Synopsis, pagina 4-5DOELSTELLINGEN:De primaire doelstelling van dit onderzoek is het beoordelen van het effect van obicetrapib op het LDL C-gehalte op dag 84.De secundaire doelstellingen van dit onderzoek zijn onder andere:• het beoordelen van het…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Arteriosclerose, stenose, vaatinsufficiëntie en necrose
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Synopsis, pagina 10-11
Het primaire eindpunt voor de werkzaamheid is de procentuele verandering in
nuchter LDL C van baseline tot dag 84 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep.
Secundaire uitkomstmaten
De secundaire eindpunten voor werkzaamheid zijn onder andere:
• procentuele verandering in LDL-C van baseline tot dag 180 en 165 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in ApoB van baseline tot dag 84, 180 en 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in non HDL C van baseline tot dag 84, 180 en 365 in
de obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in HDL C van baseline tot dag 84, 180 en 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in Lp(a) en ApoA1 van baseline tot dag 84 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in TC van baseline tot dag 84, 180 en 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep; en
• procentuele verandering in TG van baseline tot dag 84, 180 en 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep.
De verkennende eindpunten voor werkzaamheid zijn onder andere:
• percentage van deelnemers dat op dag 84, 180 en 365 een LDL C heeft bereikt
van < 70 mg/dl (<1,8 mmol/L) in de obicetrapibgroep vergeleken met de
placebogroep;
• percentage van deelnemers dat op dag 84, 180 en 365 een LDL C heeft bereikt
van < 55 mg/dl (<1,4 mmol/L) in de obicetrapibgroep vergeleken met de
placebogroep;
• percentage van deelnemers dat op dag 84, 180 en 365 een LDL C heeft bereikt
van < 40 mg/dl (<1,0 mmol/L) in de obicetrapibgroep vergeleken met de
placebogroep;
• procentuele verandering in Lp(a) en ApoA1 van baseline tot dag 84 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in HbA1c van baseline tot dag 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in HOMA IR van baseline tot dag 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• procentuele verandering in bloedglucose van baseline tot dag 365 in de
obicetrapibgroep vergeleken met de placebogroep;
• dalspiegels van obicetrapib van baseline tot dag 365 in de obicetrapibgroep;
• de tijd van randomisatie tot het eerste bevestigde optreden van overlijden
aan een samengestelde oorzaak of aan CV, niet-fataal MI, niet-fatale beroerte
of niet-electieve coronaire revascularisatie;
• de tijd van randomisatie tot het eerste bevestigde optreden van overlijden
aan een samengestelde oorzaak of aan CV, niet-fataal MI, of niet-fatale
beroerte; en
• de tijd van randomisatie tot de eerste bevestigde ziekenhuisopname voor
instabiele angina pectoris en/of pijn op de borst, ziekenhuisopname voor HF en
TIA.
Achtergrond van het onderzoek
Bij atherosclerotische cardiovasculaire ziekte (ASCVD) hopen vetten,
cholesterol en andere stoffen zich op in en bij de wanden van slagaders
(bloedvaten).
Een hoge concentratie lagedichtheidlipoproteïne-cholesterol (LDL-C) is een
grote risicofactor voor de ontwikkeling van hart- en vaatziekten. Het is
aangetoond dat het verlagen van de concentratie LDL-C het risico op overlijden,
een hartaanval en andere belangrijke hart- en vaatproblemen (cardiovasculaire
voorvallen) verkleint.
De concentratie LDL-C in uw bloed blijft hoog ondanks de maximale verdraagbare
dosis
medicatie die u momenteel gebruikt, of u kunt geen medicatie nemen om de
concentratie LDLC te verlagen omdat u geen statines of andere medicatie kunt
verdragen die de concentratie LDL-C verlagen, zoals
ezetimib (Zetia®) of PCSK9-remmers (Praluent® of Repatha®).
Mensen met een hoge concentratie LDL-C hebben vaak een lage concentratie HDL-C
(hogedichtheidlipoproteïne-cholesterol, het 'goede' cholesterol) in hun bloed.
