Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512526-28-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens. Het primaire doel van de studie is onderzoeken of, in patiënten met een lokaal recidief rectum carcinoom, de toevoeging van…
ID
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Maagdarmstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd
- Maagdarmstelsel therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het vergelijken van het aantal radicale resecties tussen beide behandelarmen.
Secundaire uitkomstmaten
- Vergelijken van de lokaal recidief vrije overleving
- Vergelijken van de progressie vrije overleving
- Vergelijken van de metastase vrije overleving
- Vergelijken van de ziektevrije overleving
- Vergelijken van de algehele overleving
- Vergelijken van de pathologische respons
- Vaststellen van de objectieve radiologische respons op de neoadjuvante
behandeling
- Inductie chemotherapie gerelateerde toxiciteit
- Therapietrouw inductie chemotherapie
- Chemoradiotherapie gerelateerde toxiciteit
- Therapietrouw chemoradiotherapie
- Vergelijken van het aantal patiënten dat geopereerd wordt tussen beide armen
- Vergelijken chirurgische karakteristieken tussen beide armen
- Vergelijken chirurgische complicaties tussen beide armen
- Vergelijken kwaliteit van leven tussen beide armen
- Bepalen kosteneffectiviteit en - utiliteit
- Afname bloed en weefsel samples voor toekomstig translationeel onderzoek
Achtergrond van het onderzoek
De belangrijkste prognostische factor voor overleving na operatie in patiënten
met een lokaal recidief rectum carcinoom (LRRC) is een radicale (R0) resectie.
Echter, het verkrijgen van een R0 resectie is vaak lastig als gevolg van een
verstoorde anatomie als gevolg van eerdere operatie, door fibrose door eerdere
radiotherapie en de ingroei van het recidief in omliggende structuren zoals
aangrenzende organen, het sacrum en de bekkenwand. Om de kans op een R0
resectie te vergroten, krijgen alle patiënten neoadjuvante chemoradiotherapie.
Desondanks wordt maar in 60% van de patiënten een R0 resectie behaald, met als
gevolg dat de 5-jaars overleving voor patiënten met LRRC slechts 30% is.
Bovendien resulteert een niet radicale resectie in een 5-jaars recidief
percentage van 70-80% en gaat dit gepaard met veel morbiditeit en een slechte
kwaliteit van leven.
Een mogelijke manier om het aantal R0 resecties te vergroten, en daarmee
uiteindelijk de overleving van patiënten met LRRC te verbeteren, is de
toevoeging van inductie chemotherapie. Inductie chemotherapie kan mogelijk meer
regressie van de tumor veroorzaken en zo leiden tot meer R0 resecties.
Wereldwijd wordt inductie chemotherapie in toenemende mate voorgeschreven bij
deze patiëntengroep. Echter, de meerwaarde van de langdurige en geïntensiveerde
behandeling met inductiechemotherapie voor chemoradiotherapie en chirurgie bij
LRRC is momenteel nog niet vastgesteld. Het is daarom van groot belang om
middels een gerandomiseerde studie uit te zoeken of de toevoeging van inductie
chemotherapie daadwerkelijk leidt tot meer R0 resecties in patiënten met LRRC.
Doel van het onderzoek
Deze studie is overgegaan naar CTIS onder nummer 2024-512526-28-00 raadpleeg het CTIS register voor de actuele gegevens.
Het primaire doel van de studie is onderzoeken of, in patiënten met een lokaal
recidief rectum carcinoom, de toevoeging van inductie chemotherapie aan
neoadjuvante chemoradiotherapie leidt tot meer R0 resecties in vergelijking met
alleen neoadjuvante chemoradiotherapie.
Onderzoeksopzet
Dit is een multicenter, open-label, fase 3, parallelle armen, gerandomiseerde
gecontroleerde studie waarin geschikte patiënten gerandomiseerd worden in een
1:1 ratio tussen inductie chemotherapie gevolgd door neoadjuvante
chemoradiotherapie en chirurgie (experimentele arm) of neoadjuvante
chemoradiotherapie en chirurgie (standaard arm).
