Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-508524-35-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. De belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek zijn 1) het beoordelen van de veiligheid en het bepalen van de hoogste…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Metastasen
- Huidneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Aandoening
melanoma
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste onderzoeksparameter is de beoordeling van de veiligheid van de
behandeling met NEO PTC 01 op basis van de incidentie van ongewenste voorvallen
(adverse events, AE's), ernstige ongewenste voorvallen (serious adverse events,
SAE's) en veranderingen in laboratoriumparameters met betrekking tot de
veiligheid, lichamelijk onderzoeken en vitale functies.
De klinische respons op de behandeling zal worden beoordeeld aan de hand van
seriële radiografische onderzoeken (computertomografie [CT] of
magnetische-resonantiebeeldvorming [MRI]) om de respons op de behandeling en de
ziekteprogressie te bepalen (RECIST v1.1).
Secundaire uitkomstmaten
• De klinische respons op de behandeling zal worden beoordeeld aan de hand van
seriële radiografische onderzoeken (computertomografie [CT] of
magnetische-resonantiebeeldvorming [MRI]) om de respons op de behandeling en de
ziekteprogressie te bepalen (RECIST v1.1). Het totale responspercentage
(overall response rate, ORR), gedefinieerd als het percentage patiënten bij wie
een CR of een partiële respons (PR) wordt bereikt, zal worden bepaald.
• PFS, gedefinieerd als de tijd vanaf de datum van toediening van de eerste
dosis NEO PTC 01 tot de datum van het eerste gedocumenteerde optreden van
progressieve ziekte (progressive disease, PD) of overlijden
• DOR, gedefinieerd als de tijd vanaf de datum van de eerste documentatie van
een bevestigde respons tot de datum van de eerste gedocumenteerde PD.
• Percentage klinisch voordeel (clinical benefit rate, CBR), gedefinieerd als
het percentage patiënten dat een CR, PR of stabiele ziekte bereikt op basis van
RECIST.
• Tijd tot eerste volgende therapie, gedefinieerd als de tijd vanaf de datum
van toediening van de eerste dosis tot de aanvangsdatum van de eerste volgende
therapie.
Achtergrond van het onderzoek
NEO PTC 01 is een autoloog, gepersonaliseerd T celproduct dat ex vivo wordt
vervaardigd en gericht is tegen neo-antigenen op het oppervlak van de tumor en
de micro-omgeving van de tumor. Neo-antigenen zijn tumorspecifieke antigenen
die het gevolg zijn van mutaties in het DNA en gepresenteerd worden via klasse
I- en klasse II-allelen van het major histocompatibility complex (MHC) van de
patiënt. Voor therapie gericht tegen neo-antigenen is een geïndividualiseerde
aanpak nodig waarbij de samenstelling van elk celproduct specifiek op de
individuele patiënt wordt afgestemd zodat voor iedere patiënt een T-celproduct
op maat wordt geproduceerd.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-508524-35-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
De belangrijkste doelstellingen van dit onderzoek zijn 1) het beoordelen van de
veiligheid en het bepalen van de hoogste verdraagbare dosis NEO PTC 01 bij
patiënten met niet-reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom; 2) het beoordelen
van de veiligheid van NEO PTC 01 in combinatie met een vaste dosis IL 2; 3) het
beoordelen van de veiligheid van NEO PTC 01 in combinatie met αPD 1 therapie.
Onderzoeksopzet
Onderzoek NTC 001 is een fase 1 onderzoek naar de veiligheid en werkzaamheid
van NEO PTC 01 bij patiënten met niet reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom.
Het onderzoek wordt in twee delen uitgevoerd, Deel 1 (dosisbepaling) en Deel 2
(dosisuitbreiding).
In Deel 1 worden 2 doses gepland; in Deel 2 wordt een dosis van >= 5,0 x 108 tot
<= 1,0 x 1010 cellen gebruikt om de patiënten te behandelen.
