- De werkzaamheid evalueren van pitolisant (5, 10, 20, 40 mg/d gedurende de Double Blind Periode en 5, 10, 15, 20, 30, 40mg/d in de Open Label Periode) in het verminderen van residuele overmatige slaperigheid overdag (Excessive Daytime Sleepiness,…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Slaapstoornissen (incl. subtypes)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Verandering in de intensiteit en frequentie van symptomen van narcolepsie (EDS
en kataplexie), dwz zoals gemeten door de Ullanlinna Narcolepsy Scale (UNS))
tussen de basislijn: [V1-score (D-14) + V2-score (D0)] / 2 en het einde van de
behandeling: [V6-score (D49) + V7-score (D56)] / 2. We zullen de resultaten
tussen pitolisant- en placebogroepen vergelijken.
Secundaire uitkomstmaten
- Veranderingen in EDS, gemeten aan de hand van de maintenance of wakefulness
test (MWT) tussen baseline en visite (V)7, in de pitolisant- en de placebogroep.
- Verandering in EDS, gemeten aan de hand van de Paediatric Daytime Sleepiness
Scale (PDSS) tussen baseline: [score V1 (D-14) + score V2 (D0)]/2 en het einde
van de behandeling: [score V6 (D49) + score V7 (D56)]/2. We zullen de
resultaten van de pitolisantgroep vergelijken met die van de placebogroep
- Veranderingen in EDS, zoals gemeten aan de hand van de Child and Adolescent
Sleepiness Scale (CASS) tussen baseline en het einde van de behandeling, in de
pitolisant- en de placebogroep.
- Veranderingen in het gemiddelde aantal kataplectische episodes per weken
(geregistreerd in het slaapdagboek door de patiënt en/of ouder/leerkracht)
tussen de 2 baselineweken en de 2 weken van het einde van de studieperiode (V6,
V7), in de pitolisant- en de placebogroep.
- Verschillen in de wekelijkse frequentie van kataplectische episodes
(geregistreerd in het slaapdagboek door de patiënt en/of ouder/leerkracht)
tussen baseline en de 4 weken van de stabiele behandelingsperiode (V4 tot V7),
in de pitolisant- en de placebogroep.
- Ernst van EDS, gemeten aan de hand van de Clinical Global Impression of
severity and change. Veranderingen tussen baseline en V6, V7, in de pitolisant-
en de placebogroep.
- Ernst van de kataplexie, gemeten aan de hand van de Clinical Global
Impression of severity and change. Veranderingen tussen baseline en V6, V7, in
de pitolisant- en de placebogroep.
- De veranderingen tussen baseline en V6, V7 zullen worden vergeleken voor de
Ullanlina narcolepsietest, in de pitolisant- en de placebogroep.
- De veranderingen tussen baseline en V6 zullen worden vergeleken voor de
TEA-Ch-test, in de pitolisant- en de placebogroep.
- Vergelijking tussen de placebo- en de pitolisantgroep op het vlak van:
Vragenlijst in verband met onttrekkingssymptomen (DSM IV)
Globale opinie van de patiënt over het effect van de behandeling op het
einde van de behandeling indien de patiënt in staat is om dit zelf te
verwoorden. Zo niet, dan wordt dit gerapporteerd door ouders of leerkrachten.
- Veranderingen in EDS tussen baseline en elk bezoek van de open-label periode.
- Er zal een veiligheidsbeoordeling plaatsvinden op basis van controle van
adverse events, lichamelijk onderzoek, vitale functies, wijzigingen in ecg en
bloedonderzoeken in het laboratorium en beoordeling van de stemming gedurende
de studie.
Achtergrond van het onderzoek
Pitolisant (BF2.649) is een oraal actieve histamine H3-receptorantagonist /
inverse agonist.
