Aantonen dat orale antistollingsmiddelen met het NOAC edoxaban beter is dan de huidige therapie (trombocytenaggregatieremmers of geen behandeling afhankelijk van het cardiovasculaire risico) ter voorkoming van een beroerte, systemische embolie of…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Hartaandoeningen, tekenen en symptomen NEG
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Tijd van randomisatie tot eerste voorkomen van beroerte, systemische embolie of
cardiovasculair overlijden. Een gedetailleerde definitie van deze uitkomsten is
beschreven in Appendix III.
Secundaire uitkomstmaten
-Onderdelen van de primaire resultaten
- Ernstige complicaties (MACEs: Cardiovasculaire dood, hartinfarct, acuut
coronair syndroom(ACS), PCI, CABG)
-beroerte of arteriële embolie
-Overlijden om welke oorzaak dan ook
-Grote bloedingen volgens de ISTH-definities
-Veranderingen van de levenskwaliteit na 12 en 24 maanden vergeleken met
baseline
-Patiënttevredenheid na 12 en 24 maanden vergeleken met baseline
-Kostenbesparing en gebruik van gezondheidsbronnen
-Veranderingen van de autonomie van patiënten na 12 en 24 maanden vergeleken
met baseline inclusief chronische gevolgen van een beroerte (afasie, hemianopie
('milde beroerte'))
-Cognitieve functie na 12 en 24 maanden vergeleken met baseline
Achtergrond van het onderzoek
Atriumfibrilleren (AF) is een vaak voorkomende oorzaak van een beroerte, met
name ischemisch CVA. Tot nu toe zijn alle beschikbare gegevens die een positief
effect aantonen van orale antistollingsmiddelen ter voorkoming van een beroerte
verzameld bij populaties met AF gedocumenteerd met conventionele ECG-opnamen.
Het is bekend dat een groot percentage van AF-episoden niet-gediagnosticeerd
blijft ('stil AF'), en bij veel van deze patiënten is een beroerte het eerste
klinische symptoom van AF. Een vroege start met antistollingsmiddelen zou
dergelijke voorvallen kunnen voorkomen. Continue bewaking van het atriumritme
door geïmplanteerde devices zou deze diagnostische kloof kunnen overbruggen.
Pacemakers, defibrillatoren en hartresynchronisatieapparaten bieden reeds
geautomatiseerde algoritmen die waarschuwen voor het ontstaan van atriale
tachyaritmie-episoden, ook wel 'subklinische atriumfibrilleren' genoemd of,
vaker, 'episoden met hoge atriale frequentie' (AHRE). Uit gegevens van grote
prospectief gevolgde patiëntcohorten blijkt dat de beroertefrequentie verhoogd
is bij patiënten met AHRE. Een aanzienlijk percentage van deze patiënten
ontwikkelt in de loop der tijd klinisch vastgesteld AF. Bij deze patiënten kan
AHRE worden beschouwd als een vroege manifestatie van paroxysmaal AF. Enkele
AHRE-patiënten ontwikkelen geen klinisch manifest AF, en de absolute
beroertepercentages zijn lager bij patiënten met AHRE vergeleken met
beroertepercentages bij patiënten met klinisch gediagnosticeerd AF. Gezien de
bloedingscomplicaties die verband houden met orale antistollingsmiddelen, is er
dus onzekerheid over de optimale trombocytenaggregatieremmers bij patiënten met
AHR.
De non- vitamine-K-antagonisten (NOAC's) bieden een vergelijkbare of iets
betere voorkoming van een beroerte en lijken iets veiliger vergeleken met
vitamine-K-antagonisten (VKA's). Daarnaast is geen individuele aanpassing van
de behandeling met NOAC's noodzakelijk. Edoxaban, een onlangs geïntroduceerde
NOAC, met een dosis van 60 mg één keer daags (OD) heeft een gunstig profiel
vergeleken met VKA-therapie met aangepaste dosis: bij het ENGAGE-TIMI 48
onderzoek voorkwam edoxaban beroertes ten minste net zo effectief als
VKA-therapie, maar veroorzaakte minder grote bloedingen dan VKA-therapie.
