Primair:Evaluatie van de veiligheid en verdraagbaarheid en bepaling van de aanbevolen dosering voor fase 2 (RP2D) van NY-ESO-1- en LAGE-1a-specifieke T-cellen, als monotherapie of in combinatie met andere middelen, bij HLA-A*02-positieve…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Wekedelenneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Luchtwegneoplasmata
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Dose-limiting toxicities, (ernstige) bijwerkingen (van speciaal belang).
Secundaire uitkomstmaten
Overall Response Rate (ORR), Responsduur (DoR). Expansie en persistentie van
T-cellen, t.w. piekexpansie, Cmax, Tmax, AUC(0-t). Infiltratie en fenotype van
de T-cellen in de tumor via RNA, DNA en/of eiwitconcentraties.
Achtergrond van het onderzoek
Adoptieve T-cel therapie (ACT) is een therapeutische methode die gebruik maakt
van de eigen T-lymfocyten van de kankerpatiënt, die verkregen zijn via
leukaferese, genetisch gewijzigd zijn ter expressie van een tumorspecifieke
T-cel receptor (TCR) en die weer teruggegeven zijn aan de patiënt. Het doel is
om een T-cel immuunrespons te bewerkstelligen die gericht is tegen de tumor.
NY-ESO-1 en LAGE-1a antigenen zijn eiwitten die een verband hebben met de tumor
en die gevonden worden in diverse tumorsoorten, zoals niet-kleincellige
longkanker (NSCLC). Eerdere klinische studies met ACT met T-cellen die gericht
zijn tegen NY-ESO-1/LAGE-1a hebben objectieve responspercentages laten zien van
40-60 bij proefpersonen met een synoviaal sarcoom, een gemetastaseerd melanoom
en het multipele myeloom.
In 2020 zijn in Nederland twee klinische studies gestart met GSK3377794, een
vorm van ACT (studie 208467, NL70428.000.19 en studie 208471, NL69764.000.19).
GSK3377794 is in staat om een objectieve respons te bewerkstelligen in diverse
tumorsoorten. Dit ondersteunt de hypothese dat HLA- en antigeenexpressie
biomarkers zijn, die een populatie kenmerken die kan profiteren van GSK3377794.
Het huidige onderzoek is een platformstudie, waarin de effecten worden
bestudeerd van zogenoemde volgende generatie NY-ESO-1/LAGE-1a TCR
gemodificeerde T-cellen met een via vorderingen op technologisch gebied (incl.
modificatie van meerdere componenten) verbeterde werkzaamheid en/of met
innovaties bij de productie. Elke substudie wordt uitgevoerd met een ACT van de
volgende generatie alleen of in combinatie met andere middelen bij
HLA-A*02-positieve patiënten met een NY-ESO-1- en/of LAGE-1a positieve
gevorderde tumoren.
Op dit moment zijn er 2 substudies open:
Substudie 1: GSK3901961 bij een tevoren behandeld gevorderd gemetastaseerd of
inoperabel NY-ESO-1- en/of LAGE-1a-positief synoviosarcoom en tevoren
behandelde gevorderde NY-ESO-1- en/of LAGE-1a-positieve gemetastaseerde NSCLC.
Substudie 2: GSK3845097 bij een tevoren behandeld gevorderd NY-ESO-1- en/of
LAGE-1a-positief synoviosarcoom.
Protocolamendement 1 juli 2021: De belangrijkste redenen voor dit amendement
zijn (citaat uit het overzicht van de wijzigingen (pagina 3) in het protocol):
1. Changes to Substudy 1 and 2 Inclusion criteria relative to disease status
requirements to allow participants with advanced disease diagnosis to undergo
target expression screening; participants with evidence of radiological or
clinical disease progression will be able to undergo leukapheresis; initiation
of lymphodepletion will require evidence of disease progression from prior line
of therapy by RECIST v1.1.
2. Changes to Substudy 1 Inclusion and Exclusion criteria language relative to
prior lines of treatments for NSCLC participants to allow those who have
received any PD-1/PD-L1 checkpoint blockade therapy and, in the same or
different line of treatment, any platinum containing chemotherapy. NSCLC
participants with actionable genetic aberrations may also be included if they
have exhausted the targeted standard of care therapy.
