Primaire werkzaamheidsdoelstelling (geblindeerde behandelperiode)• Aantonen van de werkzaamheid van rilzabrutinib versus placebo bij deelnemers met refractaire/recidiverende ITP, op basis van de duurzaamheid van de bloedplaatjesrespons gedurende de…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Plaatjesaandoeningen
- Auto-immuunziekten
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Primaire werkzaamheidsdoelstelling (geblindeerde behandelperiode)
• Aantonen van de werkzaamheid van rilzabrutinib versus placebo bij deelnemers
met refractaire/recidiverende ITP, op basis van de duurzaamheid van de
bloedplaatjesrespons gedurende de laatste 12 weken van de 24 weken durende
geblindeerde behandelperiode zonder gebruik van reddingsbehandeling.
Secundaire uitkomstmaten
Belangrijkste secundaire werkzaamheidsdoelstellingen (geblindeerde
behandelperiode)
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op het aantal
weken met bloedplaatjestelling >=50.000/µl OF tussen >=30.000/µl en <50.000/µl en
ten minste verdubbeld ten opzichte van baseline, gedurende de 24 weken durende
geblindeerde behandelperiode zonder gebruik van reddingsbehandeling
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op het aantal
weken met bloedplaatjestelling >=30,000/µl en ten minste verdubbeld ten opzichte
van baseline gedurende de 24 weken durende geblindeerde behandelperiode zonder
gebruik van reddingsbehandeling
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op de tijd tot de
eerste bloedplaatjestelling van >=50.000/µl OF tussen >=30.000/µl en <50.000/µl
en ten minste verdubbeld ten opzichte van baseline
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op het percentage
deelnemers dat reddingsbehandeling nodig heeft
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op de verandering
ten opzichte van baseline voor wat betreft punt 10 van de ITP PAQ-vragenlijst
(d.w.z. fysieke vermoeidheid) bij volwassen deelnemers (>=18 jaar) in week 13
Zie bijlage 10.7 voor specifieke vereisten voor de EU (EER-landen) en het VK.
Overige secundaire doelstellingen
Werkzaamheidsdoelstellingen
• Beoordelen van de stabiliteit van de bloedplaatjesrespons van rilzabrutinib
Veiligheidsdoelstellingen
• Beoordelen van de veiligheid en verdraagbaarheid van rilzabrutinib bij
pediatrische deelnemers (<18 jaar) en bij volwassen deelnemers (>=18 jaar) met
refractaire/recidiverende ITP
Farmacokinetische (PK) doelstellingen
• Karakteriseren van de PK van rilzabrutinib bij pediatrische deelnemers (<18
jaar) en bij volwassen deelnemers (>=18 jaar) met refractaire/recidiverende ITP
Doelstellingen met betrekking tot kwaliteit van leven (QOL, Quality of Life)
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib op de algehele en
ziektespecifieke kwaliteit van leven van volwassen deelnemers (>=18 jaar) met
refractaire/recidiverende ITP
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib op de ziektespecifieke kwaliteit
van leven van pediatrische deelnemers met refractaire/recidiverende ITP
Zie bijlage 10.7 voor specifieke leeftijdsgrenzen voor de EU (EER-landen).
Achtergrond van het onderzoek
Immuuntrombocytopenie (ITP) wordt gekenmerkt door auto antilichaam-gemedieerde
afbraak van bloedplaatjes en een verlaagde bloedplaatjesaanmaak, wat resulteert
in trombocytopenie en een verhoogde kans op bloedingen in combinatie met
morbiditeit en mortaliteit.
Doorgaans wordt farmacotherapie (corticosteroïden [CS], intraveneuze
immunoglobuline [IVIg] of Anti D) gebruikt voor symptomatische patiënten met
een lage bloedplaatjestelling om de afbraak van bloedplaatjes te verminderen.
