Het eerste doel is om te onderzoeken wie de PMSA zijn, welke strategieën en motieven zij gebruiken om minderjarigen te benaderen op internet, welke seksuele activiteiten zij verrichten op internet en of ze tevreden zijn met hun (seksuele) welzijn (…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Persoonlijkheids- en gedragsstoornissen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Sociodemografische kenmerken worden gevraagd, namelijk leeftijd, gender,
opleiding, burgerlijke status, werksituatie, justitiële veroordelingen en
psychische hulpverlening.
Vervolgens worden er elf vragenlijsten afgenomen:
1. The Personality Inventory for DSM-5-25 (PID-5-25; Van der Heijden et al.,
2014);
2. The Self Concept and Identity Measure (SCIM; Kaufman et al., 2015);
3. The Difficulties in Emotion Regulation Scale (DERS-16; Bjureberg et al.,
2016);
4. The Utrechtse Coping Lijst; subscales Active tackling, Passive reacting, and
Avoiding (UCL; Schreurs et al., 1988);
5. The Coping Using Sex Inventory (CUSI; Cortoni & Marshall, 2001);
6. The UCLA Loneliness scale version 3 (UCLA; Russell, 1996);
7. The Well-Being Questionnaire (W-BQ-12; Pouwer et al., 2000);
8. The Internet Sex Screening Test (ISST; Delmonico & Miller, 2003);
9. The Problematic Pornography Consumption Scale (PPCS-18; B*the et al., 2018);
10. The Sexuality Scale (SS; Snell & Papini, 1989);
11. The International Index of Erectile Function (IIEF; Rosen et al., 1997).
Secundaire uitkomstmaten
De PMSA-groepen worden gevraagd om deel te nemen aan een interview om dieper in
te gaan op de informatie die is verzameld op grond van de vragenlijsten om
verder onderzoek te doen naar de strategieën en motieven om minderjarigen via
internet te benaderen voor seksuele activiteiten. De interviews zijn
semigestructureerd waarbij een topic lijst met algemene topics zal worden
gebruikt gebaseerd op de literatuur en op de bevindingen van de vragenlijsten.
Vervolgvragen zijn afhankelijk van de input van de geïnterviewden.
Achtergrond van het onderzoek
Seksuele activiteiten op internet zijn de afgelopen twee decennia toegenomen
(Barrada et al., 2019). Deze activiteiten lopen uiteen van het zoeken naar
informatie en het gebruik van dating applicaties voor het aangaan van intieme
relaties (Doorwaard et al., 2017) tot online seksueel misbruik tegen
minderjarigen (DeHart et al., 2016). Online seksueel misbruik omvat onder
andere het bezit, de productie en distributie van kinderpornografisch materiaal
en het benaderen van minderjarigen voor seksueel misbruik en/of een seksuele
relatie (Kloess et al., 2014; Quayle, 2016). Het is een fenomeen dat door de
toegankelijkheid van het internet de laatste jaren enorm is toegenomen en
vergemakkelijkt (Kloess, Woodhams et al., 2019). Volgens sommige onderzoekers
is er zelfs sprake van een overgang van offline naar online zedendelinquentie
(Tener et al., 2015). Onderzoek naar zowel online als offline zedendelinquenten
met minderjarige slachtoffers is daarom van belang.
Zedendelinquenten vormen een heterogene groep en kunnen worden onderverdeeld in
verschillende typen. Relevant voor dit onderzoek zijn de online en offline
zedendelinquenten met minderjarige slachtoffers. Op grond van de literatuur
blijkt dat er zowel verschillen als overeenkomsten bestaan tussen beide groepen
op grond van cognities, emoties, persoonlijkheid, gedrag en motieven voor
misbruik (bijv., Babchishin et al., 2011, 2015; Elliott et al., 2013; Houtepen
et al., 2014; Neutze et al., 2011; Seto et al., 2012; Webb et al., 2007).