3. Clarifications to Substudy 1 and 2 lymphodepleting chemotherapy dose
adjustments to ensure adequate consideration given to prior anti-cancer
therapies (systemic and radiation exposure), renal function (for fludarabine)
as well as use of adjusted body weight (for cyclophosphamide when necessary).
4. Allowing potential future inclusion of a limited number of patients who
progressed following clinical benefit (PR, CR, SD >=3 months) from infusion with
GSK3377794 (letetresgene autoleucel, lete-cel) on a GSK sponsored trial.
Protocolamendement 2 dd 04-11-2021; Belangrijkste wijzigingen:
1. Implementatie van extra maatregelen om de veiligheid te bewaken in lijn met
een recente Dear Investigator Letter en bijwerkingen.
2. Voor deelnemers die behandeld worden vanaf het huidige protocolamendement 2
wordt bij de chemotherapie op dag -7 tot -4 de dosering van cyclofosfamide
geoptimaliseerd en verminderd om het risico op acute en verlengde cytopenie te
verminderen met zo gering mogelijke gevolgen voor de werkzaamheid.
3. Voor deelnemers met NSCLC in substudie 1, cohort 2 wordt vanaf
protocolamendement 2 de chemotherapie aangepast om deze in lijn te brengen met
het schema voor de sarcoomindicaties. Was van dag -8 tot -5 en wordt van dag -7
tot -c4.
4. Toevoegen van myxoid/rondcel liposarcoom als 2e sarcoom indicatie.
Protocol amendement 4 dd 27-05-2022:
Dit amendement betreft het Master protocol en substudies 1 en 2 ( wereldwijd);
in de US betreft dit amendement tevens substudie 3. Protocolamendement 3 betrof
wijzigingen die betrekking hadden op substudie 3 die alleen in de US uitgevoerd
wordt.
Belangrijkste wijzigingen:
- Wijziging in- en exclusiecriteria; een gedetailleerd overzicht van de
wijzigingen treft u op pagina 2-4 van de schone versie van het Master protocol.
- Wijzigingen van het protocol amendement zijn verwerkt in het ICF
Doel van het onderzoek
Primair:
Evaluatie van de veiligheid en verdraagbaarheid en bepaling van de aanbevolen
dosering voor fase 2 (RP2D) van NY-ESO-1- en LAGE-1a-specifieke T-cellen, als
monotherapie of in combinatie met andere middelen, bij HLA-A*02-positieve
proefpersonen met NY-ESO-1- en/of LAGE-1a positieve solide tumoren.
Secundair:
Evaluatie van de werkzaamheid van NY-ESO-1- en LAGE-1a-specifieke T-cellen, als
monotherapie of in combinatie met andere middelen, bij HLA-A*02-positieve
proefpersonen met NY-ESO-1- en/of LAGE-1a positieve solide tumoren.
Beschrijving van de expansie en persistentie van NY-ESO-1- en
LAGE-1a-specifieke T-cellen, als monotherapie of in combinatie met andere
middelen, in de tijd. Beschrijving van migratie van T-cellen naar de plaats van
de tumor en activiteit op de plaats van de tumor.
Explorerende doelstellingen: zie protocol hoofdstuk 13 (substudies).
Onderzoeksopzet
Dit is een master protocol (platformstudie).
Het protocol evalueert volgende generatie NY-ESO-1/LAGE-1a specifieke TCR
gemodificeerde T cellen bij HLA-A*02-positieve proefpersonen met een NY-ESO-1
en/of LAGE-1a-positief gevorderd synoviosarcoom en mixoïd/roncel liposarcoom en
gevorderde NSCLC (substudie 1) of een voorbehandeld synoviosarcoom of myxoïd/
rondcel liposarcoom(substudie 2).
Stappen: Voorselectie (HLA-A*02 en NY-ESO-1 en LAGE-1a) en verdere screening -
Leukaferese - 3 dagen chemotherapie (fludarabine en cyclofosfamide) -
GSK3901961 (substudie 1) of GSK3845097 (substudie 2) - Follow-up van maximaal 1
jaar.
Het protocol kan in een later stadium geamendeerd worden voor onderzoek met
andere volgende generatie NY-ESO-1/LAGE-1a specifieke TCR gemodificeerde T
cellen en/of andere NY-ESO-1-positieve of LAGE-1a-positieve tumoren en/of
andere combinaties met andere middelen.
