De primaire doelstelling van dit klinische onderzoek is een nadere evaluatie van de klinische werkzaamheid van de Atrial Shunt van Corvia bij symptomatische hartfalenpatiënten met een linkerventrikelejectiefractie (LVEF) >= 40% en een verhoogde…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire eindpunt is het samenstel van (a) per patiëntjaar totaal aantal
(eerste plus recidiverende) opnamen vanwege hartfalen (HF) of bezoeken aan een
zorginstelling voor i.v. diuretica of bezoeken aan de spoedeisende hulp met
intensivering van orale diuretica voor HF tot en met de follow-up na 24
maanden, geanalyseerd wanneer de laatste gerandomiseerde patiënt de follow-up
na 12 maanden heeft voltooid, en de tijdsduur tot het eerste HF-voorval; en (b)
de verandering in de samenvattende KCCQ-totaalscore tussen baseline en 12
maanden.
Door onderzoekers gemelde voorvallen van hartfalen worden door de CEC
beoordeeld tot het primaire eindpunt. Geëvalueerd met behulp van de Bayesiaanse
methode die het effect van de behandeling ontleent aan het RCT II klinische
onderzoek in een vooraf gespecificeerd model, zoals hieronder beschreven.
Primaire analyse Bayesiaanse statistische analyse van het primaire eindpunt:
Behandelgroepen uit de gemodificeerde intention-to-treat-populatie (MITT,
modified intention to treat) worden vergeleken met behulp van een Bayesiaanse
cumulatieve logistische proportionele kansregressie. De analyse maakt gebruik
van paarsgewijze vergelijkingen volgens de Finkelstein-Schoenfeld waarbij het
toetsingskader bestaat uit het vergelijken van de patiëntenuitkomsten op het
primaire eindpunt. De testhiërarchie is het percentage HF-voorvallen, de
tijdsduur tot het eerste HF-voorval, gevolgd door de component KCCQ. Bij elke
paarsgewijze vergelijking krijgt de patiënt respectievelijk een 1, een 0 of een
-1 toegewezen als de patiënt een betere uitkomst heeft, dezelfde uitkomst heeft
of
een slechtere uitkomst heeft. De *F-S-score* voor elke patiënt berekend als de
som van de uitkomsten van hun paarsgewijze vergelijkingen.
De primaire analyse is een Bayesiaanse cumulatieve logistische proportionele
kansregressieanalyse van de F-S-scores die het mogelijk maakt informatie (30%,
vast) over het behandelingseffect binnen de respondersdeelgroep te ontlenen aan
het vorige REDUCE LAP-HF RCT II-onderzoek. Het effect van de behandeling wordt
geschat als de toename of afname van de kans (odds-ratio; OR) op meer betere
uitkomsten in de paarsgewijze F-S-vergelijkingen in de actieve behandelgroep
vergeleken met de controlegroep. De nulhypothese wordt getest op basis van de
posterieure waarschijnlijkheid dat de OR groter is dan 1. Er wordt
significantie verklaard als de posterieure waarschijnlijkheid dat de OR > 1
groter
is dan 0,975.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste secundaire eindpunt: Het belangrijkste secundaire eindpunt is de
incidentie van en tijdsduur tot cardiovasculaire sterfte tot en met 12 maanden.
Statistische analyse van secundaire uitkomstmaten: Er worden opsommingen en
beschrijvende statistieken verstrekt en vergeleken met
het oog op vergelijkbaarheid met dezelfde maten uit het RCT II.
Achtergrond van het onderzoek
Het Atrial Shunt-systeem van Corvia dient voor de verbetering van de kwaliteit
van leven en de vermindering van symptomen en voorvallen in verband met
hartfalen bij hartfalenpatiënten met behouden (HFpEF) of enigszins verminderde
ejectiefractie (HFmrEF) met verhoogde druk in het linkeratrium, zonder latente
pulmonale vaataandoening en zonder hartritmehulpmiddel, die ondanks standaard
GDMT symptomatisch blijven.
Het Corvia Atrial Shunt System / InterAtrial Shunt Device (IASD®) System II
draagt de CE-markering voor medische hulpmiddelen in Europa.