Doel van het onderzoek
Aantonen dat orale antistollingsmiddelen met het NOAC edoxaban beter is dan de
huidige therapie (trombocytenaggregatieremmers of geen behandeling afhankelijk
van het cardiovasculaire risico) ter voorkoming van een beroerte, systemische
embolie of cardiovasculair overlijden bij patiënten met AHRE, maar zonder
manifest AF en ten minste twee beroerterisicofactoren leidend tot een
aangepaste CHA2DS2VASc score van 2 of meer.
Onderzoeksopzet
Onderzoeker geinitieerd, prospectief, gerandomiseerd, dubbelblind,
multicenteronderzoek met parallelle groepen. Hoewel ervoor kan worden gepleit
dat de onderzochte indicatie binnen het geregistreerde profiel van edoxaban
valt, wordt NOAH * AFNET 6 uitgevoerd als een fase IIIb onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
niet toepasbaar
Inschatting van belasting en risico
Er zijn geen andere aanvullende risico's met dit onderzoek verbonden dan de
risico's die normaal gesproken aanwezig zijn bij routinematige klinische
behandelingen ter voorkoming van een beroerte. Zelfs eenvoudige procedures,
bijv. bloedafname, kunnen ongewenste bijwerkingen hebben. Daartoe behoren
blauwe plekken op de punctieplaats of infecties. De algehele risico's van het
onderzoek zijn echter niet groter dan de risico's van complicaties bij
routinematige klinische zorg.
Behandeling met edoxaban of ASA kan het risico van zichtbare of onzichtbare
bloedingen verhogen. De intensiteit en mate van de bloedingen kunnen echter
variëren.
Publiek
Mendelstr. 11
Münster 48149
DE
Wetenschappelijk
Mendelstr. 11
Münster 48149
DE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-Pacemaker, defibrillator of implanteerbare hartritmemonitor geïmplanteerd om
welke indicatie dan ook met AHRE-detectiefunctie, geïmplanteerd ten minste 2
maanden vóór randomisatie
-AHRE (* 170 spm atriale frequentie en * 6 min duur) gedocumenteerd door het
geïmplanteerde apparaat via de atriumelektrode en digitaal opgeslagen
-Leeftijd * 65 jaar
-Daarnaast ten minste één van de volgende cardiovasculaire aandoeningen die
leiden tot een angepaste CHA2DS2VASc-score van 2 of meer:
--Leeftijd * 75 jaar,
--hartfalen (klinisch manifest of LVEF < 45%),
--arteriële hypertensie (chronische behandeling voor hypertensie, geschatte
behoefte aan continue antihypertensietherapie of bloeddruk in rust > 145/90
mmHg),
--diabetes mellitus,
--eerdere beroerte of transient ischemic attack (TIA),
--vaataandoening (eerder myocardinfarct, perifeer, carotis/cerebraal or
aortaplaques op transesofageaal echocardiogram [TEE]).
-- Verlenen van informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Patiënten met een voorgeschiedenis van manifest AF of atriumflutter,
- patiënten met een duidelijke contra-indicatie voor orale
antistollingsmiddelen,
- patiënten met een duidelijke behoefte aan orale antistollingsmiddelen vanwege
een andere indicatie,
- patiënten met een indicatie voor trombocytenaggregatieremmers op lange
termijn niet zijnde acetylsalicylzuur (ASA) of noodzaak tot behandeling met een
trombocytenaggregatieremmer in aanvulling op edoxaban, met name dubbele
trombocytenaggregatieremmers (DAPT), zijn niet geschikt voor NOAH - AFNET 6.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2015-003997-33-NL |
ISRCTN | ISRCTN17309850 |
CCMO | NL58839.018.16 |