Het doel van dit onderzoek is de veiligheid en doeltreffendheid van het AccuCinch Ventricular Restoration System te evalueren bij patiënten met symptomatisch hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF).
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Falen van de hartfunctie
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire eindpunten voor veiligheid en werkzaamheid over 6 maanden (~250
proefpersonen 1:1 gerandomiseerd):
• Eindpunt voor de veiligheid: (~125 proefpersonen van de behandelingsgroep)
Vrijwaring van apparaat- of femorale slagadertoegangsgerelateerde
ernstige ongewenste voorvallen (MAE's) gedurende 6 maanden, waarbij MAE's
worden gedefinieerd als de combinatie van:
a. Sterfgevallen ten gevolge van alle oorzaken;
b. Beroerte;
c. Myocardinfarct;
d. Noodzaak tot behandeling van niet-electieve cardiovasculaire chirurgische
procedures:
i. Femorale slagadertoegangsgerelateerde voorvallen,
ii. Pericardiale effusie of tamponade,
iii. Aortaklepschade,
e. Noodzaak tot mechanische ondersteuning van de bloedsomloop gedurende meer
dan 24 uur wegens verergerend hartfalen of hemodynamische instabiliteit;
f. Acute nierschade die niervervangingstherapie vereist
• Eindpunten voor werkzaamheid
Verandering ten opzichte van de baseline na 6 maanden:
a. Totaalscore Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire-vragenlijst over de
kwaliteit van leven (KCCQ-OS)
b. 6-minuten looptest (6MWT)
Eindpunten voor veiligheid en werkzaamheid over 12 maanden (~400 proefpersonen
1:1 gerandomiseerd):
• Eindpunt voor de veiligheid: (~200 proefpersonen van de behandelingsgroep)
Vrijwaring van hulpmiddel- of femorale slagadertoegangsgerelateerde ernstige
ongewenste voorvallen (MAE's) gedurende 12 maanden, waarbij MAE's worden
gedefinieerd als de combinatie van:
a. Sterfgevallen ten gevolge van alle oorzaken;
b. Beroerte;
c. Myocardinfarct;
d. Noodzaak tot behandeling van niet-electieve cardiovasculaire chirurgische
procedures:
i. Femorale slagadertoegangsgerelateerde voorvallen,
ii. Pericardiale effusie of tamponade,
iii. Aortaklepschade;
e. Noodzaak tot mechanische ondersteuning van de bloedsomloop gedurende meer
dan 24 uur wegens verergerend hartfalen of hemodynamische instabiliteit;
f. Acute nierschade die niervervangingstherapie vereist
• Eindpunt voor werkzaamheid
Een hiërarchisch samengesteld eindpunt op 12 maanden, geëvalueerd met de Win
Ratio-methode:
a. Sterfgevallen ten gevolge van alle oorzaken;
b. LVAD-implantaat of harttransplantatie,
c. Aantal ziekenhuisopnames voor hartfalen, en
d. Verandering ten opzichte van de baseline KCCQ-OS score
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire eindpunten voor veiligheid en werkzaamheid (~400 proefpersonen 1:1
gerandomiseerd):
• Secundaire eindpunten voor veiligheid
Te evalueren bij follow-upbezoeken van 1 maand, 3 maanden, 6 maanden, 12
maanden, 18 maanden en 2 jaar:
a. Sterfgevallen ten gevolge van alle oorzaken of ziekenhuisopnames ten gevolge
van alle oorzaken
b. Sterfgevallen ten gevolge van alle oorzaken
c. Ziekenhuisopnames ten gevolge van alle oorzaken
d. Incidentie van alle ernstige ongewenste voorvallen, waaronder complicaties
van hulpmiddelen en procedures
• Secundaire eindpunten voor werkzaamheid
Verandering ten opzichte van de baseline bij follow-upbezoeken van 1 maand, 3
