Primair:• Het beoordelen van het effect van efgartigimod i.v. vergeleken met placebo op CRESSSecundair:• Het beoordelen van het effect van efgartigimod i.v. vergeleken met placebo op de histologie van de oorspeekselklier (alleen in geselecteerde…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Aandeel CRESS-responders op >= 3 van 5 items in week 24 (zie paragraaf 8.2.1
van het protocol). De 5 items zijn:
* Systemische ziekteactiviteit: clinESSDAI
* Door de patiënt gemelde symptomen: ESSPRI
* Traanklierfunctie: Schirmertest en OSS
* Speekselklierfunctie: UWSF-snelheid en SGUS
* Serologie (serum-IgG en/of RF)
Secundaire uitkomstmaten
• Verandering in de relatieve waarden van lymfocytair infiltraat (gekleurd bij
CD45) in week 24
• Verandering in B/B+T-cel-ratio in week 24
• Incidentie en ernst van TEAE's, AESI's en SAE's per SOC en PT
• Veranderingen in vitale functies, ECG-resultaten en klinische
laboratoriumbeoordelingen van veiligheid
• Aandeel deelnemers met minimaal klinisch belangrijke verbetering in ESSDAI:
verbetering >= 3 punten in de ESSDAI-score in week 24
• Aandeel deelnemers met een lage ziekteactiviteit: ESSDAI-score < 5 in week 24
• Aandeel deelnemers met minimaal klinisch belangrijke verbetering in de
clinESSDAI: verbetering >= 3 punten in de clinESSDAI-score in week
24
• Aandeel deelnemers met een lage ziekteactiviteit: clinESSDAI-score < 5 in
week 24
• Aandeel deelnemers met minimaal klinisch belangrijke verbetering in ESSPRI:
afname met 1 punt of >= 15% in week 24
• Verandering in ESSDAI-score in week 24
• Verandering in clinESSDAI-score in week 24
• Verandering in ESSPRI-score in week 24
• Aandeel deelnemers met STAR-score >= 5 in week 24
• Serumconcentratie-tijdprofiel van efgartigimod
• Waarden, veranderingen ten opzichte van de baseline en procentuele verlaging
ten opzichte van baseline van totale IgG-niveaus in serum
• Waarden, veranderingen ten opzichte van de baseline en procentuele verlaging
ten opzichte van baseline van autoantistoffen in serum:
* Anti-Ro/SS-A
* Anti-La/SS-B
• Incidentie en prevalentie van ADA tegenover efgartigimod in serum
Achtergrond van het onderzoek
pSS is een chronische, progressieve auto-immuunziekte met een onduidelijke
etiologie, meestal gepresenteerd als een exocrinopathie. Naast symptomen van
uitgebreide droogheid omvatten de manifestaties sterke vermoeidheid, chronische
pijn, betrokkenheid van extraglandulaire orgaansystemen en verhoogd risico op
lymfomen. Een kenmerk van pSS is B-celhyperactiviteit, waardoor een vicieuze
cirkel van immuunactivatie ontstaat door cytokineproductie, antigeenpresentatie
en autoantilichaamuitscheiding, wat mogelijk weefselschade veroorzaakt. Op dit
moment is er geen immunomodulerende behandeling beschikbaar voor pSS.
Dit onderzoek richt zich op het beoordelen van het effect van efgartigimod, een
FcRn-antagonist die snel IgG kan reduceren, waaronder pathogene antilichamen.
Efgartigimod heeft het potentieel om pSS met succes te behandelen en de
ziektemanifestaties te verbeteren door IgG-antilichamen bij pSS te verminderen.
Een gedetailleerde beschrijving van de chemie, farmacologie, werkzaamheid en
veiligheid van efgartigimod wordt vermeld in de actuele IB.
Doel van het onderzoek
Primair:
• Het beoordelen van het effect van efgartigimod i.v. vergeleken met placebo op
CRESS
Secundair:
• Het beoordelen van het effect van efgartigimod i.v. vergeleken met placebo op
de histologie van de oorspeekselklier (alleen in geselecteerde onderzoekscentra)
• Het beoordelen van de veiligheid van efgartigimod i.v. vergeleken met placebo
bij deelnemers met pSS
• Het beoordelen van het effect van efgartigimod vergeleken met placebo op
klinische werkzaamheidsparameters
• Het beoordelen van het effect van efgartigimod vergeleken met placebo op STAR
• Het beoordelen van de FK van efgartigimod i.v.