Doel van het onderzoek
De primaire doelstelling van dit klinische onderzoek is een nadere evaluatie
van de klinische werkzaamheid van de Atrial Shunt van Corvia bij symptomatische
hartfalenpatiënten met een linkerventrikelejectiefractie (LVEF) >= 40% en een
verhoogde linkszijdige vuldruk ondanks een standaard, op richtlijnen gebaseerde
medische therapie (GDMT, Guideline Directed Medical Therapy); en bevestiging
van het effect van de behandeling zoals geobserveerd in de respondersgroep van
het REDUCE LAP-HF gerandomiseerd onderzoek II. (Corvia-protocol 1601).
Onderzoeksopzet
Prospectief, gerandomiseerd, placebogecontroleerd, dubbelblind klinisch
multicenteronderzoek met randomisatie in een verhouding van 1:1.
Patiënten moeten toestemming tot deelname hebben gegeven en worden gescreend
aan de hand van niet-invasieve geschiktheidscriteria. Baselinekenmerken,
demografische gegevens, de medische voorgeschiedenis, medicatie voor hartfalen,
een echocardiogram en relevante laboratoriumgegevens die zijn samengevat op het
Evaluatieformulier voor potentiële deelnemers van de geschiktheidscommissie van
het onderzoek, worden beoordeeld door de geschiktheidscommissie van het
onderzoek (TEC, trial eligibility committee) teneinde
1) de deelnemer goed te keuren voor een hemodynamische evaluatie;
2) aanvullende informatie op te vragen; of
3) de deelnemer van verdere deelname aan het RESPONDER HF-onderzoek uit te
sluiten.
Als de patiënt niet in aanmerking komt, wordt de patiënt een screen failure en
wordt hij niet ingepland voor het hemodynamische evaluatie en mogelijke
randomisatie.
Als de deelnemer wordt goedgekeurd, wordt er een hemodynamische evaluatie voor
deze deelnemer gepland, met inbegrip van
rechterhartkatheterisatie met hemodynamische metingen in rust en tijdens een
inspanningstest met een ligfiets. Patiënten die hemodynamisch in aanmerking
komen, worden vervolgens geblindeerd en onder verdoving gebracht. Er zal een
doekje worden geplaatst om de ogen te bedekken en oordopjes worden gebruikt die
aangesloten zijn op een muziekspeler. Daarnaast zullen schermen worden gebruikt
om te voorkomen dat deelnemers de schermen zien, die de aan- of afwezigheid van
het apparaat aangeven.
Bij alle patiënten wordt toegang verkregen via de dijader; zij ondergaan een
kortdurend onderzoek met behulp van intracardiale echocardiografie (ICE) of
transoesofageale echocardiografie (TEE) om de anatomische geschiktheid te
beoordelen. Patiënten die in aanmerking komen voor deelname, worden vervolgens
bij de randomisatie ingedeeld bij de behandelgroep of bij de controlegroep.
Patiënten die bij de controlegroep worden ingedeeld, ondergaan aanvullende
cardiale beeldvorming en hun interventie komt ten einde met de verwijdering van
hulpmiddelen. Bij patiënten in de behandelgroep worden echografie en een onder
doorlichting uitgevoerde transseptale punctie uitgevoerd en wordt de Atrial
Shunt van Corvia geïmplanteerd. Als tijdens de indexprocedure en vóór aanvang
van de transseptale punctie een exclusie volgens het protocol wordt vastgesteld
die tevoren niet bekend was, wordt de patiënt gedeblindeerd en gedurende 30
dagen gevolgd, waarna de patiënt het onderzoek verlaat. Vóór hun ontslag
ondergaan alle patiënten een lichamelijk onderzoek en krijgen zij
onderzoeksmedicatie van een niet-geblindeerde arts of verpleegkundige.
Totdat de patiënt wordt gedeblindeerd, zijn de voor de patiëntenzorg
verantwoordelijke artsen, het bij het uitvoeren van follow-upevaluaties
betrokken onderzoeksteam en het hemodynamische kernlaboratorium geblindeerd met
betrekking tot de toewijzing aan een onderzoeksgroep, met inbegrip van de
hemodynamische gegevens bij baseline.
