Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-507846-96-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. De belangrijkste reden voor het uitvoeren van dit onderzoek is bij te dragen aan de beantwoording van de volgende…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Diabetescomplicaties
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Tijd tot eerste optreden van een component van een MACE-3-gebeurtenis.
Secundaire uitkomstmaten
De belangrijkste secundaire werkzaamheidsmetingen zijn als volgt:
• Tijd tot aan overlijden door welke oorzaak dan ook;
• Tijd tot aan cardiovasculair overlijden;
• Tijd tot aan eerste myocardinfarct;
• Tijd tot aan eerste beroerte.
• Tijd tot aan het uitgebreid samengesteld cardiovasculair resultaat,
gedefinieerd als cardiovasculair overlijden, een myocardinfarct, een beroerte,
coronaire revascularisatie of ziekenhuisopname vanwege onstabiele angina;
• Cumulatief aantal gebeurtenissen van cardiovasculair overlijden en
totaalaantal (eerste en terugkerende) gebeurtenissen van hartfalen waarvoor
ziekenhuisopname is vereist en/of urgente ziekenhuisbezoeken vanwege hartfalen.
De overige secundaire metingen zijn als volgt:
• Gedeelte van patiënten met meer dan 10% gewichtsverlies na 36 maanden na de
screening;
• Verandering ten opzichte van de baseline met betrekking tot:
- gewicht, BMI en tailleomtrek
- HbA1c
- albumine-creatinineverhouding in urine
- bloedlipiden: totaal cholesterol, HDL-cholesterol, LDL-cholesterol en
triglyceriden;
• Tijd tot aan eerste optreden van:
- coronaire revascularisatie, carotisrevascularisatie of revascularisatie van
perifere vaten, zowel afzonderlijk als alles bij elkaar
- ziekenhuisopname vanwege onstabiele angina
- samengesteld eindpunt van nieuwe of verergerende nefropathie
• Cumulatief aantal primaire samengestelde gebeurtenissen van cardiovasculair
overlijden en totaalaantal (eerste en terugkerende) myocardinfarcten en/of
beroertes;
• De maximale dosis tirzepatide die kan worden verdragen, wordt gemeten op
basis van:
• Het optreden van behandelingsgerelateerde bijwerkingen en permanente
stopzetting van het gebruik van het onderzoeksmiddel vanwege bijwerkingen
• Het optreden van:
- pancreatitis
- ernstige maag-darmcomplicaties
- een willekeurige maligniteit (waaronder medullair en papillair
schildkliercarcinoom)
- ernstige hypoglykemiecomplicaties
- immuungemedieerde reacties, waaronder ernstige allergische reacties en
overgevoeligheidsreacties
- hepatobiliaire complicaties (bijv. acute cholecystitis, acute cholelithiasis
en geneesmiddelgerelateerd leverletsel)
- acuut nierfalen of verergering van chronisch nierfalen
- diabetische retinopathiecomplicaties
- supraventriculaire aritmie en geleidingsstoornissen
• Gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline met betrekking tot:
- bloeddruk en hartslag
- lipase
- pancreasamylase
- calcitonine
- eGFR.
De effecten van de aanvullende behandeling met maximaal 15 mg tirzepatide
vergeleken met 1,5 mg dulaglutide worden gemeten op basis van:
• Verandering van anti-hyperglykemiemedicatie
• Door de patiënt gemelde resultaten
- APPADL-vragenlijst
- IW-SP-vragenlijst
- EQ-5D-5L-vragenlijst
• Tijd tot de start van een langer dan 3 maand durende insulinetoediening voor
patiënten die aan het begin van het onderzoek niet met insuline werden behandeld
• eGFR van cystatine C.
Achtergrond van het onderzoek
Tirzepatide is een onderzoeksgeneesmiddel dat een duale agonist wordt genoemd
van GIP- en GLP-1-receptoren (respectievelijk glucoseafhankelijk
insulinotropisch polypeptide en glucagonachtig peptide-1). Het zorgt ervoor dat
er meer insuline vrijkomt in het lichaam, waardoor de glucosewaarden in het
lichaam dalen. Dit kan leiden tot aanzienlijk gewichtsverlies. Van
GLP-1-receptoragonisten, zoals dulaglutide, is aangetoond dat ze het hart- en
vaatstelsel kunnen beschermen en kunnen zorgen voor minder ongewenste
cardiovasculaire problemen.