maanden, 6 maanden, 12 maanden, 18 maanden en 2 jaar:
a. NYHA functionele klasse
Verandering ten opzichte van de baseline bij follow-upbezoeken van 1 maand, 3
maanden, 12 maanden, 18 maanden en 2 jaar
a. KCCQ-OS
b. 6-minuten looptest
Veranderingen ten opzichte van baseline en van post-procedure/pre-hospitaal
ontslag na follow-up bezoeken van 1 maand, 3 maanden, 6 maanden, 12 maanden en
2 jaar, zoals beoordeeld met echo::
a. Linker ventrikel ejectiefractie (LVEF)
b. Linker ventriculair eind-diastolisch volume (LVEDV)
c. Linker ventriculair eind-systolisch volume (LVESV)
Te evalueren bij follow-upbezoeken van 1 maand, 3 maanden, 6 maanden, 12
maanden, 18 maanden en 2 jaar:
a. CV sterfgevallen
b. HF sterfgevallen
c. HF-gerelateerde ziekenhuisopnames
Achtergrond van het onderzoek
Hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF) is aangemerkt als een epidemie
en is een verbijsterend klinisch en volksgezondheidsprobleem dat gepaard gaat
met een aanzienlijke sterfte, morbiditeit en uitgaven voor gezondheidszorg,
vooral bij mensen vanaf 65 jaar. Na de diagnose van HF is de geschatte
overleving 50% na 5 jaar, en linkerventrikeldisfunctie wordt in verband
gebracht met een verhoogd risico op plotseling overlijden.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is de veiligheid en doeltreffendheid van het
AccuCinch Ventricular Restoration System te evalueren bij patiënten met
symptomatisch hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF).
Onderzoeksopzet
Het CORCINCH-HF-onderzoek is een prospectief, gerandomiseerd, open-label,
multicenter, internationaal, klinisch veiligheids- en werkzaamheidsonderzoek
van het AccuCinch Ventricular Restoration System. Het onderzoek zal in twee
fasen worden uitgevoerd. Fase 1 evalueert de veiligheid van de
AccuCinch-behandeling met betrekking tot vooraf gedefinieerde MAE's in
vergelijking met een vooraf gespecificeerd prestatiedoel en de werkzaamheid van
de AccuCinch-behandeling in vergelijking met de controlegroep met betrekking
tot levenskwaliteit (via de Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire
totaalscore, KCCQ-totaalscore) en inspanningstolerantie (via de 6-minuten
wandeltestafstand, 6MWT), geëvalueerd na 6 maanden follow-up. Fase 2 evalueert
de veiligheid van de AccuCinch-behandeling met betrekking tot vooraf
gedefinieerde MAE's in vergelijking met een vooraf gespecificeerd prestatiedoel
en de werkzaamheid van de AccuCinch-behandeling aan de hand van een
hiërarchische samenstelling van overlijden, gebruik van een linker ventriculair
assistentieapparaat, de noodzaak van een harttransplantatie, het totale aantal
ziekenhuisopnames voor hartfalen en de levenskwaliteit (volgens KCCQ-OS) in
vergelijking met de controlegroep, geëvalueerd na 12 maanden follow-up.
Proefpersonen worden gerandomiseerd opgenomen in een 1:1 verhouding:
a) Behandelingsgroep: AccuCinch® Ventricular Restoration System plus
richtlijngestuurde medische therapie (GDMT) (n~200)
b) Controlegroep: Richtlijngestuurde medische therapie (GDMT) (n~200)
De randomisatie zal worden gestratificeerd per onderzoekslocatie en per
ischemische versus niet-ischemische gedilateerde cardiomyopathie.
De uiteindelijke primaire eindpunten van het onderzoek zullen na 12 maanden
worden geëvalueerd. De proefpersonen zullen gedurende 5 jaar worden gevolgd.
