Het primaire doel van de UPLAN-I studie is om de haalbaarheid van directe resectie van groot-volume en/of caviterende longtumoren (inclusief een hilaire en/of mediastinale lymfeklier dissectie wanneer dat mogelijk geacht wordt door de behandelend…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Luchtwegneoplasmata
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Haalbaarheid, aantoonbaar gemaakt met de totale hoeveelheid patiënten die het
voorgeschreven behandelprotocol afronden (directe resectie + cCRT)
Secundaire uitkomstmaten
- Veiligheid (volgens CTCAE versie 5.0)
- Complicaties (volgens de gestandaardiseerde Clavie-Dindo classification of
surgical complications) zullen worden geregistreerd
Achtergrond van het onderzoek
Stadium III niet kleincellige longkanker (NSCLC) omvat een heterogene groep
patie*nten, resulterend in variabele prognoses per persoon afhankelijk van de
locatie en omvang van de primaire tumor en de mate waarin de lymfeklieren
betrokken zijn. Voor resectabel stadium III NSCLC is inductie chemotherapie,
radiotherapie of chemoradiotherapie (CRT), gevolgd door een chirurgische
resectie aantoonbaar effectief om de overlevingsduur in een selectie van
patie*nten te verlengen, wanneer deze behandeling vergeleken wordt met alleen
een resectie. De recente introductie van immuuntherapie met checkpointremmers
(ICIs) als inductietherapie, laat veelbelovende eerste resultaten zien en toont
een acceptabel veiligheidsprofiel in patie*nten met resectabel vroeg-stadium of
lokaal geavanceerde NSCLC. Uitkomsten van totale overleving moeten echter nog
gepubliceerd worden. Tot recent was de aanbeveling in de richtlijn wat betreft
irresectabel stadium III NSCLC (e.g. multilevel of bulky N2, of aanwezigheid
van N3 lymfeklier metastasen) om te behandelen met concurrente (c)CRT.
Recentelijk is daar met succes ICI (durvalumab) aan toegevoegd wegens
aantoonbaar verbeterde progressievrije overleving (PFS) en totale overleving
(OS), waardoor deze toevoeging inmiddels binnen de standaardbehandeling van
deze tumoren valt. Resectabiliteit is derhalve van invloed op de aangewezen
behandelstrategie, ondanks dat de definitie van resectabiliteit nog een punt
van discussie is en varieert tussen chirurgen en multidisciplinaire teams. De
rol van chirurgie binnen deze patie*ntengroep blijft hierin dus onduidelijk.
Vergeleken met kleine tumoren worden groot-volume (>700cc) en/of caviterende
longtumoren frequent niet effectief behandeld middels CRT, wat resulteert in
een verhoogde kans op lokale terugkeer van de ziekte. Bijkomend kan de
kwaliteit van leven significant reduceren na toediening van CRT wegens
extensief en geprolongeerd hoesten. Cardiotoxiciteit kan problemen veroorzaken
en longfunctie wordt mogelijk verminderd na CRT, met name in het geval van een
centraal gelokaliseerde tumor. Daarnaast kan necrose en cavitatie van de tumor
infectieuze complicaties en/of bloedingen veroorzaken, inclusief fatale
pulmonale bloedingen. Het wordt gesuggereerd dat directe resectie van de
groot-volume tumor, met postoperatieve CRT (gericht op de mediastinale
lymfeklier metastasen), mogelijk een effectieve behandelstrategie vormt voor
patie*nten met een potentieel resectabele tumor, onder meer wegens het
eventueel voorkomen van complicaties ten gevolge van cavitaties in de tumor.
Verder is reeds aangetoond dat in een selecte groep patie*nten met stadium IIIB
NSCLC, chirurgische resectie als onderdeel van een multimodaal behandelplan
mogelijk geassocieerd is met een verbeterde OS. Gezien het feit dat
(chemo)immunotherapie, of targeted therapy in geval van een driver mutatie, de
potentie heeft om systemische ziekte onder controle te krijgen, stijgt het
belang van lokale controle over de primaire longtumor. Directe resectie van de
groot-volume tumor is in overweging te nemen om deze lokale controle te
verkrijgen. Daarbij is CRT op de primaire tumor in de long binnen deze
behandelstrategie niet langer nodig, waarmee de potentieel levensbedreigende
bijwerkingen van deze behandeling voorkomen kunnen worden.
Doel van het onderzoek
Het primaire doel van de UPLAN-I studie is om de haalbaarheid van directe
resectie van groot-volume en/of caviterende longtumoren (inclusief een hilaire
en/of mediastinale lymfeklier dissectie wanneer dat mogelijk geacht wordt door
de behandelend chirurg), gevolgd door concurrente CRT. Het behandelprotocol
wordt als haalbaar gezien wanneer ten minste 15 van de 20 patie*nten (75%) de
cCRT zonder vertraging (van >10 weken na de MDO) kunnen doorlopen. Secundaire
doelen zijn het vaststellen van de veiligheid en het registreren van het
voorkomen van complicaties. Wanneer haalbaarheid en veiligheid in deze trial
zijn vastgesteld zal de UPLAN-II trial opgezet worden. Hierin zal de rol van
directe resectie bij het voorkomen van infectieuze problemen, verbeteren van de
kwaliteit van leven, verminderen van lokale terugkeer van ziekte en verbeteren
van de totale overleving onderzocht worden.
