Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512158-12-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Primaire doelstellingen: - De pCR-ratio van neoadjuvante nivolumab/BMS-986205 + GC vergelijken met neoadjuvante GC alleen in…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Nier- en urinewegneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- pCR-ratio, gedefinieerd door het aandeel gerandomiseerde deelnemers met
afwezigheid van kanker (T0, N0, M0) in pathologiemonsters na RC, op
basis van geblindeerde pathologische beoordeling.
- EFS, gedefinieerd als de tijd vanaf randomisatie tot één van de volgende
gebeurtenissen: progressie van de ziekte die RC-chirurgie uitsluit, lokaal of
verder verwijderd recidief gebaseerd op BIRC-beoordelingen of overlijden
door welke oorzaak dan ook.
- pCR-ratio, gedefinieerd door het aandeel gerandomiseerde deelnemers met
afwezigheid van kanker (T0, N0, M0) in pathologiemonsters na RC, op
basis van geblindeerde pathologische beoordeling.
- EFS, gedefinieerd als de tijd vanaf randomisatie tot één van de volgende
gebeurtenissen: progressie van de ziekte die RC-chirurgie uitsluit, lokaal of
verder verwijderd recidief gebaseerd op BIRC-beoordelingen of overlijden
door welke oorzaak dan ook.
Secundaire uitkomstmaten
- OS, gedefinieerd als de tijd tussen de datum van randomisatie en de datum
van overlijden om welke reden dan ook.
- Incidentie van ongewenste voorvallen (AE's), ernstige AE's, sterfgevallen en
laboratoriumafwijkingen bij deelnemers die ten minste één dosis van de
onderzoeksbehandeling ontvingen.
Achtergrond van het onderzoek
Urotheliale blaaskanker is de negende meest voorkomende kanker in de wereld. In
2012 werden wereldwijd ongeveer 430.000 nieuwe gevallen van blaaskanker
gediagnosticeerd, goed voor 165.000 doden.
Neoadjuvante chemotherapie verlengt EFS en OS bij patiënten die in aanmerking
komen voor een behandeling met cisplatine en is de huidige zorgstandaard voor
deze patiëntenpopulatie. OS is nauw verbonden met het bereiken van een pCR1 na
NAC, maar pCR komt voor bij een minderheid van de behandelde patiënten;
patiënten met residuele MIBC na RC hebben een hoge kans op recidive en
overlijden door gemetastaseerde blaaskanker. Verder is er momenteel geen
neoadjuvante standaardzorg voor patiënten die niet in aanmerking komen voor
chemotherapie op basis van cisplatine, wat een onvervulde medische behoefte
definieert. Daarom zijn er nieuwe therapieën nodig om het aantal patiënten dat
in aanmerking komt voor neoadjuvante therapie te verhogen en vervolgens een pCR
te bereiken.
Het individueel viseren van de remmen van immuunreceptoren zoals CTLA-4 en PD-1
is succesvol geweest bij meerdere types van tumoren. Het is echter
waarschijnlijk dat combinatietherapieën mogelijk kunnen leiden tot een hogere
responsintensiteit en OS, zoals werd vastgesteld met de combinatie van
anti-PD-1 en anti-CTLA-4 bij patiënten met melanoom in gevorderd stadium en bij
patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom.2 Daarbovenop wordt het viseren
van de immunosuppressieve eigenschappen van de kankercellen en
tumor-infiltrerende inflammatoire cellen, zoals het viseren van IDO1, beschouwd
als een veelbelovende benadering. IDO1-remmers in combinatie met immunotherapie
die de controlepunten viseert, beschikken over het potentieel om een verbeterde
werkzaamheid te bereiken vergelijkbaar met PD-1/CTLA-4 die combinaties viseren
met potentieel minder toxiciteit.