Hoewel de meeste patiënten aanvankelijk een respons vertonen op CS, is het
percentage aanhoudende remissie laag. Tweedelijnsbehandelingen omvatten
rituximab en splenectomie en gaan gepaard met een risico op sepsis en
immuunsuppressie. Trombopoëtine (TPO)-mimetica (Bussel 2007) zijn goedgekeurd
voor de behandeling van patiënten met chronische ITP met onvoldoende respons op
CS, IVIg, of splenectomie. Tweedelijnsbehandeling met TPO RA's heeft een
klinische- responspercentage van 80%, maar ongeveer een derde van de patiënten
stopt met TPO RA's vanwege gebrek aan respons (Ghanima 2019). Nieuwe, veilige
en effectieve orale behandelingen voor het behouden van de
bloedplaatjestellingen in deze setting zouden een significant therapeutisch
voordeel zijn. Er bestaat dus nog steeds een grote medische behoefte aan
nieuwe, veilige en effectieve orale therapieën voor ITP.
Een BTK remmer zoals rilzabrutinib heeft de potentie om zich te richten op
meerdere routes en celtypes die betrokken zijn bij ontsteking en auto
immuniteit.
Er is voorlopig bewijs ter ondersteuning van de rol van BTK remming bij
patiënten met auto-immuuncytopenieën (Rogers 2016, Montillo 2017), waarbij
sequentiële episodes van ernstige auto immuun hemolytische anemie en ITP
stopten na de start van de behandeling met ibrutinib, een
BTK/epidermale-groeifactorreceptor/interleukine-2-induceerbare
T-celkinaseremmer, bij patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL).
Uit de voorlopige beoordeling van gegevens van patiënten met ITP (onderzoek
PRN1008 010 deel A) bleek een potentieel gunstige bloedplaatjesrespons in de
patiëntenpopulatie en bij patiënten die de 400 mg dosis rilzabrutinib BID
kregen. Deelnemers bij wie meerdere behandelingen voor ITP niet succesvol
waren, konden een snelle en duurzame bloedplaatjesrespons bereiken.
Doel van het onderzoek
Primaire werkzaamheidsdoelstelling (geblindeerde behandelperiode)
• Aantonen van de werkzaamheid van rilzabrutinib versus placebo bij deelnemers
met refractaire/recidiverende ITP, op basis van de duurzaamheid van de
bloedplaatjesrespons gedurende de laatste 12 weken van de 24 weken durende
geblindeerde behandelperiode zonder gebruik van reddingsbehandeling.
Belangrijkste secundaire werkzaamheidsdoelstellingen (geblindeerde
behandelperiode)
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op het aantal
weken met bloedplaatjestelling >=50.000/µl OF tussen >=30.000/µl en <50.000/µl en
ten minste verdubbeld ten opzichte van baseline, gedurende de 24 weken durende
geblindeerde behandelperiode zonder gebruik van reddingsbehandeling
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op het aantal
weken met bloedplaatjestelling >=30,000/µl en ten minste verdubbeld ten opzichte
van baseline gedurende de 24 weken durende geblindeerde behandelperiode zonder
gebruik van reddingsbehandeling
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op de tijd tot de
eerste bloedplaatjestelling van >=50.000/µl OF tussen >=30.000/µl en <50.000/µl
en ten minste verdubbeld ten opzichte van baseline
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op het percentage
deelnemers dat reddingsbehandeling nodig heeft
• Beoordelen van het effect van rilzabrutinib versus placebo op de verandering
ten opzichte van baseline voor wat betreft punt 10 van de ITP PAQ-vragenlijst
(d.w.z. fysieke vermoeidheid) bij volwassen deelnemers (>=18 jaar) in week 13
Onderzoeksopzet
Dit is een wereldwijd, gerandomiseerd, dubbelblind, multicenter klinisch
onderzoek met parallelle groepen bij patiënten met primaire ITP bij wie de
respons op intraveneuze immunoglobuline (IVIg) of corticosteroïden (CS) niet
duurzaam was.
Nadat deelnemers geïnformeerde toestemming hebben gegeven, beginnen ze met een
28 dagen durende screeningsperiode. Na afronding van de screeningsperiode
worden deelnemers die voldoen aan alle inclusiecriteria en geen van de
exclusiecriteria van dit protocol in een verhouding van 2:1 gerandomiseerd naar
een van de twee onderzoeksarmen: rilzabrutinib of placebo.
