Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-513509-30-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het vergelijken van de totale overleving (overall survival, OS) van patiënten met recidiverende of refractaire kiemceltumoren (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voortplantingsorgaanneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd, mannelijk
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het vergelijken van de totale overleving (overall survival, OS) van patiënten
met recidiverende of refractaire kiemceltumoren (GCT) die behandeld worden met
conventionele chemotherapie via het TIP-regime (CDCT), met de OS van patiënten
die behandeld worden met hoge-dosis chemotherapie (HDCT) plus ASCT via het
TI-CE-regime als initiële salvage behandeling.
Secundaire uitkomstmaten
* Het vergelijken van de progressievrije overleving (progression-free survival,
PFS) van patiënten die behandeld worden met een initiële salvage HDCT met TI-CE
versus initiële salvage CDCT met TIP.
* Het vergelijken van het gunstige responspercentage (favorable response rate,
FRR) van patiënten die behandeld worden met initiële salvage HDCT met TI-CE
versus initiële salvage CDCT met TIP.
* Het vergelijken van de toxiciteit, inclusief behandelingsgerelateerde
mortaliteit, ten gevolge van hoge-dosis chemotherapie en ASCT met gebruik van
TI-CE enerzijds met de toxiciteit ten gevolge van conventionele chemotherapie
met TIP als initiële salvage behandeling anderzijds bij patiënten met
recidiverende of refractaire GCT.
* Het op prospectieve wijze evalueren van het IPFSG-scoresysteem als
voorspeller van resultaten van initiële salvage therapie bij patiënten met
recidiverende of refractaire GCT. In dit onderzoek worden de patiënten
gestratificeerd naar een wijziging van hun IPFSG-categorie, en we zullen op
prospectieve wijze evalueren of de reële resultaten al dan niet op de juiste
wijze variëren per risicogroep (patiënten met een laag risico hebben een hogere
OS dan de groep met een hoog risico).
* Het evalueren van het verband tussen de vermindering van tumormarkers uit de
percentages van alfa-fetoproteïne (AFP) en menselijke chorionische
gonadotropine (Human, Chorionic Gonadotropin, HCG) in week 9 in vergelijking
met de uitgangswaarde enerzijds en de PFS en OS bij patiënten met verhoogde
markergehalten bij de uitgangswaarde anderzijds.
Achtergrond van het onderzoek
Door het ontbreken van gerandomiseerde trials, blijft het onduidelijk of
sequentiële hoge dosis chemotherapie (HCDT) of conventionele chemotherapie
(CDCT) de optimale initiële salvage vertegenwoordigt bij benadering voor
patiënten met GCT die na eerstelijns chemotherapie progressief zijn.
Behandelingen variëren over de hele wereld van een aantal experts (Indiana
onderzoekers, Duitse onderzoekers) door het toedienen van een hoge dosis als
eerste lijns chemotherapie voor alle patiënten, terwijl anderen HDCT alleen
gebruiken in de derde-lijns behandeling na het falen van de initiële salvage
(2e-lijns behandeling) met CDCT . Toch anderen gebruiken dan een risico
gestratificeerd benadering, waarbij de meest gunstige patiënten CDCT krijgen
als initiële salvage en de minder gunstige patiënten behandeld worden met HDCT.
Een eerdere gerandomiseerde trial (IT-94 studie) geprobeerd om deze vraag te
beantwoorden, maar helaas was zeer gebrekkig. (9) Het onderzoek gebruikte
alleen 1 cyclus van HDCT terwijl 2 of 3 cycli van HDCT voor een optimaal
resultaat nodig wordt geacht. Bovendien, zijn er in meerdere grote
retrospectieve studies, waaronder een recente reeks van bijna 1.600 patiënten,
wordt gesuggereerd een voordeel in zowel PFS en OS voor HDCT ten opzichte van
CDCT als initiële salvage chemotherapie.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-513509-30-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het vergelijken van de totale overleving (overall survival, OS) van patiënten
met recidiverende of refractaire kiemceltumoren (GCT) die behandeld worden met
conventionele chemotherapie via het TIP-regime (CDCT), met de OS van patiënten
die behandeld worden met hoge-dosis chemotherapie (HDCT) plus ASCT via het
TI-CE-regime als initiële salvage behandeling.
