Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-505877-34-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het bepalen van de optimale behandelstrategie in vroege dcSSc: het effect van HSCT als eerstelijns therapie vergeleken met het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bindweefselaandoeningen (excl. congenitaal)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaat is "event-free survival" na randomisatie/ start
behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Secondaire eindpunten: Overall Survival (OS), progressie-vrije overleving,
aantal patiënten dat rescue therapy nodig heeft in verband met falen van
behandeling. Behandeling gerelateerd mortaliteit, behandeling toxiciteit en
veranderingen in mRSS, FVC, TLC en DLCO, nagelriem microscopie, immunologische
markers in huid en bloed, cardiale MR en 18FDG-PET. De CRISS op 12 maanden.
Veiligheid en verdraagzaamheid uitkomsten volgens de CTC-criteria (CTCAE v5.0).
Patient reported outcomes op 12 en 24 maanden: kwaliteit van leven (EQ-5D),
SHAQ, Gastrointestinale klachten (GIT 2.0), sexueel functioneren.
Achtergrond van het onderzoek
HSCT is geïmplementeerd in (inter-)nationale behandeling richtlijnen voor
diffuse cutaneous systemische sclerose (dcSSc) en wordt aangeboden in klinische
zorg en vergoed door zorgverzekeraars in verschillende Europese landen. Echter,
data en specifieke richtljnen voor de beste timing van HSCT in het beloop van
dcSSc missen. Het is met name onduidelijk of HSCT gepositioneerd zou moeten
worden als eerstelijns behandeling of ingezet bij refractaire ziekte, bij
patiënten die niet reageren op conventionele immunosuppressieve behandeling.
Gezien de risico's en kosten die geassocieerd zijn met HSCT, zou het de
voorkeur kunnen hebben om eerst te evalueren of patiënten responderen op
immunosuppressieve behandeling voordat overgegaan wordt op HSCT.
Het inzetten van HSCT bij refractaire ziekte, zou een potentiele risicovolle
behandeling kunnen uitstellen en zou een gunstige aanpak kunnen zijn vanuit een
gezondheid-economisch perspectief, want HSCT is een zeer gespecialiseerde
intensieve, en dure medische procedure. Aan de andere kant, in de periode die
nodig is om het effect van immunosuppressieve therapie te evalueren, kan de
pulmonaire en cardiale betrokkenheid zich verder ontwikkelen. Dit zal de
prognose voor de patiënt negatief beïnvloeden en mogelijk leiden tot een
contra-indicatie voor HSCT. Onze hypothese is dat vroegtijdig inzetten van HSCT
resulteert in minder toxiciteit en medische kosten op lange termijn.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2023-505877-34-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het bepalen van de optimale behandelstrategie in vroege dcSSc:
het effect van HSCT als eerstelijns therapie vergeleken met het effect van
immunosuppressieve medicatie in vroege dcSSc, met betrekking tot overleving en
preventie van orgaan-falen (*event-free survival* is primair eindpunt),
veiligheid en de impact op huidverdikking, viscerale betrokkenheid, functionele
status, en kwaliteit van leven.
Secondaire doelen zijn de evaluatie (in beide behandelarmen) of
ziekte-activiteit correleert met immunologische parameters, inclusief
immunopathologie van de huid, immuun reconstitutie, en auto-antilichamen. We
zullen ook de kosten-effectiviteit bepalen van HSCT als eerstelijns behandeling
versus immunosuppressieve medicatie en trachten factoren te identificeren die
geassocieerd zijn met respons op behandeling.
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is een internationale multicenter prospectieve, gerandomiseerde,
open label trial, die twee behandelstrategieën uit de klinische praktijk
vergelijkt: eerstelijns autologe HSCT versus immunosuppressieve therapie met
i.v. CYC pulse therapie en MMF gevolgd door HSCT in een latere fase, indien
nodig.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een groept (A) wordt behandeld met eerstelijns autologe HSCT en de andere groep (B) wordt behandeld met 12 maandelijks i.v. pulses CYC (750 mg/m2), gevolgd door minstens 12 maanden orale MMF (max 3 grams daily) een jaar na start van de behandeling. Vanaf 6 maanden daarna is HSCT toegestaan in groep B in het geval van ernstige progressie, en immunosuppressieve behandeling kan gestart worden in het geval van ziekte progressie of relaps in group A.
Inschatting van belasting en risico
Het aantal bezoeken, lichamelijk onderzoek, of andere testen zijn gelijk aan de
standaard klinische zorg in dcSSc.
