Primaire doelstelling(en):• Het vergelijken van de werkzaamheid van viltolarsen, intraveneus toegediend (IV) in wekelijkse doses van 80 mg/kg gedurende een behandelperiode van 48 weken vs. placebocontroles bij ambulante jongens met DMD in de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Spieraandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• TTSTAND na 48 weken behandeling
Secundaire uitkomstmaten
Hiërarchische analyses na 48 weken behandeling van de volgende metingen voor
kracht en uithoudingsvermogen:
• Time to Run/Walk 10 Meters (TTRW)-test
• Six-minute Walk (6MWT)-test
• North Star Ambulatory Assessment (NSAA)
• Time to Climb 4 Stairs (TTCLIMB)-test
• Handdynamometer (elleboogstrekking, elleboogbuiging, kniestrekking en
kniebuiging, alleen aan de dominante zijde)
• Vitale functies (bloeddruk, hartslag, ademhalingsfrequentie en
lichaamstemperatuur [de wijze van temperatuurmeting moet bij elke deelnemer en
op alle beoordelingsmomenten tijdens het gehele onderzoek gelijk zijn])
• Lichamelijk onderzoek
• Klinische laboratoriumtests:
• Hematologie en klinische chemie
• Urineanalyse
• Urine cytologie
• Exogene tracer glomerulaire filtratiesnelheid (GFR)
• Antistoffen tegen dystrofine en viltolarsen
• 12-afleidingen-ecg (elektrocardiogram)
• Klinische tekenen en symptomen (AE's en SAE's)
• Gradatie van klinische bijwerkingen en klinische-laboratoriumbijwerkingen
volgens de Common Terminology Criteria for Adverse Events (CTCAE), v.4.03
Achtergrond van het onderzoek
DMD is een aandoening van progressieve zwakheid die leidt tot ernstige
invaliditeit en uiteindelijk de dood. Patiënten met DMD hebben mutaties in
dystrofine, een belangrijk spiereiwit. Om eiwitten te maken gebruikt ons
lichaam een sjabloon (mRNA). DMD mutaties verstoren deze sjabloon wat leidt tot
onjuiste of geen eiwitopbouw, waardoor een tekort aan het dystrofine-eiwit
ontstaat. Momenteel zijn geneesmiddelen op basis van glucocorticoïden (GC) de
enige behandeling waarvan is aangetoond dat dit de afname van de kracht en het
functioneren bij DMD-patiënten vertraagt, maar deze behandeling kan
aanzienlijke bijwerkingen vertonen. Nieuwe therapieën gebaseerd op specifieke
genetische samenstellingen zijn in ontwikkeling. Viltolarsen is ontwikkeld om
te reageren met het sjabloon dat gebruikt wordt voor het maken van het
dystrofine-eiwit en de fouten voortkomend uit deze mutaties te corrigeren.
Dit onderzoek is bedoeld om te onderzoeken hoe veilig en doeltreffend het
nieuwe geneesmiddel viltolarsen is voor de behandeling van DMD. Artsen kunnen
viltolarsen nog niet voorschrijven (buiten een onderzoek). De doeltreffendheid
van viltolarsen zal worden vergeleken met de doeltreffendheid van een placebo.
Een placebo is een geneesmiddel zonder een actief ingrediënt. Het is een
*namaak*-geneesmiddel.
Doel van het onderzoek
Primaire doelstelling(en):
• Het vergelijken van de werkzaamheid van viltolarsen, intraveneus toegediend
(IV) in wekelijkse doses van 80 mg/kg gedurende een behandelperiode van 48
weken vs. placebocontroles bij ambulante jongens met DMD in de leeftijd van 4
tot 8 jaar, met behulp van de Time to Stand (TTSTAND)-test als maat voor kracht
en functie.
Secundaire doelstelling(en):
• Het vergelijken van de werkzaamheid van viltolarsen, als IV-infusies
toegediend in wekelijkse doses van 80 mg/kg bij ambulante jongens met DMD in de
leeftijd van 4 tot 8 jaar gedurende een behandelperiode van 48 weken vs.
placebocontroles, met behulp van hiërarchische uitkomsten op het gebied van
kracht en uithoudingsvermogen en
• Het beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van viltolarsen, als
IV-fusies toegediend in wekelijkse doses van 80 mg/kg bij ambulante jongens met
DMD in de leeftijd van 4 tot 8 jaar.