De randomisatie vindt afzonderlijk plaats voor de twee leeftijdsgroepen. Voor
de groep volwassenen wordt er gestratificeerde gepermuteerde blokrandomisatie
uitgevoerd; voor de pediatrische groep wordt er een dynamisch
randomisatie-algoritme (minimisatie) toegepast. De factoren die worden gebruikt
voor stratificatie (voor volwassenen) of evenwichtige verdeling (voor
pediatrische deelnemers) zijn splenectomiestatus (ja/nee) en ernst van de
trombocytopenie (inclusiecriterium 3 bloedplaatjestelling <15.000/µl of >=15.000/
µl).
Na randomisatie beginnen de deelnemers met een geblindeerde behandelperiode van
maximaal 24 weken, gevolgd door een open-label periode van 28 weken waarin alle
deelnemers rilzabrutinib krijgen, en daarna een 4 weken durende
veiligheidsfollow-upperiode of langtermijnverlenging.
Na 12 weken behandeling wordt gecontroleerd of de deelnemers een
bloedplaatjesrespons hebben bereikt, gedefinieerd als:
a) bloedplaatjestelling van >=50.000/µl OF een bloedplaatjestelling tussen
>=30.000/µl en <50.000/µl en ten minste verdubbeld ten opzichte van baseline op
enig moment tijdens de eerste 12 weken en
b) geen gebruik van reddingsmedicatie in de 4 weken vóór de hogere
bloedplaatjestelling die voldoet aan de bloedplaatjesresponscriteria.
Figuur 1 geeft het beslissingsproces weer voor het beoordelen van de respons.
Baseline wordt gedefinieerd als het gemiddelde van alle bloedplaatjestellingen
van de deelnemer vóór behandeling (screening en onderzoeksdag 1).
• Deelnemers met een respons gaan door naar de geblindeerde behandelperiode,
die in totaal 24 weken duurt, voordat ze beginnen met de open label periode.
• Deelnemers zonder respons (waaronder deelnemers die reddingsmedicatie krijgen
na 8 weken behandeling) kunnen aan het einde van week 12 met het onderzoek
stoppen of beginnen met de 28 weken durende open label periode, waarin ze een
behandeling krijgen met tweemaal daags (BID) 400 mg rilzabrutinib. De
oorspronkelijke toewijzing van het onderzoeksmiddel blijft geblindeerd.
Gelijktijdig gebruik van ITP-medicatie (een oraal CS en/of een
trombopoëtinereceptoragonist [TPO RA]) is in beide behandelarmen toegestaan en
deze medicatie moet gebruikt worden in stabiele doses vanaf 14 dagen vóór
onderzoeksdag 1 tot de laatste dosis van het onderzoeksmiddel. Een verlaging
van de doses van de gelijktijdige ITP-medicatie is alleen toegestaan in geval
van gerelateerde veiligheidsproblemen.
Het gebruik van reddingsmedicatie (IVIg, hoge dosis CS, infuus met
bloedplaatjes of infuus met anti D-immunoglobuline) om de
bloedplaatjestellingen te verhogen of om bloeding te voorkomen wanneer de
bloedplaatjestelling lager is dan 20.000/µl, of vanwege bloeding of natte
purpura, is toegestaan.
Na afronding van de open label periode mogen deelnemers met een
bloedplaatjesrespons die wordt gedefinieerd als een bloedplaatjestelling
>=50.000/µl of >=30.000/µl en die ten minste verdubbeld is ten opzichte van
baseline bij >=50% van de bezoeken zonder gebruik van een reddingsbehandeling
tijdens behandeling in de laatste 8 weken van de open label periode, deelnemen
aan de LTE.
Deelnemers mogen meedoen aan de LTE totdat:
a) de deelnemer geen respons meer vertoont (bloedplaatjestelling <30.000/µl of
minder dan 20.000/µl boven de baselinewaarde bij twee opeenvolgende bezoeken);
b) het middel door de opdrachtgever niet langer wordt ontwikkeld voor ITP;
c) het programma wordt gestopt vanwege veiligheidsredenen; of
d) het middel in de handel komt in het land van de deelnemer.
