Hoofddoel:Het prospectief identificeren, tijdens de dagelijkse routine praktijk, van de impact van radiotherapie op extremiteiten, met betrekking tot de incidentie van (ernstige) ALAT- of ASAT-verhogingen bij STS-patiënten (alle gradaties, geen…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Skeletspierstelsel- en bindweefselneoplasmata
- Wekedelenneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De incidentie van ALAT- of ASAT-verhogingen (alle graden) bij STS-patiënten die
RT van de extremiteiten krijgen
Secundaire uitkomstmaten
De prevalentie van DNA schade in perifere bloed mononucleaire cellen.
Achtergrond van het onderzoek
Nieuw gediagnosticeerde niet-gemetastaseerde wekedelensarcomen (STS) worden
voornamelijk operatief behandeld. STS-chirurgie wordt vaak gecombineerd met
preoperatieve radiotherapie (RT) om lokale controlepercentages te verhogen. In
de PASART-trials werd pazopanib toegevoegd aan de gecombineerde behandeling van
preoperatieve RT en chirurgie bij STS-patiënten. Tijdens deze onderzoeken
ontwikkelde onverwacht een derde van de patiënten een verhoogd van
alaninetransaminase (ALAT) of aspartaattransaminase (ASAT). Er is tot nu toe
geen duidelijke verklaring gevonden voor de relatief hoge incidentie van deze
ASAT/ALAT verhogingen tijdens de PASART-onderzoeken. Hoewel behandeling met
pazopanib monotherapie CTCAE-graad >= 3 ALT- of ASAT-verhogingen kan
veroorzaken, is de gerapporteerde incidentie aanzienlijk lager dan gevonden
tijdens de PASART-onderzoeken. Hoewel, de fysiologische bron van serum ALAT en
ASAT voornamelijk de lever is, kunnen beide enzymen ook in het hele lichaam
worden gevonden, zoals in de spieren, nieren en hersenen. Schade aan een van
deze weefsels kan een verhoging van serum ALAT of ASAT veroorzaken. Dit
suggereert dat een mogelijke verklaring voor de waargenomen ALAT - of
ASAT-verhogingen tijdens de PASART-onderzoeken het gevolg kan zijn van
weefselbeschadiging als gevolg van RT. Dit kan vooral gelden voor STS van de
extremiteiten. STS van de extremiteiten zijn relatief groot en dicht bij
spieren. Bestraling van de spieren rond de STS kan een verklaring zijn voor de
waargenomen ALT- of AST-verhogingen tijdens de PASART-onderzoeken. Daarom is
het primaire doel van deze studie het identificeren van de impact van
radiotherapie op extremiteiten op de incidentie van ALAT- of ASAT-verhogingen
bij STS-patiënten.
De M21SAD (SADDRIN-I) is momenteel open voor deelname. Hierbij wordt bestraling
van de extremiteiten gecombineerd met de ATM-remmer AZD1390. Bij patiënten die
deelnemen aan M21SAD wordt de prevalentie van DNA-schade in perifere
mononucleaire bloedcellen gemeten. Nu hebben we een unieke kans om, binnen dit
N22TAS-onderzoek, ook DNA-schade in perifere mononucleaire bloedcellen te meten
bij patiënten die alleen radiotherapie ondergaan zonder de ATM-remmer.
Doel van het onderzoek
Hoofddoel:
Het prospectief identificeren, tijdens de dagelijkse routine praktijk, van de
impact van radiotherapie op extremiteiten, met betrekking tot de incidentie van
(ernstige) ALAT- of ASAT-verhogingen bij STS-patiënten (alle gradaties, geen
systemische therapie).
Secundaire doelstelling:
De prevalentie van DNA-schade in perifere mononucleaire bloedcellen.
Onderzoeksopzet
Prospectief observationeel
Inschatting van belasting en risico
De belasting van deelname voor patiënten is minimaal. Tijdens de standaard
radiotherapie behandeling worden er vier extra bloedmonsters afgenomen. Het is
onwaarschijnlijk dat deelnemers complicaties zullen ervaren als gevolg van de
venapunctie of bloedafname. Patiënten zullen niet direct profiteren van
deelname aan het onderzoek, maar de resultaten van dit onderzoek zullen
bijdragen aan het begrip van de biologie tijdens radiotherapie bij
STS-patiënten
Publiek
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Wetenschappelijk
Plesmanlaan 121
Amsterdam 1066CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• Histologisch bevestigd wekedelensarcoom waarvoor de standaardbehandeling RT
bevat (diepzittend en/of >= 5 cm in grootste tumordiameter en/of een verwachte
nauwe resectiemarge en/of graad II/III volgens de FNCLCC-criteria);
• Het sarcoom moet zich in een extremiteit bevinden;
• Deelnemers moeten in staat en bereid om radiotherapie te ondergaan;
• Deelnemers kunnen en willen voldoen aan het afnemen van bloedmonsters;
• Leeftijd >= 18 jaar;
• Adequate orgaanfunctie bij aanvang radiotherapie zoals gedefinieerd in Tabel
4;
• Ondertekende schriftelijke geïnformeerde toestemming voorafgaand aan
studiespecifieke procedures of bemonstering;
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Patiënten met recidiverende sarcomen die eerdere radiotherapie ondergingen op
de doellaesie (als het primaire sarcoom alleen chirurgisch werd behandeld en
zonder perioperatieve radiotherapie, komen patiënten in aanmerking);
• Ewing-sarcoom en andere tumoren van de PNET-familie, rhabdomyosarcomen,
botsarcomen;
• Elke psychologische, familiale, sociologische of geografische toestand die de
naleving van het onderzoeksprotocol mogelijk in de weg staat; die voorwaarden
moeten vóór registratie in het onderzoek met de patiënt worden besproken;
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL83144.041.23 |