Onderzoeksproduct en/of interventie
Patiënten in de experimentele arm krijgen inductie chemotherapie, bestaande uit drie 3-wekelijkse kuren CAPOX (capecitabine + oxaliplatin) of vier 2-wekelijkse kuren FOLFOX (5-fluorouracil + leucovorin + oxaliplatin)/FOLFIRI (5-fluorouracil + leucovorin + irinotecan). In geval van onacceptabele toxiciteit voor capecitabine of 5-fluorouracil, kan worden gewisseld naar Teysuno (tagefur/gimeracil/oteracil). Daarna zal restadiëring plaatsvinden middels thoraco-abdominale CT-scan en MRI van het kleine bekken. In het geval van irresectabele lokale ziekte of het ontstaan van afstandsmetastasen, zal palliatieve behandeling worden aangeboden. In het geval van progressieve, maar nog wel resectabele lokale ziekte, wordt gestart met chemoradiotherapie. In het geval van stabiele ziekte of respons, zal nog één 3-wekelijkse kuur CAPOX of twee 2-wekelijkse kuren FOLFOX/FOLFIRI gegeven worden. Hierna zal ook in deze patiënten gestart worden met chemoradiotherapie. Chemoradiotherapie wordt gegeven volgens standaard protocol, waarbij de dosis van de radiotherapie afhankelijk is van of de patiënt eerder behandeld is met radiotherapie op het kleine bekken. Concomitante chemotherapie is volgens standaard protocol capecitabine (of teysuno bij toxiciteit) tweemaal daags op radiotherapie dagen. Vier tot zes weken na het beëindigen van de chemoradiotherapie vindt restadiëring plaats middels thoraco-abdominale CT-scan en MRI van het kleine bekken. In het geval van irresectabele lokale ziekte of het ontstaan van afstandsmetastasen, zal palliatieve behandeling worden aangeboden. In het geval van resectabele lokale ziekte, zal patiënt binnen 10-14 weken geopereerd worden. Patiënten in de controle arm krijgen chemoradiotherapie, gegeven volgens standaard protocol, gevolgd door een operatie binnen 10-14 weken.
Inschatting van belasting en risico
De potentiële risico's die verbonden zijn aan deelname van het onderzoek zijn;
toxiciteit van de inductie chemotherapie, mogelijk toename van toxiciteit van
chemoradiotherapie vanwege voorafgaande inductie chemotherapie en mogelijke
toename van postoperatieve complicaties vanwege intensievere neoadjuvante
behandeling.
De chemotherapeutica die worden toegediend in de experimentele arm, zijn
geregistreerd, worden gebruikt in de geautoriseerde vorm voor de geautoriseerde
indicatie en worden veilig geacht met bijwerkingen die goed te behandelen zijn.
Wat betreft de cumulatieve toxiciteit van de chemoradiotherapie en operatie,
lijkt in fase 2 studies bij patiënten met een primair uitgebreid rectum
carcinoom sprake te zijn van acceptabele toxiciteit en postoperatieve
complicaties.
De extra belasting bestaat uit ziekenhuis bezoeken voor het toedienen van de
chemotherapie, 1 extra MRI (40min), 1 extra thoraco-abdominale CT-scan (15min,
12.7 mSv), 4 keer 3 vragenlijsten ten aanzien van kwaliteit van leven en 6 of 7
keer een extra 20ml bloedafname ten behoeve van translationeel onderzoek. De
extra belasting van de bloedafnames beschouwen wij als nihil, omdat er geen
extra punctie verricht hoeft te worden. De vragenlijsten zijn kort en
intuïtief, en vergen derhalve niet veel tijd van de patiënt. Bovendien kan de
patiënt afzien van bloedafnames en vragenlijsten, zonder dat daarbij studie
deelname gehinderd wordt.
Publiek
Michelangelolaan 2
Eindhoven 5623EJ
NL
Wetenschappelijk
Michelangelolaan 2
Eindhoven 5623EJ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Leeftijd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
• 18 jaar of ouder
• Lokaal recidief na eerdere totale of partiele mesorectale resectie van een
rectumcarcinoom of distaal sigmoid carcinoom bevestigd middels hisopathologie
óf klinisch bewezen door middel van een combinatie van beeldvorming en
klinische gegevens, waarbij consensus in het MDO
• Resectabele ziekte, middels MRI beoordeeld, danwel resectabel geachte ziekte
na neoadjuvante behandeling met chemoradiotherapie
• WHO performance status 0-1
• Geschreven informed consent
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
• Radiologische aanwijzingen voor afstandsmetastasen ten tijde van randomisatie
of in de afgelopen 6 maanden
• Homozygote DPD deficiëntie (indien vooraf bekend)
• Chemotherapie in de afgelopen 6 maanden
• Contra-indicatie voor de geplande chemotherapie, (bijv. allergie,
zwangerschap, nierfalen, trombocytopenie), zoals bepaald door de medisch
oncoloog
• Radiotherapie in de afgelopen 6 maanden in verband met primair rectum
carcinoom
• Contra-indicatie voor de geplande chemoradiotherapie (bijv. allergie, geen
mogelijkheid tot het geven van radiotherapie in verband met eerdere
radiotherapie), zoals bepaald door de medisch oncoloog en/of radiotherapeut
• Contra-indicatie voor chirurgie, zoals bepaald door de chirurg en/of
anesthesist
• Het aanwezig zijn van een andere maligniteit die interfereert met de geplande
studie behandeling of de prognose van geopereerd recidief rectum carcinoom
Opzet
Deelname
In onderzoek gebruikte producten en hulpmiddelen
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CTIS | CTIS2024-512526-28-00 |
EudraCT | EUCTR2020-002141-42-NL |
ClinicalTrials.gov | NCT04389086 |
CCMO | NL73593.100.20 |