Veiligheidsmaatregelen in verband met de COVID 19-pandemie
In verband met de COVID 19-pandemie zijn er veiligheidsmaatregelen genomen om
ervoor te zorgen dat de deelnemers het onderzoeksmiddel kunnen blijven krijgen
en dat hun veiligheid gecontroleerd kan blijven worden. Deze maatregelen worden
beschreven in de *Guidelines to Sites for Delayed Participant Visits or Missed
Visits due to travel restrictions and any foreseeable impacts of COVID
19.* (Richtlijnen voor onderzoekscentra voor uitstel of overslaan van bezoeken
van deelnemers vanwege reisbeperkingen en voorzienbare gevolgen van COVID 19)
Wanneer de COVID 19-pandemie over is, worden de maatregelen ingetrokken tot de
vorige staat overeenkomstig overheidsvoorschriften en op basis van een
risico/batenanalyse
Onderzoeksproduct en/of interventie
Deelnemers krijgen in het dubbelblinde gedeelte van het onderzoek één 400 mg tablet rilzabrutinib of placebo BID. Deelnemers krijgen in het open label gedeelte van het onderzoek en de LTE één 400 mg tablet rilzabrutinib BID. De tabletten moeten worden ingenomen met 250 ml water en mogen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Inschatting van belasting en risico
Algehele risico/batenbeoordeling
Op basis van de beoordeling van de cumulatieve gegevens zijn er geen
belangrijke risico's vastgesteld voor rilzabrutinib. Er zijn ongewenste
voorvallen gemeld tijdens de toediening van andere geneesmiddelen uit dezelfde
therapeutische klasse (BTK remmers) als rilzabrutinib, maar hoofdzakelijk voor
oncologische indicaties waaronder B cel-maligniteiten (Lipsky 2020). Alles in
aanmerking genomen wordt aangenomen dat er een kleine kans is op het optreden
van de hierboven genoemde ongewenste voorvallen voor de 'klasse van BTK
remmers' tijdens de toediening van rilzabrutinib.
ITP is in verband gebracht met een verhoogd risico op mortaliteit door
bloeding, trombose, en een lagere kwaliteit van leven (QoL) (Trotter and Hill
2018). De ziektelast is significanter bij patiënten met ernstige en chronische
trombocytopenie en bij patiënten die geen respons vertonen op de huidige
therapie. Patiënten met een dergelijke ernstige trombocytopenie hebben een hoog
risico op hemorragie, wat toeneemt met de leeftijd. Intracraniale hemorragie is
de voornaamste oorzaak van overlijden en is gemeld bij 1,5% van de volwassen
patiënten (Neunert et al 2015). Naast het hoge risico op bloeding ervaren
patiënten met chronische ITP significante vermoeidheid, cognitieve stoornissen,
angst voor bloedingen en een negatieve impact op hun sociale leven en werk
(Frith et al 2012; Trotter and Hill 2018). Behandeling met rilzabrutinib kan
leiden tot een duurzame bloedplaatjesrespons bij patiënten die niet hebben
gereageerd op eerdere therapieën.
De veiligheid van rilzabrutinib tot op heden en het resulterende
risico/batenverhoudingsprofiel ondersteunt voortzetting van het onderzoek bij
patiënten met ITP. De ongewenste voorvallen die zijn waargenomen bij andere BTK
remmers (bloeding, cytopenie, atriumfibrilleren) worden zorgvuldig gemonitord.
Publiek
Corporate Drive 55
Bridgewater NJ 08807
US
Wetenschappelijk
Corporate Drive 55
Bridgewater NJ 08807
US
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Patiënten kunnen in het onderzoek worden geïncludeerd als ze aan ALLE volgende
criteria voldoen:
1. Patiënten zijn man of vrouw met primaire ITP met een duur van >6 maanden
voor pediatrische deelnemers van 12 tot <18 jaar (pediatrische deelnemers van
10 tot <12 jaar zullen alleen deelnemen in de EU [EER-landen]; zie bijlage
10.2, bijlage 10.3 en bijlage 10.7 voor landspecifieke eisen) en een duur van
>3 maanden voor volwassenen van >=18 jaar.