Controlepersonen krijgen de gelegenheid om na het bezoek van 24 maanden over te
stappen op een behandeling met hulpmiddelen als zij nog steeds voldoen aan de
criteria voor deelname aan het onderzoek. Deze proefpersonen zullen worden
gevolgd volgens hetzelfde schema van gebeurtenissen als proefpersonen die in
eerste instantie naar de behandelingsgroep zijn gerandomiseerd voor een totaal
van 7 jaar deelname aan het onderzoek.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Tijdens de procedure wordt u onder algehele narcose in slaap gebracht. Uw onderzoeksarts doet een rechter hartkatheterisatie om te zien hoe goed of slecht uw hart pompt. Bij een rechter hartkatheterisatie leidt uw onderzoeksarts een speciale katheter (een klein, hol buisje), een pulmonale arteriekatheter (PA-katheter) genoemd, naar de rechterkant van uw hart. Vervolgens brengt hij of zij het buisje in uw longslagader, de hoofdslagader die het bloed naar uw longen voert. Uw onderzoeksarts observeert de bloedstroom door uw hart en meet de druk in uw hart en longen tijdens de procedure. Pas dan zal uw onderzoeksarts definitief beslissen of het AccuCinch-hulpmiddel wordt geïmplanteerd. U krijgt een transoesofageaal echocardiogram (TEE), een vorm van beeldvorming waarbij een lange, dunne buis via uw mond in uw slokdarm ("voedingsbuis") wordt geplaatst. Deze geleidt een ultrasone sonde die beelden van uw hart toont. Zo kan uw onderzoeksarts uw hart, de onderzoekskatheters en het AccuCinch-hulpmiddel zien tijdens de implantatieprocedure. Tijdens de procedure krijgt u injecties met kleurstof en röntgenstraling, zodat de arts de juiste plaatsing van het hulpmiddel kan bepalen. Uw bloeddruk wordt tijdens de hele procedure gecontroleerd via een buisje in uw bloedvat. Mogelijk geeft uw onderzoeksarts u ook antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. Uw onderzoeksarts brengt het AccuCinch-hulpmiddel in via het belangrijkste bloedvat in uw lies en implanteert via een speciale katheter (een kleine holle buis met een diameter die iets kleiner is dan een potlood) het hulpmiddel in uw hart. Uw onderzoeksarts plaatst 10-16 kleine ankers onder uw mitralisklep. Een sterk draadachtig koord wordt door deze ankers geregen, en vervolgens aangetrokken om de omvang van de pompkamer van uw hart te verkleinen.
Inschatting van belasting en risico
MOGELIJKE RISICO'S VAN ROUTINETESTS EN -PROCEDURES
De mogelijke risico's van de screening en de implantatieprocedure omvatten,
maar zijn niet beperkt tot, het volgende:
• Allergische reactie op antitrombotische therapie (bloedverdunners),
contrastvloeistof (kleurstof gebruikt voor sommige röntgenonderzoeken om
structuren in uw lichaam zichtbaar te maken), medicijnen of anesthesie
• Anemie (verminderd aantal rode bloedcellen)
• Angina (pijn op de borst)
• Aortadissectie (scheuring van uw primaire bloedvat)
• Aortakleptrombose/occlusie (aortaklep raakt verstopt of geblokkeerd door een
bloedprop)
• Hartritmestoornissen (onregelmatige hartslag) waardoor u externe elektrische
schokken moet ondergaan
• Arterioveneuze fistels (kruisvermenging van bloed tussen een slagader en een
ader als gevolg van een vaatbeschadiging)
• Bloedingen of kneuzingen
• Bloedverlies waarvoor bloedtransfusie nodig is
• Hartstilstand (uw hart stopt met kloppen, waardoor hartmassage en/of schokken
nodig zijn om het weer op gang te brengen)
• Cerebrovasculair accident (zoals beroerte of TIA (Transient Ischaemic Attack)
waarbij de hersencellen plotseling afsterven door een gebrek aan bloedtoevoer.