CETP (cholesterylestertransferproteïne) is een eiwit in het bloed dat de
concentratie HDL-C kan verlagen en de concentratie LDL-C kan verhogen.
Het onderzoeksmiddel obicetrapib is ontworpen om het CETP-eiwit te blokkeren,
wat zou moeten leiden tot een lagere concentratie LDL-C. Dit kan mogelijk
helpen bij het verlagen van het risico op cardiovasculaire voorvallen, alleen
moet dit nog aangetoond worden
Doel van het onderzoek
Synopsis, pagina 4-5
DOELSTELLINGEN:
De primaire doelstelling van dit onderzoek is het beoordelen van het effect van
obicetrapib op het LDL C-gehalte op dag 84.
De secundaire doelstellingen van dit onderzoek zijn onder andere:
• het beoordelen van het effect van obicetrapib op LDL-C gehalte op dag 180 en
365;
• het beoordelen van het effect van obicetrapib op apolipoproteïne B (ApoB),
niet hogedichtheidlipoproteïne cholesterol (non HDLC),
hogedichtheidlipoproteïne cholesterol (HDL C), totaal cholesterol (TC) en
triglyceriden (TG) op dag 84, 180 en 365;
• het beoordelen van het effect van obicetrapib op lipoproteïne (a) (Lp[a]) en
apolipoproteïne A1 (ApoA1) op dag 84; en
•het beoordelen van het veiligheids- en verdraagbaarheidsprofiel van
obicetrapib in een representatieve populatie van volwassen mannen en vrouwen
met HeFH en/of ASCVD van alle leeftijden, beoordeeld volgens nadelige effecten
(AE's), bijwerkingen van bijzonder belang (ESI's), vitale functies (waaronder
bloeddruk), metingen van elektrocardiogram (ECG) en klinische
laboratoriumwaarden.
De verkennende doelstellingen van dit onderzoek zijn onder andere:
• het beoordelen van het effect van obicetrapib op het volgende:
o het percentage deelnemers dat op dag 84, 180 en 365 een vooraf omschreven LDL
C gehalte bereikt;
o biomarkers, waaronder geglycocyleerd hemoglobine (HbA1c), homeostatische
modelbeoordeling van insulineresistentie (HOMA-IR) en bloedglucose op dag 365.
• het beoordelen van het effect van dalspeigels van obicetrapib vanaf baseline
tot dag 365 in de obicetrapib groep;
• het beoordelen van het effect van obicetrapib op CV sterfte, niet-fataal
myocardinfarct (MI), niet-fatale beroerte of niet-electieve coronaire
revascularisatie; en
• het beoordelen van het effect van obicetrapib op ziekenhuisopneme voor
onstabiele angina en/of pijn op de borst, ziekenhuisopname voor HF en TIA.
Onderzoeksopzet
Synopsis, pagina 5
Het onderzoek is een placebogecontroleerd, dubbelblind, gerandomiseerd fase 3
onderzoek in meerdere centra met ongeveer 2400 deelnemers met onderliggende
HeFH en/of een voorgeschiedenis van vastgestelde ASCVD die niet toereikend
onder controle is met de lipidemodificerende therapie die ze gebruiken, voor
het beoordelen van de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid van
obicetrapib. Voorafgaand aan de start van enige onderzoeksspecifieke procedures
wordt geïnformeerde toestemming verkregen.
Ongeveer 2400 geschikte deelnemers worden gerandomiseerd in een verhouding 2:1
naar respectievelijk de volgende behandelgroepen:
• obicetrapibgroep: eenmaal per dag 1 tablet obicetrapib van 10 mg; of
• placebogroep: eenmaal per dag 1 tablet placebo.
Toewijzing van de behandeling wordt gestratificeerd op basis van CV risico
(HeFH of niet-HeFH) en statinedosering bij baseline (HIS of non-HIS). Ten
minste 70% van de deelnemers die worden ingeschreven in dit onderzoek moet
worden behandeld met HIS. Deelnemers met onderliggende HeFH maar zonder
vastgestelde ASCVD zullen maximaal 20% vormen van het totale aantal deelnemers
dat wordt ingeschreven in het onderzoek. Vanaf dag 1 tot aan dag 365 zal elke
deelnemer het aan hen toegewezen onderzoeksmiddel elke dag zelf innemen.