Deze studie heeft tot doel aan te tonen dat een neoadjuvante behandeling
bestaande uit nivolumab plus BMS-986205 of nivolumab plus BMS-986205 Placebo,
pre-operatief toegevoegd aan de zorgstandaard chemotherapie, gevolgd door
voortgezette IO-therapie na RC, de pCR-ratio aanzienlijk zal verhogen en de EFS
zal verlengen bij deelnemers met niet eerder behandelde MIBC. Bijkomende
doelstellingen van het onderzoek omvatten OS, karakterisering van de veiligheid
en tolerantie van de behandelingsregimes, en het bepalen of de toevoeging van
IO-therapie aan de zorgstandaard NAC de tijd tot RC vertraagt of de toxiciteit
verhoogt die aan deze operatie is verbonden. Farmacokinetische parameters,
potentieel voorspellende biomarkers voor werkzaamheid en toxiciteit, en
veranderingen in door patiënten gerapporteerde uitkomsten voor beoordelingen
van de levenskwaliteit zullen ook worden gekarakteriseerd.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512158-12-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Primaire doelstellingen:
- De pCR-ratio van neoadjuvante nivolumab/BMS-986205 + GC vergelijken met
neoadjuvante GC alleen in alle gerandomiseerde deelnemers.
- EFS vergelijken van neoadjuvante nivolumab/BMS-986205 + GC gevolgd door
voortgezette nivolumab/BMS-986205 na RC versus zorgstandaard
GC gevolgd door RC in alle gerandomiseerde deelnemers.
- pCR-ratio van neoadjuvante nivolumab + GC vergelijken met neoadjuvante GC
alleen in alle gerandomiseerde deelnemers.
- EFS vergelijken van neoadjuvante nivolumab + GC gevolgd door voortgezette
nivolumab na RC versus neoadjuvante zorgstandaard GC gevolgd
door RC in alle gerandomiseerde deelnemers
Secundaire doelstellingen:
- De algehele overlevingkans (OS) vergelijken van neoadjuvante
nivolumab/BMS-986205 + GC of nivolumab + GC gevolgd door voortgezette IO-
therapie na RC versus neoadjuvante zorgstandaard GC gevolgd door RC in alle
gerandomiseerde deelnemers (Groep C versus Groep A en Groep
B versus Groep A ).
- De veiligheid en tolerantie van nivolumab en nivolumab/BMS-986205
beschrijven in combinatie met GC-chemotherapie.
Onderzoeksopzet
Fase 3, gerandomiseerd, onderzoek naar neoadjuvante chemotherapie alleen versus
neoadjuvante chemotherapie plus Nivolumab of Nivolumab en BMS-986205, gevolgd
door voortgezette postoperatieve behandeling met Nivolumab of Nivolumab en
BMS-986205 bij deelnemers met spierinvasieve blaaskanker
Ongeveer 1200 patiënten zullen worden ingeschreven voor deze studie, 954 ervan
zullen worden behandeld.
Veiligheid-Aanloopperiode
CA017078 start met een aanloopperiode wat betreft veiligheid voor de combinatie
van BMS-986205 met nivolumab plus chemotherapie op basis van gemcitabine &
cisplatine met dezelfde doseringen en frequenties als beschreven in Groep C.
Nadat is vastgesteld dat de behandeling veilig is, begint het onderzoek met
randomisatie.
Randomisatie:
Deelnemers worden gerandomiseerd in een verhouding van 1:1:1 in Groep A, B of C.
- Behandeling Groep A: Infusies met gemcitabine & cisplatine elke 3 weken
gedurende 4 cycli, gevolgd door radicale cystectomie binnen 6 weken
na voltooiing van de neoadjuvante behandeling. Geen verdere
onderzoekstherapie.
- Behandeling Groep B: Infusies met gemcitabine & cisplatine + nivolumab
(360mg) elke 3 weken gedurende 4 cycli + dagelijks BMS-986205
Placebo (100mg), gevolgd door radicale cystectomie binnen 6 weken na
voltooiing van de neoadjuvante behandeling. Postoperatieve nivolumab
(480mg) elke 4 weken + dagelijks BMS-986205 Placebo (100mg) gedurende 9
cycli.