Gerandomiseerde patiënten worden na 30 dagen, 3, 6, 12, 18 en 24 maanden en
jaarlijks gedurende 5 jaar na de indexprocedure gevolgd. Gedurende de eerste 24
maanden vinden er persoonlijke bezoeken plaats. Gedurende jaar 3 t/m 5 vinden
telefonische follow-up en een bespreking van het medische dossier plaats.
Na het follow-upbezoek na 24 maanden worden de patiënten en de geblindeerde
medewerkers gedeblindeerd. Patiënten die bij de randomisatie bij de
controlegroep waren ingedeeld, krijgen mogelijk de gelegenheid om na de
deblindering over te stappen naar de behandelgroep, mits zij op dat moment aan
de selectiecriteria voor patiënten voldoen. Patiënten die zijn overgestapt,
worden vervolgens persoonlijk na 30 dagen en na 6 en 12 maanden gevolgd en
worden gedurende 5 jaar na de overstapprocedure jaarlijks telefonisch en met
een dossierbespreking gevolgd.
Tijdens dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een onafhankelijke CEC, een
onafhankelijke DSMB en onafhankelijke kernlaboratoria.
Inschatting van belasting en risico
De deelname van proefpersonen aan het onderzoek duurt maximaal 5-7 jaar.
Het volgende valt buiten de standaardzorg:
Bloedafname,
elektrocardiogram,
echocardiografie,
6 minuten looptest,
Invasieve evaluatie bij inspanning,
Vragenlijsten en telefonische follow-up
Risico's verbonden:
Complicaties geassocieerd met implantatie van de Corvia atriale shunt en
soortgelijke procedures waarbij implantaten op het atriale septum worden
geplaatst.
Deelname aan het onderzoek brengt aanvullende beoordelingen en beeldvorming met
zich mee boven de standaardzorg.
Alle andere studiespecifieke beoordelingen zijn klinische en fysieke
beoordelingen die binnen het bereik vallen van de standaard follow-up van
patiënten met deze medische voorgeschiedenis. Aanvullende HF-symptomen en
kwaliteit van leven beoordelingen met enquêtes en looptests.
Een bijkomend risico van deelname aan een klinische studie is het risico van
een verval van vertrouwelijkheid of blootstelling van persoonlijk
identificeerbare informatie.
Risico-batenanalyse:
Het risico van de klinische studie wordt geminimaliseerd omdat het gebruikte
hulpmiddel CE-gemarkeerd is en de onderzoeksopzet binnen de beoogde
gebruikspopulatie valt. Deelnemers kunnen nog steeds dezelfde
apparaatbehandeling krijgen buiten het onderzoek. Het risico van deelname aan
het onderzoek is slechts minimaal verhoogd in vergelijking met het ontvangen
van het apparaat buiten het onderzoek, omdat er een hogere mate van
beeldvorming en klinische beoordeling is dan anders het geval zou zijn.
Daarnaast zijn er de risico's die verbonden zijn aan het verzamelen van
gegevens. Deze risico's zijn echter beperkt door het voordeel van aanvullende
klinische follow-up en nauwere zorg, evenals procedures die zijn ingevoerd om
de persoonlijke informatie van de proefpersonen te beschermen.
Publiek
One Highwood Drive Suite 300
Tewksbury, MA 01876
US
Wetenschappelijk
One Highwood Drive Suite 300
Tewksbury, MA 01876
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Chronisch symptomatisch hartfalen (HF), gedocumenteerd volgens de volgende
criteria:
a. symptomen van HF die op dat moment gedurende >= 30 dagen met diuretica moeten
worden behandeld, als deze worden verdragen; EN
b. symptomen die vallen in New York Heart Association (NYHA) klasse II met
voorgeschiedenis >klasse II;
OF NYHA-klasse III, of ambulante NYHA-klasse IV; EN
c. >= 1 ziekenhuisopname vanwege HF (waarbij HF de primaire of secundaire
diagnose was); of behandeling met intraveneuze (i.v.) diuretica; of
intensivering van orale diuretica in de 12 maanden
voorafgaand aan deelname aan het onderzoek; OF een NT-proBNP-waarde > 150 pg/ml
bij een normaal sinusritme, > 450 pg/ml bij atriumfibrillatie, of een
BNP-waarde > 50 pg/ml bij een
normaal sinusritme, > 150 pg/ml bij atriumfibrillatie in de voorafgaande 6
maanden.