Tijdens de behandelperiode komen deelnemers naar het onderzoekscentrum voor
beoordelingen van de werkzaamheid en veiligheid. Bloedmonsters voor PK
beoordeling zullen worden verzameld bij specifieke bezoeken tijdens het
onderzoek. Vijfendertig dagen na de laatste dosis onderzoeksmiddel van de
deelnemer vindt in het onderzoekscentrum een bezoek Einde Onderzoek plaats,
waarbij een beoordeling plaatsvindt van vitale functies, gelijktijdige
medicatie, CV voorvallen en AE's waarna dit wordt vastgelegd in het dossier van
de patiënt.
Het onderzoek wordt beheerd door een Stuurcommissie. Een Toezichtscomissie voor
de veiligheid van gegevens (DSMB) zorgt voor onafhankelijk toezicht op de
veiligheid van deelnemers. Een onafhankelijke commissie voor klinische
voorvallen (CEC) zal alle voorvallen van overlijden en alle mogelijke of
vermoede CV voorvallen beoordelen.
Een subset van ongeveer 200 deelnemers van geselecteerde onderzoekscentra die
ermee instemmen om deel te nemen, zal worden ingeschreven in een ambulante
bloeddrukmonitoring (ABPM)-deelonderzoek. Deze deelnemers zullen een 24-uurs
ABPM-beoordeling ondergaan bij screening (bezoek 1) en bezoek 6 (dag 270). Om
deel te nemen aan het deelonderzoek moeten deelnemers schriftelijke
geïnformeerde toestemming geven in een geïnformeerde toestemmingsformulier
(ICF) specifiek voor het deelonderzoek, en moeten ze een acceptabele 24-uurs
ABPM-gegevensverzameling kunnen bieden bij screening (bezoek 1). Aanvullende
details rond dit deelonderzoek, waaronder de definitie van een acceptabele
24-uurs AMPB-gegevensverzameling, zijn opgenomen in een aparte
studiehandleiding.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Synopsis, pagina 10 De volgende onderzoeksmiddelen worden in dit onderzoek gebruikt: • tablet met 10 mg obicetrapib; of • tablet met placebo. Alle onderzoeksmiddelen worden door de patiënt oraal ingenomen, eenmaal daags op ongeveer dezelfde tijd van bezoek 2 (dag 1) tot en met het bezoek Einde Onderzoek (dag 365). Het onderzoeksmiddel moet worden ingenomen met water en kan met of zonder voedsel ingenomen worden.
Inschatting van belasting en risico
Synopsis, pagina 11
De eindpunten voor de veiligheid zijn onder andere:
• veiligheids- en verdraagbaarheidsprofiel van obicetrapib beoordeeld aan de
hand van AE's, ESI's, vitale functies (waaronder bloeddruk zoals beoordeeld
door bloeddrukmetingen op kantoor), ECG's en klinische laboratoriumwaarden; en
• beoordelingen van ABPM gemeten op baseline en
Alle mogelijke of vermoede CV voorvallen worden doorgenomen en beoordeeld door
een CEC en gemeld op het juiste eCRF voor klinische eindpunten. CV voorvallen
zijn daarom uitgesloten van de definitie van AE's en ernstige AE's (SAE's) in
dit onderzoek en zijn uitgezonderd van de rapportagevereisten van AE's en
SAE's. Desondanks zal alle informatie die normaal gesproken wordt verzameld
voor AE's ook worden verzameld voor alle mogelijke of vermoede voorvallen die
door de CEC zijn beoordeeld als CV voorval. Deze voorvallen worden nauwgezet
gevolgd door de onafhankelijke DSMB.
