Het doel van de huidige studie is na te gaan of stem- of capnometrie, alleen of in combinatie met andere (niet-invasieve) biomarkers, kan worden gebruikt om het overwegend emfyseem COPD-fenotype (>=25% emfyseem op HRCT) te detecteren.
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Bronchiale aandoeningen (excl. neoplasmata)
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Evaluatie of stem of capnometry afzonderlijk of in combinatie met andere
(non-invasieve) biomarkers gebruikt kan worden om emfyseem phenotype COPD vast
te stellen (>=25% emfyseem op HRCT scan). Uitkomstmaten hierbij zijn (1)
emfyseem kwantificatie (25% voxels onder -950HU op een HRCT scan), (2)
stemkarakteristieken (o.a. lettergrepen per ademhaling, zie protocol tabel 1),
(3) capnometry: end-tidal CO2, Slp2 en Slp3 en emfyseem severity index (FEF25,
FEF50, FEF75)
Secundaire uitkomstmaten
- evaluatie of het toevoegen van bloed biomarkers voor emfyseem (sRAGE) de
nauwkeurigheid van het predictiemodel verbetert op het classificeren van
emfyseem fenotype COPD (>=25% emfyseem op HRCT scan). Uitkomstmaten hierbij zijn
(1) emfyseem kwantificatie (25% voxels onder -950HU op een HRCT scan), (2)
stemkarakteristieken (o.a. lettergrepen per ademhaling, zie protocol tabel 1),
(3) capnometry: end-tidal CO2, Slp2 en Slp3 en emfyseem severity index (FEF25,
FEF50, FEF75) en (4) bloed (sRAGE)
- evaluatie welke long functie parameters de nauwkeurigheid van het
predictiemodel verbeteren op het classificeren van het emfyseem fenotype COPD.
Uitkomstmaten hierbij zijn (1) emfyseem kwantificatie (25% voxels onder -950HU
op een HRCT scan), (2) stemkarakteristieken (o.a. lettergrepen per ademhaling,
zie protocol tabel 1), (3) capnometry: end-tidal CO2, Slp2 en Slp3 en emfyseem
severity index (FEF25, FEF50, FEF75) en (4) bloed (sRAGE), (5) lung functie
(FEV1, FVC, FEV1/FVC, TLC, FRC, RV, FRC/TLC, RC/TLV, TLCO)
- evaluatie of specifieke kenmerken van spraak analyse geassocieerd zijn met
het percentage emfyseem op de HRCT scan. Eindpunten zijn: percentage voxels <
-950HU (continue maat 0-100%) en (2) stemkarakteristieken (zie procotol tabel
1).
- evaluatie of specifieke kenmerken van capnometry geassocieerd zijn met het
percentage emfyseem op de HRCT scan. Eindpunten zijn (1) percentage voxels <
-950HU (continue maat 0-100%) en (2) capnometry (end-tidal CO2, Slp2, Slp3)
Achtergrond van het onderzoek
Chronische obstructieve longziekte (COPD) bestaat uit twee hoofdfenotypen:
luchtwegdominante COPD en emfyseemdominante COPD. Er zijn nieuwe geneesmiddelen
in onderzoeksverband die specifiek gericht zijn op een van deze twee specifieke
fenotypen van COPD. Om de ontwikkeling van geneesmiddelen gericht op specifieke
COPD-fenotypen te ondersteunen, is het noodzakelijk een betrouwbaar onderscheid
te maken tussen deze twee COPD-fenotypen.
De standaard voor de diagnose van emfyseem is de hoge-resolutie
computertomografie (HRCT). Emfyseem wordt gekenmerkt door permanent vergrote
luchtruimten met vernietiging van alveolaire wanden die op de HR-CT-scan
zichtbaar zijn als focale gebieden met lage attenuatie, vaak zonder zichtbare
wanden. Hoewel veel onderzoeken tegenwoordig een CT-scan omvatten voor de
screening op emfyseem, stelt deze screening de deelnemers bloot aan straling.
Alternatieven voor HRCT-scanning zijn longfunctietests, waarvan
lichaamsplethysmografie het meest geschikt is om emfyseem op te sporen.
Statische hyperinflatie (hoge totale longcapaciteit en restvolume) zijn markers
voor emfyseem, maar niet gevoelig genoeg om emfyseem te voorspellen. Bovendien
vereist de techniek van het uitvoeren van plethysmografie een ervaren
longfunctielaboratorium en is het apparaat zelf niet draagbaar, hetgeen de
schaalbaarheid van deze screeningsmethoden belemmert. Ten derde zijn specifieke
bloedbiomarkers, zoals sRAGE, in verband gebracht met emfyseem, maar hun
diagnostische nauwkeurigheid is nog niet getest en daarvoor zou nog steeds
veneus bloed moeten worden afgenomen. Er zijn nieuwe, gebruiksvriendelijke en
bij voorkeur niet-invasieve manieren nodig om emfyseem op te sporen bij
patiënten met COPD.