Na de studie blijven de deelnemers onder controle in een lange termijn
vervolgstudie.
Ca. 20 proefpersonen in substudie 1 en 10 in substudie 2. Eventueel kan het
totale aantal uitgebreid worden tot 48.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Behandeling met NY-ESO-1 en LAGE-1a specifieke T cellen met of zonder andere middelen tegen kanker. Substudie 1: GSK3901961 en substudie 2: GSK3845097
Inschatting van belasting en risico
Risico: Bijwerkingen van studiemedicatie.
Belasting:
Voorselectie: 1-2 bezoeken, 10 ml bloed en (indien geen archiefmateriaal
aanwezig) 1 tumorbiopsie.
Bezoeken vanaf geschiktheidsonderzoek:
3 bezoeken voor de start van de onderzoeksbehandeling (inclusief
geschiktheidsonderzoek en leukaferese).
Chemotherapie: fludarabine (3-4 dagen, 30 mg/m2 in 50-100 ml NaCl 0,9% in 30
min.) en cyclofosfamide (2-3 dagen, 1200-1800 mg/m2 in 200-500 ml NaCl 0,9% in
60 min.). Toediening van GSK3901961 of GSK3845097 (1 dag, 1 x 109 - 8 x 109
T-cellen in 15-30 min.) *). Opname minimaal 3 dagen *). Daarna komt de patient
gedurende 2 weken regelmatig naar het ziekenhuis voor controle. In totaal 17
bezoeken gedurende eerste 6 maanden. Daarna elke 3 maanden.
*) De eerste patiënt die GSK3901961 krijgen en de eerste patiënt die GSK3845097
krijgt: toediening van 30% van de dosering. De resterende 70% wordt een week
later toegediend. Beide patiënten blijven na de toediening van de eerste 30% 10
dagen in het ziekenhuis ter observatie.
Testen:
• Lichamelijk onderzoek: elk bezoek tijdens de behandelperiode.
• Bloeddruk, pols, pulsoximetrie etc.: elk bezoek.
• ECG: 6x.
• Echocardiogram (alternatief: MUGA scan): 2x.
• Telemetrie (als tumorlocatie in de buurt van het hart): 3-7 dagen na de
toediening van de onderzoeksmedicatie.
• Bloedafnames: elk bezoek. 5-110 ml bloed per keer; totaal in eerste 6 maanden
(excl. 210-300 ml voor leukaferese): 820 ml.
• CT/MRI scan: elke 6-12 weken.
• Tumorbiopsie: 3x.
Optioneel:
• Bloedafname voor farmacogenetisch onderzoek (6 ml).
• Foto*s van huidafwijkingen in geval van bijwerkingen.
Publiek
van Asch van Wijckstraat 55H
Amersfoort 3811 LP
NL
Wetenschappelijk
van Asch van Wijckstraat 55H
Amersfoort 3811 LP
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
SUBSTUDIE 1:
SCREENING:
• Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder.
• Meetbare ziekte (RESIST v1.1).
• Tumorweefsel plus rapport beschikbaar voor NY-ESO-1 analyse. Zie protocol
hoofdstuk 6.1.1 punt 3.
Synoviosarcoom en myxoid/rondcel liposarcoom:
• Diagnose synoviosarcoom of myxoid/rondcel liposarcoom bevestigd met lokale
histologie met tekenen van ziektespecifieke translocatie.
• Gevorderd (gemetastaseerd of inoperabel) synoviosarcoom of myxoid/rondcel
liposarcoom. Zie protocol hoofdstuk 6.1.1 voor details.
NSCLC:
• Histologisch of cytologisch bevestigde stadium IV NSCLC.
LEUKAFERESE:
• HLA-A*02:01, HLA-A*02:05 en/of HLA-A*02:06 positief en NY-ESO-1 positief. Zie
protocol hoofdstuk 6.1.2 punt 8-9.
• Meetbare ziekte (RECIST v1.1).
• Voor sarcoom: Heeft minstens een standaardbehandeling gehad inclusief
antracycline gehad OF verdraagt de behandeling niet. Zie protocol hoofdstuk
6.1.2 punt 12.
• Voor NSCLC: Behandeld met PD-1/PD-L1 checkpoint blokker en op
platinumgebaseerde chemotherapie of verdraagt de behandeling(en) niet. Zie
protocol hoofdstuk 6.1.2 punt 13 en 14.