2. Patiënten met een respons (bereiken van een bloedplaatjestelling >=50.000/µl)
op IVIg/anti-D of CS die niet duurzaam was en met gedocumenteerde intolerantie
voor, onvoldoende respons op of een contra-indicatie voor
standaardbehandelingen voor ITP
3. Een gemiddelde van 2 bloedplaatjestellingen met een tussenperiode van ten
minste 5 dagen van <30.000/µl tijdens de screeningsperiode, en geen enkele
bloedplaatjestelling >35.000/µl binnen 14 dagen vóór de eerste dosis van het
onderzoeksmiddel
• Voor pediatrische deelnemers moet daarnaast worden vastgesteld of ze voor ITP
moeten worden behandeld via een klinische beoordeling door de onderzoeker (zie
bijlage 10.7 voor specifieke vereisten voor de EU [EER-landen]).
4. Adequate hematologische, lever- en nierfunctie (absolute neutrofielentelling
>=1,5 X 10^9/l, ASAT/ALAT <=1,5 x bovengrens van normaal [ULN, upper limit of
normal], albumine >=3 g/dl, total bilirubine <=1,5 x ULN [tenzij de deelnemer
gedocumenteerd syndroom van Gilbert heeft], glomerulaire filtratiesnelheid >50
[Cockcroft- en Gault-methode])
5. Hemoglobine >9 g/dl binnen 1 week vóór onderzoeksdag 1
6. Het gebruik van anticonceptiemethoden door mannen en vrouwen moet altijd in
overeenstemming zijn met lokale regelgeving inzake anticonceptiemethoden voor
deelnemers aan een klinisch onderzoek
A) Mannelijke deelnemers
Mannelijke deelnemers komen in aanmerking voor deelname als ze akkoord gaan met
het volgende gedurende de behandelperiode en gedurende ten minste 13 weken na
de laatste toediening van het onderzoeksmiddel:
• Afzien van het doneren en cryoconserveren van sperma
Plus:
- Zich onthouden van heteroseksuele geslachtsgemeenschap als dit binnen de
gebruikelijke levensstijl van hun voorkeur past (langdurige en aanhoudende
onthouding) en instemmen om hiermee door te gaan
OF
- Instemmen met het gebruik van anticonceptie/barrièremethode zoals hieronder
beschreven
- Een mannencondoom; de deelnemer moet ook worden ingelicht over het feit dat
het wenselijk is dat een vrouwelijke partnereen zeer effectieve
anticonceptiemethode gebruikt (zoals beschreven in bijlage 13 Richtlijnen van
het protocol inzake anticonceptie en barrièremethode) aangezien een condoom kan
scheuren of lekken tijdens geslachtsgemeenschap met een vrouw die kinderen kan
krijgen en die momenteel niet zwanger is
B) Vrouwelijke deelnemers
Een vrouwelijke deelnemer komt in aanmerking voor deelname als ze niet zwanger
is of borstvoeding geeft en als aan een van de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• Ze is een vrouw die geen kinderen kan krijgen zoals gedefinieerd in bijlage
13 van het protocol.
OF
• Ze is een vrouw die kinderen kan krijgen en ze stemt in met het gebruik van
een zeer effectieve anticonceptiemethode (met een faalpercentage van <1% per
jaar), met een lage gebruikersafhankelijkheid, zoals beschreven in bijlage 13
van het protocol, tijdens de onderzoeksbehandelperiode (zodat deze effectief is
voordat met de behandeling wordt begonnen) en gedurende ten minste 4 weken na
de laatste toediening van het onderzoeksmiddel EN ze stemt ermee in om tijdens
deze periode geen eicellen (ova, oöcyten) te doneren of te laten
cryoconserveren voor voortplantingsdoeleinden.
• Een vrouw die kinderen kan krijgen moet een negatieve hooggevoelige
zwangerschapstest (serum) hebben zoals vereist op grond van de plaatselijke
regelgeving) binnen 3 dagen vóór de eerste toediening van het onderzoeksmiddel
- Als een urinetest niet duidelijk als negatief kan worden beschouwd
(bijvoorbeeld een ambigu resultaat), dan moet er een zwangerschapstest op serum
worden gedaan. In dergelijke gevallen moet de deelnemer worden uitgesloten van
deelname als het resultaat van de zwangerschapstest op serum positief is.
