Primaire doelenstelling: • Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van PQ912 • Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op werkgeheugen en aandachtSecundaire doelstellingen:• Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van PQ912 op…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Dementie en amnestische stoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire doelstellingen van dit onderzoek zijn het beoordelen van de
veiligheid en verdraagbaarheid van PQ912 en het evalueren van de werkzaamheid
van PQ912; d.w.z. het primaire eindpunt voor de werkzaamheid is de lineaire
verandering in de tijd op het werkgeheugen en de aandacht zoals gemeten door de
detectietest, identificatietest en de eenmalige test van de neuropsychologische
testbatterij (NTB).
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire doelstellingen:
• Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van PQ912 op lange termijn
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de activiteit van de hersenen
(elektro-encefalografie (EEG))
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op cognitie
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de dagelijkse activiteiten
Exploratieve doelstellingen:
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de cognitie (WAIS-IV Coding Test)
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op taalafhankelijke cognitie
(Winterlight speech assessment (WLA))
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de functionele verbindingen van
het neuronale netwerk (EEG)
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op biomarkers gemeten in
cerebrospinaal vocht, plasma en serum
• Evalueren van de hoeveelheid PQ912 en zijn metabolieten in plasma en
cerebrospinaal vocht
• Evalueren van het optreden van serum biomarkers als alternatieven van CSF
biomerkers
Achtergrond van het onderzoek
Dementie, inclusief de ziekte van Alzheimer (AD), is een van de grootste
wereldwijde uitdagingen voor de volksgezondheid waarmee onze generatie wordt
geconfronteerd. Vandaag leven meer dan 45 miljoen mensen wereldwijd met de
aandoening en dit aantal zal naar verwachting meer dan verdrievoudigen tegen
2050 tot 152 miljoen. AD is een progressieve, ongeneeslijke ziekte. Het wordt
gekenmerkt door degeneratie van grote hersengebieden, wat resulteert in een
langzame achteruitgang van cognitieve functies en gedrag met het typische
symptoom van geheugenverlies bij patiënten. Momenteel bestaat goedgekeurde
farmacologische therapie voor AD uit symptomatische behandelingen. Deze
geneesmiddelen hebben bij sommige patiënten een positief effect op de
cognitieve functie en activiteiten van het dagelijks leven, maar veroorzaken
ook bijwerkingen bij een aanzienlijk aantal behandelde patiënten. Als
symptomatische behandelingen vertragen deze geneesmiddelen het onderliggende
neuropathologische ziekteproces niet. Er is behoefte aan behandelingen die de
progressie van AD kunnen tegengaan door in te grijpen in specifieke delen van
het neuropathologische proces. PQ912 is een onderzoeksmiddel dat werkt door een
enzyme (glutaminylcyclase) te remmen, welke geassocieerd is met de vorming van
specifieke eiwitfragmenten die de hersencellen doen degenereren of afsterven.
Door dit enzyme te inhiberen, kan de degeneratie van de hersencellen
tegengegaan worden. PQ912 is een eerste oraal beschikbare, kleine molecule
QC-remmer die wordt ontwikkeld voor de behandeling van AD.