Vragenlijsten of dagboeken nemen ongeveer 20 minuten elke 6 maanden in beslag.
Beide behandelstrategieën worden in standaard klinische zorg toegepast. De
balans tussen risico en effectiviteit is onderdeel van de onderzoeksvraag.
Gezien de risico's en kosten die geassocieerd zijn met HSCT, zou het de
voorkeur kunnen hebben om eerst te evalueren of patiënten responderen op
immunosuppressieve behandeling voordat overgegaan wordt op HSCT.
Het inzetten van HSCT bij refractaire ziekte, zou een potentiele risicovolle
behandeling kunnen uitstellen en zou een gunstige aanpak kunnen zijn vanuit een
gezondheid-economisch perspectief, want HSCT is een zeer gespecialiseerde
intensieve, en dure medische procedure. Aan de andere kant, in de periode die
nodig is om het effect van immunosuppressieve therapie te evalueren, kan de
pulmonaire en cardiale betrokkenheid zich verder ontwikkelen. Dit zal de
prognose voor de patiënt negatief beïnvloeden en mogelijk leiden tot een
contra-indicatie voor HSCT. Onze hypothese is dat vroegtijdig inzetten van HSCT
resulteert in minder toxiciteit en medische kosten op lange termijn.
Publiek
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
Utrecht 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd tussen 18 en 65 jaar.
2. voldoet aan 2013 ACR-EULAR classificatie criteria
3. Ziekteduur <= 2 jaar (vanaf eerste non-Raynaud*s symptomen) en
- mRSS >= 15 (diffuus huid patroon) en/of
- Klinisch significant orgaan betrokkenheid, gedefinieerd door:
a) respiratoire betrokkenheid
b) renale betrokkenheid
c) cardiale betrokkenheid
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. zwangerschap of geen adequate contraceptie willen gebruiken tijdens de
studie
2. gelijktijdige ernstige ziekte =
a) respiratoir:
- pulmonaire hypertensie: een blijvende gemiddelde pulmonaire arteriele druk
(mPAP) > 25 mmHg (by right heart catheterisation)
- DLCO <40% voorspeld of
- respiratoir falen als gedefinieerd door het primaire eindpunt (zie 7.1)
b) renaal: creatinine klaring < 40 ml/min (gemeten of geschat)
c) cardiaal: klinisch bewezen refractair congestief hart falen; LVEF <45% bij
cardiale echo of cardiale MR; chronische atria fibrillatie die orale
anticoagulatie noodzakelijk maakt; ongecontroleerde ventriculaire
hartritmestoornissen; pericardiale effusie met hemodynamische consequenties
d) lever falen, gedefinieerd door een constante 3-voudige verhoging in serum
transaminase of bilirubine, of een Child-Pugh score C
e) psychiatrische stoornis inclusief actief drugs of alcohol misbruik,
f) neoplasmes of myelodysplasis, die leiden tot exclusie van cyclophosphamide,
MMF of autologe stamcel transplantatie in klinische praktijk.
g) beenmerg insufficientie, gedefinieerd als leukocytopenie < 4.0 x 109/L,
thrombocytopenie < 50
x 109/L, anaemie < 8 gr/dL, CD4+ T lymphopenie < 200 x 106/L
h) ongecontroleerde hypertensie (systolische bloeddruk >150 mmHg ondanks
medicatie). Bloeddruk moet onder controle zijn voorafgaand aan inclusie.
i) ongecontroleerde acute of chronische infectie, inclusief HIV, HTLV-1,2
positiviteit, die leidt tot exclusie van cyclophosphamide, MMF of autologe
stamcel transplantatie in klinische praktijk. Infectie moet behandeld/ onder
controle zijn voorafgaand aan inclusie
j) ZUBROD-ECOG-WHO Performance Status Scale > 2
k) bekende hypersensitiviteit voor een van de medicatie-bestanddelen.
3. voorgaande behandeling met immunosuppressiva > 6 maanden MMF, methotrexate,
azathioprine, rituximab, tocilizumab, glucocorticosteroiden.
4. voorgaande behandelingen met TLI, TBI of alkylating agents inclusief
cyclophosphamide.
5. Significante blootstelling aan bleomycine, tainted rapeseed oil, vinyl
chloride, trichlorethylene of silica;
6. eosinophiele myalgia syndroom; eosinophiele fasciitis.
7. Beperkte compliance van de patient, vastgesteld door verwijzende arts.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2023-505877-34-00 |
EudraCT | EUCTR2019-004718-32-NL |
CCMO | NL72607.041.20 |