Na de bepaling van het farmacologische profiel van pitolisant, waaruit bleek
dat het de histaminerge signaaloverdracht in de hersenen versterkt en op die
manier de waakzaamheid, het leervermogen en het geheugen verbetert en
procognitieve eigenschappen heeft, werd dit product getest in een aantal
klinische studies. Aan deze studies namen meer dan 300 volwassenen deel, die
leden aan narcolepsie met of zonder kataplexie. De patiënten werden behandeld
met pitolisant, placebo of een comparator.
De resultaten op EDS en kataplexie waren in het voordeel van BF2.649 (op een
statistisch significante manier ten opzichte van placebo). Door alle patiënten
in aanmerking te nemen die pitolisant kregen toegediend (d.w.z. 1.000 patiënten
in uiteenlopende indicaties) kon bovendien worden aangetoond dat het
veiligheidsprofiel vrij bevredigend was, waardoor het gebruik van dit
geneesmiddel bij kinderen kon worden overwogen.
Doel van het onderzoek
- De werkzaamheid evalueren van pitolisant (5, 10, 20, 40 mg/d gedurende de
Double Blind Periode en 5, 10, 15, 20, 30, 40mg/d in de Open Label Periode) in
het verminderen van residuele overmatige slaperigheid overdag (Excessive
Daytime Sleepiness, EDS) en van het aantal kataplectische episodes (voor
patiënten met kataplexie).
- De veiligheid bepalen bij kinderen en adolescenten.
- De veiligheid op lange termijn beoordelen van BF2.649 in de behandeling van
EDS bij narcolepsiepatiënten met of zonder kataplexie.
- De geneesmiddeleninteracties met mogelijke gelijktijdige therapieën
beoordelen.
- De werkzaamheid beoordelen van langdurige behandeling met BF2.649 op EDS na
een verlengde behandelingsperiode.
Onderzoeksopzet
Dubbelblinde, multicentrische, gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie
gevolgd door een verlengde open-labelperiode.
Dubbelblinde fase van het onderzoek bestaat uit:
V0 - Screeningsbezoek en begin van een wash-out-periode (dag-28 = alleen voor
patiënten onder verboden geneesmiddelen en kataplectische patiënten onder een
antikataplexiebehandeling)
V1 - Screeningsbezoek en baselineperiode (dag -14)
V2 - Randomisatie en begin van de escalatieperiode (dag 0)
V3 - Bezoek voor dosisaanpassing (D14 ± 2 dagen)
V4 - Bezoek voor dosisaanpassing (D21 ± 2 dagen)
V5 - Bezoek voor dosisaanpassing (D28 ± 2 dagen)
V6 - Bezoek controlebehandeling (D49 ± 2 dagen)
V7 - Einde van de dubbelblinde periode (D56 ± 2 dagen)
T1 - Telefonisch contact op D59 (± 1 dag)
V8 - Bezoek voor einde studie na een placebo-wash-out-periode van 1 week (D63 ±
2 dagen) / start van bezoek voor open-label of voortijdige terugtrekking
(binnen 5 dagen na inname van de laatste dosis)
Patiënten die V8 afleggen, krijgen de mogelijkheid om de behandeling met
pitolisant in open omstandigheden voort te zetten tot BF2.649 (pitolisant) in
de handel verkrijgbaar is voor kinderen/adolescenten van 6 tot en met 17 jaar,
of zodra de patiënt ouder wordt dan 18 jaar. Dan heeft
hij/zij toegang tot de behandeling die voor volwassenen al in de handel
verkrijgbaar is.
De open-label fase van de studie bestaat uit:
V9 - Bezoek voor dosisaanpassing (D77 ± 2 dagen)
V10 - Bezoek voor dosisaanpassing (D84 ± 2 dagen)
T2 - Telefonisch contact op D91 (± 1 dag)
V11 - Bezoek voor dosisaanpassing (D112 ± 7 dagen)
V12 - Bezoek voor dosisaanpassing (D196 ± 7 dagen)
V13 - Bezoek voor dosisaanpassing (D364 ± 7 dagen)
Alle volgende bezoeken vinden om de 6 maanden plaats.
