutisch actief was wanneer gegeven was op dag 1 en
8 van herhaalde cycli van 21 dagen (Immunomedics Inc., gegevens in archief).
Het veiligheidsprofiel van sacituzumab govitecan is consistent met het
werkingsmechanisme van SN-38 (gastro-intestinaal en myelosuppressief) en het
goed bekende veiligheidsprofiel van irinotecan, dat voor reeds meer dan 20 jaar
in gebruik is (Camptosar USPI, 2018). De 10 mg/kg-dosis sacituzumab govitecan
toegediend op dag 1 en 8 van herhaalde cycli van 28 dagen, is geselecteerd voor
verdere klinische ontwikkeling volgens dit behandelingsschema, waaronder dit
fase 3-onderzoek, op basis van het algemene verdraagbaarheids- en
doeltreffendheidsprofiel van dit dosisregime.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling:
• Het beoordelen en vergelijken van de doeltreffendheid van sacituzumab
govitecan met TPC, zoals gemeten door progressie-vrije overleving (PFS) (zoals
bepaald door geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling [BICR] aan de
hand van de criteria voor responsevaluatie bij solide tumoren versie 1.1
(RECIST 1.1) bij proefpersonen met HR+/HER2- MBC met progressie na een
cycline-afhankelijke kinase (CDK) 4/6-remmer, endocriene behandeling, een
taxaan, en na minstens 2 maar niet meer dan 4 eerdere chemotherapieregimes voor
gemetastaseerde ziekte.
Secundaire doelstellingen:
• Het beoordelen en vergelijken van sacituzumab govitecan met TPC wat betreft
algemene overleving (OS) bij proefpersonen met HR+/HER2- MBC met progressie na
een cycline-afhankelijke kinase (CDK) 4/6-remmer, endocriene behandeling, een
taxaan, en na minstens 2 maar niet meer dan 4 eerdere
chemotherapiebehandelingsregimes voor gemetastaseerde ziekte.
• Het beoordelen en vergelijken van het objectieve (totale) responspercentage
(ORR), de duur van respons (DOR) en klinisch voordeelpercentage (CBR; complete
respons (CR) + partiële respons (PR) + stabiele ziekte (SD) met een duur van >=
6 maanden), tussen de behandelingsgroepen zoals bepaald door beoordeling door
lokale onderzoekers (LIR) en BICR aan de hand van RECIST 1.1.
• Het beoordelen en vergelijken van de impact van de behandeling op tijd tot
verslechtering (TTD) van de algemene gezondheidsstatus/kwaliteit van leven
(QOL), pijn- en vermoeidheidsdomein zoals gemeten aan de hand van de
kernvragenlijst inzake kwaliteit van leven van kankerpatiënten, versie 3.0
(QLQ-C30) van de European Organization for the Research and Treatment of Cancer
(EORTC).
• Het beoordelen en vergelijken van de algemene veiligheid en verdraagbaarheid.
Verkennende doelstellingen:
• Het beoordelen en vergelijken van de doeltreffendheid in een deelgroep
gedefinieerd door tumorexpressie van trop-2 en het bepalen van de rol van
expressie van trop-2 als voorspellende biomarker voor respons.
• Het identificeren van kandidaatbiomarkers in bloed en tumorweefsel als
voorspellende biomarkers voor respons.
• Het onderzoeken van de immunogeniciteit van sacituzumab govitecan voor wat
betreft antilichamen tegen het geneesmiddel (ADA) en de serumniveaus van
sacituzumab govitecan.
• Het beoordelen en vergelijken van de impact van behandeling op het Europese
instrument voor kwaliteit van leven (EuroQOL) EQ-5D-5L.
• Het beoordelen en vergelijken van de impact van behandeling op de
gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQOL) tussen behandelingsgroepen
door middel van de andere domeinen van de EORTC QLQ C30.
• Het beoordelen en vergelijken van de impact van behandelingsgerelateerde
symptomen aan de hand van een reeks van 9 relevante symptoomconcepten van de
door de patiënt gemelde resultaten versie van de itembibliotheek van de Vaak
gebruikte terminologiecriteria voor bijwerkingen (PRO-CTCAE*) (verminderde
eetlust, misselijkheid, braken, constipatie, diarree, buikpijn, kortademigheid,
haarverlies en vermoeidheid).
