Om de veiligheid en effectiviteit van faecestransplantatie bij patiënten met colitis ulcerosa te bestuderen waarbij we gebruik maken van het voorselecteren van donoren met een gunstig microbiotaprofiel, het anaeroob opvangen en verwerken van de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselontstekingsaandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Klinische en endoscopische remissie gemeten via de adapted mayo score:
Ontlasting frequentie van <= 1, rectale bloedingsscore van 0 en een
endoscopische subscore van <= 1.
Secundaire uitkomstmaten
Het aantal patienten dat:
- Klinische remissie bereikt op T=8 gemeten via de adapted mayo score: Een
afname van >= 2 punten en een >= 30% vermindering plus een vermindering in de
rectale bloeddingsscore van >=1, OF een absolute rectale bloeddingsscore van <= 1.
- >= 1 punt vermindering in de opgetelde endoscopische mayo score van het
rectum en het sigmoïd op T=8
- Steroid-vrije remissie op T=8 gemeten via de adapted mayo score: Ontlasting
frequentie van <= 1, rectale bloedingsscore =0 en een endoscopische subscore <=1
en geen noodzaak tot therapie uitbreiding op T=52.
- Klinische respons gemeten via de partiele adapted Mayo (zonder endoscopie) op
T=8: Een vermindering ten opzichte van baseline met >1 punt en een >30% plus
een mindering van de rectale bloedingsscore van >1 of een absolute rectale
bloedingsscore van <= 1.
- Klinische remissie gemeten via de Mayo-score op T=8: Mayo score van <=2 zonder
een subscore van >1.
- Endoscopische verbetering: Endoscopische subscore van 0 of 1 op T=8
- Endoscopische remissie: Endoscopische subscore van 0 op T=8
- Histologische remissie: Geboes score van <2 op T=8, verandering in Robarts
Histopathology index
- Verandering IBD-control van baseline tot week 2,4,8,18,39 en 52
- Verandering in SSCAI van baseline tot week 1,2,3,4,8,18,39 en 52
- Verandering in partiele Mayo score van baseline tot week 1,2,3,4,8,18,39 en 52
- Het optreden van bijwerkingen
Achtergrond van het onderzoek
Colitis ulcerosa is een chronische onstekingsziekte (IBD) van de dikke darm die
ongeveer 40.000 mensen in Nederland treft. Klachten als buikpijn, buikkrampen
en bloederige diarree starten vaak in de adolescentie en kunnen leiden tot hoge
morbiditeit. De exacte oorzaak van UC is tot nu toe onbekend. De huidige
hypothese is dat er een onevenredige immuunrespons is op de darmflora van de
gastheer. Vele observationale studies hebben een dysbiose van de darmflora in
UC aangetoond. Een aantrekkelijker manier om deze interactie te moduleren om om
de microbita radicaal te resetten door een faecestransplantatie (FMT) van een
gezond individu naar een patiënt. Onlangs hebben we een gerandomiseerde studie
afgerond waarbij FMT werd vergeleken met een gezonde donor met infusie van
autologe ontlasting bij UC-patiënten. In deze fase 2a proof-of-concept studie
was er geen statistisch significant verschil in klinische en endoscopische
remissie tussen patiënten met UC die fecale transplantaties van gezonde donoren
ontvingen (30,4%) en degenen die hun eigen fecale microbiota ontvingen (20,0%),
mogelijk als gevolg van te weinig inclusies. Echter de microbiota van
responders bleek substantieel te verschillen dan die van non-responders.
Patienten die donorfaeces ontvingen van een gezond individu rijk aan bepaalde
Clostridium-clusters IV en XIVa en met een lage hoeveelheid ruminococcus gnavus
bleken geassocieerd te zijn met een hogere kans op aanhoudende klinische
remissie.
Onze hypothese is dat we de effectiviteit van faeces transplantatie in
patiënten met colitis ulcerosa kunnen vergroten door; (i) het voorselecteren
van donoren met een gunstig microbiota profiel, (ii) het vergroten van de
engraftment door middel van rigoureuze darmreiniging en meerdere malen
toediening van >25 gram faeces.