Nadat de hoogste verdraagbare dosis NEO PTC 01 is bepaald, worden 2 aanvullende
beoordelingen gepland in Deel 1. Er wordt een cohort van aanvankelijk maximaal
6 patiënten toegevoegd (met de mogelijkheid om dit cohort daarna uit te breiden
tot 20 patiënten) om NEO PTC 01 te onderzoeken in combinatie met IL 2. Het
cohort voor de combinatie met IL 2 wordt alleen geopend in landen waar IL 2 is
goedgekeurd. Daarnaast wordt er in een afzonderlijk cohort een behandeling met
αPD 1 ingesteld vanaf 1 tot 2 weken na de toediening van NEO PTC 01 bij
aanvankelijk maximaal 6 patiënten in Deel 1, die voorafgaand aan hun deelname
aan NTC 001 niet hebben gereageerd op behandeling met αPD 1/αPD L1 (met de
mogelijkheid om dit cohort daarna uit te breiden tot 20 patiënten).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten in deel 1 van het onderzoek krijgen NEO PTC 01, te beginnen bij een dosis van >= 1 × 10^8 tot <= 1 × 10^9 cellen. Patiënten in deel 2 van het onderzoek (uitbreidingscohort) krijgen NEO PTC 01 in de hoogste verdraagbare dosis uit deel 1. In deel 2 van het onderzoek zetten de patiënten de behandeling met PD 1/PD L1 voort als zij vóór hun opname in het onderzoek met deze behandeling zijn gestart. De dosis en het schema worden bepaald op basis van de samenvattingen van de productkenmerken (SPC>s) van de afzonderlijke geneesmiddelen. De behandeling met PD 1/PD L1 wordt ten minste 2 weken vóór de infusie met NEO PTC 01 stopgezet. De behandeling met PD 1/PD L1 mag ten vroegste 6 weken na de infusie met NEO PTC 01 worden hervat.
Inschatting van belasting en risico
NTC 001 is een dosisbepalend en first-in-human (FIH) veiligheidsonderzoek van
NEO PTC 01 bij patiënten met niet-reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom. Het
dosisbepalende gedeelte van het onderzoek zal worden uitgevoerd volgens een
'3+3 dosisescalatie'-opzet, zodat de blootstelling aan het
onderzoeksgeneesmiddel in de eerste fase van de veiligheidsbeoordelingen
beperkt blijft. Als extra veiligheidsmaatregel begint binnen elk dosiscohort de
deelname van de eerste 3 patiënten gespreid, met steeds een interval van ten
minste 2 weken.
Belangrijke risicogebieden zijn infectie gedurende de periode van
lymfodepletie, kans op cytokineafgiftesyndroom (cytokine release syndrome, CRS)
en toxiciteiten op andere cellen dan de doeltumorcellen. Andere mogelijke
risico's zijn risico's die gepaard gaan met andere onderzoeksspecifieke
procedures, waaronder tumorbiopsieën en leukaferese.
Patiënten worden in het ziekenhuis opgenomen en gemonitord tijdens de
aanvankelijke behandelingsfase met lymfodepletie, infusie van het T-celproduct
en herstel van de neutrofielen. Daarna vinden wekelijks poliklinisch een
lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoeken plaats vanaf week 1 4 na
ontslag, gevolgd door bezoeken om de 6 weken gedurende de rest van het
onderzoek.
Veiligheidsinterventies bestaan onder andere uit ondersteunende behandeling met
de groeifactor filgrastim na de lymfodepletie met cyclofosfamide plus
fludarabine, en monitoring en behandeling van CRS.
Eerdere onderzoeken met therapieën op basis van tumorinfiltrerende lymfocyten
(TIL) zijn mogelijk de meest relevante vergelijkende therapieën. Deze
onderzoeken worden in aanmerking genomen bij het bepalen van de aanvangsdosis
en het dosisbereik voor dit onderzoek. Het gebruik van de lagere aanvangsdosis
wordt gedaan als kernmaatregel voor de veiligheid voor de eerste testen van NEO
PTC 01 bij patiënten.
Beoordelingen van tumorbiopten zijn van cruciaal belang voor de rationale en de
opzet van dit onderzoek. Waar mogelijk kan bij deze onderzoeksopzet gebruik
worden gemaakt van gearchiveerde monsters voor het baselinetumormonster.
Tumorbiopten en leukaferesemonsters na de infusie zijn vereist voor het
evalueren van de veiligheid en de farmacodynamische effecten, waaronder
correlaties met toxiciteit en werkzaamheid in dit eerste onderzoek bij mensen.
Deze procedures zullen met monitoring in het ziekenhuis worden uitgevoerd
volgens het protocol of volgens de standaardwerkwijzen van de instelling.
Deze risico's worden afgewogen tegen het potentiële klinisch voordeel van NEO
PTC 01 bij patiënten met niet-reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom en
ziekteprogressie of een suboptimale respons (deel 2) op eerdere behandelingen.
Patiënten die in aanmerking komen voor dit onderzoek zijn patiënten met
beperkte klinische opties voor hun ziektestadium. NEO PTC 01 vertegenwoordigt
een nieuwe, geïndividualiseerde behandelaanpak; de nieuwe behandeling met
neo-antigeenspecifieke adoptieve T-celtherapie biedt mogelijk significant
klinisch voordeel boven behandelingen met checkpointremmers, waaronder een
duurzame antitumorrespons, symptoombeheersing en langdurig uitblijven van
ziekteprogressie.
