Het vergelijken van de uitkomst van een klinische provocatie test en thuis introductie test voor koemelk bij kinderen met verdenking op een niet-IgE gemedieerde koemelk allergie. Wij willen onderzoeken of wij met beide testen even goed kunnen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Voedselintolerantiesyndromen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksvariabele is het aantal patiënten dat tolerant (negatieve
uitkomst van de test) en intolerant zijn (positive uitkomst van test) in beide
groepen. De uitkomst van de test wordt 1 week na het begin van de test
vastgesteld.
Secundaire uitkomstmaten
Secundair uitkomstvariabelen zijn:
-Percentage van deelnemers met regelmatige blootstelling aan leeftijdsadequate
hoeveelheid koemelk.
Vastgesteld 6 weken na het einde van de test.
-Percentage en type gerapporteerde symptomen.
De symptomen worden vastgesteld 6 weken na het verrichten van de test en
geclassificeerd volgens gedefinieerde criteria
-Aantal consulten (fysiek, telefonisch en correspondentie via email)
Vastgesteld 6 weken na verrichten van de test.
Achtergrond van het onderzoek
Koemelkallergie is de meest voorkomende voedselallergie bij zuigelingen.
Koemelkallergie kan worden onderscheiden in IgE en niet-IgE gemedieerde
allergie. In geval van een IgE-gemedieerde allergie treden symptomen op <2 uur
na blootstelling en zijn potentieel levensgevaarlijk. Indien patienten niet
zijn gesensibiliseerd (geen antistoffen aantoonbaar in het bloed of negatieve
huidpriktest) dan is er meestal sprake van symptomen van het maagdarmkanaal en
de huid. Deze symptomen zijn meestal mild en treden op tot wel 48 uur na
inname. De gouden standaard om een koemelkallergie vast te stellen is het
verrichten van een dubbelblinde provocatie test. Het vaststellen van de
uitkomst van deze test is regelmatig lastig vanwege de subacute klachten die
pas optreden in de thuissituatie. Bovendien zijn de symptomen meestal mild
waardoor introductie van melk onder medische supervisie vaak overbodig is. Tot
op heden is er een geen gevalideerde diagnostische test om de diagnose niet IgE
gemedieerde koemelkallergie te stellen waardoor de diagnose potentieel ten
onrechte wordt gesteld vanwege de overlap van symptomen met andere veel
voorkomende aandoeningen bij zuigelingen.
Doel van het onderzoek
Het vergelijken van de uitkomst van een klinische provocatie test en thuis
introductie test voor koemelk bij kinderen met verdenking op een niet-IgE
gemedieerde koemelk allergie. Wij willen onderzoeken of wij met beide testen
even goed kunnen vaststellen of er sprake is van tolerantie voor melk en of de
mate van regelmatige blootstelling aan melk vervolgens vergelijkbaar is.
Onderzoeksopzet
Patiënten met verdenking op een niet IgE gemedieerde koemelkallergie worden
gerandomiseerd om melk klinisch te introduceren middels een dubbelblinde
provocatietest of thuis koemelk te introduceren volgens een gestandaardiseerd
schema.
De uitkomst van beide methoden wordt gebaseerd op vooraf gedefinieerde
criteria.
Aan de ouders van patiënten met een negatieve uitkomst van de test (=tolerant
voor melk) wordt aanbevolen om koemelk te introduceren in het dagelijkse dieet
van hun kind. Indien de uitkomst positief is (=intolerantie voor melk) wordt
geadviseerd om melkprodukten stapsgewijs te introduceren volgens de zogenaamde
"melkladder". Tijdens de follow-up bezoeken wordt geëvalueerd of dagelijkse
blootstelling aan een leeftijdsadequate hoeveelheid melk bij het kind succesvol
is. Indien nodig worden ouders gemotiveerd om de blootstelling aan melk te
continueren en/of wordt het schema van de "melkladder" aangepast . Het aantal
follow-up bezoeken zal worden geregistreerd voor beide groepen.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Een verkorte dubbelblinde provocatietest of thuis introductie van koemelk
Inschatting van belasting en risico
De meeste voedselallergieen presenteren zich op jonge leeftijd omdat de meeste
produkten dan worden geintroduceerd. Dit geldt met name voor koemelk. In een
klein percentage van IgE gemedieerde koemelkallergie treden ernstige symptomen.
Bij niet-IgE gemedieerde koemelkallergie is meestal sprake van subacute en
milde symptomen. De kans op een ernstige reactie is verwaarloosbaar indien een
food protein induced enterocolitis syndroom is uitgesloten. Bovendien worden de
meeste zuigelingen met een niet-IgE gemedieerde koemelkallergie tolerant voor
koemelk op de leeftijd van 1 jaar. Ons doel is om het diagnostische traject te
optimaliseren om onnodige eliminatie van koemelk te voorkomen. Omdat zowel de
dubbelblinde provocatietest als de thuis introductie reeds in de dagelijkse
praktijk worden uitgevoerd in ons allergie centrum is er geen additioneel
risico voor de deelnemers. De doseerschema's voor beide introductiemethoden
zijn aangepast maar de totale hoeveelheid melkeiwit is conform de geadviseerde
dosis in de (inter)nationale richtlijnen.
Publiek
van Swietenplein 1
Groningen 9728 NT
NL
Wetenschappelijk
van Swietenplein 1
Groningen 9728 NT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
-leeftijd 0 tot 18 maanden
-verdenking op een koemelkallergie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
-leeftijd > 18 maanden
-Gesensibiliseerd voor koemelk (huidpriktest voor melk >3 mm of specifiek IgE
voo melk >0.35 kU/l
-Anamnestisch acute ernstige symptomen of matige-ernstige IgE gemedieerde
symptomen na blootstelling aan koemelk (zie appendix tabel A1)
-Anamnestisch symptomen na blootstelling aan koemelk die voldoen aan de FPIES
criteria (zie tabel 2)
-Patient gebrukt beta blokker en/of prednison
-Patient heeft respiratoire symptomen die onvoldoende onder controle zijn of
ernstig eczeem of een chronische aandoening waarbij de behandelend arts
aangeeft dat de patient niet kan deelnemen aan deze studie
-Ouders kunnen onvoldoende adequaat aangeven welke symptomen hun kind heeft
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT05785299 |
CCMO | NL83741.000.23 |