Het doel van deze studie is het onderzoeken van het effect van postoperatieve pericadiale spoeling op de incidentie van rethoracotomien en op de intraluminale verstopping van de drain, bij patienten na hartchirurgie. Het nieuw ontwikkelde medische…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Pericardaandoeningen
- Therapeutische en niet-therapeutische effecten (excl. toxiciteit)
- Hart therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
incidentie van rethoracotomien en/of tamponades
Secundaire uitkomstmaten
Blood loss data: Hourly blood loss, Postoperative blood loss after 10-hour
stay in the ICU, Postoperative blood loss at chest tube removal
Hemoglobin * between randomization and 12-hour stay in the ICU (g/dL),
Hemoglobin * between randomization and hospital discharge (g/dL)
Number of units transfused after randomization: Red cells, Fresh-frozen plasma,
Platelet concentrate
Intrapericardial pressure data: CVP during pressure controlled ventilation (5
timepoints within 30 minutes), CVP during pressure support ventilation (5
timepoints within 30 minutes),CVP after extubation (5 timepoints within 30
minutes)
Duration of ventilation, hours
Fluid accumulation at discharge:
postoperative pericardial effusion or pleural effusion
LOS ICU and hospital, days
Cost (measured in consumed care and products)
Time until chest tube removal, hours
Intraluminal chest tube clogging
Adverse events data: Late cardiac tamponade, reoperation (for: surgical
bleeding, other reasons), Minimal invasive intervention for fluid accumulation
(pericardial intervention, pleural intervention) Infections (sepsis, pneumonia,
deep sternal wound infection, surgical wound infection, sternal dehiscence,
acute renal insufficiency, postoperative atrial fibrillation, myocardial
infarction, mortality)
Achtergrond van het onderzoek
Overmatig bloedverlies na een hartoperatie is een van de meest voorkomende
oorzaken voor complicaties na hartchirurgie. Als er na een hartoperatie sprake
is van overmatig bloedverlies dan moet de patiënt soms terug naar de
operatiekamer om te kijken of er een oorzaak is voor de bloeding. Soms wordt er
een duidelijke oorzaak gevonden die met een extra hechting opgelost kan worden
maar regelmatig is er sprake van diffuus bloedverlies: kleine bloedingen
verspreid over het hele wondgebied.
In eerder onderzoek is aangetoond dat het bloedverlies duidelijk afneemt als de
wond meteen vanaf het einde van de operatie wordt gespoeld met een warme
zoutoplossing (CPPF). Er is dan veel minder ophoping van bloed en stolsels in
de wond.
Tijdens eerdere studies bleek dat het bloedverlies significant minder is bij de
patiënten die behandeld werden met continuous postoperative pericardial
flushing (CPPF) in vergelijking met de standaard methode. In de CPPF groep
waren ook geen heroperaties nodig terwijl dit in de controle groep 8 keer
voorkwam. Dit verschil ondersteunt de theorie dat CPPF kan werken. Er kan
worden geconcludeerd dat CPPF een veilige en effectieve manier is om
bloedverlies na een hartoperatie te verminderen.
Doel van het onderzoek
Het doel van deze studie is het onderzoeken van het effect van postoperatieve
pericadiale spoeling op de incidentie van rethoracotomien en op de
intraluminale verstopping van de drain, bij patienten na hartchirurgie. Het
nieuw ontwikkelde medische hulpmiddel waarmee de CPPF zal worden uitgevoerd zal
onderzocht worden op veiligheid en werkbaarheid en de sensoren van het
hulpmiddel zullen worden gevalideerd.
Onderzoeksopzet
Dit is een prospectieve, multi center, open label, adaptieve, gerandomiseerde
studie met een follow up duur van 3 maanden. 992 patiënten (496 per studiearm)
worden gerandomiseerd naar standaard behandeling of continuous postoperative
pericardial flushing behandeling.
Onderzoeksproduct en/of interventie
Aan het eind van de operatie worden er normaal gesproken drains in gebracht om het bloed vanuit het hartzakje te draineren. Tijdens de studie zal er, bij patienten die gerandomiseerd worden in CPPF groep, naast de normale drains ook een (dunnere) spoeldrain geplaatst worden en zal gedurende 8 uur het hartzakje gespoeld worden.
Inschatting van belasting en risico
Het extra risico is minimaal. Bij patienten die meedoen aan de studie en die
gerandomiseerd worden in de CPPF groep zal een extra incisie gemaakt worden
voor het plaatsen van de inloopdrain. Een infectie als gevolg van deze extra
incisie is een mogelijke complicatie, echter hebben we bij onze eerdere studies
hier geen aanwijzingen voor gevonden. Het achterblijven van spoelvloeistof is
een mogelijke complicatie, onze eerdere studies hebben aangetoond dat de kans
dat de drains verstopt raken door stolselvorming, met als gevolg het ophopen
van bloed en vloeistof, kleiner wordt door toepassing van CPPF. Bovendien zijn
er in deze studies geen aanwijzingen gevonden voor het achterblijven van vocht
op de postoperatieve, radiologische en echografische beeldvorming, in
tegenstelling, er bleken significant minder interventies, voor achtergebleven
bloed en vocht, te zijn in de CPPF groep. Het afnemen van de extra bloedsamples
zal naar verwachting geen extra risico opleveren.
Publiek
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Wetenschappelijk
Meibergdreef 9
Amsterdam 1105 AZ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
volwassenen gepland voor hartchirurgie met gebruik van hartlongmachine komen in
aanmerking voor deelname
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
EUROscore > 20%, intraoperatief diafragma letsel leidende tot een open
verbinding tussen de borst- en buikholte, niet in staat de informed consent
informatie te begrijpen; participerend in een andere studie; leeftijd <18,
spoedprocedures, procedures uitgevoerd zonder het gebruik van cardiopulmonale
bypass, minimaal invasieve hartchirurgische procedures (bijv. minithoracotomie
en hemisternotomie)
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Kamer G4-214
Postbus 22660
1100 DD Amsterdam
020 566 7389
mecamc@amsterdamumc.nl
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT05308589 |
CCMO | NL74428.018.21 |