Verkennende doelstelling(en):
• Het evalueren van de impact van behandeling met viltolarsen op de
gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven met betrekking tot de DMD van de
deelnemer
Onderzoeksopzet
Dit fase 3-onderzoek is een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd
onderzoek in meerdere centra bij ambulante jongens met DMD in de leeftijd van 4
tot 8 jaar die wekelijks 80 mg/kg viltolarsen als IV-infusies krijgen
toegediend gedurende een behandelperiode van 48 weken. De deelnemers worden
willekeurig toegewezen aan viltolarsen 80 mg/kg/week of placebo, in een
verhouding van 1:1.
Groep 1:
• 37 deelnemers
• Viltolarsen 80 mg/kg/week
Groep 2:
• 37 deelnemers
• Placebo
Onderzoeksproduct en/of interventie
Intraveneuze toediening van het onderzoeksgeneesmiddel.
Inschatting van belasting en risico
Belasting: 50 bezoeken aan de kliniek, 1 telefoongesprek, echo van de nieren,
uitvoeren van functie en kracht testen, het verzamelen van bloed en urine
monsters en het invullen van 2 vragenlijsten, maken van ECGs en de bepaling van
GFR met een exogene tracer.
Risico's: gerelateerd aan het studiemedicijn en andere studieprocedures.
De meest voorkomende bijwerkingen van het onderzoeksgeneesmiddel (vitolarsen)
worden hieronder opgesomd.
Diastolische bloeddruk verhoogd (5%), Veranderingen in de nierfunctie (43%),
Immuun-/allergische symptomen waaronder uitslag en gewrichtspijn (7%),
Verminderd vermogen van het hart om adequaat bloed in het lichaam rond te
pompen (7%), Infecties (48%). Het risico op kanker van viltolarsen is onbekend
en wordt momenteel onderzocht in dierproeven. Het mogelijke risico bij mensen
kan momenteel niet worden uitgesloten
Het onderzoeksgeneesmiddel kan ook bijwerkingen veroorzaken die onbekend zijn.
De verrichtingen en testen uitgevoerd in deze studie hebben een aantal risico*s
die hieronder zijn opgenoemd:
1. Risico's bij het krijgen van een infuus: Uitslag of pijn op de plaats van
het infuus, infectie op de plaats van het infuus, waaronder roodheid, zwelling
en koorts. Standaard zorgverrichtingen voor infusen worden gevolgd om het
risico te verminderen op specifieke infuusgerelateerde effecten.
2. Risico bij de plaatsing van de poort: De risico*s van de operatie voor de
plaatsing van de poort bevatten blauwe plekken, littekenvorming, langdurige
bloeding op de operatieplaats en infectie. Voor de plaatsing van een poort is
anesthesie nodig. Extra risico's bij een poort omvatten stolsels in de poort,
storing van het poorthulpmiddel waardoor hij moet worden verwijderd of
vervangen, de invoer van lucht tussen de longen en de borstkas waardoor de
longen inklappen en letsel aan een groot bloedvat. Zoals bij elke operatie
kunnen door deze operatie andere onverwachte risico's of complicaties optreden
die niet vaak voorkomen maar ernstig kunnen zijn en tot de dood kunnen leiden.
3. Risico's bij het gebruik van de poort: De risico's omvatten infecties,
stolsels in de poort of in de ader (bijvoorbeeld in de ader die het bloed naar
zijn hart voert), een verandering in de positie van de poort waardoor hij niet
langer goed werkt of storing van het poorthulpmiddel waardoor hij moet worden
verwijderd of vervangen. Een infectie kan een ernstige complicatie zijn die in
zeldzame gevallen kan leiden tot sepsis, shock en/of de dood. U en uw kind
worden getraind in het juiste gebruik en zorg van de poort om deze risico's te
verminderen en te letten op mogelijke problemen.