De werkzaamheid van tirzepatide zou beter kunnen zijn dan die van de meeste
geneesmiddelen voor diabetes type 2 die op dit moment beschikbaar zijn, doordat
de glucosewaarden worden verlaagd en cardiovasculaire problemen bij deelnemers
met diabetes type 2 mogelijk worden voorkomen. Tijdens dit onderzoek wordt
tirzepatide vergeleken met het momenteel beschikbare geneesmiddel dulaglutide.
Ook wordt de cardiovasculaire veiligheid en bescherming van tirzepatide
beoordeeld bij patiënten met diabetes type 2.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-507846-96-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
De belangrijkste reden voor het uitvoeren van dit onderzoek is bij te dragen
aan de beantwoording van de volgende onderzoeksvraag:
• Wat zijn de verschillen tussen tirzepatide en dulaglutide met betrekking tot
het voorkomen van cardiovasculaire problemen bij deelnemers met diabetes type 2
en een hoger risico op cardiovasculaire problemen? (U hebt mogelijk baat bij
geneesmiddelen die dit risico niet verhogen of nieuwe ernstige cardiovasculaire
complicaties voorkomen.)
Onderzoeksopzet
SURPASS-CVOT is een fase 3-, gebeurtenisafhankelijk, multicentrisch,
internationaal, gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek met actieve comparator en
parallelle groepen. Tijdens dit onderzoek wordt gekeken naar het effect van
tirzepatide op MACE-3 met een dosis van eenmaal per week (QW), vergeleken met
QW dulaglutide, wanneer het wordt toegevoegd aan de standaardbehandeling van
patiënten met diabetes mellitus type 2 (DMT2) met vastgestelde hart- en
vaatziekte en een verhoogd risico op ernstige cardiovasculaire problemen.
Naast het onderzoeksgeneesmiddel moeten alle patiënten de standaardbehandeling
krijgen voor hun diabetes en hart- en vaatziekte.
Tijdens dit onderzoek worden tirzepatide en dulaglutide met elkaar vergeleken.
Patiënten worden willekeurig toegewezen aan de behandeling met tirzepatide of
dulaglutide, met een verhouding van 1:1. De randomisatie wordt gestratificeerd
op basis van het land van inschrijving en het gebruik van SGLT-2-remmers.
Tirzepatide wordt eenmaal per week toegediend met dosissen die telkens worden
verhoogd met een interval van 4 weken vanaf de begindosis tot aan de
maximumdosis die in het onderzoeksprotocol wordt gedefinieerd, of tot aan de
hoogste onderhoudsdosis die de patiënt kan verdragen. De dosis dulaglutide
begint en blijft bij 1,5 mg QW. Om te kunnen zorgen voor blindering, zal de
dosis dulaglutide zogenaamd ook worden verhoogd.
Om het risico op hypoglykemie te verlagen, moet er worden overwogen om tijdens
het volledige onderzoek specifieke en gepersonaliseerde aanpassingen aan te
brengen in de anti-hyperglykemiemedicatie. Tijdens bezoek 2, wanneer de
toediening van het onderzoeksgeneesmiddel wordt gestart, wordt in het protocol
aangegeven hoe de dosis kan worden aangepast aan de gelijktijdig gebruikte
glucoseverlagende medicatie.
Als tijdens de dosisescalatieperiode blijkt dat er een telefoonbezoek nodig is
om de therapietrouw van de patiënt te bevorderen, kan dit worden goedgekeurd
door het personeel van het onderzoekscentrum. Ongeveer 2 weken na de start van
het onderzoeksgeneesmiddel en na iedere dosisverhoging kunnen er optionele
telefoonbezoeken worden afgelegd.
Om zo veel mogelijk patiënten de maximumescalatie te laten bereiken, wordt de
dosis bij zowel tirzepatide- als dulaglutidepatiënten die de maximumescalatie
tijdens de eerste dosisescalatieperiode niet hebben bereikt, nog een keer
verhoogd.
De cardiovasculaire resultaten en andere metingen van de patiënten worden
tijdens de eerste 24 weken elke 4 weken bijgehouden en daarna ongeveer elke 3
maanden. De primaire analyse van dit onderzoek bestaat uit een
intention-to-treatanalyse (ITT-analyse). Daarom worden alle gerandomiseerde
patiënten gevolgd tot aan de beëindiging van de opvolging, ongeacht de naleving
van het gebruik van het onderzoeksgeneesmiddel en het schema voor
onderzoeksbezoeken.
Ongeveer 12.500 patiënten zullen worden opgenomen in ongeveer 650
onderzoekscentra wereldwijd.
