Het hoofddoel van CRUCIAL-VCI is om een surrogaat-MRI-marker voor microvasculaire dichtheid bij patiënten met VCI als gevolg van cSVD te bepalen en dit te relateren aan de ernst van de ziekte uitgedrukt als macrostructurele hersenschade en…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
- Cognitieve en aandachtsstoornissen en -afwijkingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
• Geavanceerde MRI-markers in de hersenen voor microvasculaire hypoperfusie en
disfunctie:
-BBB lekkage snelheid en fractioneel volume (DCE-MRI)
-grijze stof perfusie (ASL-CBF)
-microvasculair perfusievolume (IVIM)
-parenchymale diffusiviteit / microstructurele integriteit (IVIM)
-macrovasculaire perfusie (GE-DSC-MRI)
-microvasculaire perfusie (heterogeniteit van capillaire transittijd op
GE-DCS-MRI of SE-DSC-MRI)
• Structurele vasculaire markers: totaal hersenvolume, volume
hyperintensiteiten witte stof, visuele beoordeling van WMH Fazekas-score,
lacunes, microbloedingen, perivasculaire ruimten, totale SVD-lastenscore.
• Cognitieve functie: algemeen en domeinen van geheugen, snelheid van
informatieverwerking, uitvoerende functie
Secundaire uitkomstmaten
Alleen VCI-patiënten
• Hart:
o echocardiografie: links-ventriculaire (LV) eind-diastolische en -systolische
diameters, LV-massa en de LV-massa-index, en linker atriaal volume en linker
atriale volume-index, LV-ejectiefractie, globale en regionale longitudinale
spanning
o MRI: ejectiefractie, diastolisch volume, eindsystolische functie, cardiale
output, linker ventriculaire massa, diastolische functie (vroege tot late
ventriculaire vulling; E / A-verhouding), linker atriumvolume als maat voor
diastolische functie. Myocardperfusie van de adenosinestresstest.
o Serummarkers van hartbeschadiging / -stam (NT-proBNP, hs-TNT), fibrose (PICP,
CITP: MMP-1) en ontsteking (Gal-3, sST-2)
• Microvesikels: RNA-gehalte van uit circulerend endotheel afgeleide
microvesicles
• Vasculaire dichtheid op OCT angiografie van de ogen
• Bloedvat diameter en complexiteit van vertrakking van bloedvaten in de retina
(fundus foto)
• Sublinguale stroomgerelateerde capillaire dichtheid (GlycoCheck)
• Hemostatische en inflammatoire functie van bloedplaatjes
• Gadolinium in traanvocht
Achtergrond van het onderzoek
Vasculaire cognitieve stoornissen (VCI) is een overkoepelende term voor alle
cognitieve stoornissen, van milde cognitieve stoornissen tot volledig
ontwikkelde dementie die optreden als gevolg van vasculaire disfunctie.
Vasculaire dementie is het op één na meest voorkomende type dementie na de
ziekte van Alzheimer. De vasculaire disfunctie in VCI is voornamelijk te wijten
aan een aandoening van de kleine hersenbloedvaten (cerebral small vessel
disease = cSVD).
Hartfalen met geconserveerde ejectie fractie (HFpEF) is diastolisch hartfalen
waarbij de hartspier is verstijfd en daarom niet goed vult. Ongeveer de helft
van alle patiënten met HF heeft HFpEF. Het is een syndroom van microvasculaire
disfunctie.
De ontwikkeling van VCI als gevolg van cSVD en van HFpEF zijn beide gekoppeld
aan de aanwezigheid van co-morbiditeiten zoals hypertensie, diabetes, obesitas
en veroudering. Een afname van de capillaire vaatdichtheid in een weefsel,
microvasculaire rarefactie genoemd, is een gemeenschappelijk kenmerk van deze
c-omorbiditeiten. Voor veel van de co-morbiditeiten geassocieerd met HFpEF en
VCI gaat capillaire rarefactie eigenlijk vooraf aan de ontwikkeling van de
ziekte. Significant bewijs suggereert nu dat capillaire rarefactie
comorbiditeiten kan verergeren of stimuleren. Bij muizen resulteerde
geïnduceerde rarefactie door spierspecifieke ablatie van VEGF in een
vermindering van 45% van insuline-gestimuleerde glucose-verwijdering in het
hele lichaam tijdens een euglycemische insulineklem. Door de verminderde
capillaire dichtheid werd de insulinetoediening aan spieren en vetweefsel
belemmerd, wat leidde tot insulineresistentie. Deze hypothese is bij mensen
bevestigd. Hypertensieve patiënten hebben ook een lagere capillaire dichtheid.
Capillaire rarefactie is aanwezig bij jonge volwassenen (23-33 jaar) met
familiale aanleg voor hypertensie die nog hypertensie moet ontwikkelen.
