In deze studie zullen we de IENFD bepalen minimaal één jaar na afname van het eerste huidbiopt bij patiënten met de diagnose DVN. Deze diagnose werd gesteld op basis van het klinisch beeld en een abnormaal temperatuurdrempelonderzoek (TDO) bij een…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Perifere neuropathieën
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
- De huidige IENFD bij de enkel wordt vergeleken met de IENFD die is genomen
tijdens de reguliere visite, tenminste een jaar geleden. De mate van IENFD
daling of stijging ten opzichte van de tijd (gecorrigeerd voor verwachte
leeftijdsafhankelijke daling) wordt berekend. Bovendien zal het percentage
IENFD gevallen die van normaal naar afwijkend werden geclassificeerd, worden
berekend.
- Normaalwaarden van de proximale / distale IENFD ratio
- De proximale / distale IENFD ratio vergeleken tussen DVN patiënten
- Patiënten en gezonde proefpersonen.
Secundaire uitkomstmaten
- Wijziging in het aantal klachten op de SFN-SIQ, gerelateerd aan IENFD
verandering.
- Aantal klachten over de SFN-SIQ gerelateerd aan de proximale / distale IENFD
ratio.
- Wijziging van de VAS met betrekking tot IENFD verandering.
- VAS-score gerelateerd aan proximale / distale IENFD ratio.
- Wijzigingen op NPS verwant aan IENFD verandering.
- NPS-score in verband met proximale / distale IENFD ratio.
- De waarde van een abnormale TDO bij aanvang als voorspeller van abnormaal
IENFD in de toekomst.
Achtergrond van het onderzoek
Dunnevezelneuropathie (DVN) is een aandoening waarbij de dunne zenuwvezels zijn
aangetast. Dit wordt gekenmerkt door neuropathische pijn en autonome
dysfunctie. Volgens de internationale criteria wordt de diagnose DVN gesteld op
basis van klinische symptomen in combinatie met abnormaal
temperatuurdrempelonderzoek en / of een verlaagd intraepidermale
zenuwvezeldichtheid (IENFD) middels huid biopsie. De IENFD weerspiegelt de
ernst van axonale degeneratie en is een objectief en betrouwbaar hulpmiddel.
Het heeft echter een beperkte gevoeligheid om de diagnose DVN te bevestigen,
met als gevolg vals-negatieve resultaten. Het is bekend dat de IENFD afneemt
met de leeftijd, maar slechts een studie werd uitgevoerd om de IENFD te bepalen
tijdens ziekteverloop. Het is aannemelijk dat de IENFD sneller afneemt bij
progressie van het ziektebeeld in vergelijking met gezonde mensen. Daarnaast
wordt momenteel slechts het distale IENFD gebruikt om de diagnose DVN te
stellen. Deze locatie is gekozen vanwege het lengte-afhankelijke patroon,
hoewel niet-lengte afhankelijke artikelen zijn gepubliceerd. Om de
lengte-afhankelijkheid van de proximale / distale IENFD ratio voor klinische
gebruik in te stellen, wordt verondersteld dat deze verhouding hoger zou kunnen
zijn bij DVN dan bij gezonde personen. Zowel de follow-up van IENFD en
vaststelling van de proximale / distale IENFD verhouding kan gevolgen hebben
voor de diagnostische strategie bij patiënten met mogelijke DVN. Immers, de
IENFD bij eerste presentatie kan normaal zijn en in verloop van tijd abnormaal
worden, of zullen binnen de normale grenzen blijven, maar misschien een
toegenomen proximale / distale verhouding tonen in vergelijking met gezonde
mensen.
Doel van het onderzoek
In deze studie zullen we de IENFD bepalen minimaal één jaar na afname van het
eerste huidbiopt bij patiënten met de diagnose DVN. Deze diagnose werd gesteld
op basis van het klinisch beeld en een abnormaal temperatuurdrempelonderzoek
(TDO) bij een normaal huidbiopt. Een biopsie zal worden afgenomen proximaal van
de enkel en distaal van de heup van hetzelfde been. We zullen onderscheid maken
tussen patiënten met ideopathische DVN en patiënten met een
natriumkanaal-gerelateerde DVN. Aangezien er geen normaalwaarden zijn van een
proximale / distale IENFD ratio, zullen we onder meer een gezonde leeftijd- /
geslachtsgebonden controlegroep includeren. Ten tweede zullen we de relatie
tussen de verandering van IENFD, proximale / distale IENFD ratio en het aantal
en de ernst van DVN klachten (via de SFN-SIQ vragenlijst, VAS en NPS) en het
TDO bekijken. Sensitiviteit en specificiteit analyses zullen worden uitgevoerd
om te bepalen welke techniek of een combinatie van de bevindingen van de
hoogste klinisch toepasbare methode zal opleveren.
