Dit protocol is een kader vanwaaruit verschillende studies zullen worden opgezet. Deze studies zijn gebaseerd op de secundaire doelen, die uiteindelijk samen inzicht zullen geven in het primaire doel. Primair doel: Het onderzoeken van het effect van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Baarmoeder-, bekken- en ligamentum-latumafwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De algemene uitkomstmaten van dit protocol zijn parameters met betrekking tot
de positie en vorm van de bekkenbodemorganen die geassocieerd zijn met
succesvolle pessariumfitting. Zowel de absolute parameters als veranderingen in
deze parameters tussen de scans met en zonder pessarium zullen hierbij
onderzocht worden. Elke studie binnen het algemene kader heeft specifieke
uitkomstmaten die onderzocht zullen worden.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire uitkomstmaten zijn:
- Parameters geassocieerd met (een verandering in) de positie en vorm van de
bekkenbodemorganen door het inbrengen van een pessarium bij succesvolle
pessariumfitting, gemeten met het gebruik van beeldvormende technieken.
- Positie en oriëntatie van het pessarium bij succesvolle pessariumfitting.
- Invloed van het moment van de dag op de positie van de bekkenbodemorganen.
- Correlatie tussen de positie en oriëntatie van het pessarium en de
anatomische aspecten van de musculus levator ani.
- Verschillen in parameters tussen patiënten met succesvolle (d.w.z. een
patiënt draagt een pessarium 3 maanden of langer) en onsuccesvolle fitting.
Deze parameters zullen onderzocht worden in de verschillende studies die zullen
worden opgezet vanuit het algemene onderzoekskader.
Achtergrond van het onderzoek
Bekkenbodemverzakking (prolaps) komt veel voor bij vrouwen van middelbare
leeftijd. In Nederland is de prevalentie van symptomatische prolaps tussen 45
en 85 jaar 11.4%. Een pessarium is een relatief goedkope behandeling die de
symptomen van een prolaps verminderd. Echter, in 56% van de gevallen ontstaan
complicaties, en de kans op succes na 1 jaar ligt maar tussen de 50 en 73%.
Daarnaast blijkt dat onderzoekers en artsen verschillende ideeën hebben over
hoe een pessarium in het lichaam gepositioneerd is, en onderzoek naar de
risicofactoren die geassocieerd zijn met een onsuccesvolle pessariumfitting
laten wisselende resultaten zien. Daarom is het belangrijk om de positie van
een pessarium en de invloed van het pessarium op de bekkenbodemorganen te
onderzoeken, zodat meer inzicht in factoren geassocieerd met succesvolle
pessariumfitting kan worden verkregen.
Beeldvormende technieken kunnen gebruikt worden om de positie van een pessarium
te onderzoeken. Magnetic resonance imaging (MRI) is een beeldvormende techniek
waarbij het mogelijk is om de verschillende compartimenten van de bekkenbodem
driedimensionaal af te beelden. Het gebruik van een kantelbare MRI heeft als
bijkomend voordeel dat de pessariumfitting in staande positie geëvalueerd kan
worden. Het is namelijk aangetoond dat de mate van prolaps significant groter
in staande positie vergeleken met liggende positie.
Er zijn nog veel onduidelijkheden over het effect van een pessarium op de
bekkenbodemorganen. Meer inzicht in dit effect zou kunnen helpen in het
optimaliseren van de pessariumbehandeling en het aantal complicaties en
onsuccessvolle fittingen kunnen verminderen.
Doel van het onderzoek
Dit protocol is een kader vanwaaruit verschillende studies zullen worden
opgezet. Deze studies zijn gebaseerd op de secundaire doelen, die uiteindelijk
samen inzicht zullen geven in het primaire doel.
Primair doel:
Het onderzoeken van het effect van een pessarium op de positie en vorm van de
bekkenbodemorganen in patiënten met prolaps wanneer pessariumfitting succesvol
is (d.w.z. een patiënt draagt een pessarium 3 maanden of langer).