• Het beoordelen van de FD van efgartigimod i.v.
• Het beoordelen van de immunogeniciteit van efgartigimod i.v.
Onderzoeksopzet
Voor deelnemers die zich niet inschrijven in het OLE-onderzoek is de
onderzoeksduur ongeveer 36 weken, bestaande uit de volgende onderzoeksperioden:
• Keuring: <= 4 weken
• Behandeling: 24 weken
• Vervolg: 56 dagen
Voor deelnemers die overstappen naar het OLE-onderzoek is de onderzoeksduur
ongeveer 28 weken, bestaande uit de volgende onderzoeksperioden:
• Keuring: <= 4 weken
• Behandeling: 24 weken
Onderzoeksproduct en/of interventie
Alle deelnemers ontvangen tijdens de behandelingsperiode eenmaal per week efgartigimod i.v. 10 mg/kg of placebo gedurende 24 weken.
Inschatting van belasting en risico
De vaakst voorkomende bijwerkingen die gemeld zijn in afgeronde klinische
onderzoeken met gezonde deelnemers die het onderzoeksmiddel kregen waren de
volgende:
In een onderzoek waarin het onderzoeksmiddel werd toegediend als een infuus:
hoofdpijn, een afwijkend aantal witte bloedcellen, koude rillingen of het koud
hebben, verhoging van de niveaus van een bloedtestmarker voor ontsteking
(C-reactief eiwit) en verkoudheid.
In een onderzoek waarin het onderzoeksmiddel werd toegediend als een infuus en
als injectie: hoofdpijn en blauwe plekken op de injectieplaats.
Graag verwijs ik u naar het IB voor meer informatie over de bijwerkingen.
Publiek
Herikerbergweg 314
Amsterdam 1101 CT
NL
Wetenschappelijk
Herikerbergweg 314
Amsterdam 1101 CT
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Deelnemers komen alleen in aanmerking voor deelname aan het onderzoek als aan
elk van de volgende criteria wordt voldaan:
1. Minimaal de wettelijke leeftijd hebben voor toestemming voor klinische
onderzoeken wanneer het toestemmingsformulier wordt ondertekend
2. In staat zijn om ondertekende geïnformeerde toestemming te verstrekken,
zoals beschreven in paragraaf 10.1.3 van het protocol, en aan de
protocolvereisten te voldoen
3. Ermee akkoord gaan om anticonceptiemaatregelen te nemen die overeenkomen met
de lokale voorschriften, en het volgende:
a. Mannelijke deelnemers: zie paragraaf 10.4.2.2 van het protocol.
b. Vruchtbare vrouwen (gedefinieerd in paragraaf 10.4.1 van het protocol)
moeten bij de keuring een negatieve serumzwangerschapstest en bij de baseline
een negatieve urinezwangerschapstest voorleggen, voorafgaand aan het ontvangen
van onderzoeksmiddel. Anticonceptievereisten worden vermeld in het protocol.
4. Voldoen aan de volgende criteria bij keuring:
a. ACR/EULAR 2016 pSS die <= 7 jaar voorafgaand aan keuring aan de criteria
voldeed
b. ESSDAI >= 5
c. Anti Ro/SS-A-positief
d. Residuele speekselstroom (UWSF-snelheid > 0 en/of SWSF-snelheid > 0,10)
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Deelnemers worden uitgesloten van het onderzoek als een of meer van de volgende
criteria van toepassing zijn:
1. Bekende auto-immuunziekte of een medische aandoening die naar het oordeel
van de onderzoeker zou interfereren met een nauwkeurige beoordeling van de
klinische symptomen van pSS of die de deelnemer aan onnodig risico blootstelt
2. Voorgeschiedenis van maligniteit, tenzij beschouwd als genezen door een
adequate behandeling, zonder bewijs van recidief gedurende >= 3 jaar voorafgaand
aan de eerste toediening van onderzoeksmiddel. Adequaat behandelde deelnemers
met de volgende kankers mogen op elk moment worden opgenomen:
a. Basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom
b. Carcinoom in situ van de cervix
c. Carcinoom in situ van de borst
d. Incidentele histologische bevinding van prostaatkanker (TNM-stadium T1a of
T1b)
3. Klinisch significante ongecontroleerde actieve acute of chronische
bacteriële, virale of schimmelinfectie
4. Positieve serumtest bij de keuring op actieve infectie met een van de
volgende:
a. HBV dat wijst op een acute of chronische infectie, tenzij geassocieerd met
een negatieve HBsAg- of negatieve HBV-DNA-test