2. Lopende, stabiele, volgens GDMT uitgevoerde behandeling van HF en
behandeling van comorbiditeiten volgens de ACC/AHA-richtlijnen voor 2022 voor
de behandeling van hartfalen. Een stabiele behandeling bestaat uit een periode
van minimaal 4 weken na ziekenhuisopname vanwege welke oorzaak dan ook,
waaronder een behandeling met i.v. diuretica.
3. In het centrum echocardiografisch vastgestelde linkerventrikelejectiefractie
>= 40% in de voorafgaande 6 maanden, zonder gedocumenteerde ejectiefractie < 30%
in de 5 jaar daarvoor.
4. In het centrum vastgesteld echocardiografisch bewijs van diastolische
disfunctie, gedocumenteerd op basis van een of meer van de volgende:
a. diameter LA > 4 cm; of
b. diastolisch volume LA > 50 of volume-index LA > 28 ml/m2
; of
c. laterale e' < 10 cm/s; of
d. setaal e' < 8 cm/s; of
e. laterale E/e' > 10; of
f. septaal E/e' > 15.
5. In het centrum vastgestelde verhoogde PCWP met een gradiënt ten opzichte van
de rechter atriale druk (RAP) gedocumenteerd op basis van een tijdens een met
ergometer gemeten inspanning op een ligfiets >= 25 mmHg en meer dan >= 5 mmHg
groter dan RAP.
6. RAP in rust <= 14 mmHg.
7. In het centrum vastgesteld hemodynamisch bewijs van PVR bij piekinspanning <
1,75 Wood-eenheden (NIEUW inclusiecriterium).
8. Leeftijd >= 40 jaar.
9. De deelnemer is voorgelicht over de aard van het onderzoek, gaat akkoord met
de voorwaarden daarvan en heeft een schriftelijk, door de IRB of de EC
goedgekeurd informatie- en toestemmingsformulier ondertekend.
10. De deelnemer is bereid om zich aan de procedures voor het klinische
onderzoek te houden en gaat ermee akkoord om terug te komen voor alle vereiste
follow-upbezoeken, tests en onderzoeken.
11. Transseptale katheterisatie en toegang tot het rechteratrium via de dijader
zijn als mogelijk beoordeeld door de in interventionele cardiologie
gespecialiseerde onderzoeker in het centrum.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Gevorderd hartfalen, gedefinieerd als een of meer van de onderstaande:
a. hartfalen dat onder stadium D van de ACC/AHA/ESC valt, in de niet-ambulante
klasse IV van de NYHA;
b. hartindex < 2,0 l/min/m2;
c. infusie met inotropica (continu of met tussenpozen) voor EF < 40% in de
voorafgaande 6 maanden;
d. de patiënt staat op de harttransplantatiewachtlijst.
2. Onvermogen om de looptest van 6 minuten (afstand < 50 m) OF de looptest van
6 minuten > 600 m uit te voeren.
3. De patiënt heeft bevestigd dat het vermogen om 6 minuten te lopen
voornamelijk wordt beperkt door pijn in gewrichten, voeten, benen, heupen of de
rug, onvastheid, duizeligheid of leefstijl (en niet door kortademigheid en/of
vermoeidheid en/of pijn op de borst).
4. Rechterventrikeldisfunctie, beoordeeld door de cardioloog in het centrum en
gedefinieerd als één of meer van de volgende:
a. meer dan geringe RV-disfunctie, geschat op basis van TTE; OF
b. TAPSE < 1,4 cm; OF
c. grootte RV >= grootte LV, geschat op basis van TTE; OF
d. echografisch of klinisch bewijs van congestieve hepatopathie; OF
e. bewijs van RV-disfunctie, gedefinieerd op basis van TTE als een fractionele
oppervlakteverandering van het RV < 35%.