Onderzoeksopzet
Dit is een open-label, gerandomiseerd, multicentrisch, internationaal fase
3-onderzoek ter vergelijking van de doeltreffendheid en veiligheid van
sacituzumab govitecan met TPC bij proefpersonen met metastatische of
plaatselijke recidief van niet-opereerbare HR+/HER2- MBC, met progressie na een
CDK 4/6-remmer, endocriene behandeling, een taxaan en minstens 2 maar niet meer
dan 4 eerdere chemotherapieregimes voor metastatische ziekte. De proefpersonen
zullen in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd worden naar sacituzumab
govitecan (onderzoeksgroep A) of TPC (controlegroep B; d.w.z. eribuline,
capecitabine, gemcitabine of vinorelbine). Randomisatie zal worden
gestratificeerd op basis van voorafgaande chemotherapieregimes voor behandeling
van metastatische ziekte (twee vs. drie/vier lijnen), viscerale metastase (J/N)
en endocriene behandeling in metastatisch kader voor minstens 6 maanden (J/N).
Het onderzoek zal in 2 fasen uitgevoerd worden: een prerandomisatiefase en een
randomisatiefase:
• De pre-randomisatiefase zal niet langer duren dan 28 dagen en bestaat uit de
volgende twee perioden:
- Een screeningperiode om geschiktheid voor het onderzoek vast te stellen
- Een baselineperiode om geschiktheid te bevestigen en de ziektekenmerken vast
te stellen voorafgaand aan randomisatie en behandeling
• De randomisatiefase zal beginnen op het moment van randomisatie van de eerste
proefpersoon en zal eindigen op de datum voor gegevensafsluiting voor de
eindanalyse van OS; de randomisatiefase bestaat uit de volgende twee perioden:
- Een behandelingsperiode die begint op het moment van randomisatie en eindigt
met voltooiing van het bezoek voor einde van behandeling (EvB), dat ten minste
30 dagen na de laatste dosis onderzoeksbehandeling zal plaatsvinden
- Een opvolgingsperiode die begint op de dag na het bezoek voor EvB en doorgaat
zolang de proefpersoon in leven is of tot aan de datum voor gegevensafsluiting
voor de eindanalyse van OS, tenzij de proefpersoon haar of zijn toestemming
voor het onderzoek intrekt, of de opdrachtgever het onderzoek beëindigt
Een onafhankelijke commissie voor gegevensbescherming (DSMC) zal met
regelmatige tussenpozen worden belast met het beoordelen van de voortgang van
dit onderzoek en het beoordelen van de veiligheid.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Sacituzumab govitecan (10 mg/kg toegediend via intraveneuze [IV] injectie op dag 1 en 8 van herhaalde cycli van 28 dagen) of TPC geselecteerd uit een van de volgende monotherapie-behandelingsregimes toegediend voor MBC, ofwel volgens de bijsluiter of volgens de richtlijnen van het National Comprehensive Cancer Network (NCCN) zoals hieronder aangegeven (met dosisaanpassingen indien te toxisch): • Eribuline (1,23 mg/m² IV op dag 1 en 8 van een cyclus van 21 dagen voor Europese centra of per instelling) • Capecitabine (1000-1250 mg/m² oraal (PO) tweemaal daags op dag 1-14 van een cyclus van 21 dagen) • Gemcitabine (800-1200 mg/m² IV op dag 1, 8 en 15 van een cyclus van 28 dagen) • Vinorelbine (25 mg/m² IV wekelijks op dag 1). (Let op: in aanmerking komende proefpersonen met perifere neuropathie van graad 2 volgens de Common Terminology Criteria for Adverse Events [CTCAE] van het National Cancer Institute [NCI] mogen geen vinorelbine voorgeschreven krijgen als TPC.)
Inschatting van belasting en risico
Allergische reacties (zeer vaak voorkomend, treden op bij meer dan 1 op de 10
mensen), inclusief infusiegerelateerde reacties
Soms krijgen mensen allergische reacties op sacituzumab govitecan, die ernstig
of levensbedreigend kunnen zijn. Dit omvat een anafylactische reactie (soms
voorkomend, treedt op bij maximaal 1 op de 100 mensen), wat een ernstige
allergische reactie is dat een jeukende huiduitslag, zwelling van de keel of
tong, ademnood, braken, licht gevoel in het hoofd, lage bloeddruk of de dood
kan veroorzaken als deze niet onmiddellijk wordt behandeld.