Publiek
40 Erie Street, Suite 110 40 Erie Street, Suite 110
Cambridge, MA 02139
US
Wetenschappelijk
40 Erie Street, Suite 110 40 Erie Street, Suite 110
Cambridge, MA 02139
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Om in aanmerking te komen voor deelname aan dit onderzoek moet een patiënt aan
alle volgende criteria voldoen:
1. Volwassen man of vrouw (18 tot en met 75 jaar) die bereid en in staat is
schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven.
2. Histologisch bevestigd niet-reseceerbaar of gemetastaseerd melanoom.
3. Deel 1:
a. Heeft eerder een behandeling gehad met een PD 1/PD L1-remmer (als
enkelvoudig middel of in combinatie) en een behandeling met een CTLA 4-remmer
(als enkelvoudig middel of in combinatie) voorafgaand aan NEO PTC 01, met
ziekteprogressie na deze behandelingen of anderszins een gebrek aan klinisch
voordeel naar het oordeel van de onderzoeker.
NB: Patiënten die behandeld zijn met een PD 1/PD L1-remmer en ipilimumab (CTLA
4-remmer) komen in aanmerking voor deelname. Patiënten die een behandeling met
een PD 1/PD L1-remmer of een CTLA 4-remmer hebben gestaakt vanwege toxiciteit
en degenen die naar het oordeel van de artsen niet in aanmerking komen voor
behandeling met een CTLA 4-remmer, komen in aanmerking voor deelname (behalve
de patiënten die in Deel 1 aanvullende behandeling met αPD-1 krijgen).
4. Deel 2:
a. Heeft een behandeling gehad of wordt op dit moment behandeld met een PD 1/PD
L1-remmer (als enkelvoudig middel of in combinatie met CTLA 4) gedurende ten
minste 3 maanden.
b. Heeft gedocumenteerde stabiele ziekte volgens RECIST v1.1 of klinisch
asymptomatische progressieve ziekte bij het meest recente beeldvormend
onderzoek, dat binnen 3 maanden vóór het begin van deelname moet hebben
plaatsgevonden.
c. Is naar het oordeel van de onderzoeker medisch geschikt en in staat om
behandeling met een PD 1/PD L1-remmer te blijven krijgen.
d. Zou naar het oordeel van de onderzoeker baat hebben bij aanvullende
behandeling met een T-celtherapie.
5. Voor patiënten met een BRAF-mutatie: De patiënt moet eerder ook zijn
behandeld met doelgerichte therapie (B raf-remmer of combinatietherapie gericht
tegen B raf en MEK) voorafgaand aan NEO PTC 01, tenzij deze behandelingen niet
geschikt worden geacht door de onderzoeker.
6. Heeft ten minste 1 plaats met meetbare ziekte volgens RECIST 1.1.
7. Ten minste 1 tumorplaats moet toegankelijk zijn voor het nemen van een biopt
van tumorweefsel. Voor het biopt vóór de behandeling kan een gearchiveerd biopt
worden gebruikt als dat biopt in de 6 maanden voorafgaand aan het verstrekken
van geïnformeerde toestemming is genomen.
8. Heeft een ECOG-prestatiescore van 0 of 1.
9. Is hersteld van alle toxiciteiten van eerdere behandelingen tot een
aanvaardbare baselinestatus (voor laboratoriumwaarden ten aanzien van
toxiciteiten, zie grenswaarden voor inclusie hieronder) of tot graad 0 of 1
volgens de NCI CTCAE versie 5.0, met uitzondering van toxiciteiten die door de
behandelend arts niet worden beschouwd als veiligheidsrisico (bijv. alopecia).
10. Laboratoriumwaarden bij de screening moeten voldoen aan onderstaande
criteria en moeten vóór de beoordelingen van de productiefase zijn verkregen:
a. Aantal witte bloedcellen (WBC) >= 3 × 103/µl;
b. Absoluut neutrofielenaantal (absolute neutrophil count, ANC) >= 1,5 x 103/µl;
c. Trombocytenaantal >= 100 × 103/µl;
d. Hemoglobine > 9 g/dl of 6 mmol/l;
e. Serumcreatinine <= 1,5 × de bovengrens van normaal (upper limit of normal,
ULN) of een creatinineklaring >= 50 ml/min volgens de formule van
Cockcroft-Gault;
f. Aspartaataminotransferase (ASAT) en alanine-aminotransferase (ALAT) <= 3 ×
ULN;
g. Totaal bilirubine <= 1,5 × ULN (behalve bij patiënten met het syndroom van
Gilbert, bij wie totaal bilirubine < 3,0 mg/dl aanvaardbaar is);
h. Internationaal genormaliseerde ratio (international normalized ratio, INR),
protrombinetijd (PT) of geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) <= 1,5 ×
ULN tenzij de patiënt antistollingstherapie krijgt, zolang de PT of de aPTT
binnen het therapeutisch bereik van het beoogde gebruik van de anticoagulantia
ligt.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Een potentiële patiënt die aan een of meer van de volgende criteria voldoet,
wordt uitgesloten van deelname aan dit onderzoek:
1. Ouder dan 75 jaar of jonger dan 18 jaar.
2. Heeft meer dan 3 eerdere therapielijnen voor gemetastaseerde ziekte gehad.
3. Heeft een actieve auto-immuunziekte of een voorgeschiedenis van een
auto-immuunziekte (bekend of vermoed). Uitzonderingen zijn toegestaan voor
vitiligo, diabetes mellitus type I, residuele hypothyreoïdie als gevolg van een
auto-immuunaandoening waarvoor uitsluitend hormoonsuppletie nodig is, psoriasis
waarvoor geen systemische behandeling nodig is, of aandoeningen die naar
verwachting niet opnieuw zullen optreden in afwezigheid van een externe trigger.
4. Heeft bekende actieve metastasen in het centraal zenuwstelsel en/of
carcinomateuze meningitis. Patiënten met eerder behandelde hersenmetastasen
kunnen deelnemen op voorwaarde dat zij (gedurende ten minste 4 weken vóór begin
van deelname) stabiel zijn (geen aanwijzingen voor progressie bij beeldvormend
onderzoek [waarbij bij elk onderzoek dezelfde beeldvormingsmethode wordt
gebruikt, namelijk óf een MRI-scan óf een CT-scan] en eventuele neurologische
symptomen zijn afgenomen tot de uitgangssituatie), geen tekenen vertonen van
nieuwe of groeiende hersenmetastasen, en ten minste 7 dagen vóór begin van
deelname geen steroïden gebruiken. Deze uitzondering geldt niet voor
carcinomateuze meningitis, waarbij de patiënt wordt uitgesloten ongeacht
klinische en/of radiografische stabiliteit.
5. Actieve systemische infecties waarvoor i.v. antimicrobiële therapie nodig
is, bloedstollingsstoornissen of andere actieve, belangrijke medische
aandoeningen van het cardiovasculaire, respiratoire of immuunsysteem, wat
blijkt uit een positieve inspanningstest met thallium of vergelijkbare test,
myocardinfarct, klinisch significante hartritmestoornissen zoals
ongecontroleerd atriumfibrilleren, ventriculaire tachycardie of een tweede- of
derdegraads hartblok, en obstructieve of restrictieve longziekte.
6. Actieve, ernstige medische aandoening van het immuunsysteem, waaronder
aandoeningen waarvoor systemische behandeling nodig is met corticosteroïden (>
10 mg prednisonequivalenten per dag) of andere immunosuppressieve medicatie in
de 14 dagen voorafgaand aan de infusie van NEO PTC 01. Geïnhaleerde of topische
steroïden en doses voor suppletie bij bijnierinsufficiëntie (<= 10 mg
prednisonequivalenten per dag) zijn toegestaan in afwezigheid van een actieve
auto-immuunziekte.
7. Bekende hiv infectie, actieve chronische hepatitis B of C en/of
levensbedreigende ziekten die geen verband houden met kanker en die, naar het
oordeel van de onderzoeker, de deelname aan dit onderzoek zouden kunnen
verstoren.
8. Heeft een onderliggende medische aandoening, psychiatrische aandoening of
sociale omstandigheden die naar het oordeel van de onderzoeker de deelname aan
het onderzoek zouden verstoren.
9. Heeft een ingeplande ingrijpende operatie die naar verwachting de deelname
aan het onderzoek zal verstoren of waardoor de onderzoeksgegevens
waarschijnlijk niet goed geanalyseerd kunnen worden.
10. Is zwanger of geeft borstvoeding, of verwacht zwanger te worden of een kind
te verwekken tijdens de verwachte duur van het onderzoek, vanaf het
screeningsbezoek tot en met 120 dagen na het bezoek aan het einde van het
onderzoek. Vrouwen die borstvoeding geven, zijn uitgesloten van dit onderzoek
omdat er een onbekend maar mogelijk risico bestaat op ongewenste voorvallen bij
zuigelingen als gevolg van behandeling van de moeder met de behandelingen die
in dit onderzoek worden toegediend.
11. Heeft een voorgeschiedenis van een andere invasieve maligniteit behalve
melanoom, met uitzondering van de volgende omstandigheden:
a. De patiënt is al ten minste 2 jaar ziektevrij en naar het oordeel van de
onderzoeker is er een laag risico op recidief van deze maligniteit.
b. De patiënt is niet behandeld met systemische chemotherapie voor carcinoma in
situ van de borst, mondholte of baarmoederhals, of basaalcelcarcinoom of
plaveiselcelcarcinoom van de huid.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-508524-35-00 |
EudraCT | EUCTR2019-003908-13-NL |
CCMO | NL72301.000.19 |