De patiënten worden gevolgd totdat minimaal 1615 patiënten het primaire
eindpunt hebben bereikt, dat door het onderzoekscentrum wordt bepaald. Naar
verwachting zal dit gebeuren na een opvolging van gemiddeld ongeveer 48
maanden. Het onderzoek kan eerder worden gestopt op basis van een
veiligheidsbeoordeling door een onafhankelijke gegevenscontrolecommissie of
vanwege de aangetoonde werkzaamheid tijdens tussentijdse analyses.
Het onderzoek zal naar verwachting ongeveer 54 maanden duren, maar dit hangt af
van de hoeveelheid patiënten die te maken krijgen met minimaal 1 component van
het primaire eindpunt. Hierdoor zijn er na de geplande duur mogelijk nog meer
bezoeken nodig. Deze extra bezoeken, die vergelijkbaar zijn met de bezoeken
tijdens de onderhoudsperiode, zullen elke 3 maanden plaatsvinden.
Ongeveer 3 maanden voor de verwachte datum waarop er 1615 gebeurtenissen worden
bereikt, zal de afsluitingsperiode van het onderzoek bekend worden gemaakt.
Tijdens deze afsluitingsperiode zal er voor iedere patiënt een laatste bezoek
worden ingepland.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tirzepatide wordt eenmaal per week toegediend met dosissen die telkens worden verhoogd met een interval van 4 weken vanaf de begindosis tot aan de maximumdosis die in het onderzoeksprotocol wordt gedefinieerd, of tot aan de hoogste onderhoudsdosis die de patiënt kan verdragen. De dosis dulaglutide begint en blijft bij 1,5 mg QW. Om te kunnen zorgen voor blindering, zal de dosis dulaglutide zogenaamd ook worden verhoogd.
Inschatting van belasting en risico
De veiligheidskenmerken van tirzepatide zijn vergelijkbaar met die van
dulaglutide. De meest voorkomende bijwerkingen waren misselijkheid, braken en
diarree. Over het algemeen waren deze gebeurtenissen mild of matig (met enkele
ernstige gebeurtenissen) en van korte duur. De hoogste eerder geteste dosis
tirzepatide werd in verband gebracht met meer gastro-intestinale bijwerkingen
na een relatief korte dosisescalatieperiode. De suggestie is echter dat een
langzamere dosisescalatie en kleinere dosisverhogingen de verdraagbaarheid
mogelijk kunnen verbeteren.
Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat de mogelijke risico's/bijwerkingen van
tirzepatide overeenkomen met GLP-1-receptoragonisten. De risico's bestaan ook
uit de ontwikkeling van mogelijke stofspecifieke anti-drug-antilichamen, net
als bij andere op eiwit gebaseerde behandelingen. Er zijn geen duidelijke
GIP-receptoragonisteffecten geïdentificeerd die zouden kunnen duiden op
aanvullende of verschillende veiligheidsrisico's.
Tijdens de klinische onderzoeken die tot nu toe zijn uitgevoerd, heeft
dulaglutide het verwachte effect op insulinesecretie laten zien, wat leidde tot
een significante afname van de HbA1c-waarden. Toediening van dulaglutide bij
patiënten met DMT2 is in verband gebracht met gewichtsverlies. De meest
voorkomende bijwerkingen die werden gemeld bij patiënten bij wie dulaglutide
werd toegediend, hadden betrekking op het maag-darmstelsel, zoals misselijkheid
en braken.
Tijdens het onderzoek worden er verschillende anti-hyperglykemiegeneesmiddelen
gebruikt. Sommige stoffen, zoals sulfonylurea en insuline, kunnen gerelateerd
zijn aan het optreden van hypoglykemie. Dit potentiële risico wordt tijdens het
onderzoek in de gaten gehouden. Er zullen maatregelen worden getroffen om het
risico op hypoglykemie te verlagen, waaronder een eerste dosisverlaging en/of
stopzetting van het gebruik van deze stoffen. Ook zal de dosis frequent worden
aangepast naar het oordeel van de onderzoeker.
Normaal gesproken gaan patiënten met DMT2 ongeveer één keer in de drie tot zes
maanden naar hun arts om de status van hun ziekte vast te stellen. De artsen
stellen dan vragen over hun fysieke en geestelijke gesteldheid en hun voeding.
Er kan een lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd om hun gewicht, bloeddruk en
hartslag te controleren. De bezoeken die gerelateerd zijn aan dit onderzoek,
vinden vaker plaats en zijn een aanvulling op de normale gezondheidscontroles.
Het kan echter zo zijn dat de patiënten baat hebben bij frequente deskundige
medische zorg gedurende een periode van ongeveer 54 maanden.