Onderzoeksopzet
Het betreft een niet-gerandomiseerde longitudinale studie
Inschatting van belasting en risico
Een nadeel van het onderzoek is de tijdsinvestering van 60 minuten voor het
invullen van de vragenlijst, het lichamelijk onderzoek en de afname van de
stukjes huid. De tijd die het in beslag neemt om van/naar het ziekenhuis te
komen, is tevens een nadeel.
Publiek
Oxfordlaan 10 Oxfordlaan 10
AZ 6201
NL
Wetenschappelijk
Oxfordlaan 10 Oxfordlaan 10
AZ 6201
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Groep 1 (n=40) ideopathische vorm van DVN met een normaal IENFD:
a) Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder
b) 2 of meer positieve antwoorden op de SFN-SIQ, niet anders verklaard
c) Normale IENFD and abnormaal temperatuurdrempelonderzoek (TDO), volgens de
internationale criteria welke is verricht gedurende een reguliere visite,
minimaal een jaar geleden.
d) Informed consent.Groep 2 (n = 40) DVN met een natriumkanaalmutatie en een
normaal IENFD:
a) Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder
b) 2 of meer positieve antwoorden op de SFN-SIQ, niet anders verklaard.
c) Normaal IENFD en abnormaal TDO welke is verricht gedurende een reguliere
visite, minimaal een jaar geleden.
d) Mogelijk pathogene, hoogstwaarschijnlijk pathogene of een pathogene NaV1.7,
Nav1.8 en/of NaV1.9 variant
a) Informed consentGroep 3 (n=140) Gezonde proefpersonen (alleen
proximale/distale IENFD ratio studie)
a) Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder
b) Informed consentGroep 4 (n = 20) ideopathische DVN, met een abnormaal IENFD
(alleen proximale/distale IENFD ratio studie)
a) Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder
b) 2 of meer positieve antwoorden op de SFN-SIQ, niet anders verklaard.
c) Abnormaal IENFD, volgens de internationale criteria, welke is verricht
gedurende een reguliere visite, minimaal een jaar geleden.
d) Informed consent.Wanneer de proximale/distale ratio abnormaal is bij
patienten met een abnormaal TDO maar met een normaal IENFD, dan zal de studie
wordt uitgebreid met een extra groep:Groep 5 (n=40) ideopathische DVN op basis
van de kliniek, maar met een normaal IENFD en TDO.
a) Mannen en vrouwen van 18 jaar en ouder
b) 5 of meer positieve antwoorden op de SFN-SIQ, niet anders verklaard.
c) Patienten met een normaal IENFD and normaal TDO volgens de internationale
criteria welke is verricht gedurende een reguliere visite, minimaal een jaar
geleden.
d) Informed consent.itten informed
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Alle patientengroepen:
a) Een onderliggende oorzaak voor DVN (diabetes, hypothyroidisme, nierfalen,
vitamine B12 deficiëntie, monoklonale gammopathie, alcoholmisbruik (meer dan 5
IU/day), maligniteiten, medicatie dat neuropathie kan veroorzaken (v.b.
chemotherapie, amiodarone, propafenone)).
b) Betrokkenheid van de dikke zenuwvezels (v.b. zwakte, verlies van
vibratiezin, hypo-/areflexie, abnormaal EMG).Groepen 1, 4 en 5
a) Mogelijk pathogene, waarschijnlijk pathogene of pathogene NaV1.7, Nav1.8
en/of NaV1.9 variant.Gezonde proefpersonen
a) Meer dan één positief antwoord op de SFN-SIQ
b) Bekend met perifere neuropathie
D1
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL54704.068.16 |