Doel van het onderzoek
Om de veiligheid en effectiviteit van faecestransplantatie bij patiënten met
colitis ulcerosa te bestuderen waarbij we gebruik maken van het voorselecteren
van donoren met een gunstig microbiotaprofiel, het anaeroob opvangen en
verwerken van de faeces en het vergroten van de engraftment door meerdere
toedieningen.
Daarnaast zullen we kijken naar veranderingen in microbiota samenstelling en
naar functionele en metabole veranderingen als gevolg van de
faecestransplantatie en donor dieet aanpassingen.
Onderzoeksopzet
Dit is een dubbel blind gerandomiseerd placebo-gecontroleerd multicenter
onderzoek met open label extension possibility.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een groep zal behandeld worden met een faeces transplantatie van een gezonde donor. De andere groep wordt behandeld met autologe faeces als placebo.
Inschatting van belasting en risico
De FMT zal worden toegediend middels een nasojejunale sonde op week 0 en week 3
evenals via een klysma op week 0,1,2 en 3. De plaatsing van sonde zal
geschieden middels een Cortrak-procedure. Deze procedure is routine in alle
deelnemende centra en brengt een zeer klein risico op complicaties met zich
mee. Hetzelfde geldt voor de sigmoïdscopieen met biopsies die patiënten drie
keer moeten ondergaan. Voor de open-label groep zal dit vier keer zijn.
Uit eerdere studies in het AMC weten we dat FMT toedienging goed verdragen
wordt. In ons voorgaande studie moesten van de 100 toedieningen, twee patienten
braken. De meeste patienten klaagden over voorbijgaande borrelende geluiden van
de darmen en bij twee patienten werd koorts gemeten die vanzelf overging. In
totaal zijn er meer dan 500 nasojejunale toedieningen gedaan in het AMC waarbij
geen ernstige bijwerkingen werden gezien.
Totale follow-up is 52 weken, in deze periode zijn 11 studiebezoeken gepland.
Donoren en patienten zullen een aantal keer worden gevraagd om een (voedings)
vragenlijst in te vullen.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Leeftijd> 18 jaar
Wilsbekwaam
Bewezen linkszijdige CU uitgaande van de Lennard-Jones criteria
Totale Mayo score van 5-9
Endoscopische Mayo score van >= 2 in het rectum of sigmoïd bij screening
Stabiele dosis van thiopurines, 5-asa in de afgelopen 8 weken, stabiele
budesonide dosering in afgelopen 2 weken, prednisolon gebruik <= 15mg/dag in de
afgelopen 2 weken met een verplicht afbouwschema vanaf week 4 met 5 mg per week
Alkalische fosfatase > 1,5x ULN in de subgroep van patiënten met PSC/CU
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Aandoeningen leidend tot immunosupressie zoals: HIV, infectieziekten,
chemotherapie, Child-Pugh B levercirrose, beenmergmaligniteiten
Behandeling met anti-TNF in voorgaande 2 maanden
Behandeling met vedolizumab, tofacitinib en/of ustekinumab in voorgaande 2
maanden
Behandeling met ciclosporine in voorgaande 4 weken
Behandeling met methotrexaat in voorgaande 2 maanden
Behandeling met prednison >15mg/dag in voorgaande 2 weken
Levensverwachting<12 maanden
Slikproblemen
Gebruik van antibiotica in voorgaande 4 weken
Gebruik van probiotica in voorgaande 4 weken
Positieve darmkweken voor darmpathogenen
Operatie in de voorgeschiedenis zoals: Aanwezigheid van een pouch of
aanwezigheid van een stoma
Bekende intra-abdominale fistels
Zwangerschap of het geven van borstvoeding
Tekenen van een ileus of verminderde passage
Vassopressive medicatie, IC opname
Ziekte van Crohn
Bekende voedselallergie, bv noten, vis en schaaldieren, macrogol
Bekende allergie voor gadolinium intraveneus contrastmiddel in de subgroep van
patiënten met PSC/CU
Enige conditie die in de mening van de onderzoeker potentieel de veiligheid van
een proefpersoon of de kwaliteit van de data schaadt en derhalve niet geschikt
is als kandidaat
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL65069.018.18 |
OMON | NL-OMON20218 |