- Behandeling Groep C: Infusies met gemcitabine & cisplatine + nivolumab
(360mg) elke 3 weken gedurende 4 cycli + dagelijks Geblindeerd BMS-
986205 (100mg), gevolgd door radicale cystectomie binnen 6 weken na
voltooiing van de neoadjuvante behandeling. Postoperatieve nivolumab
(480mg) elke 4 weken + dagelijks Geblindeerd BMS-986205 (100mg) gedurende 9
cycli.
Opmerking: Dosering voor chemotherapie voor alle hierboven genoemde groepen:
• GFR >= 60 ml/min: standaard GC (cisplatine 70mg/m2 D1, gemcitabine 1000mg/m2
D1, D8, 21D cycli
• GFR <60 ml/min: gesplitste dosis GC (cisplatine 35mg/m2 D1, D8, gemcitabine
1000mg/m2 D1, D8, 21D-cycli
Voorafgaand aan de eerste behandeling ondergaan patiënten screeningsprocedures
om te beoordelen of ze in aanmerking komen voor deelname aan het onderzoek.
Nivolumab zal via infusie intraveneus worden toegediend. Patiënten die
BMS-986205 zullen krijgen, nemen elke dag na een maaltijd een pil met
BMS-986205. Patiënten zullen een dagboek bijhouden om het toedienen va
BMS-986205 te documenteren. Gemcitabine & cisplatine worden toegediend conform
de lokale norm.
Alle patiënten worden behandeld volgens de geplande cyclus tot er zich
progressie, herval, onaanvaardbare toxiciteit, intrekking van de toestemming
door de deelnemer, voltooiing van de behandeling of einde van de studie
voordoet, afhankelijk van wat er het eerst plaatsvindt.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De medische interventies omvatten een preoperatieve behandeling met gemcitabine/cisplatine, gemcitabine/cisplatine plus nivolumab & BMS-986205 en een postoperatieve met nivolumab & BMS-986205. De patiënten worden willekeurig toegewezen aan een van de volgende behandelingen: - Behandeling Groep A: Infusies met gemcitabine & cisplatine elke 3 weken gedurende 4 cycli, gevolgd door radicale cystectomie binnen 6 weken na voltooiing van de neoadjuvante behandeling. Geen verdere onderzoekstherapie. - Behandeling Groep B: Infusies met gemcitabine & cisplatine + nivolumab (360mg) elke 3 weken gedurende 4 cycli + dagelijks BMS-986205 Placebo (100mg), gevolgd door radicale cystectomie binnen 6 weken na voltooiing van de neoadjuvante behandeling. Postoperatieve nivolumab (480mg) elke 4 weken + dagelijks BMS-986205 Placebo (100mg) gedurende 9 cycli. - Behandeling Groep C: Infusies met gemcitabine & cisplatine + nivolumab (360mg) elke 3 weken gedurende 4 cycli + dagelijks Geblindeerd BMS- 986205 (100mg), gevolgd door radicale cystectomie binnen 6 weken na voltooiing van de neoadjuvante behandeling. Postoperatieve nivolumab (480mg) elke 4 weken + dagelijks Geblindeerd BMS-986205 (100mg) gedurende 9 cycli. Opmerking: Dosering voor chemotherapie voor alle hierboven genoemde groepen: • GFR >= 60 ml/min: standaard GC (cisplatine 70mg/m2 D1, gemcitabine 1000mg/m2 D1, D8, 21D-cycli • GFR <60 ml/min: gesplitste dosis GC (cisplatine 35mg/m2 D1, D8, gemcitabine 1000mg/m2 D1, D8, 21D-cycli Alle patiënten worden behandeld volgens de geplande cyclus tot er zich progressie, herval, onaanvaardbare toxiciteit, intrekking van de toestemming door de deelnemer, voltooiing van de behandeling of einde van de studie voordoet, afhankelijk van wat er het eerst plaatsvindt.