Spraakanalyse zou een eerste van dergelijke nieuwe manier van diagnostiek
kunnen zijn. Dyspneu en hoesten zijn veel voorkomende symptomen bij
COPD-patiënten, en hebben waarschijnlijk invloed op de stemkenmerken van de
personen. Studies hebben aangetoond dat kenmerken van de stem kunnen worden
gebruikt om COPD te onderscheiden van gezonde controles, en dat veranderingen
in de stem worden geassocieerd met veranderingen in de symptomen bij COPD. Ook
emfyseem heeft specifieke spraakkarakteristieken wanneer de patiënt in een
bepaald tempo ademt, wat vermoedelijk dynamische hyperinflatie weerspiegelt.
Hoewel bepaalde spraakkarakteristieken worden geassocieerd met COPD, in het
bijzonder met emfyseem, is nog niet bekend of spraak kan worden gebruikt om
onderscheid te maken tussen de twee COPD-fenotypen.
Naast spraak zou tijdgebaseerde capnometrie een andere niet-invasieve, op de
ademhaling gebaseerde, diagnostische methode voor de opsporing van emfyseem
kunnen zijn. Capnometrie analyseert het patroon van kooldioxide (CO2) dat uit
de longen wordt geëlimineerd als functie van de tijd. Het produceert een curve,
het capnogram, die de totale hoeveelheid CO2 weergeeft die door de longen
tijdens elke ademhaling wordt geëlimineerd. Van kenmerken uit het capnogram,
zoals de helling van fase 2 (Slp2) en de helling van fase 3 (Slp3), is
aangetoond dat zij verband houden met luchtwegobstructie en nuttige informatie
kunnen verschaffen over de heterogene betrokkenheid van longstructuren bij
COPD.(9) Slp2 vertegenwoordigt de snelle toename van CO2 afkomstig van korte
wegen naar alveoli; het komt onmiddellijk na de verwijdering van de lucht uit
de dode ruimte. Slp3 is een belangrijk kenmerk van gasuitspoelingscurven en
bevat informatie over het gastransport in de alveolaire luchtwegen van de
longperiferie.(9) Bij volumetrische capnografie hebben emfyseempatiënten naar
verluidt een lagere ETCO2, Slp2, en Slp3 in vergelijking met COPD-patiënten met
overwegend luchtwegaandoeningen, en zouden dus nuttige biomarkers kunnen zijn
om de twee fenotypen te onderscheiden in tijdscapnografie.
Doel van het onderzoek
Het doel van de huidige studie is na te gaan of stem- of capnometrie, alleen of
in combinatie met andere (niet-invasieve) biomarkers, kan worden gebruikt om
het overwegend emfyseem COPD-fenotype (>=25% emfyseem op HRCT) te detecteren.
Onderzoeksopzet
Deze studie is een cross-sectionele, observationele studie in het MUMC+ .
Inschatting van belasting en risico
Aan deze studie nemen alleen volwassen patiënten met COPD deel die de
Nederlandse taal kunnen begrijpen, lezen en schrijven. De risico's en
ongemakken in verband met deze studie zijn minimaal en blijven beperkt tot de
tijdsinvestering in verband met de niet-invasieve onderzoeksmetingen. De
deelnemers aan het onderzoek zullen één venapunctie ondergaan die een klein
risico op een lokaal hematoom inhoudt, maar wordt beschouwd als een procedure
met een zeer laag risico. De 5-Sit-to-Stand test is een veilige procedure met
laag risico voor COPD-patiënten om lichaamsbeweging op te wekken en kan bij die
patiënten gepaard gaan met gevoelens van dyspneu, maar dit wordt over het
algemeen niet als onaangenaam beschouwd (bv. lage BORG-scores, gemiddeld < 4).
Het NTC-apparaat dat in deze studie zal worden gebruikt, is een draagbare,
handbediende capnometer (N-Tidal C Handset) waarmee de patiënten vrij kunnen
ademen zonder enige weerstand.
Publiek
P. Debyelaan 25
Maastricht 6202 AZ
NL
Wetenschappelijk
P. Debyelaan 25
Maastricht 6202 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
- volwassenen van 18 jaar of ouder
- respiratoire symptomen (kortademigheid, hoesten of slijm)
- Middels spirometrie vastgestelde niet volledig reversibele bronchusobstructie
(gedefnieerd als FEV1/FVC kleiner dan 0.7) en/of emfyseem op beeldvorming
- CT thorax verricht binnen 12 maanden voorafgaand aan start van de studie
- Nederlandse taal machtig in lezen en schrijven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
- exacerbatie COPD < 8 weken voor inclusie
- comorbiditeiten die spraak of ademhalingscoordinatie beinvloeden
(neuromusculaire ziekten, CVA)
- comorbiditeiten die de spraakkarakteristieken van kortademigheid beinvloeden
(ernstig hartfalen, interstitiele longziekten)
- comorbiditeiten die het respiratoire systeem aantasten, zoals (maar niet
uitsluitend) astma of taaislijmvliesziekte
- comorbiditeiten die de interpretatie van spraak (audio signalen) beinvloeden,
zoals de ziekte van Parkison, bulbaire palsy, of stembandparalyse
- onmogelijkheid om capnografiemetingen uit te kunnen voeren
- twijfel over de mogelijkheid dat de onderzoekspersoon kan voldoen aan de
protocolreglementen
- deelname aan een ander onderzoek met investigational products. Deelname aan
observationeel onderzoek is toegestaan.
- medische voorgeschiedenis van lobectomie of Endoscopische Long Volume
Reductie (ELVR)
- BMI > 40
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL83173.068.22 |