7. Patiënten moeten in staat zijn om schriftelijke geïnformeerde toestemming of
geïnformeerde instemming in combinatie met geïnformeerde toestemming van hun
voogd te geven en moeten instemmen met het schema van beoordelingen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Patiënten worden uitgesloten van het onderzoek als er aan een of meer van de
volgende criteria wordt voldaan:
1. Patiënten met secundaire ITP
2. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven
3. Elektrocardiogrambevindingen (ecg-bevindingen) voor deelnemers:
o van >=10 en <16 jaar: QTcF >449 ms (mannen) of >457 ms (vrouwen)
o van >=16 en <18 jaar: QTcF >450 ms (mannen) of >460 ms (vrouwen)
o voor patiënten >=18 jaar: QTcF >450 ms (mannen) of >470 ms (vrouwen), slecht
gecontroleerd atriumfibrilleren (d.w.z. symptomatische deelnemers of een
ventriculaire hartslag van meer dan 100 slagen/min op het ecg), of andere
klinisch significante afwijkingen
4. Voorgeschiedenis (binnen 5 jaar vóór onderzoeksdag 1) of huidige, actieve
maligniteit waarvoor (waarschijnlijk) een chemotherapeutische behandeling of
operatie nodig is tijdens het onderzoek, met uitzondering van niet-melanome
huidkanker
5. Transfusie met bloed, bloedproducten, plasmaferese of gebruik van andere
reddingsmedicatie om de bloedplaatjestelling te verhogen binnen 14 dagen vóór
onderzoeksdag 1
6. Verandering in dosis CS en/of TPO RA binnen 14 dagen vóór onderzoeksdag 1
(een afwijking van meer dan 10% ten opzichte van de huidige doses)
7. Andere immunosuppressiva dan CS binnen 5 maal de eliminatiehalfwaardetijd
van het middel of 14 dagen vóór onderzoeksdag 1, afhankelijk van wat het langst
is
8. Behandeling met rituximab of splenectomie binnen 3 maanden vóór
onderzoeksdag 1
- Patiënten die worden behandeld met rituximab moeten normale B celtellingen
hebben vóór inclusie
9. Doorlopende behoefte aan het gebruik van protonpompremmers zoals omeprazol
en esomeprazol (het is toegestaan om de behandeling van de deelnemer vóór
onderzoeksdag 1 te wijzigen naar histamine 2 receptorblokkers)
10. Gebruik van bekende sterke tot matig sterke inductoren of remmers van CYP3A
binnen 14 dagen of 5 halfwaardetijden (afhankelijk van wat het langst is) vóór
onderzoeksdag 1 en tot het einde van de actieve behandelperiode
11. Gepland of gelijktijdig gebruik van anticoagulantia en
bloedplaatjesaggregatieremmers zoals aspirine (met uitzondering van aspirine in
een lage dosis tot 100 mg per dag), niet-steroïde anti-inflammatoire
geneesmiddelen, en/of thiënopyridines binnen 14 dagen vóór onderzoeksdag 1 en
tot het einde van de actieve behandelperiode
12. Gebruik van een experimenteel geneesmiddel binnen 30 dagen vóór de eerste
dosis onderzoeksmiddel, of ten minste 5 maal de eliminatiehalfwaardetijd van
het middel (afhankelijk van wat het langst is); de deelnemer mag geen
experimenteel medisch hulpmiddel gebruiken ten tijde van de behandeling
o patiënten die eerder werden behandeld met Bruton's tyrosinekinase
(BTK)-remmers (met uitzondering van rilzabrutinib) binnen 30 dagen vóór de
eerste dosis onderzoeksmiddel, komen niet in aanmerking
o patiënten die op enig moment al eerder zijn behandeld met rilzabrutinib komen
niet in aanmerking
13. Huidig drugs- of alcoholmisbruik
14. Refractaire misselijkheid en braken, malabsorptie, externe galwegshunt,
significante darmresectie of een andere omstandigheid waarbij voldoende
absorptie van het onderzoeksmiddel niet mogelijk is
15. Voorgeschiedenis van solide orgaantransplantatie
16. Positief bij screening voor humaan immunodeficiëntievirus (hiv), hepatitis
B-virus (HBV) (oppervlakte- en kernantilichamen die geen verband houden met
vaccinatie), of hepatitis C-virus (anti-HCV-antilichaam bevestigd met Hep C RNA)
o patiënten die hepatitis B-oppervlakte antigeen-positief (HBsAg positief)
zijn, komen niet in aanmerking.