Er kan sprake zijn van risico's met betrekking tot de tests die worden
uitgevoerd tijdens het onderzoek, zoals bloedtests, ecg's en oogonderzoek, maar
ook met betrekking tot de naaldinjecties wanneer het onderzoeksmiddel wordt
toegediend. Naar het oordeel van de onderzoeker zullen er klinische
routinematige controles en metingen worden uitgevoerd om zo het risico op deze
complicaties te verlagen of om de patiënten op de juiste manier te verzorgen
wanneer ze te maken krijgen met deze complicaties.
Publiek
Eastgate Business Park, Little Island 11 Eastgate Road, Island House
Cork T45 KD39
IE
Wetenschappelijk
Eastgate Business Park, Little Island 11 Eastgate Road, Island House
Cork T45 KD39
IE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
[1] Mannen of vrouwen van minimaal 40 jaar oud met een diagnose van diabetes
mellitus type 2 (Wereldgezondheidsorganisatie, 2019).
[2] Vastgestelde hart- en vaatziekte, waaronder minimaal 1 van de volgende
aandoeningen (a-c):
a. Ischemische hartklachten met EEN van de volgende voorwaarden:
- Gedocumenteerde voorgeschiedenis van spontaan myocardinfarct
- >= 50% stenose in 1 of meerdere grote kransslagaders, vastgesteld door middel
van invasieve angiografie
- >= 50% stenose in 2 of meer grote kransslagaders, vastgesteld door middel van
coronaire
CT-angiografie, of
- Voorgeschiedenis van chirurgische of percutane coronaire revascularisatie;
b. Cerebrovasculaire aandoening - een of meerdere van de volgende voorwaarden:
- Gedocumenteerde voorgeschiedenis van ischemische beroerte
- Vernauwing van de halsslagader met >= 50% stenose, vastgesteld door middel van
een echo,
MRI-scan of angiografie
- Carotisstent of chirurgische revascularisatie;
c. Perifeer vaatlijden met EEN van de volgende voorwaarden:
- Claudicatio intermittens en enkel-armindex van < 0,9
- Eerdere niet-traumatische amputatie of behandeling van perifere vaten (bijv.
stent of chirurgische revascularisatie) vanwege perifeer vaatlijden.
[3] HbA1c >= 7% (>= 53 mmol/mol) en <= 10,5% (<= 91,3 mmol/mol), gebaseerd op de
beoordeling van het centrale laboratorium tijdens de screening.
[4] Body mass index (BMI) >= 25 kg/m2.
[5] Op het moment waarop het formulier voor geïnformeerde toestemming wordt
getekend: moet het gebruik van anticonceptiemiddelen door mannen of vrouwen
voldoen aan de plaatselijke regelgeving met betrekking tot
anticonceptiemethoden voor deelnemers aan klinische onderzoeken.
[6] De patiënten moeten naar de mening van de onderzoeker gemotiveerd zijn en
kunnen en willen leren hoe ze het behandelingsmiddel (tirzepatide of
dulaglutide) zelf kunnen injecteren, zoals voor dit protocol vereist is (mensen
met fysieke en/of gezichtsbeperkingen die de injecties niet zelf kunnen
toedienen, moeten worden geholpen door iemand die heeft geleerd hoe het
onderzoeksgeneesmiddel moet worden geïnjecteerd).
[7] Patiënten die in staat zijn om geïnformeerde toestemming te geven.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
[8] Patiënten met diabetes mellitus type 1.
[9] Patiënten die tijdens de screening of randomisatie ongecontroleerde
diabetes hebben die volgens de arts onmiddellijk moet worden behandeld (zoals
diabetische ketoacidose).
[10] Patiënten met 1 of meerdere gevallen van ernstige hypoglykemie en/of 1 of
meerdere gevallen van hypo-unawareness binnen 6 maanden voorafgaand aan de
screening.
[11] Hebben momenteel een behandeling voor diabetische retinopathie en/of
macula-oedeem gepland staan.
[12] Patiënten die binnen 2 maanden voorafgaand aan de screening in het
ziekenhuis zijn opgenomen voor congestief hartfalen.
[13] Patiënten met chronisch congestief hartfalen volgens de functionele
classificatie IV van de New York Heart Association.
[14] Patiënten die op dit moment van plan zijn om coronaire revascularisatie,
carotisrevascularisatie of revascularisatie van perifere vaten te ondergaan.
[15] Patiënten met chronische of acute pancreatitis op een willekeurig moment
voorafgaand aan de screening, ongeacht de etiologie.