Mogelijke tekenen en symptomen van allergische reacties omvatten:
• huiduitslag of netelroos
• moeite met ademen
• piepende ademhaling
• plotse verandering in bloeddruk (waardoor u duizelig wordt of een licht
gevoel in het hoofd krijgt)
• zwelling rond de mond, keel of ogen
• snelle polsslag
• zweten
Neutropenie (zeer vaak voorkomend)
Dit is een aandoening waarbij u te weinig neutrofielen, een type witte
bloedcel, in uw bloed hebt, wat leidt tot een verhoogd risico op infecties.
Deze infecties kunnen ernstig, levensbedreigend of dodelijk zijn. Bij koorts
met neutropenie (vaak voorkomend, treedt op bij 1 tot 10 op de 100 mensen) kan
antibiotica of kunnen andere geneesmiddelen noodzakelijk zijn. Neutropene
colitis (ontsteking van een deel van de dikke darm, vaak voorkomend) kan
gepaard gaan met een infectie.
Mogelijke tekenen en symptomen van neutropenie of infecties omvatten:
• koorts
• rillingen of zweten
• zere keel, mondzweren of kiespijn
• buikpijn
• pijn nabij de anus
• pijnlijk of brandend gevoel bij het plassen of vaak plassen
• diarree of zweren rond de anus
• hoest of ademnood
Diarree (zeer vaak voorkomend)
Diarree kan ernstig zijn. Uitdroging en in sommige gevallen acuut nierletsel
(plotselinge nierbeschadiging) zijn waargenomen.
Misselijkheid en braken (zeer vaak voorkomend)
Patiënten die het UGT1A1*28-gen hebben
Sommige patiënten hebben genetisch meer kans op bepaalde bijwerkingen van het
geneesmiddel. Het kan zijn dat u meer kans heeft dat u, eerder dan patiënten
zonder het UGT1A1*28-gen, een aandoening krijgt waarbij het aantal witte
bloedcellen met de naam *neutrofielen* lager is dan gewoon (neutropenie). U
heeft mogelijk meer kans op neutropenie, met of zonder koorts, een laag aantal
rode bloedcellen (anemie) of andere bijwerkingen nadat u sacituzumab govitecan
hebt gekregen, dan patiënten die dit gen niet hebben. Breng uw arts op de
hoogte als u weet dat u het UGT1A1*28-gen heeft.
Embryofoetale toxiciteit
Op basis van de manier waarop sacituzumab govitecan werkt, is het mogelijk dat
het schade toebrengt aan een ongeboren baby, zoals geboorteafwijkingen of
overlijden, wanneer het wordt toegediend aan een zwangere vrouw. Sacituzumab
govitecan bevat een bestanddeel dat zich richt op snel delende cellen, waardoor
de genetische informatie in een cel beschadigd kan worden, waaronder cellen die
sperma worden en kan daarom schadelijk zijn voor (inclusief mutaties en
geboorteafwijkingen). De effecten van sacituzumab govitecan bij vrouwen die
zwanger zijn of zwanger proberen te worden zijn niet onderzocht. Aangezien
ongeboren baby*s schade kunnen oplopen, mogen vruchtbare vrouwen en mannen met
een vruchtbare partner die zich inschrijven in dit onderzoek niet zwanger zijn
of worden, en moeten ze akkoord gaan met de anticonceptievereisten voor dit
onderzoek. Raadpleeg de rubriek Zwangerschap van het formulier voor
geïnformeerde toestemming.
Oudere patiënten
In eerdere klinische onderzoeken met HR+/HER2- borstkanker en blaaskanker
stopten patiënten van 65 jaar en ouder met sacituzumab govitecan omdat er
schadelijke effecten waren die vaker voorkwamen dan bij jongere patiënten. Maar
over het geheel genomen waren er geen verschillen in de werkzaamheid.