o patiënten die HBsAg negatief en hepatitis B-kernantigeen antilichaam-positief
(HBcAb positief) zijn, worden getest op HBV oppervlakte antilichaam (HBsAb) en
HBV DNA. Als HBV DNA negatief is en HBsAb titer >=100 IE/l, kunnen patiënten
worden geïncludeerd. HBV DNA moet tijdens de behandeling elke maand worden
gecontroleerd en gedurende 6 maanden na de laatste dosis van het
onderzoeksmiddel. Positieve HBV DNA-resultaten worden op gepaste wijze
behandeld volgens de lokale zorgstandaard.
o patiënten die HBcAb positief en HBsAg negatief zijn met HBsAb titer <100 IE/l
of negatief komen niet in aanmerking.
17. Positieve QuantiFERON®-TB Gold, of QuantiFERON®-TB Gold Plus (QFT Plus) bij
screening, tenzij wordt voldaan aan alle volgende drie voorwaarden (zie bijlage
10 landspecifieke vereisten):
a) een röntgenonderzoek van de borstkas laat geen tekenen zien die wijzen op
actieve tuberculose (TB);
b) er zijn geen klinische tekenen en symptomen van pulmonale en/of
extrapulmonale TB;
c) gedocumenteerde toepassing van een van de volgende profylactische
behandelingen:
i. dagelijks orale isoniazide gedurende 6 maanden of
ii. dagelijks orale rifampicine gedurende 4 maanden of
iii. isoniazide en rifapentine wekelijks gedurende 3 maanden (3HP)
Na overleg met en goedkeuring door de opdrachtgever kan per geval worden
bekeken of een negatieve lokale TB-test die als gelijkwaardig aan 1 van de
bovengenoemde tests wordt beschouwd, kan worden gebruikt voor het bepalen van
de geschiktheid. Als bijvoorbeeld een QuantiFERON®-TB Gold, of QuantiFERON-TB
Gold Plus (QFT Plus) om een of andere reden onduidelijk is en een lokale
bloedtest of T-Spot® TB test negatief is, kan de patiënt op grond van het
lokale resultaat worden geïncludeerd na goedkeuring van de opdrachtgever.
18. Voorgeschiedenis van terugkerende (2 of meer) ernstige infecties die
intraveneus moeten worden behandeld met antibiotica, antivirale of
antischimmelmiddelen binnen de laatste 3 maanden vóór onderzoeksdag 1 of een
actieve ernstige of matig ernstige infectie die nog aanwezig is op de dag van
randomisatie
19. Myelodysplastisch syndroom
20. Vaccinatie met een levend vaccin binnen 28 dagen vóór onderzoeksdag 1 of
plan om een dergelijke vaccinatie te krijgen tijdens het onderzoek
21. Geplande operatie binnen de behandelperiode
22. Een andere klinisch significante ziekte, aandoening of medische
voorgeschiedenis die, volgens de onderzoeker of medisch monitor van de
opdrachtgever, gevolgen zou hebben voor de veiligheid van de deelnemer,
onderzoeksbeoordelingen en/of onderzoeksprocedures
23. Positieve moleculaire SARS CoV 2-test (als een COVID 19-test vereist is op
grond van de lokale richtlijnen die voor elk onderzoekscentrum worden
vastgesteld)
24. COVID 19-vaccinatie binnen 14 dagen vóór onderzoeksdag 1 of gepland tijdens
de laatste 12 weken van de geblindeerde behandelperiode
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
EudraCT | EUCTR2020-002063-60-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04562766 |
CCMO | NL83147.078.23 |