Doel van het onderzoek
Primaire doelenstelling:
• Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van PQ912
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op werkgeheugen en aandacht
Secundaire doelstellingen:
• Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van PQ912 op lange termijn
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de activiteit van de hersenen
(elektro-encefalografie (EEG))
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op cognitie
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de dagelijkse activiteiten
Exploratieve doelstellingen:
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de cognitie (WAIS-IV Coding Test)
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op taalafhankelijke cognitie
(Winterlight speech assessment (WLA))
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op de functionele verbindingen van
het neuronale netwerk (EEG)
• Evalueren van de werkzaamheid van PQ912 op biomarkers gemeten in
cerebrospinaal vocht, plasma en serum
• Evalueren van de hoeveelheid PQ912 en zijn metabolieten in plasma en
cerebrospinaal vocht
• Evalueren van het optreden van serum biomarkers als alternatieven van CSF
biomerkers
Onderzoeksopzet
De VIVIAD studie is een Fase 2b, Multicentrische, Gerandomiseerde,
Dubbelblinde, Placebo-gecontroleerde, Parallelle groep studie voor het bepalen
van de dosis, veiligheid, verdraagbaarheid en werkzaamheid van PQ912 bij
personen met milde cognitieve beperking en milde dementie als gevolg van de
ziekte van Alzheimer. In 250 patiënten met milde cognitieve stoornissen (MCI)
of milde dementie als gevolg van AD wordt het onderzoeksmiddel, PQ912, in een
dosis van 300 of 600 mg (tweemaal daags, zoals aanbevolen door het DSMB)
vergeleken met placebo gedurende 48-96 weken.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten krijgen 1x/dag tabletten PQ912 of placebo oraal toegediend in week 1 en 2 en 2x/dag vanaf week 3. De totale behandelingsduur is tussen de 48-96 weken. De eerste 90 patiënten worden gerandomiseerd 1: 1: 1 (placebo, 300 mg PQ912 en 600 mg PQ912). Vanaf patiënt 91 gebeurt de randomisatie 1: 1 (placebo en dosis bepaald door het DSMB). Alle tabletten worden na een maaltijd ingenomen. - Dosering in week 1 en 2: 50 mg PQ912 1x/dag (avond) of placebo - Dosering in weken 3 en 4: 50 mg PQ912 2x/dag of placebo - Dosering in weken 5-8: 150 mg PQ912 2x/dag of placebo - Dosering in weken 9-12: 300 mg PQ912 2x/dag of placebo - Dosering in weken 13-24 (tot DSMB-dosisbeslissing): voor de eerste 90 proefpersonen: 300 mg PQ912 2x/dag of 600 mg PQ912 2x/dag of placebo 1: 1: 1. Na het DSMB-besluit ontvangen alle proefpersonen die gerandomiseerd zijn in de PQ912 groep de gekozen dosis (300 mg of 600 mg 2x/dag). Deelnemers die gerandomiseerd zijn in de placebogroep, zullen placebo blijven gebruiken. Patiënten die na het besluit van DSMB nog moeten gerandomiseerd worden: de geselecteerde PQ912-dosis (300 mg of 600 mg ) of placebo 1: 1. - Dosering in weken 25-48 (tot week 96): de geselecteerde PQ912-dosis (300 mg of 600 mg 2x/dag) of placebo Verder zullen de volgende onderzoeksprocedures / testen worden uitgevoerd: lichamelijk en neurologisch onderzoek, ECG en vitale functies, vragenlijsten, bloedafnames, urinecollecties, MRI, encefalografie en lumbale punctie (voor het verzamelen van hersenvocht).
Inschatting van belasting en risico
De studieprocedures en testen zijn terug te vinden in het protocol (pagina's
25-27).
Ongemakken en risico's verbonden aan deelname:
Behandeling met het onderzoeksmiddel:
Sommige deelnemers kunnen bijwerkingen ervaren. In eerdere studies bij mensen
met PQ912 waren de meest gemelde bijwerkingen hoofdpijn en gastro-intestinale
aandoeningen, zoals misselijkheid, winderigheid, constipatie, buikpijn, diarree
en braken, evenals reacties gerelateerd aan de huid, lever en galwegen. De
meest gemelde huidreacties in eerdere onderzoeken waren huiduitslag en
urticaria, die in zeldzame gevallen ernstig waren.
Zwangerschap en borstvoeding:
Vruchtbare vrouwen moeten ermee instemmen om een **zeer effectieve
anticonceptiemethode te gebruiken tijdens de studie en gedurende ten minste 3
maanden na de laatste inname van het onderzoeksgeneesmiddel.
Seksueel actieve mannen moeten ermee instemmen om een condoom te gebruiken en
zich te onthouden om sperma te doneren tijdens de studie en gedurende ten
minste 3 maanden na de laatste inname van het onderzoeksgeneesmiddel. Verder
moeten heteroseksuele mannen ervoor zorgen dat hun vrouwelijke partner een zeer
effectieve anticonceptiemethode gebruikt.