Risico*s van antilichamen
Uw lichaam kan eigen antilichamen aanmaken tegen het middel sacituzumab
govitecan dat in dit onderzoek gegeven wordt. In eerdere onderzoeken bij
patiënten die sacituzumab govitecan kregen, was er een klein aantal patiënten
die antilichamen gingen aanmaken. We verwachten dat de aanmaak van antilichamen
geen invloed heeft op het effect van sacituzumab govitecan.
Andere schadelijke effecten die in voorgaande onderzoeken met sacituzumab
govitecan bij meer dan 1 op de 10 mensen zijn gemeld, omvatten:
• laag aantal rode bloedcellen, ook anemie genoemd, wat vermoeidheid kan
veroorzaken of waarvoor een bloedtransfusie noodzakelijk is
• laag aantal witte bloedcellen
• verminderd aantal van een type witte bloedcellen die lymfocyten worden genoemd
• constipatie
• buikpijn
• vermoeidheid (zich moe voelen), zich slap voelen en geen energie hebben
• urineweginfectie wat kan leiden tot vaak en pijnlijk plassen
• gewichtsverlies
• verminderde eetlust
• laag gehalte magnesium in het bloed
• laag gehalte kalium in het bloed
• laag gehalte fosfaat in het bloed
• dehydratie (wanneer uw lichaam niet zoveel water en vocht bevat als zou
moeten)
• gewrichtspijn
• hoofdpijn
• duizeligheid
• ademnood met of zonder beweging
• hoest
• jeuk
• haaruitval
• huiduitslag
Bovendien traden in voorgaande onderzoeken met sacituzumab govitecan de
volgende bijwerkingen op bij 1 tot 10 op de 100 mensen:
• verminderd aantal van een type bloedcel dat het bloed helpt stollen
(bloedplaatjes), wat leidt tot blauwe plekken en/of bloedingen
• infectie van de longen
• ontsteking van de mond en lippen
• indigestie
• spijsverteringsaandoening waarbij het maagzuur de slokdarm irriteert
• zwelling van de buik
• pijn in de bovenbuik
• ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm
• rillingen
• pijn
• infectie van de bovenste luchtwegen, verkoudheid
• ernstige infectie in het hele lichaam
• verhoging van een enzym dat alkalische fosfatase genoemd wordt, wat kan
wijzen op een bot- of leverprobleem
• toename van de tijd die nodig is voor vorming van een bloedklonter
• hoog bloedgehalte van een enzym dat lactaatdehydrogenase genoemd wordt
• laag gehalte natrium in het bloed
• laag gehalte calcium in het bloed
• hoge bloedsuikerspiegel
• veranderde smaak
• slapeloosheid
• verhoogde eiwitgehaltes in de urine
• neusbloedingen
• loopneus
• verstopte neus
• droge huid
• huiduitslag die er plat en kleurloos uitziet of klein en verheven en kan
jeuken
• donker worden van de huid
• kleine, verheven acne-achtige bultjes meestal op het gezicht, de hoofdhuid,
de borstkas of de bovenrug
• lage bloeddruk
In voorgaande onderzoeken met sacituzumab govitecan trad de volgende bijwerking
op bij 1 tot 10 op de 1000 mensen:
• ontsteking van de bekleding van de dunne darm
Publiek
Lakeside Drive 333
Foster City CA 94404
US
Wetenschappelijk
Lakeside Drive 333
Foster City CA 94404
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Proefpersonen moeten voldoen aan elk van de volgende inclusiecriteria:
1. Vrouwelijke of mannelijke proefpersonen, volwassen of >= 18 jaar op het
moment van ondertekening van het informatie- en toestemmingsformulier
2. Gedocumenteerd bewijs van HR+/HER2- MBC, bevestigd door een plaatselijk
laboratorium met het meest recent beschikbare of nieuw verkregen tumorbiopt
(bij voorkeur in de afgelopen 12 maanden) uit (een) lokaal recidiverende of
metastatische locatie(s) en gedefinieerd aan de hand van de criteria van de
American Society of Clinical Oncologists/College of American Pathologists, als
volgt:
• HR+ (een tumor wordt als HR+ beschouwd als ten minste 1% van de onderzochte
cellen oestrogeen- en/of progestageenreceptoren bevat)
• HER2- gedefinieerd als immunohistochemie <= 2+ of fluorescentie in situ
hybridisering negatief
3. Beschikbaarheid van gearchiveerd tumorweefsel als in formaline gefixeerd, in
paraffine ingebed (FFPE) blok (bij voorkeur binnen 12 maanden voorafgaand aan
toestemming) of nieuw verkregen biopt (FFPE-blok) uit een metastatische
locatie. Opmerking: botbiopten zijn niet toegestaan
4. Refractair of recidief na minstens 2 maar niet meer dan 4 eerdere
systemische chemotherapieregimes voor metastatische ziekte. Adjuvante of
neoadjuvante behandeling voor ziekte in vroeg stadium komt in aanmerking als
een van de vereiste eerdere chemotherapieregimes als de ontwikkeling van niet
operabele, plaatselijk gevorderde of metastatische ziekte binnen 12 maanden na
de behandeling plaatsvond. Opmerking: behandelingen voor botmetastasen (bijv.