• Linker ventrikel ejectiefractie >=45%. Zie protocol hoofdstuk 6.1.1 punt 15..
• ECOG performance status 0-1.
• Voldoende orgaanfunctie (zie protocol Tabel 9).
• Anticonceptierichtlijnen voor mannen en vrouwen moeten worden gevolgd, zie
hoofdstuk 6.1.2 punt 19 van het protocol voor details.
• Negatieve zwangerschapstest voor vrouwelijke deelnemers die zwanger kunnen
worden.
BEHANDELING:
• Gedocumenteerd radiografisch bewijs van ziekteprogressie op eerdere
therapielijn.
• Een biopsie van niet-target tumorweefsel binnen 28 dagen voor de start van de
chemotherapie is vereist. Zie protocol hoofdstuk 6.1.3 punt 23 voor details.
Voor een gedetailleerd overzicht van de inclusiecriteria verwijzen wij u naar
pagina's 54-59 van het protocol van substudie 1.
SUBSTUDIE 2:
SCREENING:
• Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder.
• Tumorweefsel plus rapport beschikbaar voor NY-ESO-1 analyse. Zie protocol
hoofdstuk 6.1.1 punt 3.
• Diagnose synoviosarcoom of myxoïd/rondcel liposarcoom bevestigd met lokale
histologie met tekenen van ziektespecifieke translocatie.
• Gevorderd (gemetastaseerd of inoperabel) synoviosarcoom of myxoïd/rondcel
liposarcoom. Zie protocol hoofdstuk 6.1.1 punt 5 voor details.
LEUKAFERESE:
• HLA-A*02:01, HLA-A*02:05 en/of HLA-A*02:06 positief en NY-ESO-1 positief. Zie
protocol hoofdstuk 6.1.2 punt 7.
• Meetbare ziekte (RECIST v1.1).
• Bewijs van radiografische of klinische ziekteprogressie.
• Heeft minstens een standaardbehandeling gehad inclusief antracycline gehad OF
verdraagt de behandeling niet. Zie protocol hoofdstuk 6.1.2 punt 12.
• Linker ventrikel ejectiefractie >=45%. Zie protocol hoofdstuk 6.1.1 punt 15.
• ECOG performance status 0-1.
• Voldoende orgaanfunctie (zie protocol Tabel 10).
• Anticonceptierichtlijnen voor mannen en vrouwen moeten worden gevolgd, zie
hoofdstuk 6.1.2 punt 18 van het protocol voor details.
• Negatieve zwangerschapstest voor vrouwelijke deelnemers die zwanger kunnen
worden.
BEHANDELING:
• Gedocumenteerd radiografisch bewijs van ziekteprogressie op eerdere
therapielijn.
• Een biopsie van niet-target tumorweefsel binnen 28 dagen voor de start van de
chemotherapie is vereist. Zie protocol hoofdstuk 6.1.3 punt 21 voor details.
Voor een gedetailleerd overzicht van de inclusiecriteria verwijzen wij u naar
het protocol voor substudie 2 (pagina 56-60).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
SUBSTUDIE 1:
SCREENING:
• CZS metastasen . Zie protocol hoofdstuk 6.2.2 punt 6 voor uitzonderingen.
• Klinisch significante systemische ziekte, zie protocol hoofdstuk 6.2.1, punt
2 voor details.
• Eerder behandeld met genetisch gemodificeerde NY-ESO-1-specifieke T-cellen,
NY-ESO-1 vaccin of op NY-ESO-1 gericht antilichaam. Zie protocol hoofdstuk
6.2.1 punt 3.
• Eerdere gentherapie met een integrerende vector. Zie protocol hoofdstuk 6.2.1
punt 4.
• Eerdere allogene hematopoëtische stamceltransplantatie in de laatste 5 jaar
of orgaantransplantatie.
LEUKAFERESE:
• Symptomatische of onbehandelde CNS metastasen. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2
punt 6.
• Anamnese van chronische of recidiverende (in het laatste jaar voor de
leukaferese) ernstige auto-immuunziekte of ziekte waar het immuunsysteem bij
betrokken is, waarvoor steroïden of andere immunosuppressieve medicatie nodig
was.
• Ongecontroleerde bijkomende ziekte. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 9 voor
details.
