Een gerandomiseerd onderzoek naar de effecten van de magie-interventie bij kinderen die een hartkatheterisatie met ablatie behandeling krijgen.

Medische procedures en ziekenhuisopnames gaan vaak gepaard met negatieve
verwachtingen en worden door kinderen en hun families als stressvol ervaren.
Kinderen zijn in het bijzonder gevoelig voor het ervaren van distress, omdat ze
vaak over onvoldoende copingsvaardigheden beschikken om met de situatie om te
gaan, wat ze sterk afhankelijk maakt van anderen. Negatieve verwachtingen en
ervaren distress die ervaren worden op jonge leeftijd kunnen leiden tot
verschillende korte- en langetermijneffecten, zoals niet-coöperatief gedrag en
het uitstellen van toekomstige behandelingen. Er wordt steeds meer aandacht
besteed aan niet-farmacologische interventies om optimaal procedureel comfort
te verwezelijken, deze interventies hebben echter hun beperkingen en richten
zich niet expliciet op verwachtingen. Een onderbelichte maar veelbelovende
manier om negatieve verwachtingen te verlagen en ervaren distress te
verminderen is door middel van magie en illusies. In dit onderzoek achterhalen
we de effecten van een magie-interventie op het verminderen van
zelfgerapporteerde distress, het optimaliseren van verwachtingen en het
verbeteren van de ziekenhuiservaring bij kinderen die een hartkatheterisatie
met ablatie behandeling voor hun hartritmestoornis ondergaan.

Het primaire doel van dit onderzoek is om de effectiviteit van de
magie-interventie te achterhalen in het verminderen van zelfgerapporteerde
distress op de dag van de behandeling bij kinderen (7-18 jaar) die een
hartkatheterisatie met ablatie behandeling ondergaan.

Secundaire doelstellingen zijn het onderzoeken van de effecten van de
(anticipatie op de) magie-interventie: 1.) op de verwachtingen van het kind,
ziekenhuiservaring, behandelervaring, pijn, coöperatief gedrag en
misselijkheid. 2.) op het cortisolniveau van het kind de avond voor de
hartkatheterisatie, de avond na de hartkatheterisatie en de avond voor de
follow-up (drie maanden na de procedure). 3.) op de hoop, het gevoel van
controle, zelfvertrouwen en de veerkracht van het kind, en hoe zij drie maanden
na de hartkatheterisatie terugkijken op de medische procedure en hun verblijf
in het ziekenhuis, 4.) op zelfgerapporteerde angst van ouders/verzorgers op de
dag van de behandeling, en hoe zij drie maanden na de behandeling terugkijken
op de medische procedure en het verblijf in het ziekenhuis van hun kind.

De exploratieve doelstellingen zijn 1.) inzicht krijgen in de meningen en
ervaringen van kinderen en hun ouders met de magie-interventie om de
interventie te kunnen verbeteren , en 2.) de meningen van verschillende
pediatrische zorgverleners te achterhalen over de haalbaarheid en verwachte
effectiviteit van de magie-interventie in de pediatrische gezondheidszorg.

Er zal gebruik worden gemaakt van een gerandomiseerd gecontroleerd
between-within-subjects design met mixed-methods aanpak (d.w.z. verzameling van
kwantitatieve en kwalitatieve gegevens). Kinderen zullen willekeurig worden
toegewezen aan de magie-interventiegroep of aan de controlegroep die standaard
gepersonaliseerde zorg krijgt (1:1 ratio). Stratificatie zal plaatsvinden op
het type verdoving (algemeen vs. regionaal) dat gebruikt wordt tijdens de
hartkatheterisatie. Verschillende uitkomstmaten bij kinderen en ouders zullen
worden uitgevraagd op de tijdstippen: één week voor de procedure (T0), bij
aanvang van de preoperatieve screening (T1), aan het einde van de preoperatieve
screening (T2), bij ziekenhuisopname vlak voor de hartkatheterisatie (T3), na
de hartkatheterisatie vóór de magie-training (T4), na de magie-training (T5),
en bij drie maanden follow-up (T6). Kwalitatieve input over de
magie-interventie zal worden verzameld op T6 middels een interview bij
kinderen, gestratificeerd naar leeftijdsgroep. Input van de behandelend
kinderverpleegkundige over het deelnemende kind zal worden verzameld op T5, en
de algemene vragenlijst over de magie-interventie voor zorgprofessionals zal
tegen het einde van de inclusieperiode worden verzonden.

Op basis van de literatuur over placebo-effecten, magie en gezondheid is de magie-interventie ontwikkeld. Kinderen in de magie-interventiegroep ontvangen drie verwachtingsverhogende video's van illusionist Victor Mids met stapsgewijze instructievideo's, een doosje met de materialen voor 6 trucs, en een 15 minuten durende magie-training door een van de onderzoekers.

De studie is opgezet rondom de reguliere zorg voor kinderen die een
hartkatheterisatie behandeling ondergaan. Aangezien een follow-up drie maanden
na de behandeling deel uitmaakt van de reguliere zorg, zal de totale studieduur
voor beide groepen ca. 3,5 maand bedragen. De kinderen zullen op zeven
verschillende tijdstippen metingen doen. De tijdstippen T1-T5 (elk +/- 5
minuten), T6 (+/- 20 minuten), en het interview (+/- 20 minuten) zullen
plaatsvinden in het ziekenhuis. De eerste vragenlijst T0 (+/- 20 minuten) en de
vijf cortisoltesten (elk +/- 5 minuten) zullen thuis worden gedaan.

Kinderen in de interventiegroep ervaren mogelijk directe effecten van hun
deelname. Eerder onderzoek naar de toepassing van magie in de pediatrische
gezondheidszorg toont een angstreducerend effect, en deelnemers rapporteerde
het als een plezierige ervaring. Kinderen in de controlegroep hebben geen
rechtstreeks voordeel bij deelname aan de studie, maar dragen mogelijk bij aan
toekomstige verbeteringen van de pediatrische zorg. Na de laatste meting
ontvangen zij hetzelfde doosje met de materialen en toegang tot een online
platform met instructievideo's, zodat ze de goocheltrucs zelf kunnen uitvoeren.