Inclusieperiode 4 weken (inclusief baselineperiode van 2 weken). Gevolgd door,
Dubbelblinde periode, behandeld met pitolisant of placebo gedurende 8 weken,
gevolgd door, Enkelblinde wash-out-periode, behandeld met placebo gedurende 1
week en dan gevolgd door een verlengde open-labelperiode afhankelijk van de
wensen van de patiënten.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De totale behandelduur van deze dubbelblinde studie is 8 weken. Patiënten beginnen met de pitolisant (of placebo) behandeling met toenemende doses schema tijdens de eerste 4 weken als volgt: - V2 - 5 mg BF2.649 of placebo / dag gedurende de eerste week, 10 mg BF2.649 of placebo / dag gedurende de tweede week, - V3 - verhoging tot 20 mg / d of handhaven op 10 mg / d of reduceren tot 5 mg / d van BF2.649 (of placebo) per dag gedurende 7 dagen, afhankelijk van werkzaamheid en verdraagbaarheid. - V4 - Het zal ook mogelijk zijn om de dosis toegediend aan de patiënt te verminderen of te verhogen zonder overschrijding 40 mg / d. Patiënten met een gewicht tot 40 kg kunnen worden behandeld met een maximale dagelijkse dosis van 20 mg. - V5 - Het zal mogelijk zijn om de dosis toegediend aan de patiënt te verminderen, maar niet te verhogen. Vanaf V5 is een aanpassing van de dosis van de studie behandeling niet toegestaan. - Aan het einde van de dubbelblinde behandeling (V7), zal de onderzoeker placebo aan alle patiënten voorschrijven voor een week wash out periode. In de open-label periode zullen de patiënten starten met de pitolisant behandeling met toenemende doses regeling, als volgt: - V8 - 5 mg BF2.649 of placebo / dag gedurende de eerste week. 10 mg BF2.649 of placebo / dag gedurende de tweede week. - V9 - De derde week zal de dosering worden behouden, verhoogd naar 20 mg / d of verminderd naar 5 mg / d, volgens het voorschrijven van de onderzoeker en evaluatie over de werkzaamheid en de tolerantie. - V10 - Volgens het voorschrijven van de onderzoeker en de evaluatie over de werkzaamheid, de tolerantie en het gewicht, zal de dosering worden gehandhaafd, verlaagd of verhoogd met 5, 10, 20 of 40 mg / d (alleen als de patiënt gewicht hoger is dan 40kg) voor de komende 4 weken. Tijdens het telefooncontact (T2) kan de dosis naar mening van de onderzoeker opnieuw worden aangepast aan de hand van de effectiviteit / verdraagbaarheid van de behandeling voor de patiënt. Indien nodig, is het mogelijk om een bezoek ter plaatse te plannen binnen de week na het telefonisch contact voor het verkrijgen van nieuwe flessen behandeling met de overeenkomstige dosis. Voor de overige doses dalingen van 40 naar 20mg en van 10 naar 5 mg, is in overleg met de onderzoeker geen bezoek nodig. De flesjes bevatten een geschikt aantal tabletten om de dosering te verlagen - V11 - Volgens het voorschrijven van de onderzoeker en de evaluatie over de werkzaamheid, de tolerantie en het gewicht, zal de dosering worden gehandhaafd, verlaagd of verhoogd met 5, 10, 15, 20, 30 of 40 mg / d (alleen als de patiënt gewicht hoger is dan 40kg) voor de komende 3 maanden. - V12 - Volgens het voorschrijven van onderzoeker en de evaluatie over de werkzaamheid, de tolerantie en het gewicht, zal de dosering worden gehandhaafd, verlaagd of verhoogd met 5, 10, 15, 20, 30 of 40 mg / d (alleen als de patiënt gewicht hoger is dan 40kg) voor de komende 6 maanden. - Voor alle latere bezoeken, zal de behandeling uitgifte gebeuren zoals bij V12.