Dit kan symptomen van hersenbeschadiging veroorzaken)
• Geleidingsstoornissen (probleem met het elektrische systeem van uw hart dat
uw hart doet kloppen en de snelheid en het ritme ervan regelt)
• Overlijden
• Emboli (lucht, weefsel, trombose) (luchtbelletjes, kleine weefseldeeltjes of
kleine bloedpropjes die in de bloedstroom terechtkomen)
• Endocarditis (infectie in uw hart)
• Irritatie/pijn, beschadiging of scheuring van de slokdarm
• Maagdarmklachten (buikpijn of slechte darmwerking)
• Hoofdpijn
• Hartfalen
• Hematologische dyscrasie (een aandoening van de bloedcellen)
• Hematoom (bloedophoping onder de huid waar gesneden of geprikt werd)
• Hemolyse (schade aan de rode bloedcellen die zwakte of vermoeidheid
veroorzaakt en waar mogelijk een transfusie voor vereist is)
• Bloeding (een snel verlies van bloed)
• Hypertensie/Hypotensie (hoge bloeddruk/lage bloeddruk) waarvoor ondersteuning
met medicijnen of hulpmiddelen nodig is
• Infectie en/of pijn op de behandelplek (waar in uw huid is gesneden of
geprikt)
• Infectie, koorts
• Infectie, systemische sepsis (infectie van uw hele lichaam (sepsis))
• Interventie/conversie naar openhartoperatie
• Risico's van ioniserende straling
• Myocardiale ischemie (bloedstroom naar het hart is verminderd, waardoor de
hartspier niet genoeg zuurstof krijgt) of hartaanval
• Perforatie (een gat) of breuk van de hartstructuur
• Pericardiale effusie/harttamponade (vochtophoping tussen het hart en de zak
die het hart omgeeft)
• Pericarditis (een ontsteking van het zakachtige weefsel dat het hart omgeeft)
• Perifere ischemie (onvoldoende bloedtoevoer naar de arm of het been,
veroorzaakt door vernauwing of obstructie in de bloedvaten).
• Perifere (been of arm) zenuwbeschadiging/verlamming
• Pleurale effusie (vochtophoping in of rond uw long of hart die kortademigheid
veroorzaakt)
• Longontsteking (infectie die de luchtzakken in één of beide longen doet
ontsteken)
• Pneumothorax (lucht komt in de ruimte tussen de long en de borstwand)
• Postoperatieve encefalopathie (ziekte van de hersenen, niet goed
functionerende hersenen of hersenschade)
• Pseudoaneurysma (lekkage van bloed uit een bloedvat dat door omringend
weefsel wordt ingesloten)
• Longoedeem (vochtophoping in de longen)
• Nierinsufficiëntie/falen (slechte nierfunctie of verslechtering van de
nierfunctie)
• Respiratoire insufficiëntie/falen (slechte longfunctie of verslechtering van
de longfunctie)
• Shock, anafylactisch (levensbedreigende allergische reactie) of cardiogeen
(slechte pompfunctie van uw hart)
• Trombocytopenie (bloedziekte)
• Kramp in de bloedvaten
• Trombose (bloedklontervorming)/occlusie (verstopping) in de bloedvaten
• Trauma aan de bloedvaten die een chirurgische reparatie of ingreep vereisen
MOGELIJKE RISICO'S VAN HET ACCUCINCH-SYSTEEM
Naast de hierboven opgesomde potentiële risico's zijn de volgende risico's
verbonden aan het AccuCinch-hulpmiddel:
• Allergische/immunologische reactie op het implantaat
• Aortaklepinsufficiëntie (lekkage van de klep tussen het belangrijkste
bloedvat dat het bloed van uw hart naar de rest van uw lichaam voert en de
onderste kamer van de linkerkant van uw hart)
• Aortaklepschade
• Componentembolisatie (een onderdeel van het hulpmiddel dat in de bloedbaan
terechtkomt en een plotselinge blokkade in het bloedvat veroorzaakt)
• Obstructie van het uitstroomtraject (richting de aorta) van de linker
hartkamer (LVOT) (een blokkade van de bloedstroom als het bloed uit de
belangrijkste pompkamer van het hart wordt gepompt)
• Verlies van therapie of voordeel als de kabel breekt omdat het
AccuCinch-hulpmiddel deel gaat uitmaken van de wand van uw hart
• Schade aan de mitralisklep (schade aan de hartklep die de bovenste en
onderste kamer van de linkerkant van uw hart scheidt)
• Mitralisklepstenose (vernauwing van de hartklepopening tussen de bovenste
kamer en de onderste kamer van de linkerkant van uw hart)
• Verergering van mitralisklepinsufficiëntie (lekkage van bloed uit de onderste
kamer van uw hart naar de bovenste kamer)
Zoals bij elk onderzoek bestaat ook de mogelijkheid van bijwerkingen die
momenteel nog niet bekend zijn. De onderzoeksarts en het onderzoekspersoneel
zullen alles in het werk stellen om extra risico's tot een minimum te beperken.