Publiek
Gooimeer 2-35
Naarden 1411 DC
NL
Wetenschappelijk
Gooimeer 2-35
Naarden 1411 DC
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Bereid en in staat zijn om schriftelijke geïnformeerde toestemming te geven
voorafgaand aan de start van enige onderzoeksgerelateerde procedures en bereid
zijn om zich te houden aan alle vereiste onderzoeksprocedures;
2. Mannelijke of vrouwelijke deelnemers zijn > 18 jaar;
Vrouwelijke deelnemers mogen worden ingeschreven als ze voldoen aan alle 3 van
de volgende criteria:
- ze zijn niet zwanger;
- ze geven geen borstvoeding; en
- ze zijn niet van plan zwanger te worden tijdens het onderzoek.
Vrouwen die kinderen kunnen krijgen moeten bij de screening een negatieve
urinezwangerschapstest hebben;
3. Onderliggende HeFH en/of voorgeschiedenis van vastgestelde ASCVD hebben;
- Coronaire hartziekte:
- Cerebrovasculaire ziekte:
- Perifeer arterieel vaatlijden:
4. Maximaal verdragen lipidemodificerende therapie krijgen als aanvulling op
een lipidenverlagend dieet en andere aanpassingen aan de levensstijl,
gedefinieerd als:
- een maximaal verdragen stabiele dosis statine;
- ezetimib ten minste 8 weken met of zonder maximaal verdragen statine
voorgaand aan screening (bezoek 1);
- bempedoïnezuur ten minste 8 weken in combinatie met maximaal
verdragen statine voorgaand aan screening (bezoek 1); en/of
- behandeling met een PCSK remmer (proprotein convertase
subtilisin/kexin type 9) van ten minste 4 stabiele doses voorafgaan aan
screening (bezoek 1);
Opmerking: Ten minste 70% van de deelnemers die worden ingeschreven in dit
onderzoek moet worden behandeld met HIS. Documentatie in het eCRF van de reden
waarom een deelnemer niet in staat is HISs te nemen is vereist. HIS omvat onder
andere de volgende:
- 40 en 80 mg atorvastatine; en
- 20 en 40 mg rosuvastatine.
5. Een nuchter LDL-C-serum bij screening (bezoek 1) hebben:
- Een nuchter LDL-C in serum hebben van >=55 mg/dL (>=1,4 mmol/L) en <100 mg/dL
(<2,6 mmol/L) OF niet-HDL-C van >=85 mg/dL (>=2,2 mmol/L) en <130 mg/dL (<3,4
mmol/L) met ten minste 1 van de volgende risicofactoren:
- recent MI (> 3 en < 12 maanden voorafgaand aan randomisatie [bezoek 2]);
- diabetes mellitus type 2;
- huidig dagelijks roken van sigaretten;
- leeftijd >60 jaar;
- hooggevoelig C-reactief proteïne >=2,0 mg/L (>=19,0 nmol/L) bij screening
(bezoek 1) of binnen 6 maanden voorafgaand aan screening (bezoek 1);
- nuchtere TG > 150 mg/dl (> 1,7 mmol/l);
- nuchter Lp(a) > 30 mg/dl (> 70 nmol/l); en/of
- nuchtere HDL C > 40 mg/dl (< 1,0 mmol/l); OF
- nuchtere LDL-C >=100 mg/dL (>=2,6 mmol/L) OF niet-HDL-C >=130 mg/dL (>=3.4
mmol/L).
6. Een nuchtere TG van < 500 mg/dl (< 5,7 mmol/l) hebben bij screening (bezoek
1); en
7. Een geschatte glomerulaire filtratiesnelheid hebben van > 30 ml/min/1,73 m2
bij screening, berekend met de formule van de Chronic Kidney Disease
Epidemiology Collaboration
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Hartinsufficiëntie NYHA-klasse IV (New York Heart Association) of laatst
bekende linkerventrikel ejectiefractie van < 30% hebben;
2. Zijn opgenomen in het ziekenhuis voor hartfalen binnen 5 jaar voor screening
(bezoek 1).