bisfosfonaten, denosumab, enz.) en hormoonbehandeling worden niet beschouwd als
eerdere systemische chemotherapieregimes voor gevorderde ziekte.
5. Dient eerder behandeld te zijn met:
• minstens 1 taxaan in enige setting
• minstens 1 eerdere hormonale antikankerbehandeling in enige setting
• minstens 1 CDK 4/6-remmer in enige setting
6. Geschikt voor één van de in de TPC-groep genoemde opties voor chemotherapie
7. Gedocumenteerde ziekteprogressie na de meest recente behandeling, door
computertomografie (CT)/magnetische kernresonantie (MRI)
8. Minstens 1 meetbare doellaesie volgens RECIST 1.1 (enkel botziekte is niet
toegestaan) die voldoet aan elk van de volgende criteria:
• Lymfeklierlaesie van ten minste >= 1,5 cm in de korte as
• Niet-nodale laesie van >= 1,0 cm in de langste diameter in het meetgebied
• De laesie is geschikt voor herhaalde meting met CT/MRI. CT-/MRI-scans uit het
verleden, binnen 28 dagen voorafgaand aan C1D1 uitgevoerd, kunnen worden
gebruikt als screeningscans om geschiktheid aan te tonen, zolang deze voldoen
aan de minimale normen, apart gedefinieerd door de centrale aanbieder van
beeldvorming.
• Laesies waarop externe bestralingstherapie of locoregionale therapie is
uitgevoerd, moeten radiografische tekenen vertonen van ziekteprogressie hebben
volgens RECIST 1.1 om als doellaesie beschouwd te kunnen worden.
• CT/MRI van de hersenen dient te worden uitgevoerd bij proefpersonen met een
voorgeschiedenis van hersenmetastase. De proefpersoon moet minstens 4 weken
stabiele* hersenmetastase hebben gehad. Doellaesies kunnen niet afkomstig zijn
uit de hersenen.
* Stabiele hersenmetastase wordt als volgt gedefinieerd:
* Eerdere plaatselijke behandeling met bestraling, operatie of stereotactische
operatie
* Beeldvorming - stabiel of afname in omvang na dergelijke plaatselijke
behandeling
* Klinisch stabiele tekenen en symptomen gedurende ten minste 4 weken
* >=2 weken na stopzetting van medicatie tegen toevallen
* Lage en stabiele doses corticosteroïden <= 20 mg prednison or equivalent per
dag is toegestaan
9. Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) performancestatus 0 of 1
10. Toereikende nierfunctie: berekende creatinineklaring >= 30 ml/minuut volgens
de cockcroft-gaultformule
11. Toereikendebeenmergfunctie, gedefinieerd als:
• Absoluut aantal neutrofielen (ANC) >= 1.500 per mm3
• Hemoglobine >= 9,0 g/dl
• Aantal bloedplaatjes >=100.000 per mm3
Opmerking: bloedtransfusie of groeifactoronderstening binnen 14 dagen
voorafgaand aan bepaling van screeningwaarden is niet toegestaan.