• Onvoldoende longfunctie met mechanische parameters <40% van voorspeld. Zie
protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 10 voor details.
• Op dit moment actieve lever of galziekte Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt
11 voor details.
• QTc >480 msec. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 12 voor details.
• Actieve infecties. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 14 voor details.
• NSCLC: Radiotherapie waarbij long, beenmerg en/of hart betrokken zijn. See
protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 18 voor criteria en andere details.
BEHANDELING:
• Cytotoxische behandeling in de laatste 3 weken voor de chemotherapie.
• Systemische corticosteroïden of enige andere immunosuppressieve therapie in
de laatste 2 weken.
• >=50 Gy op een significant gedeelte van bekken, lange beenderen of
ruggenmerg. Zie protocol hoofdstuk 6.2.3 punt .
• Bestraling van de targetlaesies in de laatste 3 maanden. Zie protocol
hoofdstuk 6.2.3, punt 21 voor details.
• Anti-kanker vaccin in de laatste 2 maanden voor de chemotherapie zonder
tumorrespons. Zie protocol hoofdstuk 6.2.3, punt 23 voor details.
• Levend vaccine in de laatste 4 weken voor de chemotherapie.
• Immunotherapie in de laatste 4 weken voor de chemotherapie. Zie protocol
hoofdstuk 6.2.3, punt 24 voor details.
• Uitwasperioden voor voorgaande therapie. Zie protocol hoofdstuk 6.2.3, Tabel
10.
Voor een gedetailleerd overzicht van de exclusiecriteria verwijzen wij u naar
pagina's 60-65 van het protocol van substudie 1.
SUBSTUDIE 2:
SCREENING:
• Andere eerdere maligniteiten. Zie protocol hoofdstuk 6.2.1 punt 1 voor
uitzonderingen.
• Klinisch significante systemische ziekte, zie protocol hoofdstuk 6.2.1, punt
2 voor details.
• Eerder behandeld met genetisch gemodificeerde NY-ESO-1-specifieke T-cellen,
NY-ESO-1 vaccin of op NY-ESO-1 gericht antilichaam. Zie protocol hoofdstuk
6.2.1 punt 3.
• Eerdere gentherapie met een integrerende vector. Zie protocol hoofdstuk 6.2.1
punt 4.
• Eerdere allogene hematopoëtische stamceltransplantatie in de laatste 5 jaar
of orgaantransplantatie.
LEUKAFERESE:
• CZS metastasen..
• Anamnese van chronische of recidiverende (in het laatste jaar voor de
leukaferese) ernstige auto-immuunziekte of ziekte waar het immuunsysteem bij
betrokken is, waarvoor steroïden of andere immunosuppressieve medicatie nodig
was.
• Ongecontroleerde bijkomende ziekte. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 9 voor
details.
• Onvoldoende longfunctie met mechanische parameters <40% van voorspeld. Zie
protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 10 voor details.
• Op dit moment actieve lever of galziekte Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt
11 voor details.
• QTc >480 msec. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 12 voor details.
• Actieve infecties. Zie protocol hoofdstuk 6.2.2, punt 14 voor details.
BEHANDELING:
• Cytotoxische behandeling in de laatste 3 weken voor de chemotherapie.
• Systemische corticosteroïden of enige andere immunosuppressieve therapie in
de laatste 2 weken.
• >=50 Gy op een significant gedeelte van bekken, lange beenderen of
ruggenmerg. Zie protocol hoofdstuk 6.2.3 punt .20.
• Bestraling van de targetlaesies in de laatste 3 maanden. Zie protocol
hoofdstuk 6.2.3, punt 21 voor details.
• Anti-kanker vaccin in de laatste 2 maanden voor de chemotherapie zonder
tumorrespons. Zie protocol hoofdstuk 6.2.3, punt 22 voor details.
• Levend vaccine in de laatste 4 weken voor de chemotherapie.
• Immunotherapie in de laatste 4 weken voor de chemotherapie.
• Uitwasperioden voor voorgaande therapie. Zie protocol hoofdstuk 6.2.3, Tabel
11.
Voor een gedetailleerd overzicht van de exclusiecriteria verwijzen wij u naar
pagina's 61-65 van het protocol van substudie 2.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-004446-14-NL |
CCMO | NL74331.000.20 |
Ander register | www.gsk-studyregister.com, 209012 |