Het doel van dit onderzoek is om de groei van de rug in beeld te brengen bij kinderen die een vergrote kans hebben op scoliose en daarmee de vroegste veranderingen te vinden bij het ontstaan van scoliose. Dat wil zeggen dat we op meerdere momenten…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Skeletspierstelsel- en bindweefselmisvormingen (incl. tussenwervelschijfafwijkingen)
Synoniemen aandoening
Aandoening
scoliose
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De belangrijkste onderzoeksparameter zijn de longitudinale veranderingen in
segmentale axiale rotatie op MRI van de thoracolumbale wervelkolom bij
proefpersonen die wel en geen AIS ontwikkelen.
Secundaire uitkomstmaten
1. Veranderingen in bot- en tussenwervelschijfmorfologie (A-P, links-rechts
verhouding, torsie, volumes, verschuiving van de nucleus pulposus) tijdens de
groei.
2. Veranderingen in de uitlijning van de wervelkolom tijdens de groei
3. Wervelkolomspecifieke (IVD/eindplaten) beoordeling van de
rijpheidsbeoordeling.
4. Wervelkolomspecifieke beoordeling van volwassenheid in relatie tot:
o Skelet volwassenheid (Greulich en Pyle digitale skeletleeftijd)
o Biologische rijpheid (leeftijd, menarche, evenals potentiële markers voor
endochondrale ossificatie die in de toekomst worden geïdentificeerd en die
kunnen worden gemeten op de monsters in de gelijktijdige biobank van deze
onderzoekspopulatie (voorbeelden zijn vit D, serumcollageen X-matrix,
osteopontine)
o Gegeneraliseerde gewrichtshypermobiliteit (Beighton/Bulbena-score)
o Spinale uitlijning en lengte in de rechtopstaande positie en rugligging
o Veranderingen in de morfologie van het ruggenmerg (conusniveau) tijdens de
groei
o Vormontwikkeling borstwand (vorm, grootte en volume)
Alle bovenstaande bij personen die wel versus degenen die geen scoliose
ontwikkelen
Achtergrond van het onderzoek
Een scoliose is een zijwaartse verkromming van de rug die samen gaat met een
verdraaiing van de wervels. Door deze verdraaiing is er meestal een bolling
(ook wel een gibbus genaamd) op de rug te zien. Deze gibbus is het beste te
zien bij de buktest (figuur 1). Een scoliose komt regelmatig voor. Van elke
duizend mensen hebben er ongeveer 20 tot 30 een scoliose. Scoliose komt echter
vaker voor bij bepaalde aandoeningen, zoals 22q11.2deletie syndroom, waarbij
dit ongeveer 1 op 2 is.
De oorzaak van de meest voorkomende vorm van scoliose, is nog niet bekend. Wel
weten we dat het meestal bij meisjes tijdens de groeispurt ontstaat en hebben
we het vermoeden dat het te maken heeft met de groei van de
tussenwervelschijven en houding tijdens groeispurt. Als de buktest afwijkend
is, kan de grootte van de scoliose worden gemeten op een röntgenfoto en wordt
uitgedrukt in graden (de Cobb hoek, zie figuur 2). Deze Cobb hoek wordt door de
orthopeed gebruikt om de ernst van scoliose te volgen. Er is pas sprake van een
scoliose als de Cobb hoek op de röntgenfoto groter is dan 10 graden. Bij een
Cobb hoek onder de 20 graden worden kinderen gecontroleerd. Groeiende kinderen
met een bocht boven de 25 graden krijgen een brace om verdere toename van de
scoliose te voorkomen. Als de scoliose in de groei toeneemt boven de 45 graden
wordt een operatie voorgesteld, omdat deze ernstige scoliose kan blijven
toenemen in de rest van het leven.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om de groei van de rug in beeld te brengen bij
kinderen die een vergrote kans hebben op scoliose en daarmee de vroegste
veranderingen te vinden bij het ontstaan van scoliose. Dat wil zeggen dat we op
meerdere momenten de groei van de rug en het wel of niet ontstaan van scoliose
tijdens de groeispurt willen beoordelen.
Onderzoeksopzet
Prospectieve, observationele, cohort studie
Inschatting van belasting en risico
Deelnemers hebben een hoger risico op het ontwikkelen van idiopathische
scoliose in vergelijking met hun leeftijdsgenoten en scoliose kan in een vroeg
stadium worden gediagnosticeerd en behandeld. Dit onderzoek kan alleen worden
gedaan met behulp van deze patiëntengroepen. MR-beeldvorming is niet-ioniserend
en geeft geen noemenswaardig risico. Daarom zijn de risico's verbonden aan
deelname aan dit onderzoek verwaarloosbaar en de belasting minimaal.
Publiek
Heidelberglaan 100
UTRECHT 3584 CX
NL
Wetenschappelijk
Heidelberglaan 100
UTRECHT 3584 CX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Cohort 1:
- Vrouw
- 8, 9 of 10 jaar oud
- Een oudere broer of zus, tweeling of ouder met de diagnose AIS
- Geen klinische tekenen van scoliose bij inclusie (lichamelijk onderzoek door
voorwaartse buigtest en Bunnell Scoliometer-beoordeling met een afkapwaarde van
7°).
- Schriftelijke geïnformeerde toestemming van ouders/wettelijke
vertegenwoordigers
Cohort 2:
- diagnose 22q11.2DS
- Meisjes: 8, 9 of 10 jaar oud
- Jongens: 9, 10 of 11 jaar oud
- Geen klinische tekenen van scoliose bij inclusie (lichamelijk onderzoek door
voorwaartse buigtest en Bunnell Scoliometer-beoordeling met een afkapwaarde van
7°).
- Schriftelijke geïnformeerde toestemming van ouders/wettelijke
vertegenwoordigers
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Contra-indicaties voor MR-beeldvorming
• Vroeg optredende scoliose of andere spinale misvormingen
• Andere syndromen of neuromusculaire ziekte geassocieerd met scoliose
• Klinische tekenen van >1 cm beenlengteverschil
• Andere ziekten die verband houden met abnormale groei, houding,
activiteitsniveaus of scoliose-ontwikkeling van de wervelkolom.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL82419.041.22 |