4. Risico's van anesthesie bij DMD: Omdat DMD de spieren aantast lopen
patiënten met DMD een verhoogd risico op ademhalingsproblemen door de
anesthesie. Algemene anesthesie kan een verhoogd risico vormen zoals
hartcomplicaties en de dood door de algemene anesthesie. De onderzoeksarts zal
speciale instructies geven aan de chirurg die de plaatsing van de poort
uitvoert, de keuze van de anesthesie zal met u worden besproken en alle stappen
om risico's te verminderen zullen worden genomen.
5. Risico's bij de afname van bloedmonsters: Risico's verbonden met de afname
van bloed uit zijn arm omvatten tijdelijk ongemak en/of blauwe plekken.
Infectie, overmatig bloeden en/of flauwvallen zijn ook mogelijk maar
onwaarschijnlijk. In zeldzame gevallen kan zich ernstig letsel zoals een
bloeding onder de huid (hematoom) ontwikkelen. Om ongemak te verminderen kan
een lokaal verdovende crème worden aangebracht. De bijwerkingen die kunnen
worden verbonden aan de verdovende crème zijn verminderd gevoel in het gebied
waar de crème wordt aangebracht.
6. Risico*s van echo*s van de nieren: Er zijn geen risico*s bekend. Ongemak
komt niet vaak voor, maar uw kind zal wat druk voelen en moet mogelijk meer
drinken om een volle blaas te hebben. Soms geeft een echo niet de beelden die
de arts nodig heeft en zijn andere tests nodig om de beelden te verkrijgen.
7. Risico van elektrocardiografie: Deze test kan irritatie aan de huid
veroorzaken waar de elektrodes worden geplaatst.
8. Risico van exogene tracer GFR onderzoek: Voor dit onderzoek is het
misschien nodig om een kleine hoeveelheid radioactieve tracer te injecteren
(afhankelijk van de procedure in het ziekenhuis van uw kind) om de GFR te
bepalen van uw kind. Het zeer kleine risico van dit, weegt niet op tegen de
informatie die de meting oplevert. Het is zeer onwaarschijnlijk dat uw kind na
de test bijwerkingen voelt, maar als u denkt dat dit wel het geval is, laat het
de arts van uw kind weten.
9. Risico's van kracht- en functietesten: Het is mogelijk dat uw kind door deze
testen vermoeider wordt dan na een regulier (niet voor het onderzoek)
artsenbezoek. Er bestaat ook een klein risico op vallen, kortademigheid of
pijnlijke spieren.
Publiek
East Ridgewood Avenue, Suite 280S 140
Paramus, NJ 07652
US
Wetenschappelijk
East Ridgewood Avenue, Suite 280S 140
Paramus, NJ 07652
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Ouder(s) of wettelijk voogd(en) van deelnemer heeft (hebben) schriftelijk
geïnformeerde toestemming en goedkeuring onder de Health Insurance Portability
and Accountability Act (HIPAA), indien van toepassing, verstrekt voorafgaand
aan enige procedures in het kader van het onderzoek; deelnemers wordt gevraagd
om schriftelijk of mondeling instemming te geven in overeenstemming met de
plaatselijke vereisten;
2. Deelnemer heeft een bevestigde diagnose van DMD, gedefinieerd als:
a. Deelnemer is mannelijk met klinische tekenen die passend zijn voor DMD en
b. Deelnemer heeft een of meerdere bevestigde DMD mutatie(s) in het
dystrofinegen waarbij skippen van exon 53 mogelijk is om het mRNA leesraam voor
dystrofine te herstellen, inclusief bepaling van eenduidig gedefinieerde
exongrenzen (met behulp van technieken zoals Multiplex Ligatieafhankelijke
Probeamplificatie [MLPA], array-comparatieve genomische hybridisatie (CGH) of
andere technieken waarmee dit mogelijk is);
3. Deelnemer is >= 4 jaar en < 8 jaar op het moment van toediening van het
eerste infuus in het onderzoek;
4. Deelnemer kan zelfstandig lopen zonder hulpmiddelen;
5. Deelnemer kan de TTSTAND zonder hulp binnen 10 seconden uitvoeren, zoals
beoordeeld tijdens het screeningsbezoek en het pre-infusiebezoek (Opmerking: de
TTSTAND die onafhankelijk van de NSAA wordt uitgevoerd moet worden gebruikt om