Daarnaast blijkt dat online zedendelinquenten onderverdeeld kunnen worden in
verschillende subgroepen (bijv., Bergen et al., 2014; Briggs et al., 2011;
DeHart et al., 2016; Kleijn & Bogaerts, 2020; Tener et al., 2015; Webster et
al., 2012), wat ook geldt voor offline zedendelinquenten (bijv., Lanning, 2010;
Ward & Hudson, 1998). De bovenstaande studies bieden echter geen diepgaand
vergelijkend onderzoek tussen online en offline zedendelinquenten. Zo is er
over personen die minderjarigen op internet benaderen voor seksuele
activiteiten (PMSA) nauwelijks iets bekend over hun persoonlijkheidskenmerken,
(seksuele) strategieën en motieven. Dit onderzoek beoogt dan ook inzicht te
geven in deze subgroep door te focussen op risicofactoren, zoals
persoonlijkheidsstoornissen, emotionele ontregelingen en stoornissen in
(seksuele) copingsstrategieën. We zullen hierbij twee PMSA-groepen
onderscheiden: veroordeelden PMSA in behandeling in een FPC of polikliniek
(PMSA in behandeling) en niet veroordeelden PMSA die niet in behandeling zijn
en benaderd zijn via Stop it Now! Vlaanderen (PMSA niet in behandeling). Deze
twee PMSA-groepen worden vergeleken met een groep kinderpornodownloaders, een
groep offline zedendelinquenten en een groep individuen uit de algemene
populatie zonder eerdere veroordelingen.
Met dit onderzoek willen we zowel een bijdrage leveren aan de
wetenschap als aan de klinische praktijk. Allereerst willen we meer inzicht
krijgen in de persoonlijkheidskenmerken en delictstrategieën en motieven van
online en offline zedendelinquenten. Verder willen we meer inzicht krijgen in
de online seksuele activiteiten tegen minderjarigen gepleegd door individuen
uit de algemene bevolking. Dit onderzoek is daarom niet alleen gericht op
personen die zijn veroordeeld en in behandeling zijn. Verder, ondanks dat
online en offline zedendelinquenten ongeveer 15 tot 20% van de totale
forensische populatie uitmaken, hebben psychologen en behandelaars die in de
FPC*s en poliklinieken werken vaak te maken met patiënten die minderjarigen
online en offline seksueel uitbuiten. Daarom is er behoefte aan meer informatie
omtrent de persoonlijkheid, cognities, emoties, gedrag en motieven van deze
groep. Dit kan bijdragen aan de behandeling van deze individuen om seksueel
misbruik van minderjarigen aan te pakken.
In dit onderzoek staan de volgende onderzoeksvragen centraal:
1. Wat zijn de persoonlijkheids- en identiteitskenmerken, de zelfregulatie- en
(seksuele) coping strategieën en de motieven van PMSA?
2. Welke seksuele activiteiten doen PMSA op internet en zijn ze tevreden met
hun (seksuele) welzijn?
3. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen PMSA, CP in behandeling,
CSO offline en een controlegroep van individuen uit de algemene populatie op
basis van hun persoonlijkheids- en identiteitskenmerken, zelfregulatie en
(seksuele) coping strategieën en motieven, en hun (seksuele) welzijn?
4. Zijn er binnen de zedendelinquenten groepen en de controlegroep homogene
klasse te onderscheiden op basis van persoonlijkheids- en identiteitskenmerken,
zelfregulatie en (seksuele) coping strategieën en motieven, en (seksuele)
welzijn?
Doel van het onderzoek
Het eerste doel is om te onderzoeken wie de PMSA zijn, welke strategieën en
motieven zij gebruiken om minderjarigen te benaderen op internet, welke
seksuele activiteiten zij verrichten op internet en of ze tevreden zijn met hun
(seksuele) welzijn (onderzoeksvraag 1 en 2). Het tweede doel is om te
onderzoeken of de PMSA een onderscheidende groep zedendelinquenten is door ze
te vergelijken met een groep online kinderpornodownloaders, offline
kindermisbruikers en een steekproef uit de algemene populatie op grond van
persoonlijkheidskenmerken en disfuncties, welzijn, strategieën en motieven
(onderzoeksvraag 3 en 4).