Inschatting van belasting en risico
In het kader van het onderzoek wordt van de patiënten verwacht dat ze meerdere
bezoeken aan de kliniek afleggen, waar de volgende procedures worden verricht:
lichamelijk onderzoek, meting van de vitale functies, bloedonderzoeken voor
beoordeling van de veiligheid, zwangerschapstesten (voor vrouwen in de
vruchtbare leeftijd) en controle op ongewenste voorvallen & ernstige
bijwerkingen. Patiënten zullen worden verzocht om vragenlijsten in te vullen
(FACT-G, FACT-BI-Cys & EQ-5Q-3L) over hun levenskwaliteit. Bij bepaalde
bezoeken zal er ook bloed worden afgenomen voor onderzoeksdoeleinden (PK,
biomarker & immunogeniciteit). Indien er geen gearchiveerd tumorweefsel
beschikbaar is of indien het monster te lang geleden (>=4 maanden) werd genomen,
zal er worden verlangd dat de patiënten een biopsie laten uitvoeren om eraan
deel te nemen. Na voltooiing van neo-adjuvante therapie zal er bij patiënten
een radicale cystectomie worden uitgevoerd. Patiënten die omwille van andere
redenen dan progressie geen radicale cystectomie ondergaan, zullen via
cystoscopie worden gecontroleerd op terugkeer/progressie van de ziekte, en dit
elke 3 maanden gedurende de volgende twee jaar, vervolgens elke 6 maanden
gedurende 3 extra jaren, daarna eenmaal per jaar gedurende de daaropvolgende
jaren. Bij deze patiënten moet er een maximale TURT van alle zichtbare tumoren
worden uitgevoerd tijdens de eerste cystoscopie van de behandeling. Patiënten
ondergaan bij het onderzoek een radiografische evaluatie van hun tumoren via CT
of MRI. Beeldvormend onderzoek bij de patiënten zal doorgaan gedurende maximaal
5 jaar of tot: Door de onderzoeker beoordeelde ziekteprogressie die chirurgie
uitsluit, Geblindeerde Onafhankelijke Centrale Beoordeling progressie of
recidief bevestigt, met tussenpozen van elke 12 weken (± 1 week) tot week 96
(vanaf de datum van de eerste neoadjuvante dosis), vervolgens elke 16 weken (±
2 weken) van week 96 tot week 160 en tot slot elke 24 weken (± 3 weken). De
bezoekfrequentie en het aantal procedures dat tijdens deze studie wordt
uitgevoerd, worden doorgaans beschouwd als een aanvulling op de zorgstandaard.
De procedures worden uitgevoerd door getraind medisch personeel en er zal alles
aan worden gedaan om de risico's of ongemakken voor de patiënt tot een minimum
te beperken. De behandeling van kanker heeft vaak bijwerkingen, waaronder
enkele die levensbedreigend zijn. Om een voortdurend gunstige
risico/batenanalyse te verzekeren voor patiënten die deelnemen aan de studie,
zal er een Independent Data Monitoring Committee (DMC) worden opgericht om
toezicht te houden op effectiviteit- en veiligheidsoverwegingen. Daarnaast zal
de DMC de sponsor adviseren over acties die de commissie noodzakelijk acht voor
de voortdurende bescherming van patiënten die deelnemen aan het onderzoek.
BMS bewaakt de veiligheid op rigoureuze wijze om de veiligheid van de
deelnemers te waarborgen door de veiligheidsgegevens regelmatig en systematisch
door te nemen; de gemelde veiligheidsvoorvallen worden nauwlettend opgevolgd;
centra en onderzoekers krijgen een intensieve training wat betreft de
implementatie van de behandelingsstrategie met betrekking tot toxiciteit van
BMS-986205 en nivolumab.
Nieuwe op het immuunsysteem gerichte therapieën (immunotherapieën) zoals
nivolumab kunnen mogelijk klinisch voordeel en verbetering van de uitkomst
bieden voor patiënten met deze ziekte. Net als voor alle experimentele
geneesmiddelen en klinische onderzoeken zijn er echter bekende en onbekende
risico*s. De met het onderzoeksmiddel en procedure samenhangende risico*s
worden uitgebreid beschreven in het patiëntinformatieblad om te verzekeren dat
de patiënten volledig op de hoogte zijn voordat ze instemmen met deelname aan
het onderzoek.