Onderzoeksopzet
Dit is een gerandomiseerd open-label fase III-onderzoek. De patiënten worden
centraal in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd naar de twee subgroepen (CDCT
met TIP versus HDCT met TI-CE). De randomisatie wordt gestratificeerd naar
regio (Noord-Amerika versus Europa) en naar gewijzigde
IPFSG-risicoclassificatie, waarbij de 5 originele groepen gecombineerd worden
in 3 risicogroepen (laag, middelhoog en hoog). De groep met een laag risico in
de stratificatie zal zodoende bestaan uit patiënten met een zeer laag en laag
risico, en de groep met een hoog risico zal bestaan uit patiënten met een hoog
en zeer hoog risico op basis van de IPFSG-criteria.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten worden gerandomiseerd (in een verhouding van 1:1) naar de volgende behandelingssubgroepen: Subgroep A (TIPx4): Paclitaxel 250 mg/m² IV gedurende 24 uur op dag 1. Ifosfamide 1500 mg/m² (met mesna ter bescherming) IV dagelijks van dag 2 tot 5. Cisplatine 25 mg/m² IV dagelijks van dag 2 tot 5. Peg-GCSF op dag 6, 7 of 8, of G-CSF van dag 7 tot 16 of tot voldoende herstel van ANC tot > 1000/mm3, afhankelijk van wat eerst optreedt Vier cycli, waarbij elke cyclus om de 21 dagen wordt toegediend. Subgroep B (TI-CE): 1) TI: Paclitaxel 200 mg/m² IV op dag 1. Ifosfamide 2000 mg/m² (met mesna ter bescherming) IV dagelijks van dag 1 tot 3. G-CSF 10 microgram per kg subcutaan dagelijks van dag 3 tot dag 15* of bij geschikte stamcelafname. Als alternatief kan Peg-GCSF gegeven worden op dag 4 of 5. Leukaferese vanaf dag 11 en dagelijks voortgezet tot het bereiken van de collectie doel van >= 8 x 106 CD34 + cellen / kg), of dag 15, afhankelijk van wat eerst optreedt. Er worden twee cycli van dezelfde therapie gegeven, met een tussentijd van 14 dagen. Indien er echter bij de eerste cyclus een geschikte stamcelafname (>= 8 x 106 CD34+-cellen/kg) wordt bereikt, vindt er tijdens de tweede cyclus geen leukaferese plaats en wordt de dosis G-CSF dagelijks 5 microgram/kg (in plaats van 10 microgram/kg) vanaf dag 3 tot voldoende herstel van neutrofielen of dag 15. Als alternatief kan Peg-GCSF gegeven worden op dag 4 of 5. Anderzijds, indien het aantal CD34+-cellen dat in cyclus 1 en cyclus 2 is afgenomen, gecombineerd < 6 x 106/kg bedraagt, dient de protocolbehandeling stopgezet te worden. 2) CE: Carboplatine AUC = 8 IV dagelijks van dag 1 tot 3 (equivalent aan dag -4 tot -2 als dag 0 als de dag van de stamceltransplantatie wordt beschouwd). Etoposide 400 mg/m² IV dagelijks van dag 1 tot 3. Stamcelreïnfusie (>= 2 x 106 CD34+-cellen/kg) op dag 5. Gepegyleerde G-CSF 6 mg subcutaan op dag 5, zes tot 24 uur na stamcelreïnfusie. (G-CSF 5 µg/kg subcutaan dagelijks kan ook gebruikt worden, te starten 6 uur na voltooiïng van stamcelreïnfusie en dagelijks voortgezet tot herstel van ANC tot > 1000/mm3). Er worden drie cycli van deze therapie gegeven, elke cyclus 21 dagen na de vorige. "Bij de berekening van de dagen van tests en metingen, wordt de dag dat een test of meting wordt uitgevoerd beschouwd als dag 0. Daarom, als een test wordt uitgevoerd op een maandag, wordt de maandag vier weken later beschouwd als dag 28."
Inschatting van belasting en risico
bij hoge dosis chemotherapie en autologe SC Tx er een risico is op
behandelings-gerelateerde sterfte van 0-5%.
Publiek
Avenue Emmanuel Mounier 83/11
Brussel 1200
BE
Wetenschappelijk
Avenue Emmanuel Mounier 83/11
Brussel 1200
BE
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Bevestiging van GCT-histologie (zowel seminoom als non-seminoom) na
pathologische beoordeling in het centrum van opname. De tumor kan ontstaan zijn
op elke willekeurige primaire plek.
- Moet bewijs zijn van progressieve of recidiverende GCT (al dan niet
meetbaar) na één lijn van chemotherapie met cisplatine, gedefinieerd als het
voldoen aan ten minste één van de volgende criteria:
a) tumorbiopt van nieuwe of groeiende of niet-resecteerbare laesies waaruit
blijkt dat de GCT levensvatbaar is en geen teratoom is (opname in dit onderzoek
voor adjuvante behandeling na macroscopisch volledige resectie van
levensvatbare GCT is niet toegestaan). In geval van een onvolledige grove
resectie waarbij levensvatbare GCT wordt aangetroffen, worden patiënten als
geschikt voor het onderzoek beschouwd.
b) verhoogde tumormarkers in serum (HCG of AFP) die aan het toenemen zijn.
Toename van een verhoogde LDH-waarde houdt geen progressieve ziekte in.
c) Ontwikkeling van nieuwe of groter wordende laesies in de context van
aanhoudend verhoogde HCG- of AFP-waarden, ook als de HCG- en AFP-waarden niet
blijven toenemen.- Moet 3-6 cycli van chemotherapie met cisplatine ontvangen
hebben als deel van een eerstelijns- (initiële) chemotherapie. Eerdere
behandeling met POMBACE, CBOP-BEP of GAMEC is toegestaan.
- Niet meer dan één eerdere lijn van chemotherapie voor GCT (andere dan de ene
cycle van salvage chemotherapie).