Onderzoeksopzet
Het onderzoek heeft een cross-sectioneel ontwerp waarbij negen vragen over
sociodemografische kenmerken (leeftijd, gender, opleiding, burgerlijke status,
huidige werksituatie, justitieel veroordelingen en psychische hulpverlening) en
elf zelfrapportage vragenlijsten worden ingevuld op één meetmoment. Daarnaast
worden twee groepen (PMSA in behandeling en PMSA niet in behandeling) gevraagd
om eenmalig deel te nemen aan een interview om dieper in te gaan op de
verzamelde informatie van de vragenlijsten.
Inschatting van belasting en risico
Mogelijke belasting en risico*s van deze studie zijn de tijd om de
vragenlijsten in te vullen. Daarnaast kunnen sommige vragen uit de
vragenlijsten en het interview mogelijk confronterend zijn. Om de belasting en
risico*s zo minimaal mogelijk te houden, zullen de participanten geïnformeerd
dat ze de vragenlijsten op hun eigen tempo kunnen invullen en met voldoende
pauzes. Daarnaast worden de vragen van de vragenlijsten en interview op
voorhand besproken met de participanten, zodat ze goed geïnformeerd zijn. Ze
zullen worden geïnformeerd dat ze geen vragen hoeven te beantwoorden die ze
niet willen beantwoorden en dat ze kunnen stoppen met het onderzoek op ieder
moment zonder daarvoor een reden te hoeven geven. Mochten de participanten zich
geconfronteerd voelen door de vragen of vragen hebben over het onderzoek,
kunnen ze altijd contact opnemen met de hoofdonderzoeker (Manon Kleijn), de
hoofd behandelaren van Fivoor en de onafhankelijke deskundige Peter de Looff.
Voor de PMSA niet in behandeling zullen de vragen van de vragenlijsten en het
interview besproken worden met de onderzoekers van Stop it Now! Vlaanderen.
Stop it Now! is een organisatie die seksueel misbruik van minderjarigen
probeert te voorkomen door hulp te bieden aan mensen die minderjarigen hebben
misbruikt of die dreigen dit te gaan doen. De onderzoekers van Stop it Now!
Vlaanderen zullen het onderzoek via advertenties op hun sociale mediakanalen
delen en de inhoud van de vragenlijsten en interviews vermelden, zodat de
participanten hierover goed geïnformeerd zijn. Bovendien zullen de
participanten geïnformeerd worden dat elk nieuw feit van seksueel misbruik van
een minderjarige wat zij delen tijdens dit onderzoek zal worden gemeld aan Stop
it Now! Vlaanderen. Als ze hier vragen over hebben of andere vragen hebben over
het onderzoek, dan kunnen ze altijd contact opnemen met de hoofdonderzoeker
(Manon Kleijn) en/of Stop it Now! Vlaanderen.
Publiek
Warandelaan 2
Tilburg 5037AB
NL
Wetenschappelijk
Warandelaan 2
Tilburg 5037AB
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
Voldoende kennis en begrip van de Nederlandse taal;
Leeftijd 18 t/m 70 jaar;
Forensische patiënten die veroordeeld en/of in behandeling zijn voor een
zedendelict met minderjarige slachtoffers, meer specifiek: online grooming
delicten (namelijk het benaderen van minderjarigen op internet voor seksuele
activiteiten), kinderpornografisch gerelateerde delicten (namelijk het toegang
verschaffen tot, downloaden, in bezit hebben en/of verspreiden van
kinderpornografisch materiaal) en offline seksuele misdrijven (namelijk het
seksueel misbruiken van minderjarigen in persoon);
Controlegroep heeft geen eerdere veroordelingen.
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
IQ lager dan 70;
Patiënten met de diagnose *schizofrenie e.a. psychotische stoornissen* die op
het moment van het onderzoek een psychotische episode doormaken en/of ernstige
symptomen vertonen ten gevolge van hun psychotische kwetsbaarheid en
onvoldoende veerkrachtigheid;
Onvoldoende kennis en begrip van de Nederlandse taal.
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL79265.028.21 |