b. HCV op basis van HCV-antilichaamtest, tenzij er een negatieve RNA-test
beschikbaar is
c. Hiv op basis van testresultaten met een CD4-waarde < 200 cellen/mm3 die
samenhangen met een aids-gedefinieerde aandoening
d. Hiv op basis van testresultaten van een CD4-waarde * 200 cellen/mm3, niet
voldoende behandeld met antivirale therapie
5. Klinisch significante ziekte, recente grote operatie (binnen 3 maanden
voorafgaand aan de keuring) of intentie om een operatie te ondergaan tijdens
het onderzoek; of een andere medische aandoening die naar het oordeel van de
onderzoeker de resultaten van het onderzoek kan verwarren of de deelnemer aan
onnodig risico blootstelt
6. Actieve deelname aan een ander interventioneel klinisch onderzoek
7. Bekende overgevoeligheid voor het onderzoeksmiddel of 1 van de hulpstoffen
ervan
8. Voorgeschiedenis (binnen 12 maanden voorafgaand aan de keuring) van actief
alcohol-, drugs- of geneesmiddelmisbruik, beoordeeld door de onderzoeker
9. Is zwanger, geeft borstvoeding of is van plan zwanger te worden tijdens het
onderzoek
10. Eerdere deelname aan een klinisch onderzoek met efgartigimod en behandeling
met >= 1 dosis onderzoeksmiddel
11. Totaal IgG < 4 g/l bij de keuring
12. Overlappende secundaire syndromen van syndroom van Sjögren waarbij een
andere bevestigde reumatische of systemische auto-immuun-ontstekingsaandoening
de primaire diagnose is (bijv. reumatoïde artritis, systemische lupus
erythematodes, sclerodermie, inflammatoire darmziekte)
13. Positieve PCR-test op SARS-CoV-2 bij de keuring
14. Enige ernstige systemische hartmanifestatie die de deelnemer aan een
onnodig risico kan blootstellen, naar het oordeel van de onderzoeker
Opmerking: geneesmiddelen genoemd in exclusiecriterium 15-22 zijn ook verboden
tijdens de keuringsperiode.
15. IVIg, SCIg of PLEX < 12 weken voorafgaand aan de keuring
16. Levend of levend-verzwakt vaccin < 4 weken voorafgaand aan de keuring
17. Pilocarpine en/of een ander farmacologisch stimulerend middel voor
speeksel- en traanklieren die in de 4 weken voorafgaand aan de screening geen
stabiele dosis heeft of <= 4 weken na screening wordt gestart
18. Anticholinergica waarvan de dosis 4 weken voor of tijdens de screening niet
stabiel is
19. Corticosteroïden:
a. Intramusculaire of intraveneuze corticosteroïden <= 4 weken na screening
b. Orale corticosteroïden indien meer dan 10 mg, of indien geen stabiele dosis
<= 4 weken na
screening
c. Intra-articulaire steroïden <= 4 weken na screening
d. Het gebruik van topische oftalmische steroïden is verboden
20. DMARD's:
a. Cyclofosfamide <= 24 weken na screening
b. JAK-remmers <= 4 weken na screening.
c. Antimalariamiddelen en conventionele DMARD's: hydroxychloroquine,
chloroquine,
methotrexaat, mycofenolaatmofetil, azathioprine, leflunomide of ciclosporine
zijn
alleen toegestaan indien gestart > 12 weken voor screening en bij een stabiele
dosis >= 4 weken
na screening. Combinatietherapieën zijn niet toegestaan.
d. Biologische DMARD's: <= 12 weken na screening. Rituximab en andere
CD20-uitputting
monoklonale antilichamen zijn niet toegestaan <= 24 weken na screening.
21. IMP in een andere klinische studie:
a. Verboden <= 12 weken of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van welke langer is),
of voor CD20-depletie monoklonale antilichamen, <= 24 weken of 5
halfwaardetijden (afhankelijk van welke langer is)
b. Niet-biologische IMP: Verboden <= 12 weken of 5 halfwaardetijden (afhankelijk
van welke langer is)
c. Biologische IMP: Verboden <= 24 weken of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van
welke langer is)
voor screening
22. Chinese traditionele geneeskunde met bekende immunomodulerende werking
23. Farmacologische topische oogheelkundige middelen (bijv. Niet-steroïde
anti-inflammatoire geneesmiddelen [NSAID's], ciclosporine)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-005911-30-NL |
CCMO | NL82776.056.22 |