Inschatting van belasting en risico
Omdat pitolisant een nieuwe behandeling is, zijn niet al nadelige effecten
bekend, hoewel de meest voorkomende bijwerkingen waargenomen met pitolisant
vergeleken met placebo in de voorgaande 25 studies waren: slapeloosheid,
hoofdpijn, misselijkheid, maag-aandoeningen, angst, hallucinaties,
geïrriteerdheid, duizeligheid, depressie, braken, duizeligheid.
De meeste van deze gemelde bijwerkingen waren mild tot matig. Al deze effecten
waren van voorbijgaande aard en gingen vanzelf weg of wanneer de behandeling
was gestopt. In alle 25 klinische onderzoeken werden geen ernstige bijwerkingen
in verband met pitolisant waargenomen. Er waren geen ernstige complicaties na
de behandeling gerelateerde bijwerkingen.
Verder brengen alle behandelingen een risico van een allergische reactie met
zich mee.
Bloedafname is meestal goed te verdragen. Bloed wordt afgenomen in een kleine
spuit middels een naald in een ader. Er kan een milde lokale reactie optreden
waar de naald ingebracht wordt. Op verzoek kan een lokaal anestheticum worden
gebruikt voor het inbrengen van de naald. De hoeveelheid van het bloedmonster
(5 ml per monster voor laboratoriumproeven, of een totaal van 10 ml voor het
eerste deel van de studie) heeft geen gevolgen voor de gezondheid van het kind.
Mogelijke voordelen:
Zowel fase II en III onderzoeken uitgevoerd bij patiënten met narcolepsie met
of zonder kataplexie, allen behandeld met pitolisant of placebo gedurende 8
weken en geanalyseerd, bevestigden de werkzaamheid van pitolisant op overmatige
slaperigheid overdag met effecten statistisch superieur aan die van de placebo.
Daarnaast vertoonde de analyse van slaapdagboeken door de patiënten ingevuld
gedurende 7 dagen vóór elke visite een daling van het risico van kataplexie.
Publiek
Rue Rameau 9
Parijs 75002
FR
Wetenschappelijk
Rue Rameau 9
Parijs 75002
FR
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1) Jongens en meisjes van 6 tot en met 17 jaar (tot B8), die lijden aan
narcolepsie met/zonder kataplexie - die voldoen aan de International
Classification of Sleep Disorders (ICSD-3) -criteria (narcolepsie type 1 en 2).
Diagnose bevestigd met polysomnografie en multipele slaaplatentietest voor
patiënten zonder kataplexie (als deze onderzoeken niet werden uitgevoerd in de
afgelopen 12 maanden)., 2) PDSS-score >= 15 gedurende de baselineperiode (B1+B2)
/ 2., 3) De patiënten moeten vrij zijn van niet-toegestane medicatie, in het
bijzonder psychostimulerende behandelingen vanaf het screeningsbezoek (B0)., 4)
Ouders - en patiënten die oud genoeg zijn om het te begrijpen -, die de
bereidheid hebben uitgedrukt om aan de studie deel te nemen, die het formulier
geïnformeerde toestemming hebben ondertekend en gedateerd voor de aanvang van
de volgens het protocol vereiste procedures., 5) Volgens de onderzoeker moet de
patiënt adequate ondersteuning hebben om te voldoen aan al de studievereisten
zoals beschreven in het protocol (bijv. vervoer van en naar het studiecentrum,
invullen van schalen voor zelfevaluatie en dagboeken, therapietrouw, geplande
bezoeken, tests).
6) Seksueel mature meisjes moeten een anticonceptiemethode gebruiken, die door
de onderzoeker wordt beschouwd als doeltreffend, gedurende de studie en nog een
maand na stopzetting van de behandeling., 7) De patiënten moeten een gepaste
ziekteverzekering hebben (alleen van toepassing waar dit verplicht is, bijv. in
Frankrijk).