Secundaire doelen:
- Evalueren welke parameters geassocieerd zijn met een verandering van de
positie en vorm van de bekkenbodemorganen door het inbrengen van een pessarium
bij een succesvolle fitting.
- Het evalueren van de positie en oriëntatie van het pessarium bij een
succesvolle fitting.
- Evalueren of het mogelijk is om de parameters die gemeten worden tijdens een
MRI in staande positie vertaald kunnen worden naar parameters die gemeten
kunnen worden met behulp van beeldvormende technieken die gebruikt worden in de
kliniek.
- Evalueren of het moment van de dag, en daardoor het moment waarop de MRI
scans worden gemaakt, invloed heeft op de positie van de bekkenbodemorganen.
- Een standaard voor de natuurlijke verplaatsing van de bekkenbodemorganen
gedurende de dag (bij proefpersonen zonder prolaps symptomen) vaststellen om de
patiënten met symptomatische POP met en zonder gebruik van het pessarium mee te
kunnen vergelijken.
- Evalueren of er een correlatie is tussen de positie en oriëntatie van het
pessarium en de anatomische aspecten van de musculus levator ani.
- Evalueren welke parameters verschillen tussen patiënten met succesvolle en
onsuccesvolle pessariumfitting.
Onderzoeksopzet
Dit protocol is een kader waarbinnen verschillende studies opgezet zullen
worden. De resultaten van een studie kunnen daarbij als input informatie
gebruikt worden voor een volgende studie. Elke studie is een prospectieve
cohortstudie waarin de positie en oriëntatie van de bekkenbodemorganen en het
pessarium onderzocht zullen worden. Daarom wordt in elke studie de Esaote
G-scan Brio 0.25T MRI gebruikt, waarin patiënten in zowel liggende als staande
positie gescand kunnen worden. Daarnaast zullen in sommige studies aanvullende
beeldvormende technieken zoals de Siemens Magnetom Aera 1.5T MRI gebruikt
worden.
Inschatting van belasting en risico
In de eerste studie die vanuit het kader wordt opgezet zullen de patiënten twee
dagen naar de Universiteit Twente komen, waarbij ze één dag driemaal met en één
dag driemaal zonder pessarium zullen worden gescand. In studie 1B zullen de
controles (veelal medewerkers van de Universiteit Twente) gedurende één dag
driemaal gescand worden. Deze vrouwen kunnen tussen de scans door werken,
waardoor de belasting zoveel mogelijk wordt beperkt. In de overige studies is
maar één bezoek nodig.
Patiënten mogen 60 minuten voor het begin van het scannen niet drinken en
moeten vlak voor het begin van het scannen haar blaas legen.
Tijdens het scannen is het de bedoeling dat de proefpersoon stil ligt of staat.
In staande positie zullen sommige mensen hierdoor duizeligheid ervaren. Om dit
te voorkomen zullen proefpersonen aangemoedigd worden om tussendoor hun tenen
te bewegen. Wanneer een proefperson toch duizelig wordt zal de scan
onmiddellijk gestopt worden en de proefpersoon weer in liggende positie worden
gedraaid. Risico's met betrekking tot het gebruik van de MRI zijn
verwaarloosbaar.
Publiek
Drienerlolaan 5
Enschede 7522 NB
NL
Wetenschappelijk
Drienerlolaan 5
Enschede 7522 NB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Algemeen:
Getekend informed consent
Patiënten:
Symptomatische prolaps
Prolaps quantificatie stage 2 of hoger
Patiënt is pessariumfitting trial door een gynaecoloog ondergaan
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Algemeen:
Geen mogelijkheid om 20 minuten zelfstandig te kunnen staan
Niet geschikt voor MRI volgens de MRI veiligheidschecklist
Controles:
Symptomen gerelateerd aan POP of incontinentie (in voorgeschiedenis)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL74061.091.20 |