3. Een van de volgende klinische voorvallen hebben gehad in de 3 maanden
voorafgaand aan screening (bezoek 1):
- niet-fataal MI;
- niet-fatale beroerte;
- niet-electieve coronaire revascularisatie;
- ziekenhuisopname voor instabiele angina pectoris en/of pijn op de
borst; en/of
4. Ernstige hypertensie hebben die niet onder controle is, gedefinieerd als
systolische bloeddruk > 160 mmHg of diastolische bloeddruk >100 mmHg
voorafgaand aan randomisatie (bezoek 2), als gemiddelde van een drievoudige
meting. Tijdens hetzelfde bezoek is 1 drievoudige hertest toegestaan. De
patiënt kan worden gerandomiseerd als het resultaat van de hertest niet langer
excluderend is;
5. Een formele diagnose hebben van homozygote familiaire hypercholesterolemie;
6. Actieve leverziekte hebben, gedefinieerd als elke bekende huidige
infectieuze, neoplastische of metabole pathologie van de lever; onverklaarde
verhogingen in alanine-aminotransferase (ALAT) of aspartaataminotransferase
(ASAT) > 3 x bovengrens van normaal (ULN); of totaal bilirubine > 2 x ULN bij
screening (bezoek 1);
7. Een HbA1c hebben van >=10.0% (>=0,100 hemoglobinefractie) of nuchtere glucose
van >=270 mg/dL (>=15,0 mmol/L) bij screening (bezoek 1);
8. Thyroïd-stimulerend hormoon hebben van > 1,5 x ULN bij screening (bezoek 1);
9. Creatininekinase hebben van > 3 x ULN bij screening (bezoek 1);
10. Een voorgeschiedenis hebben van een maligniteit waarvoor een operatie
(uitgezonderd lokale en brede lokale excisie), bestralingsbehandeling en/of
systemische therapie nodig was in de 3 jaar voorafgaand aan randomisatie
(bezoek 2);
11. Een bekende voorgeschiedenis hebben van alcohol- of drugsmisbruik in de 5
jaar voorafgaand aan randomisatie (bezoek 2);
12. Behandeling hebben ontvangen met andere onderzoeksproducten of
-hulpmiddelen in de 30 dagen voorafgaand aan screening (bezoek 1) of 5
halfwaardetijden van het eerdere onderzoeksproduct, al naar gelang wat het
langste is;
13. Gemfibrozil gebruikt of gemfibrozil heeft gebruikt binnen 30 dagen
voorafgaand aan screening (bezoek 1);
14. Van plan zijn om in de loop van het onderzoek andere onderzoeksproducten of
-hulpmiddelen te gaan gebruiken;
15. Deel hebben genomen aan een klinisch onderzoek voor het beoordelen van
obicetrapib;
16. Een bekende allergie of overgevoeligheid hebben voor het onderzoeksmiddel,
de placebo of een van de andere stoffen in het onderzoeksmiddel of de placebo;
of
17. Een aandoening hebben die volgens de onderzoeker de uitvoering van het
onderzoek kan verstoren, zoals onder andere de volgende:
o niet in staat zijn om te communiceren of mee te werken met de
onderzoeker;
o niet in staat zijn tot het begrijpen van de vereisten van het
protocol, instructies en beperkingen in het kader van het onderzoek, of de
aard, omvang en mogelijke consequenties van het onderzoek
(waaronder deelnemers van wie de medewerking twijfelachtig is
wegens drugsmisbruik of alcoholverslaving);
o zich waarschijnlijk niet zullen houden aan de vereisten van het
protocol, instructies en beperkingen in het kader van het onderzoek (bijv.
niet-coöperatieve houding, niet in staat om voor
vervolgbezoeken naar het centrum te komen, en onwaarschijnlijkheid
dat het onderzoek wordt afgerond);
o een medische of chirurgische aandoening hebben die volgens de
onderzoeker de veiligheid van de deelnemer of diens deelname aan het onderzoek
in gevaar zou kunnen brengen; of
o direct betrokken zijn bij de uitvoering van het onderzoek.
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-005065-40-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT05142722 |
CCMO | NL80107.100.22 |