Men denkt nu dat microvasculaire rarefactie de hoofdreden is waarom kleine
vaatziekten zoals HFpEF en VCI ontstaan. Bovendien zijn de cardiale
microvasculaire ziekte die leidt tot een falend hart (HFpEF) en veranderde
cerebrale functie vaak samen aanwezig. Ziekteprogressie in zowel HFpEF als VCI
is onafhankelijk gekoppeld aan microvasculaire functie. Gedacht wordt dat beide
organen bijzonder gevoelig voor deze rarefactie zijn gezien de overeenkomsten
in hoge energiebehoefte. De hersenen gebruiken ongeveer 1/5 van de
lichaamsenergie en het hart ongeveer 1/10. Aldus zijn reducties in perfusie in
beide organen uiterst schadelijk. Bij patiënten met HFpEF hangt de mate van
microvasculaire rarefactie samen met de ernst van de linker ventriculaire
diastolische disfunctie. In VCI is de kennis over de rol van microvasculaire
functie en rarefactie schaars, hoewel we in toenemende mate in staat zijn om de
cerebrale microvasculaire functie te meten.
Als secundaire doelstelling zijn we daarnaast ook geïnteresseerd in de rol van
bloedplaatjes functie bij het ontstaan van cSVD. Bloedplaatjes hebben
pro-inflammatoire eigenschappen, maar de rol van bloedplaatjes in de
ontwikkeling van cerebrale endotheel dysfunctie is niet goed gekend. We
onderzoeken het samenspel tussen bloedplaatjes-, endotheel- en microvasclaire
functie bij de ontwikkeling van cSVD.
Als andere secundaire doelstoellinge, willen we onderzoeken of
bloedhersen-barrière lekkage, één van de pathophysiologische mechanismen in
cSVD, gedetecteerd kan worden door het meten van gadolinium in traanvocht. Er
zijn studies die suggereren dat gadolinum over de blood-retina barrière lekt en
dat gadolinium gevonden kan worden in het oogvocht, dewelke de retinale
betrekking van cSVD representeert. Gadolinium in traanvocht zou kunnen dienen
als een alternatieve, goedkopere en snellere biomarker voor bloedhersenbarrière
lekkage.
Doel van het onderzoek
Het hoofddoel van CRUCIAL-VCI is om een surrogaat-MRI-marker voor
microvasculaire dichtheid bij patiënten met VCI als gevolg van cSVD te bepalen
en dit te relateren aan de ernst van de ziekte uitgedrukt als macrostructurele
hersenschade en cognitieve functie.
De secundaire doelstellingen zijn: a) onderzoeken of microvasculaire rarefactie
een specifiek kenmerk is van cSVD en niet alleen een verouderingsverschijnsel,
door VCI-patiënten en gezonde controles te vergelijken; b) om de relatie tussen
cerebrale microvasculaire functie en (i) rarefactie in het hart en (ii)
microvasculaire dichtheid in het oog en sublinguaal weefsel te bepalen; c) het
identificeren en karakteriseren van mi-RNA's gerelateerd aan rarefactie van
circulerende endotheliale microvesikels en de correlatie met cerebrale
microvasculaire functie en structurele MRI-markers.
Onderzoeksopzet
CRUCIAL-VCI is een mono-centrum observationele studie.
Inschatting van belasting en risico
De studie vereist voor VCI patienten tweemaal een dagdeel (ongeveer 3 uur)
bezoek aan het ziekenhuis en voor de controles een eenmalig bezoek van ongeveer
3 uur. De duur van de MRI om alle sequenties te verkrijgen is ongeveer twee uur
voor VCI en anderhalf uur voor controles. Veneuze injectie van
gadobutrol-contrastmiddel kan een allergische reactie veroorzaken, hoewel dit
zeer zeldzaam is. De totale dosis gadobutrol bij de controles is 0,2 mmol / kg
en in VCI 0,3 mmol / kg. Deze laatste totale dosis wordt verdeeld over 2 dagen:
eerste dag 0,2 mmol/kg en tweede dag 0,1 mmol/kg. In geen geval wordt de
maximale dagdosis van 0,3 mmol/kg overschreden. Bloedmonsters worden afgenomen
door veneuze punctie. Dit kan in sommige gevallen leiden tot een cutaan
hematoom. Cognitieve testen kunnen vermoeiend zijn. Door de afname van
traanvocht kunnen de ogen tijdelijk droog aanvoelen (een paar minuten tot uren).
Alleen VCI-patiënten: ECG, echocardiografie, sublinguale Glycocheck zijn
niet-invasief en pijnloos. OCT angiografie van het oog vereist toediening van
mydriatische oogdruppels voor verwijding van de pupil. Dit resulteert in een
wazig zicht dat tot twee uur aanhoudt. Mensen mogen in deze periode niet
rijden. Een onderdeel van de cardiale MRI is een adenosine stress test. Het is
deelnemers niet toegestaan **koffie of cafeïne houdende frisdranken te drinken
in de voorafgaande 12 uur. Injectie van adenosine simuleert een conditie.