Naarmate het onderzoek vordert, wordt u op de hoogte gebracht van nieuwe
onderzoeksresultaten die van invloed kunnen zijn op uw bereidheid om aan het
onderzoek deel te nemen.
Als u vrouw bent, mag u tijdens dit onderzoek niet zwanger worden of
borstvoeding geven. Als u seksueel actief bent en zwanger kunt worden, moet u
tijdens uw deelname aan dit onderzoek een aanvaardbare vorm van
geboortebeperking gebruiken. Uw onderzoeksarts zal met u praten over de soorten
geboorteregeling die u tijdens dit onderzoek mag gebruiken. Bent u zwanger, of
denkt u het te zijn? Vertel het de onderzoeksarts onmiddellijk
Het is mogelijk dat u al dan niet direct voordeel uit dit onderzoek haalt.
SCREENINGTESTS: Het mogelijke voordeel van het ondergaan van deze screening is
dat u een grondig onderzoek van uw medische toestand hebt ondergaan en een
beter inzicht krijgt in de beschikbare therapieën voor uw aandoening.
PROCEDURE: Als u tot de hulpmiddelgroep behoort en het AccuCinch-hulpmiddel is
geïmplanteerd, kunt u een verbetering van de symptomen in verband met uw
verwijde hart ervaren. De technieken van de onderzoeksprocedure omvatten een
minder invasieve procedure dan een openhartoperatie. Er wordt verwacht dat er
voor de onderzoeksprocedure minder tijd en minder anesthesie nodig is dan bij
een openhartoperatie.
Behandeling met het te onderzoeken hulpmiddel kan zowel op korte als op lange
termijn verlichting van uw symptomen bieden. Ook kan het een verbetering van uw
hartfunctie bieden die mogelijk uw levensverwachting en levenskwaliteit kan
verhogen.
Het is mogelijk dat u geen direct voordeel heeft van dit onderzoek, maar
anderen kunnen in de toekomst wel profiteren van de resultaten van uw deelname.
Publiek
Burton Dr. 4001
Santa Clara CA 95054
US
Wetenschappelijk
Burton Dr. 4001
Santa Clara CA 95054
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Leeftijd 18 jaar of ouder
2. Ejectiefractie: >=20 en <=40% gemeten met transthoracale echocardiografie
(TTE) en beoordeeld door een echocardiografie (echo) kernlab
3. LV einddiastolische diameter >=55 mm gemeten met TTE en beoordeeld door een
echo kernlab
4. Symptoomstatus:
a. NYHA III,
b. NYHA ambulant IV, of
c. NYHA II met een ziekenhuisopname voor hartfalen in de voorafgaande 12
maanden (na ondertekening van het informatie- en toestemmingsformulier)
5. In staat zijn om de zes-minuten looptest te voltooien met een afstand tussen
100 m en 450 m
6. Diagnose en behandeling van hartfalen ten minste 90 dagen voorafgaand aan de
datum van toestemming vastgesteld.
7. Proefpersonen moeten stabiel, optimaal getitreerd medische therapie
ontvangen gedurende ten minste 30 dagen, zoals aanbevolen volgens de huidige
richtlijnen zoals: standaardbehandeling voor hartfalentherapie, met
gedocumenteerde intolerantie.