12. Toereikendeleverfunctie, gedefinieerd als:
• Totaal bilirubine <= 1,5× institutionele bovengrens van normaal (IULN) of <= 3
IULN bij patiënten met gedocumenteerd gilbertsyndroom Alanine-aminotransferase
(ALAT) en aspartaataminotransferase (ASAT) <=2,5× IULN (bij levermetastasen <=5×
IULN) en serumalbumine >=3 g/dl
• Alkalische fosfatase (ALP) <= 5,0× IULN, tenzij er botmetastasen zijn; in een
dergelijk geval dient leverspecifieke ALP te worden gescheiden van het totaal
en te worden gebruikt om de leverfunctie te beoordelen in plaats van totaal ALP
13. Oplossing van alle aan systemische antikankerbehandeling gerelateerde of
bestralingsgerelateerde toxiciteiten van graad 1 of lager, met uitzondering van
neuropathie (<= graad 2) en haarverlies. Proefpersonen met neuropathie van
graad 2 komen in aanmerking, maar dienen geen vinorelbine te krijgen als TPC.
14. Vrouwen mogen geen borstvoeding geven en niet zwanger zijn bij de baseline
(gedocumenteerd door een negatieve test op bèta-humaan chorionisch
gonadotropine [β-hCG] of humaan chorionisch gonadotropine [hCG] met een
minimale gevoeligheid van 25 IE/l of equivalent eenheden β-hCG [of hCG]). Alle
vrouwen worden vruchtbaar geacht, tenzij zij postmenopauzaal zijn (amenorroe
gedurende ten minste 12 opeenvolgende maanden, in de passende leeftijdsgroep en
zonder andere gekende of verdachte oorzaak) of operatief gesteriliseerd zijn
(d.w.z. bilaterale afbinding van beide eileiders, totale hysterectomie of
bilaterale oöforectomie, elke operatie minstens 1 maand voorafgaand aan
toediening uitgevoerd).
15. Vruchtbare vrouwen mogen geen onbeschermde geslachtsgemeenschap hebben
gehad in de 30 dagen voorafgaand aan inschrijving in het onderzoek en moeten
akkoord gaan met het hanteren van een zeer effectieve anticonceptiemethode
(totale abstinentie [als dit haar gewenste en gebruikelijke levensstijl is],
een anticonceptie-implantaat, een oraal anticonceptiemiddel of een
gevasectomiseerde partner met bevestigde azoöspermie) gedurende de gehele
onderzoeksperiode en in de 6 maanden na de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel. In centra buiten de Europese Unie (EU) is het
toegestaan dat de proefpersoon akkoord gaat met het hanteren van een medisch
aanvaardbare anticonceptiemethode, d.w.z. dubbele barrièremethoden zoals
condoom plus pessarium of cervixkapje met zaaddodend middel, als een zeer
effectieve anticonceptiemethode niet geschikt of aanvaardbaar is voor de
proefpersoon. Als de proefpersoon op dit moment abstinent is, moet zij een zeer
effectieve methode hanteren, zoals hierboven beschreven, als zij seksueel
actief wordt gedurende de onderzoeksperiode of in de 120 dagen na de laatste
dosis onderzoeksgeneesmiddel. Vrouwen met hormonale anticonceptie moeten een
stabiele dosis van hetzelfde anticonceptiemiddel gebruiken gedurende minstens
28 dagen voorafgaand aan toediening en moeten hetzelfde anticonceptiemiddel
tijdens het onderzoek en in de 120 dagen na de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel blijven gebruiken.