Bloedafnames:
Bloedafnames gebeuren bij elk bezoek aan het studiecentrum. Bloedafnames kunnen
ongemak en blauwe plekken veroorzaken en zeer zelden een infectie op de
injectieplaats. De patiënt kan ook duizelig of misselijk zijn en flauwvallen
tijdens de bloedafnames.
Elektrocardiogram (ECG):
ECG's worden tijdens de studie 3 keer uitgevoerd. ECG's zijn pijnloos, maar
soms kan uitslag of irritatie optreden op de plaats waar de elektroden worden
geplaatst.
Elektro-encefalogram (EEG):
Een beoordeling van de elektrische activiteit van de hersenen (EEG) zal 3 keer
worden uitgevoerd tijdens de studie. Deze procedure is pijnloos en bestaat uit
negentien elektroden die op verschillende locaties op het hoofd van de patiënt
worden geplaatst.
Afname van cerebrospinaal vocht/hersenvocht:
Om een **staal van het hersenvocht te verkrijgen, wordt een lumbale punctie
uitgevoerd in het lumbale gebied. Lumbale puncties worden tijdens de studie 2
keer uitgevoerd. Tijdens de lumbale punctie wordt een naald tussen twee lumbale
botten ingebracht om een *staal af te nemen (maximaal 10 ml per staalafname
gedurende ongeveer 15 minuten). Hoewel lumbale puncties over het algemeen als
veilig worden beschouwd, brengen ze wel een aantal risico's met zich mee,
waaronder hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en braken, rugpijn of ongemak
en bloedingen.
Magnetic Resonance Imaging (MRI):
MRI's zullen tijdens het onderzoek 2 keer worden uitgevoerd. Een MRI-scan van
de hersenen duurt tussen de 20 en 40 minuten om uit te voeren. De scan zelf is
pijnloos, maar de patiënt kan het ongemakkelijk vinden om gedurende deze tijd
stil te liggen of kan problemen hebben om in een afgesloten ruimte te liggen.
Over het algemeen zijn de mogelijke bijwerkingen van magnetische en elektrische
velden op mensen onduidelijk. In het bijzonder zijn de mogelijke effecten op
een ongeboren baby niet goed bekend. Er zijn echter geen ernstige biologische
effecten gemeld van de magnetische velden die worden gebruikt in klinische MRI.
Publiek
Weinbergweg 22
Halle 06120
DE
Wetenschappelijk
Weinbergweg 22
Halle 06120
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Ondertekende en gedateerde schriftelijke geïnformeerde toestemming verkregen
van de deelnemer in overeenstemming met de lokale wetgeving
2. Man of vrouw, leeftijd >= 50 tot <= 80 jaar
3. Een biomerkerprofiel dat de ziekte van Alzheimer weerspiegelt, volgens de
Alzheimer Association - National Institute on Aging (AA-NIA) Research Framework
[Jack et al 2018], als volgt gedefinieerd:
a) Cerebrospinaal vocht op screening: staal met een Aβ42-concentratie van <1000
pg / ml EN p-tau> 19 pg / ml, of een verhouding van p-tau / Aβ42 van >= 0,024
zoals beoordeeld door het centrale laboratorium, (Elecsys-test), OF, in het
geval van personen bij wie staalafname van het cerebrospinaal vocht om medische
of technische redenen niet haalbaar is:
b) Bewijs van bestaande positieve amyloïde Positron-Emissie Tomografie (PET)
binnen zes maanden voorafgaand aan het screeningsbezoek
4. Klinisch syndroom van milde cognitieve stoornissen of milde dementie volgens
het AA-NIA Research Framework [Jack et al 2018]
5. Een cognitieve beperking in de WAIS-IV Coding Test van ten minste 0.5
standaardafwijkingen onder de normatieve gegevens
6. Voldoen aan de voltooiings- en prestatiecriteria voor de Cogstate
neuropsychologische testbatterij
7. In een stabiele therapeutische toestand zijn ten opzichte van de huidige
toestand van de ziekte van Alzheimer: hetzij zonder specifieke huidige
goedgekeurde behandeling (minimale uitwasperiode van een eerdere behandeling is
10 weken en momenteel geen plan om huidig goedgekeurde behandeling te starten
of een goedgekeurde behandeling te ondergaan voor de ziekte van Alzheimer bij
een stabiele dosis gedurende ten minste 10 weken)
8. Vloeiend in de lokale taal en bewijs van adequaat intellectueel functioneren
(naar het oordeel van de onderzoeker)
9. Voldoende visuele en auditieve vaardigheden om de cognitieve en functionele
beoordelingen naar het oordeel van de onderzoeker uit te voeren.