Toediening van adenosine gaat vaak gepaard met sensaties van benauwdheid,
kortademigheid en / of tachycardie. Deze sensaties zijn onschadelijk maar
kunnen ongemakkelijk aanvoelen. Als een persoon het te ongemakkelijk vindt,
zullen we de infusie onmiddellijk stoppen en de sensaties zullen kort daarna
verdwijnen (T * <10 sec). Over het algemeen wordt de adenosine stress test goed
verdragen en duurt deze slechts 4 minuten. Het is een bekende test in de
klinische praktijk. Ernstige bijwerkingen zoals ernstige bradycardie (trage
hartslag) zijn zeldzaam en deelnemers worden continu gemonitord.
Publiek
P. Debeijelaan 25
Maastricht 6229HX
NL
Wetenschappelijk
P. Debeijelaan 25
Maastricht 6229HX
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Inclusie criteria voor VCI:
• VCI gedefinieerd als:
- het bezoeken van de polikliniek neurologie of een gheugenpoli
- cognitieve klachten
- aanwezigheid van een cognitieve stoornis: MoCA kleiner dan 26 of een
beperking in ten minste 1 cognitief domein bij neuropsychologisch onderzoek
- imaging kenmerken van cSVD: uitgebriede witte stof letsels op CT of
beginnende confluerende witte stof letsels op MRI (Fazekas score > 2) of
multipele puntvormige witte stof letsels op MRI in combinatie met lacunaire
herseninfarcten en/of microbloedingen
• 18 jaar of ouder
• In staat MRI te ondergaan
• Vermogen om schriftelijk toestemming te geven
• een dementie rating score van kleiner of gelijk aan 1.0
Inclusie criteria voor patiënten met een verhoogd risico op VCI:
• Symptomatische cSVD, gedefinieerd als:
o Een voorgeschiedenis van een klinisch doorgemaakt lacunair infarct met
overeenkomend met een zichtbare afwijking op CT of MRI (inclusie > 3 maanden na
ontstaan van het herseninfarct om acute herseninfarct effecten te voorkomen)
o Bijkomende imaging kenmerken van cSVD:
* uitgebreide leukoariosis op CT, of
* (beginnende) confluerende witte stof afwijkingen op MRI (Fazekas score >= 2),
or
* Lacunair herseninfarct én meerdere punctiforme witte stof afwijkingen
(Fazekas score 1) of microbloedingen op MRI.
• 18 jaar of ouder
• In staat om MRI te ondergaan
• In staat om schriftelijke toestemming te geven
Voor controles geldt:
- het bezoeken van de polikliniek Neurologie
- vanwege een aandoening van het perifeer zenuwstelsel zoals een chronische
polyneuropathie, ulnaropathie of carpaal tunnel syndroom
- ontbreken van cognitieve klachten en/of verschijnselen
- ouder dan 18 jaar
- mogelijkheid tot het ondergaan van een MRI van de hersenen
- vermogen om schriftelijk toestemming te geven
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
Exclusiecriteria voor VCI en controle persoenen
• Niet voldoen aan de inclusie criteria
• Onwil of het onvermogen om schriftelijke toestemming te geven
• wilsonbekwaam (of gerede twijfel aan wilsbekwaamheid) tot het geven van
toestemming
• Contra-indicaties voor MRI scan: pacemaker, metalen in het lichaam,
claustrofobie, zwangerschap, neurostimulator of andere soorten geimpanteerde
hulpmiddelen incl insuline pomp.
• Contra-indicaties voor toediening van gadolinium contrast tijdens de MRI scan
waaroneder gekende allergie voor gadolineum of ernstige functiestoornis van de
nier (eGFR < 30 ml/min)
• Andere neurologische of psychiatrische aandoeningen die de hersenen aantasten
en interfereren met de studie opzet waaronder multipele sclerose, ziekte van
Parkinson, alchol/drugs misbruik, corticaal herseninfarct, ernstig traumatisch
hersenletsel, hersentumoren.
Bijkomende exclusie criteria cardiale MRI (geldt alleen voor VCI patienten):
- asthma/COPD
- traag hart ritme (minder dan 50 slagen per minuut)
- tweede en derde graads AV blok
- sick sinus syndroom
- verlengd QT-interval
- hypotensie (systole lager dan 90 mmHg)
- decompensatio cordis
Exlcusie criterium alleen voor fundus foto's (VCI groep)
• epilepsie
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
Ander register | ISRTCN |
CCMO | NL72696.068.20 |