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1) Alle andere aandoeningen die kunnen worden beschouwd als primaire oorzaken
van EDS: zoals slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen, gedefinieerd op basis
van een slaapapneu-index >= 5 per uur of/en een apneu-/hypopneu-index >= 10 per
uur, chronische slaapdeprivatie, een stoornis van het circadiaanse
slaap-waakritme of andere medische of neurologische oorzaken die
verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor met EDS geassocieerde
narcolepsiesyndromen., 2) Kataplectische patiënten onder behandeling met
anticataplectica (SNRI, SSRI, natriumoxybaat), die op het moment van inclusie
(B2) niet minstens 4 weken onder stabiele behandeling zijn. , 3) Patiënten die
worden behandeld voor kataplexie of een andere aandoening met tricyclische
antidepressiva (clomipramine, imipramine, mirtazapine, desmethylimipramine en
protriptyline) worden niet toegelaten omdat ze histamine
H1-receptorantagonistactiviteit vertonen., 4) Het gebruik van pitolisant binnen
een periode van 30 dagen voorafgaand aan het eerste screeningsbezoek (B0) voor
deze studie., 5)Huidige of recente (binnen één jaar) voorgeschiedenis van
middelenmisbruik of een verslaving, inclusief alcoholgebruik, zoals
gedefinieerd in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
(DSM-IV)., 6) Elke significante afwijking op het elektrocardiogram en in het
bijzonder een Fridericia*s QTc-interval (QTcF = QT/3* 60/HR) hoger dan 450
msec. , 7) Patiënten met ernstige depressie (CDI >= 16), 8) Patiënten met een
zelfmoordrisico (C-SSRS) , 9) Positieve urinetest op druggebruik (test van
toepassing op patiënten vanaf 12 jaar), 10) Zwangere patiënten (gedefinieerd
als een positief β-HCG-bloedonderzoek), patiënten die borstvoeding geven of
patiënten die niet in staat zijn om een doeltreffende methode voor
geboortebeperking te gebruiken, worden niet in de studie opgenomen (alleen voor
seksueel mature meisjes)., 11) Patiënten met ernstige leverinsufficiëntie
(Child Pugh C) of met een andere significante afwijking in het lichamelijk
onderzoek of de klinische laboratoriumresultaten., 12)Psychiatrische en
neurologische stoornissen, zoals matige of ernstige psychose of dementie,
depressie, voorgeschiedenis van epileptische aanvallen of een ander probleem
dat volgens de onderzoeker de deelname aan en voltooiing van de studie door de
patiënt zou uitsluiten of een betrouwbare weergave van subjectieve symptomen in
de weg zou kunnen staan., 13) Actieve, klinisch significante ziekte, inclusief
onstabiele cardiovasculaire, endocriene, neoplastische, gastro-intestinale,
hematologische, lever-, immunologische, metabole, neurologische (behalve
narcolepsie/kataplexie), long- en/of nierziekte, die zou kunnen interfereren
met het verloop van de studie of een tegenindicatie voor de
studiegeneesmiddelen zou kunnen zijn of de patiënt in gevaar zou kunnen brengen
tijdens de studie of de studiedoelstellingen in de weg zou kunnen staan., 14)
Ernstige nadelige reacties op middelen die het CZS stimuleren in het verleden.,
15) Bekende overgevoeligheid voor de geteste behandeling, inclusief de werkzame
stof en de hulpstoffen., 16) Het onvermogen om de dagelijkse activiteiten
veilig voort te zetten, zonder het gebruik van een behandeling tegen EDS., 17)
Elke patiënt die congenitale galactosemie, glucose-galactosemalabsorptie of
lactasedeficiëntie vertoont, wegens de aanwezigheid van lactose in
experimentele behandelingen., 18) Patiënten die deelnemen aan een andere studie
of in een follow-upperiode voor een andere studie zitten., 19) Kan niet
gecontacteerd worden in noodgevallen.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
metc-ldd@lumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2013-001506-29-NL |
CCMO | NL58537.058.16 |