10. Polikliniek met onderzoekspartner die de deelnemer bij alle toepasselijke
kliniekbezoeken kan begeleiden.
11. De deelnemer en de studiepartner zullen waarschijnlijk kunnen deelnemen aan
alle geplande evaluaties volgens land- en sitepraktijken.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Significante neurologische of psychiatrische aandoeningen, anders dan de
ziekte van Alzheimer, die de cognitie kunnen beïnvloeden
2. Atypische klinische presentaties van milde cognitieve stoornissen als gevolg
van de ziekte van Alzheimer of milde dementie als gevolg van de ziekte van
Alzheimer, zoals de visuele variant van AD (inclusief posterieure corticale
atrofie), de frontale variant of de taalvariant (inclusief logopenische afasie)
3. Matige en ernstige dementie met een Mini Mental State Examination (MMSE)
score lager dan 20
4. MRI-scan van de hersenen indicatief voor elke andere significante afwijking,
inclusief maar niet beperkt tot ernstige hyperintensiteiten van witte stof
(Fazekas-score 3) maximaal zes maanden voorafgaand aan de screening of op
screeningbezoek, Voorgeschiedenis of bewijs van een enkele eerdere bloeding> 1
cm3 , meerdere lacunaire infarcten of bewijs van een enkel voorafgaand infarct>
1 cm3, bewijs van een cerebrale contusie, encephalomalacia, aneurysma's,
vasculaire misvormingen, subduraal hematoom of ruimtebesparende laesies (bijv.
hersentumoren)
5. Huidige aanwezigheid van een klinisch belangrijke ernstige psychiatrische
stoornis (bijvoorbeeld ernstige depressieve stoornis) zoals gedefinieerd door
de DSM-5-criteria, of symptoom (en) (bijvoorbeeld hallucinaties) die van
invloed kunnen zijn op het vermogen van de deelnemer om het onderzoek te
voltooien
6. Huidige klinische belangrijke systemische ziekte die waarschijnlijk zal
resulteren in een klinisch relevante verslechtering van de toestand van de
deelnemer of de veiligheid van de deelnemer tijdens de studie
7. Voorgeschiedenis van klinisch aangetoonde beroerte
8. Voorgeschiedenis van epileptische aanvallen in de laatste twee jaar
voorafgaand aan het screeningsbezoek
9. Myocardinfarct in de laatste zes maanden voorafgaand aan screening.
10. Voorgeschiedenis van kanker in de laatste twee jaar voorafgaand aan
screening, met uitzondering van een van de volgende aandoeningen:
niet-gemetastaseerd basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom van de huid.
Opmerking: deelnemers kunnen in de studie worden opgenomen met een
voorgeschiedenis van kanker als het klinisch bevestigd is dat er geen bewijs is
van residuele ziekte in de laatste zes maanden vóór start van de studie
(baseline)
11. Voorgeschiedenis van ongecontroleerde hypertensie (naar de mening van de
onderzoeker) binnen zes maanden voorafgaand aan screening
12. Andere klinisch belangrijke ziekten of aandoeningen of afwijkingen van
vitale functies, lichamelijk onderzoek, neurologisch onderzoek,
laboratoriumresultaten of elektrocardiogram (ECG) onderzoek (bijv.
