Hoofddoel:Om de werkzaamheid van behandeling met ELGN-2112 in vergelijking met placebo te beoordelen op intestinale malabsorptie bij te vroeg geboren kinderen, gemeten aan de hand van de tijd tot volledige enterale voeding. Dit is gedefinieerd als…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Overige aandoening
- Malabsorptieaandoeningen
Synoniemen aandoening
Aandoening
Prematurity - preterm birth
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Aantal dagen tot volledige enterale voeding, gedefinieerd als de eerste dag
waarop het te vroeg geboren kind in staat is om enterale voeding van ten minste
150 ml/kg/dag gedurende drie opeenvolgende dagen te bereiken.
Secundaire uitkomstmaten
1. Aantal dagen tot afbouw PN 2. Incidentie en ernst van necrotiserende enterocolitis (NEC) (modified Bell's stage grade >=2a) bij kinderen geboren na 26-28 weken GA. 3. Aantal dagen tot ontslag uit het eerstelijnsziekenhuis. 4. Verdeling van de ernst van NEC volgens gemodificeerde Bell's criteria bij kinderen geboren na 26-28 weken GA. 5. Incidentie van NEC (Bell's stage grade >=2a) in de gehele onderzoekspopulatie. 6. Verdeling van de ernst van NEC volgens gemodificeerde Bell's criteria in de gehele onderzoekspopulatie. 7. Percentage kinderen dat volledige enterale voeding bereikt binnen 6, 8 en 10 dagen na aanvang van de behandeling. 8. Aantal dagen tot 120 ml/kg/dag gedurende drie opeenvolgende dagen 9. Percentage kinderen dat binnen 4, 6 en 8 dagen afbouwt tot PN na aanvang van de behandeling. 10. Percentage enterale/ parenterale voedingen van de totale voeding in de loop van de tijd 11. Percentage kinderen met sepsis 12. Percentage kinderen dat een van de relevante bijwerkingen ervaart (NEC, infecties, overlijden) 13. Aantal dagen tot ontslag naar huis 14. Antropometrie 15. Retinopathie van prematuren (ROP) activiteitsscore na 30-36 weken PMA
Achtergrond van het onderzoek
Premature kinderen hebben een onderontwikkeld maagdarmkanaal op het moment dat
zij geboren worden. Hier tengevolge van wordt voedingsintolerantie frequent
gezien, en zijn deze kinderen relatief langdurig parenterale voeding
afhankelijk. Hiermee gaan echter ook complicaties gepaard, zoals sepsis of
cholestase. Tevens is necrotiserende enterocolitis een potentiële gevreesde
darm complicatie. Moedermelk - vergeleken met kunstvoeding - beschermt ten dele
tegen deze complicaties. Diverse biologische actieve stoffen in moedermelk
beschermen de premature neonaat. Een van deze factoren in moedermelk betreft
insuline wat als groeifactor van het darmepitheel dient.
Echter, de insuline concentratie in moedermelk is met name in colostrum hoog;
na enkele dagen daalt deze concentratie significant, en na enkele dagen krijgen
prematuur geboren neonaten dus nauwelijks insuline meer.
Doel van het onderzoek
Hoofddoel:
Om de werkzaamheid van behandeling met ELGN-2112 in vergelijking met placebo te
beoordelen op intestinale malabsorptie bij te vroeg geboren kinderen, gemeten
aan de hand van de tijd tot volledige enterale voeding. Dit is gedefinieerd als
de eerste dag na het bereiken van drie opeenvolgende dagen van enterale voeding
>=150 ml/kg/dag.
Secundaire doelstellingen:
1. Aantal dagen tot volledig afbouw PN.
2. Incidentie van NEC bij kinderen geboren na 26-28 weken GA.
3. Aantal dagen tot ontslag uit het eerstelijnsziekenhuis.
4. Verdeling van de ernst van NEC bij kinderen geboren na 26-28 weken GA.
5. Incidentie van NEC in de gehele onderzoekspopulatie.
6. Verdeling van de ernst van NEC in de gehele onderzoekspopulatie.
7. Percentage kinderen dat binnen 6, 8, 10 dagen volledige enterale voeding
bereikt
8. Aantal dagen tot 120 ml/kg/dag gedurende 3 opeenvolgende dagen
9. Percentage kinderen dat binnen 4, 6 en 8 dagen PN iheeft afgebouwd.
10. Percentage enterale/ parenterale voedingen van de totale voeding in de loop
van de tijd
11. Percentage kinderen met sepsis
12. Percentage kinderen dat een van de relevante bijwerkingen ervaart
13. Aantal dagen tot ontslag naar huis.
14. Antropometrie
15. Retinopathie van prematuren-activiteitsscore bij 30-36 weken PMA.
Veiligheidsdoelstelling:
Om de veiligheid van de behandeling van ELGN-2112 te vergelijken met placebo
bij te vroeg geboren kinderen.
Onderzoeksopzet
Multicenter, dubbelblind, gerandomiseerd, tweearmig, parallelle groep,
placebogecontroleerd.
De onderzoeksarts volgt een aanbevolen voedingsprotocol. Het definitieve
voedingsschema wordt bepaald aan de hand van klinische evaluatie van de arts.
Screeningprocedures:
Nadat de ouders of voogd het Informed Consent Form (ICF) hebben ondertekend,
worden alle opname-/uitsluitingscriteria gecontroleerd op geschiktheid. Een
volledige medische geschiedenis en lichamelijk onderzoek zullen worden
uitgevoerd. Binnen 24 uur na de screeningsprocedures worden in aanmerking
komende kinderen op willekeurig basis toegewezen aan een van de twee
behandelingsgroepen.