Onderzoeksopzet
Multicenter, open label, interventie, haalbaarheid & veiligheid studie
Onderzoeksproduct en/of interventie
Directe resectie van de longtumor
Inschatting van belasting en risico
Een risico behorend bij de directe of upfront resectie (studiegroep) betreft de
kans op per- en postoperatieve complicaties. Deze mogelijke complicaties
bestaan o.a. uit nabloedingen, wondinfecties, longinfecties,
hartritmestoornissen of trombose. Daarnaast bestaat er een risico op uitstel
van de cCRT (en eventueel aanvullende systeemtherapie), wegens noodzakelijk
herstel van de operatie en eventuele bijkomende complicaties. Zie ook het
eerder gegeven antwoord bij E12. Aangezien de resectie voorafgaat aan de start
van cCRT en deze gepaard kan gaan met mogelijke complicaties, behoort
noodzakelijk uitstel van cCRT tot de mogelijkheden. Het is de intentie binnen
deze studie om binnen 4-6 weken na resectie met cCRT te starten. Het risico op
vertraging van cCRT is potentieel acceptabel wanneer in ogenschouw genomen
wordt dat een directe resectie mogelijk voordelig is voor patiënten met een
groot volume en/of caviterende longtumor (NSCLC stadium IIIB/IIIC). Eén van de
redenen voor deze strategie is het voorkomen van necrose en infectie van de
volumineuze longtumor na behandeling middels chemoradiotherapie. Bovendien is
het waarschijnlijk dat de noodzakelijke bestralingsdosis op de tumor en
uitzaaiingen naar de lymfeklieren, doordat de grote longtumor verwijderd is,
kleiner zal zijn, hetgeen gunstig is.
Potentiële voordelen omvatten een verkleining van de kans op, doorgaans
moeilijk te behandelen, infectieuze complicaties of bloedingen ontstaan door
behandeling (middels chemoradiotherapie) van de grote en/of caviterende
longtumor, een verbeterde lokale controle, en een verbeterde kwaliteit van
leven, wegens een verkleining van het bestralingsvolume na resectie van de
primaire longtumor.
Publiek
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- Histologisch bevestigde NSCLC
- cT3-4N2 tumoren met cavitatie van de primaire tumor en/of multilevel of bulky
N2
- cT3-4N3 tumoren
- Mannen of vrouwen van 18 jaar of ouder
- De patiënt moet een Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG)/WHO performance
status van 0 of 1 hebben
- Voor de start van behandeling wordt een PET/CT scan (van de thorax) en een
MRI (of CT scan) van de hersenen gezien als standaardbehandeling. Beide
onderzoeken dienen dus te worden uitgevoerd
- Pathologisch bewezen NSCLC, gestageerd volgens de 8ste editie van de AJCC
staging handleiding, met een klinische indicatie voor concurrente
chemoradiotherapie (volgens de huidige richtlijnen)
- Patiënten moeten in staat zijn om concurrente of sequentiële
chemoradiotherapie te ontvangen
- Patiënten moeten operabel zijn ter discretie van de behandelend longarts,
chirurg en anesthesioloog, gebaseerd op longfunctie testen en performance scores
- EGFR/ALK mutaties en nooit-rokers mogen geïncludeerd worden in het onderzoek
aangezien de eindpunten worden bereikt na afronding van de chemoradiotherapie,
en voor de start van adjuvante systeemtherapie
- Pathologisch bewezen N2 of N3 lymfeklier metastasering, of een hoog vermoeden
van aanwezigheid van N2- of N3-lymfekliermetastasen, gebaseerd op diagnostisch
onderzoek en het deskundigen oordeel geformuleerd in een multidisciplinair
teamoverleg. Wanneer de patiënt in aanmerking komt voor inclusie zonder
pathologisch bewezen N2- of N3-lymfekliermetastasen, moet tijdens het
multidisciplinaire teamoverleg worden besloten dat CRT en adjuvante systemische
behandeling het optimale behandelplan voor die patiënt is.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- Pneumonectomie noodzakelijk geacht (door de behandelend chirurg) om een
volledige resectie (R0) te realiseren
- Sulcus superior tumor met invasie van de thoracale wand
- cT3-4 gebaseerd op satelliet nodus/laesie in de ipsilaterale long
- Patiënten met een locoregionale terugkeer of een secundaire primaire kanker
- Patienten met Small cell lung cancer of een pulmonary carcinoid tumor
- Patiënten die zwanger zijn of borstvoeding geven
- Irresectabele primaire long tumor voor de start van behandeling. Wanneer
resectabiliteit twijfelachtig is gebaseerd op de uitgevoerde diagnostische
onderzoeken moet een van de andere participerende centra geconsulteerd worden
betreffende de resectabiliteit van deze tumor voordat de patiënt geïncludeerd
kan worden. Als tijdens de operatie irresectabiliteit wordt vastgesteld, wordt
de behandeling met betrekking tot de haalbaarheid als mislukt beschouwd.
- Patiënten die eerdere behandeling met een hoge dosis radiotherapeutische
bestraling hebben gehad in een gebied dat significant overlapt met de huidige
PTV.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL81135.041.22 |