16. Mannelijke proefpersonen die partners zijn van vruchtbare vrouwen moeten
een condoom en zaaddodend middel gebruiken en hun vrouwelijke partners, indien
vruchtbaar, moeten een zeer effectieve anticonceptiemethode hanteren (methoden
worden hierboven beschreven in inclusiecriterium 15) vanaf minstens 1
menstruatiecyclus voorafgaand aan de start van het onderzoeksmiddel, gedurende
de gehele onderzoeksperiode en in de 3 maanden na de laatste dosis
onderzoeksgeneesmiddel, tenzij de mannelijke proefpersonen geheel seksueel
abstinent zijn of een geslaagde vasectomie hebben ondergaan met bevestigde
azoöspermie of tenzij de vrouwelijke partners operatief gesteriliseerd zijn of
a
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Proefpersonen die aan één of meer van de volgende criteria voldoen, worden
uitgesloten van het onderzoek:
1. Eerdere behandeling met een topo-isomerase 1-remmer als vrije vorm of als
andere formulering
2. Huidige inschrijving in een ander klinisch onderzoek of gebruik van een
onderzoekshulpmiddel of -geneesmiddel in de afgelopen 5 halfwaardetijden of 28
dagen voorafgaand aan randomisatie, afhankelijk van wat langer is
3. Behandeling met chemotherapie, bestraling of kleinmoleculaire
doelbehandeling binnen 2 weken en biologische behandeling binnen 4 weken
voorafgaand aan de eerste dosis onderzoeksbehandeling
4. Bestaande bijwerkingen van graad >= 2 gerelateerd aan antikankerbehandeling
(met uitzondering van haaruitval en graad 2 neuropathie) volgens NCI CTCAE v5.0
5. Elke andere maligniteit die behandeling vereiste of bewijs aantoonde van
recidief (met uitzondering van niet-melanoomhuidkanker of histologisch
bevestigde, complete verwijdering van carcinoom in situ) in de 5 jaar
voorafgaand aan inschrijving in dit onderzoek
6. Voorgeschiedenis van significante cardiovasculaire ziekte, gedefinieerd als:
• Congestief hartfalen ernstiger dan New York Heart Association (NYHA) klasse
II volgens functionele classificatie van de NYHA
• Instabiele angina of myocardinfarct binnen 6 maanden voorafgaand aan
inschrijving
• Ernstige hartaritmie
7. Klinisch significante afwijking op het elektrocardiogram (ecg), waaronder
één of meer van de volgende:
• Aanzienlijke verlengde QT/QTc-interval ten opzichte van de baseline (d.w.z.
een herhaald aangetoonde QTc-interval >500 ms), aangetoond op ecg bij
screening.
• QTcF wordt berekend met de fredericiaformule
• Voorgeschiedenis van risicofactoren voor torsades de pointes (bijv.
hartfalen, hypokaliëmie, familiegeschiedenis van verlengd QT-syndroom)
8. Gekende actieve metastasen in het centraal zenuwstelsel en/of carcinomateuze
meningitis. Proefpersonen kunnen deelnemen op voorwaarde dat ze stabiele
hersenmetastasen hebben. Alle proefpersonen met carcinomateuze meningitis
worden uitgesloten, ongeacht de klinische stabiliteit. Stabiele hersenmetastase
wordt gedefinieerd in inclusiecriterium 8
9. Actief hepatitis B-virusinfectie (positief hepatitis B-oppervlakteantigen)
of actief hepatitis C-virusinfectie (meetbare virale RNA-load met
polymeraseketenreactie)
10. Geplande operatie tijdens het onderzoek, anders dan kleine operatie die de
onderzoeksbehandeling niet vertraagt
11. Actieve ernstige infectie die het gebruik van antibiotica vereist
12. Actieve chronische inflammatoire darmziekte (colitis ulcerosa, ziekte van
Crohn) en proefpersonen met een voorgeschiedenis van darmobstructie
13. Toegediend krijgen van een levend vaccin in de 30 dagen voorafgaand aan
randomisatie
14. Gekende overgevoeligheid of onverdraagbaarheid voor een of meer van de
onderzoeksgeneesmiddelen of bestanddelen ervan
15. Enige medische of andere aandoening die naar het oordeel van de onderzoeker
de proefpersoon medisch ongeschikt maakt voor ontvangst van sacituzumab
govitecan of om een andere reden ongeschikt maakt
16. Ontvangst van enige medicatie die verboden is in combinatie met de
onderzoeksbehandeling(en), zoals beschreven op de van toepassing zijnde
productetiketten, tenzij de medicatie binnen 7 dagen voorafgaand aan
randomisatie is gestopt
17. Plaatselijk gevorderde MBC (stadium IIIc) bij proefpersonen die op
hetzelfde moment als de onderzoeksinschrijving in aanmerking komen voor
behandeling met curatieve intentie
18. Indien vereist volgens plaatselijke regelgeving: alle proefpersonen met een
uracilwaarde >= 150 ng/ml in het bloed worden uitgesloten van ontvangst van
capecitabine als TPC (opmerking: de uracilwaarde in het bloed wordt bij
screening beoordeeld bij alle proefpersonen die in aanmerking komen voor
randomisatie naar capecitabine als TPC)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2018-004201-33-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03901339 |
CCMO | NL70250.068.19 |