Publiek
Orteliuslaan 1000
Urecht 3528 BD
NL
Wetenschappelijk
Orteliuslaan 1000
Urecht 3528 BD
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Proefpersonen met MIBC, klinisch stadium T2-T4a, N0 (< 10 mm op CT of MRI),
gediagnosticeerd met TURBT en radiologisch bevestigd. Variatie in histologie
is acceptabel als er een urotheliale component pre-dominant aanwezig is.
• Proefpersoon moet in principe in aanmerking komen voor RC via zijn/haar
uroloog en/of oncoloog, en moet accoord gaan met RC na het afronden van
neo-adjuvante therapie
• Voorafgaande behandeling met BCG of andere intravesicale behandeling voor
niet-spierinvasieve blaaskanker (NMIBC) is toegestaan, mits deze tenminste 6
weken voor het starten van de studiebehandeling is afgerond
• Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) Performance score 0 of 1
• Levensverwachting van 6 maanden of langer
• Documentatie van de PD-L1 status middels immunohistochemie (IHC) door een
centraal laboratorium tijdens de screeningsperiode van tumormateriaal verkregen
via een TURBT of biopsie ten tijde van de diagnose van MIBC. Er mag geen
systemische behandeling (bijv. adjuvante of neoadjuvante chemotherapie) zijn
toegediend nadat het tumormateriaal is verkregen. Het PD-L1 resultaat is niet
nodig voor het starten van de behandeling in de safety lead-in.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Klinisch bewijs van een positieve lymfklier (> 10 mm korte as) of
gemetastaseerde blaaskanker
• Voorafgaande systemische behandeling, radiotherapie, operatie voor
blaaskanker, anders dan TURBT of een biopsie, is niet toegestaan
• Proefpersonen die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatine
vanwege een graad 2 of hoger, perifere neuropathie of gehoorverlies vastgesteld
via audiometrie, of een berekende (Cockcroft-Gault formule) GFR of een gemeten
(24-uurs urine) kreatinine klaring (CrCl) < 50 mL/min
• Proefpersonen met een actieve, aangetoonde of verdenking op
auto-immuunziekte. Uitzondering per protocol.
• Proefpersonen met een conditie, die volgens het oordeel van de onderzoeker,
significant interfereert met de absorptie van orale medicatie
• Proefpersonen met een aandoening die systemisch moet worden behandeld met
ofwel corticosteroïden (> 10 mg per dag prednison of gelijkwaardig) of andere
immunosuppressieve medicatie in de 14 dagen voor randomisatie. Inhalatie of
topische steroïden en bijnierhormoon vervangende therapie met een dosis > 10 mg
prednison per dag of gelijkwaardig, zijn toegestaan indien er geen
auto-immuunziekte is.
• Proefpersonen met een ongecontroleerde bijnierinsufficiëntie
• Proefpersonen met een persoonlijke of familiegeschiedenis (bij een familielid
in de eerste graad) van cytochroom b5 reductase deficiëntie (voorheen
methemoglobine reductase deficiëntie genoemd) of een andere ziekte waardoor er
een risico is op methemoglobinemie. Alle proefpersonen worden gescreend op
methemoglobine voor randomisatie.
• Proefpersonen met een geschiedenis van G6PD deficiëntie of een andere
aangeboren of auto-immuun hemolytische aandoening. Alle proefpersonen worden
gescreened voor G6PD deficiëntie voor randomisatie.
• Grote operatieve ingreep binnen 14 dagen voor het starten van de
studiebehandeling of de verwachting dat er een grote operatieve ingreep (anders
dan RC) nodig is tijdens het onderzoek
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-512158-12-00 |
EudraCT | EUCTR2017-004692-31-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT03661320 |
CCMO | NL68068.056.18 |