te bepalen of u in aanmerking komt);
6. Deelnemer en ouder(s)/voogd(en) zijn bereid en in staat om zich aan de
geplande bezoeken, de toedieningsplanning voor het onderzoeksgeneesmiddel en de
onderzoeksprocedures te houden;
7. Deelnemer moet sinds ten minste 3 maanden voorafgaand aan deelname aan het
onderzoek een stabiele dosis glucocorticoïden (GC) gebruiken en naar
verwachting de stabiele dosis GC blijven gebruiken tijdens de gehele duur van
het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Deelnemer heeft nu of heeft een voorgeschiedenis van chronische systemische
schimmel- of virusinfecties;
2. Deelnemer heeft een acute ziekte gehad in de 4 weken voorafgaand aan de
eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel, op basis van het oordeel/besluit van de
hoofdonderzoeker;
3. Deelnemer heeft bewijs van symptomatische cardiomyopathie (opmerking:
asymptomatische hartafwijking bij onderzoek zou geen reden tot exclusie vormen);
4. Deelnemer heeft een allergie of overgevoeligheid voor het
onderzoeksgeneesmiddel of een van de bestanddelen ervan;
5. Deelnemer heeft ernstige gedragsproblemen of cognitieve problemen die
deelname aan het onderzoek naar mening van de onderzoeker uitsluiten;
6. Deelnemer heeft eerder of nu een medische aandoening, medische
voorgeschiedenis, lichamelijke bevindingen of laboratoriumafwijkingen die
nadelige gevolgen zouden kunnen hebben voor de veiligheid van de deelnemer,
waardoor het onwaarschijnlijk is dat de behandeling en opvolging correct worden
voltooid of die de beoordeling van de onderzoeksresultaten verhindert, naar het
oordeel van de onderzoeker;
7. Deelnemer heeft een operatie ondergaan in de 3 maanden voorafgaand aan de
eerste geplande toediening van het onderzoeksgeneesmiddel, of er is een
operatie gepland tijdens de duur van het onderzoek;
8. Bij de screening zijn de testresultaten van de deelnemer positief voor
hepatitis-B-antigen, hepatitis-C-antistof of humaan immunodeficiëntievirus
(HIV)-antistof;
(Opmerking: Een positief resultaat voor hepatitis-C-antistof is acceptabel als
die wordt vergezeld van een negatieve hepatitis-C-RNA-test en normale
bilirubine- en gamma-glutamyltransferaseresultaten.)
9. Deelnemer gebruikt momenteel een ander experimenteel geneesmiddel of heeft
een ander experimenteel geneesmiddel gebruikt in de drie maanden voorafgaand
aan de eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel of, als dit langer is, binnen vijf
keer de halfwaardetijd van de medicatie;
10. Deelnemer heeft eerder meegedaan aan een interventioneel onderzoek naar
viltolarsen.
11. Deelnemer gebruikt momenteel een ander exon skipping-middel of heeft een
ander exon skipping-middel gebruikt in de drie maanden voorafgaand aan de
eerste dosis onderzoeksgeneesmiddel.
12. Deelnemer heeft een vorm van gentherapie ondergaan.
13. Deelnemer neemt momenteel idebenone, anabole steroïden (bv. oxandrolon) of
producten met resveratrol of adenosinetrifosfaat of heeft iets dergelijks
genomen in de drie maanden voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksgeneesmiddel. Co-enzym Q10 of creatine zijn alleen toegestaan als de
deelnemer tenminste drie maanden voorafgaand aan de eerste dosis
onderzoeksmiddel en gedurende het onderzoek een stabiele dosis krijgt.
14. Opmerking: Er is geen exclusiecriterium #14. Dit criterium is verwijderd
uit het protocol bij Amendement 4 (versie 3.0, gedateerd 08 Januari 2021);
echter, de nummering is behouden om fouten bij documentatie te voorkomen;
15. Deelnemer heeft hydronefrose, hydro-ureter, nier- of urinewegcalculi of
uterale stenose gehad volgens de medische geschiedenis of vastgesteld door een
nierecho.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2019-002076-13-NL |
CCMO | NL70538.000.19 |