Het doel van deze studie is het optimaliseren van de dosering van olanzapine om de werkzaamheid te vergroten en het risico op bijwerkingen te verminderen. Eerst maken we hiervoor een PK model. Een soortgelijk model hebben we al eerder met succes…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Eetstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten:
De primaire uitkomstmaat is de relatie tussen farmacokinetische parameters
tussen AN en non-AN patiënten.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire onderzoeksvariabelen/uitkomstmaten (indien van toepassing):
Secundair onderzoeken we de relatie tussen de farmacokinetische parameters,
extrapiramidale, metabole en cardiale parameters, sedatie en effectiviteit.
Achtergrond van het onderzoek
Anorexia nervosa (AN) is een ernstige psychische ziekte met één van de hoogste
sterftecijfers van alle psychiatrische stoornissen. Kenmerkend is een laag
lichaamsgewicht en verstoord lichaamsbeeld. In Nederland lijden ruim 5.600
patiënten aan AN. De incidentiecijfer ligt rond de 1.300 en dit cijfer stijgt.
Een groot deel daarvan zijn adolescente meisjes. De weg naar genezing is lang
en slechts de helft van de patiënten herstelt na 10 jaar.
Het medicijn olanzapine wordt in de behandeling van AN toegepast om irreële
angsten en obsessief gedachten te verminderen. Anorexia gaat als gevolg van
ondergewicht echter gepaard met lichamelijke veranderingen die invloed kunnen
hebben op hoe het lichaam met medicijnen omgaat (dit heet de farmacokinetiek,
PK). Zo hebben deze patiënten geen vetreserves, is de opname van stoffen in het
maagdarmstelsel veranderd. Het is daardoor aannemelijk dat de stofwisseling
van geneesmiddelen anders is dan bij jongeren zonder AN.
Dit betekent dat bij patiënten met AN voor een bepaalde dosis medicijn niet te
voorspellen is hoe hoog de echte blootstelling aan het medicijn is. De
blootstelling kan gemeten worden door de bloedconcentratie van het medicijn
(bloedspiegel) te bepalen. Onderzoek hiernaar voor olanzapine of andere
medicijnen bij AN patiënten ontbreekt. Behandelaren varen deels blind in de
bepaling van de juiste dosering en kiezen daardoor veelal voor (te) lage
doseringen. Dit leidt mogelijk tot onvoldoende effect van het medicijn, met een
slechtere beloop van de ziekte, een langere behandelduur, meer
ziekenhuisopnames en hogere zorgkosten tot gevolg. Anderzijds kan een te hoge
blootstelling als gevolg van een veranderde farmacokinetiek het risico op
bijwerkingen verhogen. Dit kan gaan om ernstige bewegingsstoornissen,
bijwerkingen op het gebied van de stofwisseling (waaronder suikerziekte) en
hartritmestoornissen. De combinatie van suikerziekte en anorexia verslechtert
de prognose: de 10-jaarsoverleving van deze groep is slechts 60%.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is het optimaliseren van de dosering van olanzapine om
de werkzaamheid te vergroten en het risico op bijwerkingen te verminderen.
Eerst maken we hiervoor een PK model. Een soortgelijk model hebben we al eerder
met succes opgesteld in de SPACe studie bij kinderen met autisme. Vervolgens
onderzoeken we het verband tussen de bloedspiegel, de werkzaamheid en de
bijwerkingen van olanzapine. Met dit onderzoek doen we kennis op over de
veranderingen in de opname en afbraak van geneesmiddelen bij patiënten met AN
en ondergewicht. Deze inzichten kunnen ook worden toegepast bij het doseren van
andere medicijnen in deze patiëntengroep. Wij verwachten dat we met de
onderzoeksresultaten cruciale kennishiaten kunnen beantwoorden en daarmee de
behandeling bij een bredere patiëntenpopulatie kunnen verbeteren, te denken aan
andere patiënten met ondergewicht, zoals bij cachexie en kinderen met kanker en
ondergewicht.
Onderzoeksopzet
Voor deze multi-center, cross-sectioneel onderzoek zullen wij 30 personen 12
tot 30 jaar met de diagnose AN en 30 personen zonder de diagnose AN, waarbij de
behandeling met olanzapine gestart is of gestart gaat worden, includeren.
1.) In deze groep zullen we op verschillende momenten de blootstelling van
olanzapine in het bloed meten. Met deze gegevens en overige eigenschappen
(zoals BMI, leeftijd, genotype etc.) maken we een populatie-PK-model.
2/ De relatie tussen de farmacokinetiek, werkzaamheid en bijwerkingen brengen
we in kaart met behulp een statistische methode (regressieanalyse).
Uitkomstmaten hierbij zijn de verbetering van de symptomen van eetstoornissen,
gemeten doormiddel van Eating Disorder Examination Questionnaire (EDE-Q),
verandering in de BMI en de bijwerkingen (bv. lipidenspectrum, elektrolyten,
extrapiramidale symptomen en het QTc-interval).
Inschatting van belasting en risico
De extra belasting van dit onderzoek betreft 3 vingerprikken en extra
vragenlijsten (de EDE-Q vragenlijst en bloedafname via venapunctie behoren tot
de standaardzorg).
Het betreft minimaal invasieve metingen met verwaarloosbare risico's die
resulteren in lage belasting voor de proefpersonen.
De vingerprik vormt de grootste belasting voor de patiënt, gezien dit mogelijk
even spannend en pijnlijk kan zijn.
Publiek
Dr. Molewaterplein 40
Rotterdam 3000CA
NL
Wetenschappelijk
Dr. Molewaterplein 40
Rotterdam 3000CA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
AN groep
• Leeftijd 12 tot 30 jaar
• Diagnose van anorexia nervosa volgens DSM-5-criteria
• Gedocumenteerde klinische indicatie voor behandeling met olanzapine
• Behandeling met olanzapine (huidige gebruikers en recente starters)
• Ondertekende geïnformeerde toestemming
Niet-AN-groep
• Leeftijd 12 tot 30 jaar
• Gedocumenteerde klinische indicatie voor behandeling met olanzapine
• Behandeling met olanzapine (huidige gebruikers en recente starters)
• Ondertekende geïnformeerde toestemming
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
AN groep
• Comedicatie: carbamazepine, lopinavir, rifampicine, ritonavir,
ciprofloxacine en fluvoxamine.
• Zwangerschap
• Congenitaal of verworven syndroom geassocieerd met veranderingen in
eetlust, lichaamsgewicht of lipidenprofiel (bijv. Prader Willi)
Niet-AN-groep:
• Diagnose volgens DSM-5-criteria voor anorexia nervosa
• Co-medicatie: carbamazepine, lopinavir, rifampicine, ritonavir,
ciprofloxacine en fluvoxamine.
• Zwangerschap
• Congenitaal of verworven syndroom geassocieerd met veranderingen in
eetlust, lichaamsgewicht of lipidenprofiel (bijv. Prader Willi)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL82751.078.23 |