8. In staat en bereid zijn om alle kwalificerende diagnostische en functionele
tests te voltooien, bereid zijn indien nodig bloedproducttransfusie accepteren
en akkoord gaan met het vervolgschema van het onderzoek.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Cardiovasculair
1. Myocardinfarct of een percutane cardiovasculaire interventie,
cardiovasculaire operatie of halsslagaderoperatie binnen 90 dagen voorafgaand
aan toestemming
2. Onbehandelde klinisch significante kransslagaderaandoening (CAD) die
revascularisatie noodzakelijk maakt
3. Computertomografisch (CT), fluoroscopisch of echocardiografisch bewijs van
ernstige verkalking van de aortaboog, mobiel aorta-atheroma, intracardiale
massa, trombus of vegetatie
4. Suboptimale ventriculaire anatomie of wanddikte zoals bepaald op basis van
screening echocardiografie en/of CT-scan
5. Hartfalen op een andere basis dan ischemische of niet-ischemische
gedilateerde cardiomyopathie (bv. hypertrofische cardiomyopathie, amyloïde
cardiomyopathie, restrictieve cardiomyopathie, niet-gecorrigeerde aangeboren
hartziekte, constrictieve pericarditis)
6. Hemodynamische instabiliteit binnen 30 dagen voorafgaand aan het implantaat
gedefinieerd als subject die inotrope ondersteuning of mechanische
hemodynamische ondersteuning nodig hebben (bv. linkerventrikelhulpmiddel (LVAD))
7. Elke geplande hartoperatie of ingreep binnen de komende 180 dagen
post-randomisatie (inclusief therapeutische procedures voor het rechter hart)
8. Actieve bacteriële endocarditis
9. Ernstige RV-disfunctie beoordeeld door rechterhartkatheterisatie (RHC) en/of
TTE
10. Vaste pulmonale hypertensie met PA systolische druk >70 mmHg die niet
reageert op vaatverwijdende therapie
11. Voorgeschiedenis van een beroerte in de voorafgaande 90 dagen na
toestemming of gedocumenteerde Gemodificeerde Rankin-score >= 2 handicap door
een eerdere beroerte
Valvulair
12. Mitralisinsufficiëntie graad 3+ (matig-ernstig) of 4+ (ernstig)
13. Onbehandelde degeneratieve (primaire) mitralisklepziekte (milde prolaps
zonder noodzaak) tussenkomst is toegestaan)
14. Voorafgaande vervanging van de mitralis- of aortaklep
15. Tricuspidalisregurgitatie graad 4+ (ernstig)
16. Matige of ernstige aortaklepstenose (AVA minder dan 1,5 cm2 of pieksnelheid
AV Vmax >300 cm/sec)
17. Aortaklepinsufficiëntie graad 2+ (matig), 3+ (matig-ernstig) of 4+ (ernstig)
Procedureel
18. Anatomische pathologie of beperkingen die geschikte toegang/implantatie van
het AccuCinch Ventricular Restoration System (bv. dijslagaders ondersteunen
geen 20F Inbrenghuls)
19. Nierinsufficiëntie (d.w.z. eGFR van <25 ml/min/1,73 m2)
20. Proefpersonen bij wie antistolling tijdens de procedure gecontra-indiceerd
is
21. Proefpersonen bij wie 90 dagen antibloedplaatjestherapie gecontra-indiceerd
is
22. Bekende allergie voor nitinol, polyester of polyethyleen
23. Elke eerdere echte anafylactische reactie op contrastmiddelen; gedefinieerd
als bekend anafylactoïde of andere niet-anafylactische allergische reacties op
contrastmiddelen die: niet voldoende premedicatie kan krijgen voorafgaand aan
de indexprocedure
Algemeen
24. Levensverwachting <1 jaar vanwege niet-cardiale aandoeningen
25. Momenteel deelnemend aan een andere interventionele onderzoeksstudie
26. Proefpersonen die hoge doses steroïden of immunosuppressieve therapie
krijgen
27. Vrouwelijke proefpersonen die zwanger zijn, kinderen kunnen krijgen zonder
gedocumenteerde geboortebeperkingsmethode of borstvoeding geven
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT04331769 |
CCMO | NL83077.000.23 |