5. Een geïmplanteerd hartritmehulpmiddel (NIEUW exclusiecriterium).
6. Structurele AVR- of MVR-hartreparatie (chirurgisch of percutaan) in de
voorafgaande 12 maanden; geplande klepinterventie in de komende 3 maanden, of
aanwezigheid van een hemodynamisch significante klepaandoening zoals beoordeeld
door de cardioloog in het centrum en gedefinieerd als:
a. mitralisklepziekte van graad >= 3+ MR of > lichte MS; OF
b. tricuspidalisregurgitatie van graad >= 2+ TR; OF
c. aortaklepziekte van graad >= 2+ AR of > matige AS.
7. Echocardiografisch bewijs van intracardiale tumor, trombus of vegetatie.
8. Deelnemers met bestaande of chirurgisch (met een patch) gesloten defecten
van het atriumseptum. Deelnemers met een open foramen ovale (PFO), die ondanks
het PFO aan de PCWP-criteria voldoen, zijn niet uitgesloten.
9. MI en/of percutane hartinterventie in de voorafgaande 3 maanden; CABG in de
voorafgaande 3 maanden of geplande hartinterventies in de 3 maanden na
inschrijving bij het onderzoek.
10. Bekend, klinisch significant, niet-gerevasculariseerd coronairlijden,
gedefinieerd als: stenose van een kransslagader gepaard gaand met angina of
ander bewijs van voortdurende actieve coronaire ischemie.
11. Bekende, klinisch significante, niet-behandelde stenose van de halsslagader
waarvoor waarschijnlijk een interventie nodig is.
12. Atriumfibrillatie bij hartslag in rust > 100 spm.
13. Hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, restrictieve cardiomyopathie,
constrictieve pericarditis, cardiale amyloïdose of infiltrerende
cardiomyopathie (bijv. hemochromatose, sarcoïdose).
14. Voorgeschiedenis van een CVA, transiënte ischemische aanval (TIA),
diepveneuze trombose (DVT) of longembolie in de voorafgaande 6 maanden.
15. De deelnemer heeft een contra-indicatie voor een behandeling met twee
plaatjesremmers of een oraal anticoagulans, of de patiënt heeft een
gedocumenteerde coagulopathie.
16. Bloedarmoede met hemoglobine < 10 g/dl.
17. Chronische longziekte waarvoor thuis continu zuurstof nodig is, OF ernstige
chronische longziekte gedefinieerd als FEV1 < 1 l.
18. Arteriële zuurstofverzadiging in rust < 95% bij inademen van kamerlucht, <
93% bij verblijf op grote hoogte.
19. De deelnemer heeft momenteel dialyse nodig; of een geschatte GFR < 25
ml/min/1,73 m2
volgens de CKD-EPI-vergelijking.
20. Systolische bloeddruk > 170 mmHg bij de screening.
21. Sterk verminderde leverfunctie, gedefinieerd als 3x de bovenlimiet van de
normale waarden voor transaminases, totale bilirubine of alkalische fosfatase.
22. Het ondergaan van een ingrijpende immunosuppressieve behandeling of
systemische steroïdenbehandeling.
23. Levensverwachting van minder dan 12 maanden vanwege bekende
niet-cardiovasculaire oorzaken.
24. Bekende overgevoeligheid voor nikkel of titanium.
25. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
26. Ernstige obstructieve slaapapneu die niet met CPAP of andere methoden
behandeld wordt.
27. BMI > 45; een BMI van 40-45 is ook uitgesloten, tenzij toegang tot een
bloedvat naar mening van de onderzoeker op veilige wijze kan plaatsvinden.
28. Ernstige depressie en/of angst.
29. De deelnemer neemt momenteel deel aan een onderzoek naar een experimenteel
geneesmiddel of hulpmiddel dat de uitvoering of resultaten van dit onderzoek
zou verstoren. NB: Onderzoeken die langdurige nazorg vereisen voor producten
die destijds experimenteel waren, maar sindsdien in de handel verkrijgbaar
zijn, worden niet als experimenteel beschouwd.
30. De deelnemer is naar mening van de onderzoeker geen geschikte kandidaat
voor het onderzoek
31. Er worden geen patiënten ingesloten in deze studie die geen toestemming
kunnen geven
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT05425459 |
CCMO | NL82526.042.22 |