- Moet goed hersteld zijn van een eerdere operatie (bv. litteken genezen,
hervatting van dieet enz.).
- Leeftijd >= 18 jaar
- ECOG-performancestatus 0 tot 2
- Mannelijk geslacht
- Laboratoriumcriteria voor toetreding tot het protocol:
A ANC >= 1,500/mm3
b Plaatjes >= 100.000/mm3
c) Geschatte kreatinineklaring >= 50 ml/min
d) AST/ALT <= 2,5 x upper limits of normal (ULN).
e) Bilirubine <= 2 × upper limits of normal (ULN).
- Negatieve serologie (antilichamentest) voor de volgende infectieziekten:
a. Humaan immunodeficiëntievirus (hiv) type 1 en 2
b. Humaan T-cel-leukemievirus (HTLV) type 1 en 2 (verplicht in de VS maar
optioneel in Canada en Europa)
c. Oppervlakteantigeen van hepatitis B
d. Antilichamen tegen hepatitis C* Patienten mogen geen contra-indicaties
hebben tegen het gebruik van paclitaxel, ifosfamide, cisplatine, carboplatine
en etoposide volgens de samenvatting van de productkenmerken (SPC). De
onderzoekers moeten verwijzen naar de behandelingen SPC.* Reproductief risico:
Patient mag geen kind verwekken gedurende deze studie. De behandeling kan
sperma of zaad beinvloeden. Daarom moet de patient en zijn partner in de
studieperiode een passende en effectieve anticonceptiemethode gebruiken
gedurende de studie periode en tot ongeveer 6 maanden na inname van de laatste
studie medicatie. Een zeer effectieve methode van geboortecontrole wordt
gedefineerd als die resulteren in een laag faal percentage (dat wil zeggen
minder dan 1% per jaar) bij consistent gebruik.
* Voor de registratie/randomisatie, moet er een getekend informed concent
gegeven zijn volgens ICH/GCP en nationale/lokale richtlijnen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Voorafgaande behandeling met hoge dosis chemotherapie (gedefinieerd als de
behandeling met behulp van stamcel rescue).
- Eerdere behandeling met TIP met uitzondering wanneer het gegeven wordt als
een brug naar behandeling op protocol voor patiënten met een snel progressieve
ziekte die niet kunnen wachten om het screening proces te voltooien. Slechts
één cyclus wordt toegestaan.
- Gelijktijdige behandeling met andere cytostatica of targeted therapieën.
- Radiotherapie (behalve de hersenen) binnen 14 dagen van dag 1 van protocol
chemotherapie behalve radiotherapie aan hersenmetastasen, die voltooid moet
worden 7 dagen voor aanvang van chemotherapie.
- Vorige chemotherapie binnen 17 dagen voorafgaand aan inclusie. Een minimum
van drie weken na de laatste dag van het begin van de vorige chemotherapie voor
de eerste dag van chemotherapie op studie protocol (bijvoorbeeld als een
patiënt begonnen is aan de laatste cyclus van BEP op 1 mei, zouden ze in
aanmerking komen voor inclusie op 19 mei en kan de behandeling beginnen op 22
mei, zelfs als hun laatste dag van de behandeling op 5 mei is)." Voor Eerdere
chemotherapie binnen 16 dagen voor inclusie behalve voor bleomycin wat niet
gegeven kan worden binnen 5 dagen voor inclusie.
- Concurrent maligniteit anders dan niet-melanome huidkanker, oppervlakkige
niet-invasieve (pTa of pTis) TCC van de blaas, contralaterale GCT of
intratubulaire kiemcel neoplasie. Patiënten met een eerdere maligniteit, maar
ten minste 2 jaar na enig bewijs van ziekte zijn toegestaan.
- Laat recidief met compleet chirurgisch resectabel ziekte. Patiënten met late
recidieven (gedefinieerd als recidief >= 2 jaar vanaf de datum van voltooiing
van de laatste chemotherapie) bij wie de ziekte volledig operatief resectable
is,komen niet in aanmerking. Patiënten met een laat recidief die inoperabele
zijn komen in aanmerking.
-Grote (>= 2 cm) hemorragische of symptomatische hersenen metastasen totdat
lokale behandeling is toegediend (radiotherapie of chirurgie).
Behandeling kan beginnen >= 7 dagen na voltooiing van lokale behandeling.
Patiënten met kleine (< 2 cm) en asymptomatische hersenen metastasen zijn
toegestaan en kunnen worden behandeld met radiotherapie en/of chirurgie
gelijktijdig met Arm A of cycli 1 en 2 van Arm B als geacht medisch
geindiceerd. Radiotherapie mag niet gelijktijdig met highdose carboplatin of
etoposide worden gegeven.
- Secundaire somatische maligniteit die voortvloeien uit teratoma (bijv
teratoma met maligne transformatie) wanneer het een actief deel van de
terugkeer van de ziekte of progressie is.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-513509-30-00 |
EudraCT | EUCTR2014-003930-17-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT02375204 |
CCMO | NL53478.031.16 |