Behandelingsprocedure:
Tijdens de behandelingsperiode krijgen de kinderen studiemedicatie bij hun
enterale voeding. De behandelperiode is tot ontslag uit het ziekenhuis of
maximaal 28 dagen, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet. De dagelijkse
dosis wordt bij voorkeur verdeeld over ten minste vier voedingen per dag. De
behandeling dient te beginnen op uiterlijk dag 5 (tot 120 uur) na de geboorte.
Vervolgperiode:
De kinderen worden terug gezien op de polikliniek voor een vervolgbezoek op de
gecorrigeerde leeftijd van 6 maanden, 12 maanden en 24 maanden en 6 jaar. Als
er extra vervolgbezoeken plaatsvinden als standaardbehandeling, worden deze ook
geregistreerd (tot 12 jaar). Deblindering vindt plaats 1 jaar na randomisatie
van de laatste proefpersoon.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De studie zal bestaan uit 180 kinderen per arm, in twee strata (26+0-28+6 & 29+0-32+0 GA) of ten minste 360 kinderen in totaal, met ten minste 140 (70 per arm) in de jongere subgroep. Elk kind wordt willekeurig toegewezen in een verhouding van 1:1 aan de onderzoeksmedicatie (ELGN-2112) of placebo. In het geval van tweelingzwangerschappen, als beide tweelingen in aanmerking komen voor deelname aan het onderzoek, wordt de eerstgeborene gerandomiseerd en wordt de andere broer of zus automatisch toegewezen aan dezelfde behandelingsgroep als de eerstgeborene.
Inschatting van belasting en risico
Behalve de reeds in E9 vermelde risico's worden geen andere risico's voorzien.
De extra belasting ten opzichte van de zorgstandaard is minimaal.
Publiek
13 Wadi El Haj 13 Nazareth 13
Nazareth 13
IL
Wetenschappelijk
13 Wadi El Haj 13 Nazareth 13
Nazareth 13
IL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
1. Te vroeg geboren kind, mannelijk of vrouwelijk, van 26 tot 32 weken
zwangerschap (32 weken + maximaal 0 dagen). Koppelen van de zwangerschapsduur
(±2 weken) tussen data van de moeder en/of vroege prenatale echografie * 2.
Geboortegewicht >= 500 g 3. Eenling of tweelinggeboorte 4. Postnatale leeftijd
tot en met dag 5 (tot 120 uur na de geboorte) 5. Fractie ingeademde zuurstof <=
0,60 bij inclusie 6. Kinderen moeten cardiovasculair stabiel zijn op het moment
van inclusie en worden als onstabiel beschouwd als ze bloeddrukondersteuning
nodig hebben via een centrale lijn 7. Kind kan enterale voeding verdragen 8.
verwachting dat het kind zonder parenterale voeding (PV) overgeplaatst kan
worden naar een vervolg (niet-academisch) ziekenhuis 9. Gei*nformeerd
toestemmingsformulier ondertekend door ouders of wettelijke voogd 10. Naar de
mening van de onderzoeker is het kind voldoende stabiel om het onderzoek
volledig te doorlopen. * Als beide aanwezig zijn en verschil > 2 weken, op
basis van vroege prenatale echografie
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
1. Het kind krijgt meer dan 100 ml/kg/dag enteral voeding bij aanvang van het
onderzoek
2. Het kind is niet afhankelijk van parenterale aminozuren/lipiden als voeding
3. Ernstige aangeboren afwijkingen (bijv. kinderen met een genetische, metabole
en/of endocriene stoornis gediagnosticeerd vóór deelname)
4. Intra-uteriene groeirestrictie (IUGR), gedefinieerd als ofwel een gewicht
voor zwangerschapsduur lager dan de derde percentiel volgens de Fenton
premature groeicurve.
5. Bevestigde necrotiserende enterocolitis (NEC)
6. Maternale diabetes (type I/II of zwangerschap) waarvoor insuline benodigd is
tijdens de zwangerschap of gedurende de medische voorgeschiedenis van de moeder.
7. Vermoedelijke of bevestigde hyperinsulinisme waarvoor glucosetoediening van
meer dan 12 mg/kg/min nodig is bij randomisatie.
8. Elke systemische toediening van insuline bij randomisatie.
9. Niets per os (NPO) bij studie inclusie en enterale of orale supplementen
zijn niet toegestaan.
10. Hart- en borstcompressie of reanimatiemedicatie die tijdens de bevalling
aan het kind is gegeven
11. Kinderen die risico lopen op significante gastro-intestinale complicaties
zoals na twin-to-twin transfusion syndrome (TTTS) of monochoriale
monoamniotische tweelingen.
12. Deelname aan een ander interventioneel klinisch onderzoek dat de uitkomsten
van dit onderzoek kan beïnvloeden.
13. Overgevoeligheid voor elk van de geneesmiddelcomponenten - Recombinant
humane insuline (rh-insuline), maltodextrine, natriumchloride.
** Deelname aan een ander interventioneel klinisch onderzoek dat de resultaten
van dit onderzoek kan verstoren, is niet toegestaan **tot ontslag uit het
ziekenhuis.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2021-004890-29-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT05670951 |
CCMO | NL82850.018.22 |