[16] Hebben een bekende, klinisch significante maagledigingsabnormaliteit zoals
ernstige gastroparese of maaguitgangsobstructie, of hebben een (bariatrische)
maagbypassoperatie of restrictieve bariatrische chirurgie ondergaan, of hebben
momenteel een dergelijke ingreep gepland staan
[17] Patiënten met acute of chronische hepatitis, tekenen of symptomen van een
andere leveraandoening of een alanineaminotransferasewaarde (ALT-waarde) van >=
3x de bovenlimiet van de normaalwaarde (ULN) van het referentiebereik, zoals
vastgesteld door het centrale laboratorium.
[18] Patiënten met ernstig chronisch nierfalen (gedefinieerd als een bekende
eGFR-waarde van < 15 ml/minuut/1,73 m2) of patiënten die chronische dialyse
ondergaan.
[19] Patiënten met bewijs van een significante, ongecontroleerde endocriene
abnormaliteit (bijv. thyrotoxicose of bijniercrisis).
[20] Patiënten met een familiale of persoonlijke voorgeschiedenis van multipele
endocriene neoplasie type 2 (MEN2), familiaal medullair schildkliercarcinoom
(MTC) of een persoonlijke voorgeschiedenis van niet-familiaal MTC.
[21] Patiënten die tijdens de screening een serumcalcitonineniveau hadden van:
(op basis van de resultaten van het centrale laboratorium)
- >= 20 ng/l tijdens bezoek 1, als eGFR >= 60 ml/min/1,73 m2, of
- >= 35 ng/l tijdens bezoek 1, als eGFR < 60 ml/min/1,73 m2.
[22] Patiënten met een voorgeschiedenis van een actieve of onbehandelde
maligniteit of patiënten die gedurende minder dan 5 jaar in remissie zijn van
een klinisch significante maligniteit. Een uitzondering op dit criterium is
basaal- of plaveiselcelcarcinoom, baarmoederhalskanker in situ of
prostaatkanker in situ.
[23] Patiënten met een voorgeschiedenis van een andere aandoening (zoals bekend
drugs- of alcoholmisbruik of een psychiatrische aandoening) waardoor de patiënt
volgens de onderzoeker het protocol niet goed kan volgen en voltooien.
[24] Patiënten met een getransplanteerd orgaan (hoornvliestransplantatie
[keratoplastiek] is wel toegestaan) of patiënten die van plan zijn een
orgaantransplantatie te ondergaan.
[25] Patiënten met een andere aandoening (bijv. overgevoeligheid) die een
contra-indicatie vormt voor een van de incretines van GLP-1 RA.
[26] Hebben binnen 60 dagen voorafgaand aan de screening een myocardinfarct,
percutane coronaire revascularisatie, ischemische beroerte,
carotisstentplaatsing of chirurgische revascularisatie, niet-traumatische
amputatie of behandeling van de perifere vaten (bijv. stentplaatsing of
chirurgische revascularisatie) ondergaan
[27] Patiënten die binnen 5 jaar voorafgaand aan de screening een
bypassoperatie hebben ondergaan.
[37] Hebben in de afgelopen 90 dagen voorafgaand aan de screening een
bloedtransfusie of ernstig bloedverlies gehad, of hebben bekende hematologische
aandoeningen die HbA1c-meting zouden kunnen belemmeren.
[28] Patiënten die binnen 3 maanden voorafgaand aan bezoek 1 zijn behandeld met
GLP-1 RA of pramlintide
[29] Patiënten die op een willekeurig moment voorafgaand aan bezoek 1 zijn
gestopt met de behandeling met GLP-1 RA of pramlintide omdat ze de behandeling
niet konden verdragen
[30] Exclusiecriterium [30] is verwijderd.
[31] Patiënten die momenteel meedoen met een ander klinisch onderzoek naar een
experimenteel geneesmiddel of een ander soort medisch onderzoek dat
wetenschappelijk of medisch gezien niet te verenigen is met dit onderzoek.
[32] Patiënten die in de afgelopen 30 dagen hebben deelgenomen aan een ander
klinisch onderzoek met een onderzoeksgeneesmiddel. Als het vorige
onderzoeksgeneesmiddel een lange halfwaardetijd heeft, moeten er 5
halfwaardeperiodes of 3 maanden zijn verstreken, afhankelijk van welke periode
langer duurt.
[33] Patiënten die dit onderzoek al hebben afgerond of afgebroken of patiënten
die zijn gerandomiseerd in een ander onderzoek naar tirzepatide.
[36] Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-507846-96-00 |
EudraCT | EUCTR2019-002735-28-NL |
CCMO | NL72286.091.20 |