Atriumfibrilleren) die de studie of de veiligheid van de deelnemer in gevaar
kunnen brengen
13. Hemoglobine minder dan 11 g / dl (6,8 mmol / l) bij screening
14. Klinisch belangrijke infectie binnen 30 dagen voorafgaand aan screening,
b.v. chronische, aanhoudende of acute infectie, zoals bronchitis of
urineweginfectie
15. Gekende, onbehandelde of onvoldoende behandelde hypothyroïdie, vitamine B12
of foliumzuurdeficiëntie
16. Alle gekende overgevoeligheid voor het onderzoeksproduct PQ912 of voor één
van de bestanddelen(rubriek 6.2 van het studieprotocol)
17. Ernstig leverfalen (Child-Pugh C) of nierfalen (creatinineklaring (eGFR) <=
30 ml / min / 1,73 m2) zoals geschat met behulp van de MDRD-methode, of
serumcreatinine > 1,5 x ULN (bovenlimiet van normaal) of Asparagine-Amino
Transferase (AST) of Alanine-Amino Transferase (ALT) > 3 x ULN bij screening
18. Bloeddonatie in de 90 dagen voorafgaand aan screening
19. Voorgeschiedenis van alcohol- of drugsverslaving of misbruik zoals
gedefinieerd door de DSM-5-criteria in de laatste twee jaar voorafgaand aan
screening
20. Claustrofobie of aanwezigheid van pacemakers, aneurysmaclips, kunstmatige
hartkleppen, oorimplantaten, CSF(cerebrospinaal vocht)-shunts of metalen
fragmenten of vreemde voorwerpen in de ogen, huid of lichaam die een
contra-indicatie vormen voor een MRI-scan van de hersenen
21. Onvoldoende veneuze toegang om meerdere bloedafnames mogelijk te maken
22. Personeel betrokken bij de uitvoering van de studie: Deelnemers én hun
familieleden die onderzoeksmedewerkers zijn die rechtstreeks betrokken zijn bij
de uitvoering van het onderzoek, personeelsleden van de site die onder toezicht
staan **van de onderzoeker, of deelnemers die Vivoryon-werknemers zijn die
rechtstreeks betrokken zijn bij de verloop van de studie
23. Eerdere deelname aan een onderzoek in de laatste 60 dagen voorafgaand aan
het screeningsbezoek
24. van verboden medicijnen of van maatregelen / interventies:
o Immunosuppressieve medicijnen (bijv. systemische corticosteroïden in een
dosis die gelijk is aan meer dan 10 mg prednisolon / dag) in de laatste 90
dagen voorafgaand aan de start van de studie (baseline)
o Chemotherapeutica voor maligniteit in het laatste jaar voorafgaand aan de
baseline
o Gelijktijdige behandeling die de cognitieve functie kan aantasten vereist een
uitwasperiode van ten minste 5 halfwaardetijden van de behandeling voorafgaand
aan screening (kortwerkende hypnotica zijn 72 uur vóór EEG of cognitieve testen
niet toegestaan)
o Anticoagulantia (bijv. heparine, vitamine K-antagonisten of directe
trombine-remmers) binnen 30 dagen voorafgaand aan screening en V8 (week 48) /
einde van de behandelingsfase (EOT). De combinatie van clopidogrel en
carbasalaatcalcium of aspirine is niet toegestaan **tijdens de lumbale punctie.
Clopidogrel of aspirine alleen is toegestaan.
o Sterke remmers of inductoren van CYP2C19: fluconazol, fluvoxamine, ticlopidin
en rifampin (uitwasfase van ten minste twee weken vóór baseline)
o Substraten van CYP2C19 met een smalle therapeutische marge: S mephenytoïne,
fenytoïne, fenobarbital en indomethacine (uitwasfase van ten minste twee weken
vóór baseline)
o Sint-janskruid (een uitwasfase van ten minste 2 weken voorafgaand aan de
baseline is vereist)
25. Voor vruchtbare vrouwen:
(a) Zwangerschap (d.w.z. positieve zwangerschapstest bij screening) of
borstvoeding
(b) Niet akkoord gaan met het toepassen van een zeer effectieve
anticonceptiemethode vanaf de start van de studie tot ten minste 3 maanden na
het einde van het onderzoek
26. Voor seksueel actieve mannen met een vrouwelijke vruchtbare partner: niet
instemmen met het gebruik van condoom vanaf de start van de studie tot ten
minste 3 maanden na het einde van de studie
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-003532-23-NL |
CCMO | NL72803.056.20 |